Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018

Datum 26/10/2018

Versie geldig op 15/06/2018

Inhoudstafel

  1. HOOFDSTUK 1. Definities
  2. HOOFDSTUK 2. Beoordeling
    1. Afdeling 1. Pool van beoordelaars
    2. Afdeling 2. Samenstelling en werking van beoordelingscommissies
  3. HOOFDSTUK 3. Algemene bepalingen over het aanvragen en toekennen van subsidies
    1. Afdeling 1. Aanvragen en toekennen van subsidies
    2. Afdeling 2. Toezicht en verantwoording
  4. HOOFDSTUK 4. Projectsubsidies
    1. Afdeling 1. Aanvragen en toekennen van subsidies
    2. Afdeling 2. Uitbetaling, toezicht en verantwoording
  5. HOOFDSTUK 5. Het steunpunt
    1. Afdeling 1. Aanvragen en toekennen van subsidies
    2. Afdeling 2. Uitbetaling, toezicht en verantwoording
    3. Afdeling 3. Bepalingen voor het sluiten van een beheersovereenkomst
  6. HOOFDSTUK 6. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden
    1. Afdeling 1. Aanvragen en toekennen van subsidies
    2. Afdeling 2. Uitbetaling, toezicht en verantwoording
  7. HOOFDSTUK 7. Slotbepalingen

Inhoud

(... - ...)

DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, artikel 9, § 1, derde lid, § 2 en § 3, artikel 10, eerste en tweede lid, artikel 11, artikel 13, 2° en 3°, artikel 24, eerste lid, artikel 25, tweede lid, artikel 26, tweede lid, artikel 31, artikel 36, tweede lid, artikel 38, tweede lid, artikel 39, tweede lid, artikel 41, 2° en 3°, artikel 55, 57, § 2, artikel 59, en artikel 62;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 13 juli 2018;
Gelet op het advies van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 11 september 2018;
Gelet op advies 64.287/3 van de Raad van State, gegeven op 18 oktober 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel;
Na beraadslaging,
Besluit :

HOOFDSTUK 1. Definities (... - 19/07/2024)

Artikel 1.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

In dit besluit wordt verstaan onder:
1° belangenbehartiger: een overkoepelende organisatie die voor aangesloten leden optreedt als vertegenwoordiger ten aanzien van de overheid;
2° financiële verantwoording: een verantwoording waarbij wordt aangetoond welke kosten zijn gemaakt voor de realisatie van de activiteit waarvoor de subsidie is toegekend, en welke opbrengsten de subsidieontvanger in het kader van die activiteit heeft verworven, hetzij uit de activiteit zelf, hetzij uit andere bronnen;
3° huishoudelijk reglement: het reglement met praktische bepalingen waarin de deontologie van de beoordelaars en de dagelijkse, interne aangelegenheden van een commissie en haar beoordelingsactiviteiten gereguleerd zijn;
4° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden;
5° webtoepassing: een online platform dat via een webbrowser kan worden benaderd als vermeld in artikel 11;
6° werkdagen: alle dagen van de week die geen zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen betreffen.

HOOFDSTUK 2. Beoordeling (... - 19/07/2024)

Afdeling 1. Pool van beoordelaars (... - 19/07/2024)

Artikel 2.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Een lid van de pool van beoordelaars voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 9, § 1, tweede lid, van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, als de betrokkene de nodige relevante kennis en competenties heeft om een te beoordelen aanvraag te situeren en in perspectief te plaatsen ten opzichte van een aspect of het geheel van de culturele sector, met inbegrip van het lokale cultuurveld, een functie of een discipline. Die kennis en competenties kunnen verworven zijn door professionele of equivalente ervaring.

Artikel 3.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De leden van de pool van beoordelaars treden niet op als vertegenwoordiger van de organisatie als ze deel uitmaken van de bestuursorganen van die organisatie, of als ze daartoe behoren als werknemer of als vrijwilliger.

Artikel 4.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Een benoeming tot lid van de pool van beoordelaars is onverenigbaar met:
1° een verkozen politiek mandaat;
2° een functie als medewerker van een parlementaire fractie of een kabinet;
3° een functie als personeelslid of bestuurder in dienst van een ondersteunende organisatie als vermeld in artikel 29 en 39 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018;
4° een functie als personeelslid van een belangenbehartiger voor een culturele sector of discipline;
5° een functie als lid van de raad van bestuur van een belangenbehartiger voor een culturele sector of discipline;
6° een functie als personeelslid in dienst van de Vlaamse overheid dat in het kader van zijn functie betrokken is bij de uitvoering van het voormelde decreet;
7° een mandaat als lid van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, SARC, zoals opgericht middels het decreet van 30 november 2007 houdende de oprichting van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media.

Artikel 5.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De administratie bezorgt voor de samenstelling van de pool van beoordelaars een indicatieve lijst van kandidaten aan de minister. De minister kan daaraan een of meer leden toevoegen.

De minister benoemt, na mededeling aan de Vlaamse Regering, een pool van beoordelaars die bestaat uit ten minste vijftig leden. Maximaal twee derde van die pool behoort tot hetzelfde geslacht.

Uiterlijk twee maanden na de aanstelling van de pool van beoordelaars legt de administratie een voorstel van huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor aan de minister. Dat reglement bevat minstens:
1° de manier waarop het secretariaat van de beoordelingscommissies wordt waargenomen door de administratie, zoals vermeld in artikel 9, derde lid, van dit besluit;
2° de manier waarop om de vijf jaar de helft van de leden van de pool van beoordelaars wordt vervangen als vermeld in artikel 9, § 3, van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018;
3° een beschrijving van de rolverdeling tussen beoordelaars, voorzitters, secretarissen en de administratie bij het beoordelen van subsidiedossiers;
4° de manier waarop de trekking van de steekproef, vermeld in artikel 26, ter controle van de verantwoordingsdossiers voor projectsubsidies, die niet hoger zijn dan 7000 euro, wordt georganiseerd;
5° de procedure die dient te worden gevolgd indien er betrokkenheid bestaat tussen een beoordelaar en een te behandelen aanvraagdossier.

Artikel 6.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De vijfjarige periode waarvoor de leden van de pool van beoordelaars worden benoemd, start op 15 mei van het laatste kalenderjaar van de legislatuur van het Vlaams Parlement en eindigt op 14 mei van het laatste kalenderjaar van de volgende legislatuur van het Vlaams Parlement.

Tijdens de vijfjarige periode, vermeld in het eerste lid, kan de minister in de pool van beoordelaars bijkomende leden benoemen.

De leden van de pool van beoordelaars oefenen hun mandaat verder uit na het verstrijken van de vijfjarige periode, vermeld in het eerste lid, zolang de minister geen nieuwe leden heeft benoemd.

Artikel 7.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

In de volgende gevallen kan de minister een einde maken aan het mandaat van een lid van de pool van beoordelaars:
1° op verzoek van de mandaathouder;
2° op verzoek van de administratie, als de mandaathouder het huishoudelijk reglement, vermeld in artikel 5, derde lid, niet naleeft of activiteiten verricht of functies vervult die onverenigbaar zijn met het mandaat, of die een strijdigheid van belangen tot gevolg hebben.

Een lid van de pool van beoordelaars dat door de minister wordt benoemd in de plaats van een overleden lid of van een lid van wie het mandaat voortijdig is beëindigd, voleindigt het mandaat.

Afdeling 2. Samenstelling en werking van beoordelingscommissies (... - 19/07/2024)

Artikel 8.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Een beoordelingscommissie wordt samengesteld uit minstens negen leden van de pool van beoordelaars, zoals vermeld in artikel 5.

Artikel 9.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De administratie bezorgt voor de samenstelling van een beoordelingscommissie een indicatieve lijst van kandidaten aan de minister. De minister kan hierin nog wijzigingen aanbrengen, met behoud van de toepassing van artikel 8.

De minister benoemt, na mededeling aan de Vlaamse Regering, de samengestelde beoordelingscommissie. De minister duidt daarbij in elke beoordelingscommissie een voorzitter aan.

Het secretariaat van de beoordelingscommissies wordt waargenomen door de administratie. De administratie bepaalt daarvoor de regels in het huishoudelijk reglement, vermeld in artikel 5, derde lid.

Artikel 10.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De leden van beoordelingscommissies kunnen aanspraak maken op de volgende vergoedingen:
1° een presentiegeld van 60 euro per dagdeel, geïndexeerd, tot maximaal twee dagdelen per dag voor de deelname aan vergaderingen. Voor leden die optreden als voorzitter, wordt dat presentiegeld verhoogd tot 90 euro per dagdeel;
2° een forfaitaire vergoeding van 30 euro per aanvraagdossier voor de eventuele voorbereiding van een schriftelijke insteek voor een werkingssubsidie, en 15 euro per aanvraagdossier voor de eventuele voorbereiding van een schriftelijke insteek voor een projectsubsidie;
3° een reisvergoeding voor vergaderingen, gebaseerd op de prijs van een treinrit in eerste klas.

Het presentiegeld en de reisvergoeding worden uitbetaald aan de hand van de presentielijst die tijdens de vergadering is opgesteld. De vergoeding voor de voorbereiding van dossiers wordt uitbetaald na de indiening van het voorbereidingsverslag.

HOOFDSTUK 3. Algemene bepalingen over het aanvragen en toekennen van subsidies (... - 19/07/2024)

Afdeling 1. Aanvragen en toekennen van subsidies (... - 19/07/2024)

Artikel 11.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De aanvrager van een project- of werkingssubsidie stelt de volgende documenten digitaal op, en dient ze in via een webtoepassing die de administratie ter beschikking stelt:
1° voor projectsubsidies:
a) het aanvraagdossier, vermeld in artikel 18 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018;
b) het verantwoordingsdossier, vermeld in artikel 25 van het voormelde decreet;
c) de aangepaste projectplanning, vermeld in artikel 14 van dit besluit, als dat van toepassing is;
2° voor werkingssubsidies voor het steunpunt:
a) het beleidsplan, vermeld in artikel 31 van het voormelde decreet;
b) het financieel verslag, vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet;
c) het rapport over de voortgang van de uitvoering van het beleidsplan, vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet;
d) het aangepaste beleidsplan, vermeld in artikel 14 van dit besluit, als dat van toepassing is;
3° voor werkingssubsidies voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden:
a) het aanvraagdossier voor werkingssubsidies, vermeld in artikel 44 van het voormelde decreet;
b) het financieel verslag, vermeld in artikel 54, 1°, van het voormelde decreet;
c) het voortgangsrapport, vermeld in artikel 54, 2°, van het voormelde decreet;
d) de aangepaste cultuurnota, vermeld in artikel 14 van dit besluit, als dat van toepassing is.

Voor de documenten, vermeld in het eerste lid, kan de administratie een sjabloon ter beschikking stellen in de vorm van een webtoepassing. Het toepasselijke sjabloon wordt ten minste twee maanden voor de uiterlijke indiendatum van de documenten, vermeld in het eerste lid, bekendgemaakt.

Artikel 12.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De administratie brengt een aanvrager als vermeld in artikel 12 en 40 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, binnen tien werkdagen vanaf de uiterste indieningsdatum van het aanvraagdossier digitaal op de hoogte van de ontvankelijkheid, via de webtoepassing.

Artikel 13.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De minister beslist over de toekenning en over de grootte van de subsidies, vermeld in artikel 17 en 40 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018. Voor de subsidies, vermeld in artikel 17 van het voormelde decreet, beslist de minister uiterlijk vijf maanden na de uiterste indieningdatum van het aanvraagdossier, vermeld in artikel 20 van dit besluit. Over de subsidies, vermeld in artikel 40 van het voormelde decreet, beslist de minister uiterlijk 11 weken na de uiterste indieningsdatum van het aanvraagdossier, vermeld in artikel 38 van dit besluit.

De administratie brengt de aanvrager via de webtoepassing digitaal op de hoogte van de finale beslissing, uiterlijk vijf werkdagen na de dag van de beslissing van de minister, vermeld in het eerste lid.

Artikel 14.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Als de beslissing van de minister, vermeld in artikel 13, een toegekend subsidiebedrag inhoudt dat meer dan 40 % lager is dan het aangevraagde subsidiebedrag, kan de administratie de aanvrager opdragen een aangepaste projectplanning, een aangepaste cultuurnota of een aangepast beleidsplan op te stellen. De aangepaste projectplanning, de aangepaste cultuurnota of het aangepaste beleidsplan wordt binnen dertig werkdagen na de dag van de beslissing van de minister, vermeld in artikel 13, via de webtoepassing ter goedkeuring digitaal ingediend.

Artikel 15.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De minister kan voor projectsubsidies en werkingssubsidies bepalen welke personeels- en werkingskosten ervoor in aanmerkingen komen, voor zover deze bepalingen de bedoeling hebben om dubbele subsidiëring vanwege de Vlaamse Gemeenschap te voorkomen.

Afdeling 2. Toezicht en verantwoording (... - 19/07/2024)

Artikel 16.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De administratie oefent het toezicht uit op de aanwending van de project- en werkingssubsidies, vermeld in artikel 17, 29 en 40 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018.

Artikel 17.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Bij het toezicht op de aanwending van de werkingssubsidies, vermeld in artikel 40 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, stelt de administratie de reserves vast die ten laste van subsidies zijn aangelegd.

Na afloop van de beleidsperiode worden de reserves, vermeld in het eerste lid, die niet voldoen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 betreffende de algemene regels inzake subsidiëring, ingehouden of teruggestort aan de Vlaamse overheid.

Artikel 18.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De administratie doet uitspraak over de correctheid van de verantwoording van de project- en werkingssubsidies, vermeld in artikel 17, 29 en 40 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, via de webapplicatie, binnen twee maanden na ontvangst van de verantwoording in een van de volgende vormen:
1° het verantwoordingsdossier voor projectsubsidies, vermeld in artikel 25 van het voormelde decreet;
2° het financieel verslag voor het steunpunt, vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet;
3° het rapport over de voortgang van de uitvoering van het beleidsplan van het steunpunt, vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet;
4° het meerjarenplan van het steunpunt, vermeld in artikel 38 van het voormelde decreet;
5° het financieel verslag voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, vermeld in artikel 54, 1°, van het voormelde decreet;
6° het voortgangsrapport voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, vermeld in artikel 54, 2°, van het voormelde decreet.

Artikel 19.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De administratie neemt de beslissing die volgt uit de controle op de ingediende verantwoording, vermeld in artikel 18. Die beslissing wordt bekendgemaakt aan de aanvrager via de webtoepassing.

HOOFDSTUK 4. Projectsubsidies (... - 19/07/2024)

Afdeling 1. Aanvragen en toekennen van subsidies (... - 19/07/2024)

Artikel 20.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Het aanvraagdossier tot subsidiëring van een project, vermeld in artikel 13 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, kan alleen worden ingediend tijdens twee projectrondes per jaar. Het aanvraagdossier is tijdig ingediend:
1° voor projectronde 1: uiterlijk op 15 mei voor initiatieven die van start gaan vanaf 1 januari van het jaar na het jaar van indiening;
2° voor projectronde 2: uiterlijk op 15 november voor initiatieven die van start gaan vanaf 1 juli van het jaar na het jaar van indiening.

Artikel 21.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De minister kan nader bepalen, met behoud van de toepassing van artikel 11, welke gegevens en documenten een aanvraagdossier bevat en aan welke vormelijke voorwaarden een aanvraagdossier voldoet.

Afdeling 2. Uitbetaling, toezicht en verantwoording (... - 19/07/2024)

Artikel 22.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Conform artikel 24 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018 wordt een projectsubsidie die hoger is dan 7000 euro, op de volgende wijze beschikbaar gesteld:
1° een voorschot van 90 % van de projectsubsidie wordt uitbetaald uiterlijk twee maanden na de beslissing tot de toekenning van die projectsubsidie;
2° het saldo van 10 % van de projectsubsidie wordt uitbetaald uiterlijk twee maanden na een positief advies als een gevolg van de uitvoering van het toezicht, vermeld in artikel 16 van dit besluit.

Artikel 23.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Conform artikel 24 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018 wordt een projectsubsidie die niet hoger is dan 7000 euro, volledig uitbetaald uiterlijk twee maanden na de beslissing tot de toekenning van die projectsubsidie.

Artikel 24.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Het verantwoordingsdossier, vermeld in artikel 25 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, bestaat uit een eindverslag, dat al de volgende stukken bevat:
1° een inhoudelijk verslag waarin gerapporteerd wordt over de uitvoering van het project, met een gedetailleerd overzicht van de activiteiten. Eventuele afwijkingen ten opzichte van de aanvraag, of in voorkomend geval van de aangepaste projectplanning, worden daarbij toegelicht;
2° een financiële verantwoording met daarin:
a) de resultatenrekening van het project, met een specificatie van alle vermelde kosten- en opbrengstenrekeningen en een toelichting per post;
b) de bewijsstukken voor de besteding van de projectsubsidie. Die bewijsstukken worden ter beschikking gehouden van de administratie, die die stukken op eenvoudig digitaal verzoek kan opvragen via de webtoepassing;
c) de boekhouding. De boekhouding wordt zo georganiseerd dat de financiële controle op de aanwending van de projectsubsidie mogelijk is. Een organisatie die een gesubsidieerd project realiseert en daarnaast andere activiteiten opzet, maakt in een volledige boekhouding een duidelijk en identificeerbaar onderscheid tussen de kosten en opbrengsten van de realisatie van het gesubsidieerde project en alle andere kosten en opbrengsten;
3° een lijst met beleidsrelevante gegevens, als die voorzien is in het sjabloon van verantwoordingsdossier, vermeld in artikel 11, tweede lid, van dit besluit.

Het verantwoordingsdossier wordt digitaal, als vermeld in artikel 11 van dit besluit, aan de administratie bezorgd.

Artikel 25.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De minister kan, rekening houdend met en op grond van de specifieke doeleinden waarvoor de projectsubsidie aangewend moet worden, of op grond van de bijzondere kenmerken van het project of de realisatiedatum van het project, een aangepaste verantwoording vragen.

Artikel 26.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Met toepassing van artikel 26 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018 worden de verantwoordingsdossiers van toegekende projectsubsidies die niet hoger zijn dan 7000 euro, alleen aan de administratie bezorgd als ze het voorwerp zijn van steekproefsgewijze controle.

De steekproef beslaat minimaal 20 % van de toegekende projectsubsidies per projectronde, vermeld in artikel 20 van dit besluit. In het huishoudelijk reglement, vermeld in artikel 5, derde lid, van dit besluit, wordt bepaald op welke wijze de trekking van de steekproef wordt georganiseerd.

Artikel 27.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Als een projectsubsidie die niet hoger is dan 7000 euro, het voorwerp is van de steekproefsgewijze controle, wordt de aanvrager ervan door de administratie via de webtoepassing op de hoogte gebracht van zijn verplichting om het verantwoordingsdossier, dat conform artikel 26 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018 ter beschikking van de administratie wordt gehouden, via de webapplicatie te bezorgen binnen een maand na die melding.

HOOFDSTUK 5. Het steunpunt (... - 19/07/2024)

Afdeling 1. Aanvragen en toekennen van subsidies (... - 19/07/2024)

Artikel 28.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Een aanvraag van een werkingssubsidie voor het steunpunt bestaat uit een beleidsplan als vermeld in artikel 31 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, dat minstens de volgende gegevens en documenten bevat:
1° een visie op het bovenlokale culturele veld, zijn dynamieken, spelers en uitdagingen;
2° een beschrijving van de beoogde werking van het steunpunt, met een gedetailleerde planning van de manier waarop de opdrachten, vermeld in artikel 30 van het voormelde decreet, worden uitgevoerd;
3° een meerjarenbegroting waarin alle verwachte kosten en opbrengsten van de werking opgenomen zijn;
4° de toelichting die nodig is om de criteria, vermeld in artikel 33 van het voormelde decreet, te beoordelen;
5° de mate waarin de noden van de doelgroep van het steunpunt in kaart gebracht zijn via een sectorbrede bevraging, en beantwoord worden in de werking en in de beleidsnota van het steunpunt;
6° bijkomende beleidsrelevante gegevens, als die voorzien zijn in het sjabloon van beleidsplan dat door de administratie ter beschikking wordt gesteld conform artikel 11, tweede lid, van dit besluit.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid en artikel 11 van dit besluit kan de minister nader bepalen welke gegevens en documenten een aanvraagdossier voor het steunpunt bevat en aan welke vormelijke voorwaarden een aanvraagdossier voor het steunpunt voldoet.

Artikel 29.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Een aanvraag van een werkingssubsidie voor het steunpunt wordt ingediend uiterlijk op 1 mei van het jaar dat voorafgaat aan de periode van vijf jaar, vermeld in artikel 38, derde lid, van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018.

Artikel 30.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Een aanvraag is ontvankelijk als ze tijdig is ingediend, en ze de elementen, vermeld in artikel 28, bevat.

De administratie meldt de aanvrager binnen tien werkdagen na de uiterlijke indiendatum, via de webtoepassing, of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is.

Artikel 31.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De administratie bezorgt de ontvankelijke aanvragen aan de bevoegde beoordelingscommissie, samen met andere informatie die ze relevant acht voor het advies.

Artikel 32.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De administratie maakt op basis van het advies van de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 32 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, een ontwerp van beslissing op en bezorgt dat aan de minister.

Op basis van het ontwerp van beslissing, vermeld in het eerste lid, legt de minister, uiterlijk vijf maanden na de uiterste indieningdatum van het aanvraagdossier, vermeld in artikel 29 van dit besluit, een voorstel van beslissing voor aan de Vlaamse Regering.

Afdeling 2. Uitbetaling, toezicht en verantwoording (... - 19/07/2024)

Artikel 33.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Het financieel verslag, vermeld in artikel 36 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, bestaat uit een tussentijds verslag of eindverslag, dat al de volgende stukken bevat:
1° een beknopt inhoudelijk verslag waarin gerapporteerd wordt over de uitvoering van de lopende werking, en eventuele afwijkingen ten opzichte van de aanvraag;
2° een financiële verantwoording met daarin:
a) de jaarrekening, die bestaat uit de balans, de resultatenrekening en de toelichting van het steunpunt. In de resultatenrekening worden alle kosten en opbrengsten met betrekking tot de werkingsperiode opgenomen. Als het steunpunt naast de werkingssubsidies, vermeld in artikel 29 van het voormelde decreet, nog andere subsidies ontvangt, worden die in dezelfde resultatenrekening opgenomen;
b) de verslagen van de algemene vergadering over de goedkeuring van de rekeningen en de begroting;
c) een afschrijvingstabel voor de investeringen als dat van toepassing is;
d) het verslag van een erkende accountant of bedrijfsrevisor die niet betrokken is bij het steunpunt, met commentaar bij de balans en de resultatenrekening van het steunpunt;
3° een lijst met beleidsrelevante gegevens, als die voorzien is in het sjabloon van verantwoordingsdossier, vermeld in artikel 11, tweede lid, van dit besluit.

Het verantwoordingsdossier wordt via de webtoepassing digitaal aan de administratie bezorgd, binnen de termijnen, vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet.

Artikel 34.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Het rapport over de voortgang, vermeld in artikel 36 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, bestaat uit een tussentijds verslag of eindverslag, dat al de volgende stukken bevat:
1° een inhoudelijk verslag met daarin:
a) een zelf-evaluatie van de invulling van de opdrachten vermeld in artikel 30 van het voormelde decreet;
b) een rapport over de globale inhoudelijke werking van het steunpunt, met aandacht voor zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de bovenlokale culturele ruimte. Daarbij wordt minstens gerapporteerd over de voortgang van de uitvoering van zowel de visie uit het ingediende beleidsplan, vermeld in artikel 28 van dit besluit, als de relevante inhoudelijke bepalingen in de beheersovereenkomst met het steunpunt, vermeld in artikel 35 van dit besluit, als de elementen uit het meerjarenplan, vermeld in artikel 38 van het voormelde decreet;
c) een gedetailleerd overzicht van de gerealiseerde acties en activiteiten. Eventuele afwijkingen ten opzichte van de aanvraag worden daarbij toegelicht;
d) minstens voor het volgende werkjaar een overzicht van geplande acties en activiteiten om de inhoudelijke beleidsvisie te realiseren, met aandacht voor de opdrachten, zoals bepaald in artikel 30 van het voormelde decreet, en de criteria, vermeld in artikel 33 van het voormelde decreet;
2° een beknopte financiële verantwoording met een resultatenrekening van de kosten en opbrengsten van de organisatie;
3° een lijst met beleidsrelevante gegevens, als die voorzien is in het model van verantwoordingsdossier, vermeld in artikel 11, tweede lid, van dit besluit.

Afdeling 3. Bepalingen voor het sluiten van een beheersovereenkomst (... - 19/07/2024)

Artikel 35.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Een beheersovereenkomst als vermeld in artikel 38 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, bevat minstens bepalingen over:
1° de missie van het steunpunt;
2° de invulling van de opdrachten, vermeld in artikel 30 van het voormelde decreet;
3° de strategische en operationele doelstellingen en de bijbehorende indicatoren;
4° de samenwerking, naargelang de inhoudelijke noodzaak, met andere organisaties, binnen of buiten het culturele veld;
5° het toegekende bedrag van de werkingssubsidie van het steunpunt per werkjaar;
6° de betaalmodaliteiten en de reservenormering;
7° de modaliteiten over de werking, evaluatie, toezicht en sancties;
8° de subsidie- en financieringsvoorwaarden;
9° de termijn en wijze waarop het steunpunt het meerjarenplan, vermeld in artikel 38, tweede lid, van het voormelde decreet, ter goedkeuring voorlegt aan de administratie, alsook wat dit meerjarenplan inhoudt, en de termijn en wijze waarop de administratie goedkeuring geeft.

De administratie onderhandelt met het steunpunt over de inhoud van de beheersovereenkomst.

Artikel 36.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De Vlaamse Regering sluit een beheersovereenkomst als vermeld in artikel 38 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, uiterlijk voor de aanvang van de beleidsperiode, vermeld in artikel 38, derde lid, van het voormelde decreet.

HOOFDSTUK 6. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (... - 19/07/2024)

Afdeling 1. Aanvragen en toekennen van subsidies (... - 19/07/2024)

Artikel 37.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De regisseursrol, vermeld in artikel 39, tweede lid, van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, wordt cultuurbreed via de volgende basisopdrachten als verbinder, facilitator en verduurzamer van het bovenlokale veld ingevuld:
1° verbinden en netwerken: inhoudelijk, bestuurlijk en geografisch alle culturele actoren samenbrengen, netwerken faciliteren en actief samenwerkingen bemiddelen;
2° faciliteren en ondersteunen: bottom-up potentievolle praktijken detecteren en beschrijven en stimuleren, en acties ondernemen om het bovenlokale culturele veld daar waar nodig te waarderen en versterken;
3° verduurzamen en verspreiden: opkomende vernieuwende culturele praktijken erkennen en helpen verduurzamen, en nieuwe inzichten en praktijken verspreiden binnen het bovenlokale culturele veld.

De minister kan de specifieke uitwerking van de basisopdrachten ter uitvoering van de regisseursrol, vermeld in het eerste lid, verder bepalen. Dit kan gebeuren in samenspraak met de representatieve organisaties die belangenbehartiger zijn van de Vlaamse steden en gemeenten, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, en de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media.

Artikel 38.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Het aanvraagdossier is tijdig ingediend uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de start van de subsidieperiode van zes jaar, vermeld in artikel 47 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018. De eerste indiendatum is 1 oktober 2019.

Artikel 39.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De gegevens en documenten in het aanvraagdossier, vermeld in artikel 41, 2°, van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, bevatten minstens:
1° een beschrijving van de elementen, vermeld in artikel 44 en 45 van het voormelde decreet;
2° een opsomming van de verschillende gemeentes en, in voorkomend geval, districten in het aanvragende intergemeentelijke samenwerkingsverband, een opsomming van hun individuele inbreng in de samenwerking, en hun contactgegevens;
3° een verklaring op erewoord, van elk van de gemeenten en, in voorkomend geval, districten in het intergemeentelijke samenwerkingsverband, vermeld in punt 2°, tot het gezamenlijk overmaken van het jaarlijkse bedrag, vermeld in artikel 40, 2°, van het voormelde decreet, op de rekening van het intergemeentelijk samenwerkingsverband;
4° de oprichtingsakte, of een ander geldig bewijs van rechtspersoonlijkheid van het intergemeentelijke samenwerkingsverband.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid en artikel 11 van dit besluit kan de minister nader bepalen welke gegevens en documenten een aanvraagdossier voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden bevat, en aan welke vormelijke voorwaarden een aanvraagdossier voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voldoet.

Afdeling 2. Uitbetaling, toezicht en verantwoording (... - 19/07/2024)

Artikel 40.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Het financieel verslag, vermeld in artikel 54, 1°, van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, bestaat uit een tussentijds verslag of eindverslag, dat al de volgende stukken bevat:
1° een beknopt inhoudelijk verslag waarin gerapporteerd wordt over de lopende werking, en eventuele afwijkingen ten opzichte van de aanvraag. Dat verslag heeft als doel de verstrekte financiële gegevens, vermeld in punt 2°, te kunnen kaderen in de lopende werking;
2° een financiële verantwoording met daarin:
a) de jaarrekening, die bestaat uit de balans, de resultatenrekening en de toelichting van de rechtspersoon. In de resultatenrekening worden alle kosten en opbrengsten uit de werkingsperiode opgenomen. Als de organisatie naast de werkingssubsidies, vermeld in artikel 40 van het voormelde decreet, nog andere subsidies ontvangt, worden die in dezelfde resultatenrekening opgenomen;
b) de verslagen van de algemene vergadering of een andere instantie die daarvoor bevoegd is, over de goedkeuring van de rekeningen en de begroting;
c) een afschrijvingstabel voor de investeringen als dat van toepassing is;
d) het verslag van een erkende accountant of bedrijfsrevisor die niet betrokken is bij de gesubsidieerde organisatie in kwestie, ofwel van de persoon die door het openbaar bestuur is belast met het financieel toezicht, met commentaar bij de balans en de resultatenrekening van die organisatie, als de jaarlijkse subsidie minstens 80.000 euro bedraagt;
3° een lijst met beleidsrelevante gegevens, als die voorzien is in het sjabloon van verantwoordingsdossier, vermeld in artikel 11, tweede lid, van dit besluit.

Als organisaties naast de activiteiten waarvoor ze met toepassing van artikel 40 van het voormelde decreet kunnen worden gesubsidieerd, nog andere activiteiten organiseren, maken ze in hun totale boekhouding een duidelijk en identificeerbaar onderscheid tussen beide soorten activiteiten.

Het verantwoordingsdossier wordt via de webtoepassing digitaal aan de administratie bezorgd, binnen de termijnen, vermeld in artikel 54 van het voormelde decreet.

Artikel 41.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

Het voortgangsrapport, vermeld in artikel 54, 2°, van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, bestaat uit een tussentijds verslag of eindverslag, dat al de volgende stukken bevat:
1° een inhoudelijk verslag met daarin:
a) een evaluatie van de invulling van de taken binnen de regisseursrol, vermeld in artikel 37 van dit besluit;
b) een rapport over de globale inhoudelijke werking van het intergemeentelijk samenwerkingsverband, met aandacht voor de regionale eigenheid en de doelstellingen waarvoor de werkingssubsidie is toegekend. Daarbij worden minstens alle elementen van de cultuurnota, vermeld in artikel 44, 1°, van het voormelde decreet, in acht genomen;
c) een gedetailleerd overzicht van de gerealiseerde acties en activiteiten. Eventuele afwijkingen ten opzichte van de aanvraag, of in voorkomend geval van de aangepaste cultuurnota, worden daarbij toegelicht;
d) minstens voor het volgende werkjaar een overzicht van geplande acties en activiteiten om de inhoudelijke beleidsvisie te realiseren, met aandacht voor de regisseursrol, vermeld in artikel 39 van het voormelde decreet, en de elementen, vermeld in artikel 43 van het voormelde decreet;
2° een beknopte financiële verantwoording met een resultatenrekening van de kosten en opbrengsten van de organisatie;
3° een lijst met beleidsrelevante gegevens, als die voorzien zijn in het model van verantwoordingsdossier, vermeld in artikel 11, tweede lid, van dit besluit.

HOOFDSTUK 7. Slotbepalingen (... - 19/07/2024)

Artikel 42.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

In afwijking van artikel 29 wordt de eerste aanvraag voor werkingssubsidie van het steunpunt ingediend uiterlijk op 1 november 2019.

Artikel 43.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

In afwijking van artikel 36 van dit besluit gaat de eerste beheersovereenkomst met het steunpunt, vermeld in artikel 38 van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, in op 1 april 2020, en loopt tot en met 31 december 2024.

Artikel 44.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(15/12/2018- 19/07/2024)

De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 15/06/2018