Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies

Datum 17/03/2017

Inhoudstafel

  1. HOOFDSTUK 1 Definities
  2. HOOFDSTUK 2 Indeling van het toeristische logies en algemene bepalingen
  3. HOOFDSTUK 3 Openings- en uitbatingsvoorwaarden
    1. Afdeling 1 Algemene openings- en uitbatingsvoorwaarden
    2. [Afdeling 2 Beschermde benamingen en bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden (verv. BVR 23 december 2022, art. 5, I: 1 januari 2023)]
  4. HOOFDSTUK 4 Procedure voor de aanmelding, erkenning en classificering van een toeristisch logies
    1. Afdeling 1 De procedure voor de toekenning of weigering van een erkenning
    2. Afdeling 2 De procedure voor de classificering van een toeristisch logies
    3. Afdeling 3 De procedure voor de schorsing of intrekking van een erkenning
  5. HOOFDSTUK 5 Beroepsprocedure
  6. HOOFDSTUK 6 Controle en sancties
  7. HOOFDSTUK 7 Wijzigingsbepalingen
  8. HOOFDSTUK 8 Slotbepalingen
  9. BIJLAGE 1
  10. BIJLAGE 2
  11. BIJLAGE 3
  12. BIJLAGE 4
  13. BIJLAGE 5
  14. BIJLAGE 6
  15. BIJLAGE 7
  16. BIJLAGE 8
  17. BIJLAGE 9
  18. BIJLAGE 10

Inhoud

(01/04/2017- ...)

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, artikel 4.2.3, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2015;

Gelet op het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, artikel 2, 2°, artikel 4, 4°, 7°, 8° en 9°, artikel 5, artikel 6, § 1, § 2 en § 6, artikel 7, § 1 en § 2, artikel 8, artikel 9, § 1, artikel 10, eerste, vierde en tiende lid, artikel 11, artikel 12, § 9, artikel 14, § 1, eerste lid en artikel 20;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de nadere openings- en exploitatievoorwaarden waaraan het toeristische logies moet voldoen;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de classificatienormen inzake comfort voor een vergund toeristisch logies;

Gelet op het ministerieel besluit van 19 december 2011 tot vaststelling van de herkenningstekens voor een vergund toeristisch logies;

Gelet op het ministeriel besluit van 18 december 2013 houdende de benoeming van de leden van het adviescomité, de beroepscommissies en de technische commissie brandveiligheid van het toeristische logies;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement internationaal Vlaanderen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 december 2016;

Gelet op advies 60.777/1 van de Raad van State, gegeven op 1 februari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1 Definities (... - ...)

Artikel 1. (01/01/2023- ...)

In dit besluit wordt verstaan onder:
1° decreet van 5 februari 2016: het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme;
3° toeristisch logies: een toeristisch logies als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 5 februari 2016;
4° verhuureenheid: een hotelkamer, een gastenkamer, een vakantiewoning of een afzonderlijk te huren kamer, ruimte of eenheid van een kamergerelateerd logies of jeugdverblijf waar kan worden overnacht door een of meer toeristen;
5° plaats op een terreingerelateerd logies: een plaats op een terreingerelateerd logies waarop door logerende toeristen in een al dan niet eigen verplaatsbaar of niet-verplaatsbaar verblijf wordt overnacht, of die daarvoor bestemd of ingericht is;
6° verplaatsbaar verblijf: een tent, een vouwwagen, een kampeerauto, een camper, een rijcaravan, een stacaravan of elk ander vergelijkbaar verblijf op een terreingerelateerd logies;
7° niet-verplaatsbaar verblijf: een chalet, een bungalow, een vakantiehuisje, een trekkershut, een paviljoen of elk ander vergelijkbaar verblijf op een terreingerelateerd logies waarvoor een stedenbouwkundige vergunning, een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een stedenbouwkundig uittreksel is verleend, waaruit blijkt dat het verblijf vergund is of wordt geacht vergund te zijn.

HOOFDSTUK 2 Indeling van het toeristische logies en algemene bepalingen (... - ...)

Artikel 2. (01/01/2023- ...)

Ieder toeristisch logies wordt ingedeeld in een van de volgende logiestypes:
1° kamergerelateerd logies: een inrichting met een of meer verhuureenheden of een ruimte die mogelijkheid tot verblijf biedt;
2° terreingerelateerd logies: een toeristisch logies in centraal beheer waar op een afgebakend terrein wordt gekampeerd of verbleven in verplaatsbare of niet-verplaatsbare verblijven, of dat daarvoor bestemd of ingericht is;
3° jeugdverblijf: een kamergerelateerd of terreingerelateerd logies waarvan per kalenderjaar minstens 70% van het totale aantal overnachtingen voor rekening zijn van georganiseerde jeugdgroepen.

In het eerste lid, 3°, wordt verstaan onder georganiseerde jeugdgroep: een georganiseerde groep van personen tot en met dertig jaar die onder toezicht staan van een of meer begeleiders en verblijven in het kader van jeugdwerk, onderwijs, cultuur, sport of jeugdhulpverlening.

Op voorwaarde dat het toeristische logies voldoet aan de overeenkomstige verplichtingen en voorwaarden, vermeld in of krachtens het decreet van 5 februari 2016 en de uitvoeringsbesluiten ervan, bepaalt de exploitant van het toeristische logies zelf tot welk type, vermeld in het eerste lid, zijn toeristische logies behoort.

Artikel 3. (01/04/2017- ...)

Als in of op een toeristisch logies in centraal beheer een verhuureenheid of een plaats of een verblijf op een terreingerelateerd logies los van het centrale beheer wordt geëxploiteerd, moet de verhuureenheid, de plaats of het verblijf voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016, en wordt de verhuureenheid, de plaats of het verblijf beschouwd als een toeristisch logies. De verhuureenheid, de plaats of het voormelde verblijf maakt dan het voorwerp uit van een afzonderlijke aanmelding conform artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016.

Als in of op een toeristisch logies in centraal beheer een verhuureenheid of een plaats of een verblijf op een terreingerelateerd logies door het centrale beheer wordt aangeboden op de toeristische markt met een andere benaming als vermeld in artikel 7 tot en met 13 van dit besluit, moet de verhuureenheid, de plaats of het verblijf voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016. De verhuureenheid, de plaats of het verblijf maakt dan het voorwerp uit van een afzonderlijke aanmelding conform artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016.

Artikel 4. (01/04/2017- ...)

De verzekering tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, vermeld in artikel 4, 4°, van het decreet van 5 februari 2016, bevat de volgende waarborgen:
1° brand gebouw, voor het toeristische logies of voor de gebouwen of de delen ervan die als toeristisch logies worden uitgebaat;
2° brand inboedel, voor de inboedel van het toeristische logies of van de gebouwen of de delen ervan die als toeristisch logies worden uitgebaat;
3° burgerlijke aansprakelijkheid gebouw, die minstens de contractuele aansprakelijkheid dekt in het kader van artikel 1721 van het Burgerlijk Wetboek;
4° burgerlijke aansprakelijkheid uitbating.

De voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 4°, is niet van toepassing als aan de logerende toerist het persoonlijke gebruiksrecht wordt verleend voor het volledige toeristische logies.

Voor de controle van de naleving van de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, stelt Toerisme Vlaanderen een modelattest ter beschikking.

HOOFDSTUK 3 Openings- en uitbatingsvoorwaarden (... - ...)

Afdeling 1 Algemene openings- en uitbatingsvoorwaarden (... - ...)

Artikel 5. (01/04/2017- ...)

 Ieder kamergerelateerd logies moet voldoen aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 6. (01/01/2023- ...)

Ieder terreingerelateerd logies moet voldoen aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd.

Ieder terreingerelateerd logies beschikt over een attest of een document waaruit blijkt dat de exploitatie in een gebied ligt waarvan de planologische bestemming de exploitatie en het gebruik van het terrein toelaat. Toerisme Vlaanderen stelt daarvoor een modelformulier ter beschikking.

Artikel 6/1. (01/01/2023- ...)

Een jeugdverblijf voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3°, en aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 10, die bij dit besluit is gevoegd.

Om de naleving van de voorwaarde, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3°, te controleren, stelt Toerisme Vlaanderen een digitaal platform ter beschikking waarin de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, maandelijks de nodige overnachtingscijfers indient.

[Afdeling 2 Beschermde benamingen en bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden (verv. BVR 23 december 2022, art. 5, I: 1 januari 2023)] (... - ...)

Artikel 7. (01/04/2017- ...)

Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hotel, hotellerie, hostellerie, relais, inn, motel, pension of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 8. (01/04/2017- ...)

Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming gastenkamer, bed and breakfast, B&B of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 9. (01/04/2017- ...)

Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiewoning, vakantieappartement, vakantiestudio, vakantiebungalow, vakantiehuis, vakantievilla, vakantiechalet, vakantieflat of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 10. (01/04/2017- ...)

Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hostel of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 10/1. (01/01/2023- ...)

Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming jeugdverblijf, jeugdlogies, jeugdgroepsverblijf, jeugdverblijfscentrum, jeugdgroepsaccommodatie, kamphuis, bivakhuis of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming, voldoet aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 10, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 11. (01/04/2017- ...)

Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camping, kampeerterrein of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 6, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 7, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 12. (01/04/2017- ...)

Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camperterrein, camperpark, kampeerautoterrein, kampeerautopark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 6, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 8, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 13. (01/04/2017- ...)

Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiepark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 6, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 9, die bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 4 Procedure voor de aanmelding, erkenning en classificering van een toeristisch logies (... - ...)

Artikel 14. (01/01/2023- ...)

Overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016 brengt de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, Toerisme Vlaanderen op de hoogte van de uitbating van zijn toeristische logies. Die aanmelding wordt gedaan met een aangetekende brief of elektronisch binnen een termijn van veertien kalenderdagen nadat het toeristische logies wordt aangeboden op de toeristische markt.

Toerisme Vlaanderen stelt het formulier ter beschikking waarmee die aanmelding wordt gedaan. Het formulier vermeldt de volgende gegevens:
1° de ligging van het toeristische logies. Als het toeristische logies verplaatsbaar is, geeft de exploitant de plaatsen aan waarvoor hij al beschikt over overeenkomsten, concessies of vergunningen om het toeristische logies te plaatsen en geeft hij aan op welke wijze hij zich voorneemt het toeristische logies te exploiteren;
2° de promotionele benaming of benamingen waaronder het toeristische logies wordt aangeboden op de toeristische markt;
3° in voorkomend geval, de beschermde benaming of de benamingen, vermeld in artikel 7 tot en met 13, van dit besluit, waarmee het toeristische logies wordt aangeboden op de toeristische markt. Als het toeristische logies zonder beschermde benaming wordt aangeboden op de toeristische markt, wordt bij de aanmelding aangegeven of het een kamergerelateerd logies, een terreingerelateerd logies of een jeugdverblijf betreft;
4° afhankelijk van het logiestype of de beschermde benaming:
a)    voor een terreingerelateerd logies: het aantal plaatsen, vermeld in artikel 1, 5°, van dit besluit;
b)    voor een jeugdverblijf en een hostel: het aantal verhuureenheden en het maximale aantal slaapplaatsen in de gebouwen en eventueel het maximale aantal slaapplaatsen in de tenten buiten de gebouwen; 
c)    voor de overige kamergerelateerde logiezen: het aantal verhuureenheden en het maximale aantal slaapplaatsen in het toeristische logies;
5° in voorkomend geval, het telefoonnummer, het e-mailadres en de website van het toeristische logies;
6° de voornaam, de achternaam en het adres van de exploitant. Als de exploitant een rechtspersoon is, het ondernemingsnummer van de rechtspersoon;
7° als de exploitant een rechtspersoon is, de voornaam en de achternaam van de natuurlijke persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies;
8° het telefoonnummer of het e-mailadres waarop de exploitant, in geval van een rechtspersoon, de persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, of de persoon die daarvoor is aangesteld bereikt kan worden;
9° de verklaring dat de exploitant van het toeristische logies op de hoogte is van de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016, samen met een verwijzing naar de website van Toerisme Vlaanderen waar die voorwaarden zijn opgenomen;
10° de mogelijkheid om, al dan niet gelijktijdig met de aanmelding, de erkenning en comfortclassificatie aan te vragen.

Als het aanmeldingsformulier onvolledig is ingevuld, brengt Toerisme Vlaanderen binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst ervan de indiener daarvan op de hoogte, met vermelding van de ontbrekende gegevens.

Zodra het aanmeldingsformulier volledig ingevuld aan Toerisme Vlaanderen is bezorgd, krijgt de exploitant en, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, binnen veertien kalenderdagen met een aangetekende brief of elektronisch een ontvangstmelding van Toerisme Vlaanderen, waardoor de uitbating als aangemeld wordt beschouwd conform artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016.

Artikel 15. (01/04/2017- ...)

Alle wijzigingen van de gegevens, vermeld in artikel 14, tweede lid, en, als het toeristische logies beschikt over een comfortclassificatie, alle wijzigingen die een invloed kunnen hebben op de verkregen comfortclassificatie, worden binnen dertig kalenderdagen nadat de wijziging zich heeft voorgedaan, door de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan Toerisme Vlaanderen.

Artikel 16. (01/04/2017- ...)

Met behoud van de toepassing van artikel 15 meldt de exploitant van het toeristische logies of de persoon die daarvoor is aangesteld, de stopzetting van de exploitatie onmiddellijk aan Toerisme Vlaanderen.

Artikel 17. (01/04/2017- ...)

Bij overname van de exploitatie brengt de nieuwe exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, Toerisme Vlaanderen opnieuw en volgens de procedure, vermeld in artikel 14, op de hoogte van de uitbating van het toeristische logies.

Afdeling 1 De procedure voor de toekenning of weigering van een erkenning (... - ...)

Artikel 18. (01/04/2017- ...)

De erkenning, vermeld in artikel 6 van het decreet van 5 februari 2016, wordt aangevraagd door de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, met het formulier, vermeld in artikel 14, tweede lid. De aanvraag wordt ingediend met een aangetekende brief of elektronisch. In voorkomend geval vermeldt de aanvraag duidelijk de beschermde benaming of de benamingen, vermeld in artikel 7 tot en met 13, waaronder de erkenning wordt aangevraagd.

Als het aanvraagformulier onvolledig is ingevuld, brengt Toerisme Vlaanderen binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst ervan de indiener daarvan op de hoogte, met vermelding van de ontbrekende gegevens en de gevolgen daarvan voor de vervaltermijn, vermeld in het derde lid.

Onvolledige erkenningsaanvragen die dertig kalenderdagen na een verzoek van Toerisme Vlaanderen tot aanvulling van de aanvraag niet zijn vervolledigd, vervallen van rechtswege en zonder enige kennisgeving.

Zodra de erkenningsaanvraag volledig ingevuld aan Toerisme Vlaanderen is bezorgd, krijgt de exploitant en, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, binnen veertien kalenderdagen met een aangetekende brief of elektronisch een ontvangstmelding van Toerisme Vlaanderen. Die ontvangstmelding vermeldt minstens de beslissingstermijn, vermeld in het zesde lid, en de vermelding dat bij gebrek aan beslissing binnen die termijn de erkenning wordt geacht te zijn toegekend.

Een volledig ingevulde erkenningsaanvraag wordt ook beschouwd als een volledig ingevuld aanmeldingsformulier als vermeld in artikel 14. De ontvangstmelding, vermeld in het vierde lid, geldt dan als een ontvangstmelding als vermeld in artikel 14, vierde lid.

Binnen dertig kalenderdagen na de datum van de ontvangstmelding, vermeld in het vierde lid, neemt Toerisme Vlaanderen een beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning. Die beslissingstermijn kan op verzoek van de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, eenmaal worden verlengd met maximaal zestig kalenderdagen. De beslissing over de erkenningsaanvraag wordt binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing door Toerisme Vlaanderen met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan de exploitant van het toeristische logies en, in voorkomend geval, aan de persoon die daarvoor is aangesteld.

Overeenkomstig artikel 6, § 1, van het decreet van 5 februari 2016 wordt de erkenning alleen toegekend als na controle ter plaatse wordt vastgesteld en uit de voorgelegde documenten en stukken blijkt dat het toeristische logies voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, 1° tot en met 9°, van het voornoemde decreet.

De erkenning wordt toegekend aan de exploitant van het toeristische logies. De erkenning geldt alleen voor het toeristische logies waarvoor ze is afgeleverd en voor de erkenninghouder aan wie ze is afgeleverd. Bij overname van de exploitatie vervalt de erkenning van rechtswege.

Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in het zesde lid, wordt de erkenning geacht te zijn toegekend.

Artikel 19. (01/01/2023- ...)

De minister bepaalt het model van het erkenningsteken, vermeld in artikel 6, § 6, eerste lid, van het decreet van 5 februari 2016, dat Toerisme Vlaanderen per erkenning bezorgt aan de exploitant van het toeristische logies of aan de persoon die daarvoor is aangesteld.

Het erkenningsteken verschilt naargelang het logiestype of naargelang van de benaming, vermeld in artikel 7 tot en met 13, waaronder de erkenning wordt verkregen en, in voorkomend geval, naargelang van de eventuele comfortclassificatie.

 

Afdeling 2 De procedure voor de classificering van een toeristisch logies (... - ...)

Artikel 20. (01/04/2017- ...)

De comfortclassificatie, vermeld in artikel 7 van het decreet van 5 februari 2016, wordt door de exploitant van het toeristische logies of de persoon die daarvoor is aangesteld, met een aangetekende brief of elektronisch aangevraagd bij Toerisme Vlaanderen.

De comfortclassificatie wordt met hetzelfde formulier als de erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 18, aangevraagd. De aanvraag van een comfortclassificatie verloopt conform artikel 18. Bij gebrek aan beslissing binnen de beslissingstermijn, vermeld in artikel 18, zesde lid, wordt de comfortclassificatie geacht te zijn toegekend in de laagste classificatie.

Artikel 21. (02/01/2023- ...)

De minister kan per benaming, vermeld in artikel 7 tot en met 9, 10/1, 11 en 13, de classificatienormen bepalen voor het comfort dat wordt geboden aan de logerende toeristen.

De comfortclassificatienormen hebben betrekking op de inrichting, de uitrusting en de uitstraling van de toeristische logiezen. Ze kunnen ook betrekking hebben op de dienstverlening.

De toeristische logiezen, vermeld in artikel 7, 9, 11 en 13, worden geclassificeerd in vijf niveaus, die in sterren worden uitgedrukt.

De toeristische logiezen, vermeld in artikel 8, worden geclassificeerd in vier niveaus, die in sterren worden uitgedrukt.

De toeristische logiezen, vermeld in artikel 10/1, worden geclassificeerd in drie niveaus, uitgedrukt in basis, standaard en comfort.

De minister kan per benaming ook tussenclassificaties invoeren.

Artikel 22. (01/04/2017- ...)

Toerisme Vlaanderen kan vaststellen dat de toegekende comfortclassificatie niet wordt nageleefd. Na voorafgaande ingebrekestelling van de exploitant van het toeristische logies met een aangetekende brief of elektronisch kan Toerisme Vlaanderen het toeristische logies ambtshalve in een andere comfortclassificatie indelen. De procedure voor de ambtshalve declassering verloopt conform artikel 24.

Afdeling 3 De procedure voor de schorsing of intrekking van een erkenning (... - ...)

Artikel 23. (01/04/2017- ...)

Toerisme Vlaanderen kan de toegekende erkenning schorsen of intrekken als een of meer verplichtingen of voorwaarden die conform het decreet van 5 februari 2016 of dit uitvoeringsbesluit zijn opgelegd, niet of niet meer worden nageleefd.

Artikel 24. (01/04/2017- ...)

De beslissing tot schorsing of intrekking van de erkenning wordt altijd voorafgegaan door een ingebrekestelling door Toerisme Vlaanderen waarin de houder van de erkenning met een aangetekende brief of elektronisch wordt ingelicht over de grond van de vooropgestelde schorsing of intrekking.

De houder van de erkenning beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen vanaf de datum van de ingebrekestelling, vermeld in het eerste lid, om zijn opmerkingen te bezorgen aan Toerisme Vlaanderen.

De houder van de erkenning of de persoon die daarvoor is aangesteld, kan binnen dezelfde termijn en in dezelfde vorm vragen om gehoord te worden door Toerisme Vlaanderen. De erkenninghouder of, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, wordt minstens zeven kalenderdagen voor de vastgestelde datum op de hoogte gebracht van de hoorzitting. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. De erkenninghouder of, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen.

Binnen zestig kalenderdagen na de datum van de ingebrekestelling, vermeld in het eerste lid, en, in voorkomend geval, nadat de houder van de erkenning of de persoon die daarvoor is aangesteld, daarover is gehoord, neemt Toerisme Vlaanderen een beslissing over de opgestarte procedure. Die beslissing wordt door Toerisme Vlaanderen binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan de houder van de erkenning en, in voorkomend geval, aan de persoon die daarvoor is aangesteld.

Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in het vierde lid, wordt Toerisme Vlaanderen geacht af te zien van de schorsing of intrekking van de erkenning.

De beslissing tot schorsing of intrekking van de erkenning is definitief de kalenderdag nadat de termijn verstreken is om het beroep, vermeld in artikel 26, in te stellen.

Artikel 25. (01/04/2017- ...)

Bij schorsing of intrekking van de erkenning vervalt in voorkomend geval ook de toegekende comfortclassificatie van rechtswege.

HOOFDSTUK 5 Beroepsprocedure (... - ...)

Artikel 26. (01/04/2017- ...)

§ 1. Op straffe van onontvankelijkheid moet het beroep, vermeld in artikel 9 van het decreet van 5 februari 2016, binnen dertig kalenderdagen vanaf de datum van de brief of het elektronisch bericht waarmee de bestreden beslissing wordt meegedeeld, door de exploitant van het toeristische logies of de persoon die daarvoor is aangesteld, worden ingediend bij de beroepscommissie voor het toeristische logies. Het beroep wordt ingediend met een aangetekende brief of elektronisch.

Binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst van het beroep krijgt de indiener van de beroepscommissie voor het toeristische logies een ontvangstmelding. Die ontvangstmelding vermeldt minstens de ontvangstdatum van het beroep, de beslissingstermijn, vermeld in paragraaf 2, en de vermelding dat bij gebrek aan beslissing binnen die termijn het beroep wordt geacht te zijn ingewilligd.

§ 2. De beroepscommissie voor het toeristische logies doet binnen zestig kalenderdagen na de datum van de ontvangstmelding, vermeld in paragraaf 1, uitspraak over het beroep, behalve als de beroepscommissie voor het toeristische logies binnen dezelfde termijn beslist om de termijn uitzonderlijk te verlengen. Die verlenging mag niet meer bedragen dan dertig kalenderdagen en kan niet worden vernieuwd.

§ 3. Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in paragraaf 2, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

De beslissing over het beroep wordt door de beroepscommissie voor het toeristische logies binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan de exploitant van het toeristische logies en, in voorkomend geval, aan de persoon die daarvoor is aangesteld. Een kopie van de beslissing wordt bezorgd aan Toerisme Vlaanderen.

§ 4. De beroepscommissie voor het toeristische logies neemt een beslissing nadat de indiener van het beroep het recht is geboden om gehoord te worden. De betrokkene wordt door de beroepscommissie voor het toeristische logies ten minste zeven kalenderdagen voor de datum, vastgesteld voor het onderzoek van de zaak, uitgenodigd in eigen persoon of bij gevolmachtigde, die houder is van de stukken, voor de beroepscommissie te verschijnen. De betrokkene mag zich door een persoon naar keuze laten bijstaan op de zitting waarvoor hij wordt uitgenodigd. Hij mag ook een schriftelijke memorie neerleggen.

Artikel 27. (12/09/2022- ...)

...

HOOFDSTUK 6 Controle en sancties (... - ...)

Artikel 28. (01/04/2017- ...)

De leidend ambtenaar van Toerisme Vlaanderen wijst de personeelsleden van Toerisme Vlaanderen aan als bedoeld in de artikelen 10 en 14 van het decreet van 5 februari 2016.

Artikel 29. (01/04/2017- ...)

De vorm en de inhoud van de legitimatiekaarten van de aangewezen personeelsleden, vermeld in artikel 28 van dit besluit, voldoen aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 betreffende de legitimatiekaarten van de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid die belast zijn met inspectie- of controlebevoegdheden.

Artikel 30. (01/04/2017- ...)

Overeenkomstig artikel 10 en 14 van het decreet van 5 februari 2016 kunnen de agenten van de federale en de lokale politie en de aangewezen personeelsleden, vermeld in artikel 28 van dit besluit, ter controle van de naleving van de voorwaarden, vermeld in of bepaald krachtens artikel 4, 1°, 3°, 4°, 5° en 6°, van het decreet van 5 februari 2016, op elk moment de nodige documenten, attesten en keuringsbewijzen opvragen bij de exploitant van het toeristische logies. Voor de naleving van de voorwaarden, vermeld in of bepaald krachtens artikel 4, 1°, 2°, 5° en 6°, van het decreet van 5 februari 2016, kunnen die personen op elk moment ook het advies inwinnen van de instantie die daarvoor is bevoegd.

Artikel 31. (01/04/2017- ...)

 De termijn waarin de tussenpersonen de gegevens, vermeld in artikel 11 van het decreet van 5 februari 2016, moeten meedelen, wordt bepaald door de agenten van de federale of lokale politie of door de gemachtigde personen die de gegevens opvragen.

De termijn, vermeld in het eerste lid, is minstens zeven kalenderdagen en wordt vermeld in het schriftelijke verzoek waarmee de gegevens worden opgevraagd.

Artikel 32. (01/04/2017- ...)

Het proces-verbaal, vermeld in artikel 10 van het decreet van 5 februari 2016, bevat de volgende gegevens:
1° de identiteit en de hoedanigheid van de opsteller;
2° de datum en de plaats van de verbalisering;
3° de materiële vaststellingen, inclusief de omstandigheden op het moment van de vaststellingen;
4° de handtekening van de opsteller.

Artikel 33. (01/04/2017- ...)

De administratieve geldboeten, vermeld in artikel 12 van het decreet van 5 februari 2016, moeten binnen een termijn van twee maanden worden betaald.

HOOFDSTUK 7 Wijzigingsbepalingen (... - ...)

Artikel 34. (01/04/2017- ...)

Artikel 8.4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 januari 2014, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 8.4. Een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor het plaatsen, verplaatsen, wijzigen of vervangen van verplaatsbare verblijven, ook al zijn ze bestemd om ter plaatse te blijven staan, en voor bijbehorende installaties, op voorwaarde dat:
1° de verblijven zijn geplaatst op een terreingerelateerd logies dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
2° de plaatsing, verplaatsing, wijziging of vervanging niet strijdig is met de voorwaarden, vermeld in punt 1°.
In het eerste lid wordt verstaan onder:
1° terreingerelateerd logies: een toeristisch logies als vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristisch logies;
2° verplaatsbaar verblijf: een verblijf als vermeld in artikel 1, 6°, van het voormelde besluit;
3° bijbehorende installaties: de aanbouwen en constructies, vermeld in punt B, 3, van bijlage 6 bij het voormelde besluit, die niet geplaatst zouden zijn als er geen verplaatsbaar verblijf was geplaatst of als er niet in een verplaatsbaar verblijf wordt voorzien.".

Artikel 35. (01/04/2017- ...)

In artikel 4, eerste lid, van het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement internationaal Vlaanderen worden punt 1° en punt 3° opgeheven.

HOOFDSTUK 8 Slotbepalingen (... - ...)

Artikel 36. (01/04/2017- ...)

De volgende regelingen worden opgeheven:
1° het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 december 2009, 2 december 2011, 5 oktober 2012 en 4 juli 2014;
2° het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de nadere openings- en exploitatievoorwaarden waaraan het toeristische logies moet voldoen;
3° het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de classificatienormen inzake comfort voor een vergund toeristisch logies, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 14 juli 2011 en 30 maart 2012, en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2012;
4° het ministerieel besluit van 19 december 2011 tot vaststelling van de herkenningstekens voor een vergund toeristisch logies, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2012;
5° het ministerieel besluit van 18 december 2013 houdende de benoeming van de leden van het adviescomité, de beroepscommissies en de technische commissie brandveiligheid van het toeristische logies, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 30 maart 2015.

Artikel 37. (01/04/2017- ...)

De volgende regelgevende teksten treden in werking op 1 april 2017:
1° het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
2° dit besluit;
3° artikel 23 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Artikel 38. (01/04/2017- ...)

De Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE 1 (... - ...)

BIJLAGE 1 (01/01/2023- ...)


BIJLAGE 2 (... - ...)

BIJLAGE 2 (01/01/2023- ...)

BIJLAGE 3 (... - ...)

BIJLAGE 3 (01/01/2023- ...)

BIJLAGE 4 (... - ...)

BIJLAGE 4 (01/01/2023- ...)

BIJLAGE 5 (... - ...)

BIJLAGE 5 (01/01/2023- ...)

BIJLAGE 6 (... - ...)

BIJLAGE 6 (01/01/2023- ...)

BIJLAGE 7 (... - ...)

BIJLAGE 7 (01/01/2023- ...)

BIJLAGE 8 (... - ...)

BIJLAGE 8 (01/01/2023- ...)

BIJLAGE 9 (... - ...)

BIJLAGE 9 (01/01/2023- ...)

BIJLAGE 10 (... - ...)

BIJLAGE 10 (01/01/2023- ...)


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 25/08/2024