( ... - ... )
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN,
Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 58, § 1, eerste en tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 21 juni 2013;
Gelet op bijlage III, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, artikel 4;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 september 2012 betreffende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de diensten voor oppashulp;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 december 2016;
Gelet op advies 61.038/3 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op advies 61.495/3 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
Besluit :
Artikel 1. ( 13/07/2017 - ... )
Met behoud van de toepassing van de bepalingen in bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers worden, bij de beoordeling of een aanvraag tot erkenning van een dienst voor oppashulp voldoet aan de programmatie, de evaluatiecriteria gehanteerd, vermeld in artikel 2 tot en met 9 van dit besluit.
Artikel 2. ( 13/07/2017 - ... )
Een ontvankelijke aanvraag wordt getoetst aan het programmacijfer van de regio, vermeld in artikel 1 van het ministerieel besluit van 15 juni 2017 tot bepaling van het aantal regio's per provincie en voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het maximale aantal te erkennen diensten voor oppashulp per regio.
Het programmacijfer, vermeld in het eerste lid, wordt verminderd met de som van het aantal erkende diensten voor oppashulp.
Alleen als het resultaat van de berekening, vermeld in het tweede lid, groter is dan of gelijk is aan één, kan een aanvraag passen in de programmatie. Als dat niet het geval is, past een aanvraag niet in de programmatie en hoeft ze niet verder getoetst te worden aan de overige evaluatiecriteria.
Artikel 3. ( 01/06/2023 - ... )
§ 1. Het werkgebied van de diensten voor oppashulp die voldoen aan de programmatie, vermeld in artikel 2, wordt getoetst aan de regio's die prioritair zijn door een laag aantal gepresteerde uren oppashulp ten opzichte van het aantal inwoners van de betreffende regio.
Voor de gepresteerde uren oppashulp, vermeld in het eerste lid, worden de laatst beschikbare gegevens gebruikt zoals die berekend zijn in het systeem Vrijwillige Oppas.
In het tweede lid wordt verstaan onder systeem Vrijwillige Oppas: het systeem van elektronische gegevensuitwisseling tussen het Departement Zorg en de diensten voor oppashulp, om de gegevens over zijn gebruikers en vrijwilligers die nodig zijn om de subsidies te berekenen en om operationele en beleidsinformatie te genereren, aan het Departement Zorg te bezorgen.
Voor het aantal inwoners per regio, vermeld in het eerste lid, worden de bevolkingscijfers gebruikt, zoals die berekend zijn door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. Het aantal inwoners op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarop de gepresteerde uren oppashulp, vermeld in het tweede lid, betrekking hebben, wordt gebruikt. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt het aantal inwoners bepaald op 300.000.
§ 2. Voor elke regio zal het aantal gepresteerde uren oppashulp worden gedeeld door het aantal inwoners.
§ 3. De prioritaire regio's zijn de regio's met het laagste aantal gepresteerde uren oppashulp per inwoner, op basis van de berekening, vermeld in paragraaf 2.
§ 4. Het aantal gepresteerde uren oppashulp, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, het aantal inwoners per regio, vermeld in paragraaf 1, vierde lid en de prioritaire regio's, vermeld in paragraaf 3, worden opgesomd in de tabel, opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 4. ( 13/07/2017 - ... )
De prioritaire regio's zijn het bestuurlijk arrondissement Mechelen, het bestuurlijk arrondissement Turnhout, het bestuurlijk arrondissement Halle-Vilvoorde, het bestuurlijk arrondissement Antwerpen en het bestuurlijk arrondissement Leuven.
Op basis van het aantal gepresteerde uren oppashulp ten opzichte van het aantal inwoners van een betreffende regio, vermeld in artikel 3, wordt aan elke regio de volgende hoeveelheid punten toegekend, waarbij een hoger aantal gepresteerde uren oppashulp leidt tot een hoger aantal punten:
1° het bestuurlijk arrondissement Mechelen: 1 punt;
2° het bestuurlijk arrondissement Turnhout: 2 punten;
3° het bestuurlijk arrondissement Halle-Vilvoorde: 3 punten;
4° het bestuurlijk arrondissement Antwerpen: 4 punten;
5° het bestuurlijk arrondissement Leuven: 5 punten;
6° alle andere bestuurlijke arrondissementen: 6 punten.
De prioritaire regio's, vermeld in het eerste lid, en het puntensysteem, vermeld in het tweede lid, gelden voor minstens twee jaar.
Artikel 5. ( 13/07/2017 - ... )
Bij een ontvankelijke aanvraag worden de punten, vermeld in artikel 4, tweede lid, toegekend aan de regio die het werkgebied van de dienst uitmaakt.
De ontvankelijke aanvragen worden behandeld in de volgorde van het aantal punten, waarbij de aanvraag met het minste aantal punten het eerst behandeld wordt.
Artikel 6. ( 13/07/2017 - ... )
De ontvankelijke aanvragen met hetzelfde aantal punten worden behandeld in volgorde van de datum waarop ze ingediend zijn.
Artikel 7. ( 13/07/2017 - ... )
Een ontvankelijke aanvraag van een erkenning als dienst voor oppashulp heeft voor het passen in de programmatie voorrang op andere ontvankelijke aanvragen met hetzelfde aantal punten die op dezelfde datum ingediend zijn, als uit de aanvraag blijkt dat de dienst voor oppashulp zich al vóór hij zijn aanvraag ingediend heeft, gericht heeft op de coördinatie van vraag en aanbod van de oppashulp, verspreid over het door hem omschreven werkgebied dat minstens de regio omvat.
Artikel 8. ( 13/07/2017 - ... )
Een ontvankelijke aanvraag van een erkenning als dienst voor oppashulp heeft voor het passen in de programmatie voorrang op andere ontvankelijke aanvragen die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 5, 6 en 7, als uit de aanvraag blijkt dat de dienst voor oppashulp een groter aantal samenwerkingsverbanden met erkende woonzorgvoorzieningen of relevante welzijnsvoorzieningen en vrijwilligersorganisaties uit de betreffende regio kan aantonen.
Artikel 9. ( 13/07/2017 - ... )
Een dienst voor oppashulp kan niet gevestigd zijn op een adres waar al een erkende dienst voor oppashulp gevestigd is.
Artikel 10. ( 13/07/2017 - ... )
Het ministerieel besluit van 3 september 2012 betreffende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de diensten voor oppashulp wordt opgeheven.
BIJLAGE ( 13/07/2017 - ... )
http://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2017/07/03_1.pdf#page=101
Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 27/12/2024