Ministerieel besluit tot vaststelling van de niet toegelaten combinaties van gerechtelijke typemodules in de integrale jeugdhulp

( ... - ... )

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN,

Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 48, § 1, vierde lid, vervangen bij het decreet van 15 maart 2019;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014 betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 87, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 juli 2019;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. ( 01/09/2019 - ... )

De volgende combinaties van typemodules kunnen niet gelijktijdig worden toegepast ten aanzien van een minderjarige:
1° een combinatie van niet rechtstreeks toegankelijke typemodules die wordt uitgevoerd door meer dan twee jeugdhulpaanbieders;
2° de typemodule kamertraining en een van de volgende typemodules:
a) verblijf voor minderjarigen;
b) verblijf voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap;
c) verblijf voor minderjarigen met een handicap;
d) verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek;
e) verblijf voor (aanstaande) ouder(s) en kind(eren);
f) beveiligend verblijf;
3° de typemodule contextbegeleiding met het oog op autonoom wonen en een van de volgende typemodules:
a) contextbegeleiding laagintensief;
b) contextbegeleiding kortdurend intensief;
c) contextbegeleiding breedsporig;
d) dagbegeleiding in groep;
e) begeleiding in een kleinschalige wooneenheid;
f) verblijf voor minderjarigen;
g) kamertraining;
h) verblijf met het oog op diagnostiek;
i) verblijf in een pleeggezin;
j) verblijf voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap;
k) verblijf voor minderjarigen met een handicap;
l) verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek;
m) verblijf voor (aanstaande) ouder(s) en kind(eren);
n) beveiligend verblijf;
4° de typemodule verblijf met het oog op diagnostiek en de typemodule verblijf met het oog op diagnostiek, uitgevoerd door een andere jeugdhulpaanbieder;
5° de typemodule diagnostiek in het kader van de bijzondere jeugdbijstand en de typemodule diagnostiek voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap;
6° de typemodule verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek en een van de volgende typemodules:
a) verblijf voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap;
b) verblijf voor minderjarigen met een handicap;
c) verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek;
d) (school)aanvullende dagopvang voor minderjarigen met een handicap;
e) schoolvervangende dagopvang voor minderjarigen met een handicap;
7° de typemodule beveiligend verblijf en een van de volgende typemodules:
a) verblijf voor minderjarigen;
b) verblijf voor (aanstaande) ouder(s) en kind(eren);
c) verblijf voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap;
d) verblijf voor minderjarigen met een handicap;
e) verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek;
8° een niet rechtstreeks toegankelijke typemodule voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap en een rechtstreeks toegankelijke typemodule voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap;
9° de typemodule dagbegeleiding in groep met een van de volgende typemodules:
a) verblijf voor minderjarigen;
b) kamertraining;
c) contextbegeleiding met het oog op autonoom wonen;
10° de inzet van meer dan een van de volgende typemodules in hetzelfde gezin, als ze niet gekoppeld zijn aan de typemodule verblijf voor minderjarigen, kamertraining of dagbegeleiding in groep:
a) contextbegeleiding laagintensief;
b) contextbegeleiding kortdurend intensief;
c) contextbegeleiding breedsporig.
In afwijking van het eerste lid zijn uitzonderingen mogelijk als de administrateur-generaal van het agentschap Opgroeien regie daarmee akkoord gaat.

Artikel 2. ( 01/09/2019 - ... )

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019.