Ministerieel besluit betreffende de bewijsvoering in het kader van de subsidiëring van de bijzondere erkenning voor de zorg en ondersteuning van personen met jongdementie in woonzorgcentra met een bijkomende erkenning

Datum 06/03/2020

Inhoud

( ... - ... )

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 138;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 534/5, tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2019.

Vormvereisten:
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 30 augustus 2019;
- De Vlaamse Toezichtscommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2019/25, gegeven op 3 december 2019;
- De Raad van State heeft advies 66.903/3 gegeven op 13 februari 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID, GEZIN EN ARMOEDEBESTRIJDING BESLUIT:

Artikel Enig artikel ( 01/06/2023 - ... )

Overeenkomstig artikel 534/5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming worden de bezettingsgegevens van de capaciteit met een bijzondere erkenning door de initiatiefnemer van het woonzorgcentrum met een bijzondere erkenning voor de zorg en ondersteuning van personen met jongdementie vóór 1 april van het jaar dat volgt op het jaar dat in aanmerking genomen wordt voor de subsidiëring aan het Departement Zorg bezorgd. Die bezorging gebeurt via het e-loket.

In het eerste lid worden onder bezettingsgegevens de volgende gegevens per bewoner verstaan:
1° een identificator die toelaat om, als dat vereist is, de gegevens die via het e-loket zijn ingediend te verifiëren met het dossier in het woonzorgcentrum;
2° de geboortedatum van de bewoner;
3° het aantal dagen dat de bewoner in een woongelegenheid met een bijzondere erkenning voor de zorg en ondersteuning van personen met jongdementie verbleven heeft op basis van de afgesloten verblijfsovereenkomst en waarvoor aan betrokkene een dagprijs is aangerekend;
4° de afhankelijkheidscategorie van betrokkene, vermeld in artikel 425, tweede lid, 3° en 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
5° de datum van het diagnostisch bilan dementie;
6° het totale bedrag van de korting op de dagprijs die het woonzorgcentrum heeft gegeven voor het jaar in kwestie.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 26/12/2024