Ministerieel besluit tot vastlegging voor de diensten voor gezinszorg van de evaluatiecriteria voor de programmatie, vermeld in artikel 4 van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers

Datum 04/02/2021

Inhoud

( ... - ... )

Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019, artikel 51, § 1, eerste lid en tweede lid;
- bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, artikel 4.

Vormvereiste
De volgende vormvereiste is vervuld:
- Er is op 22 december 2020 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen dertig dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Het advies is niet meegedeeld binnen die termijn. Daarom wordt artikel 84, § 4, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toegepast.

Juridisch kader
Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:
- het decreet van 23 mei 2003 betreffende de indeling in zorgregio's en betreffende de samenwerking en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen, of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID, GEZIN EN ARMOEDEBESTRIJDING BESLUIT:

Artikel 1. ( 04/02/2021 - ... )

In dit besluit wordt verstaan onder regio: de regionale stad, vermeld in de bijlage bij het decreet van 23 mei 2003 betreffende de indeling in zorgregio's en betreffende de samenwerking en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen, of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Artikel 2. ( 04/02/2021 - ... )

De evaluatiecriteria, vermeld in artikel 3 tot en met 7 van dit besluit, worden gebruikt om te beoordelen of een ontvankelijke aanvraag tot erkenning als dienst voor gezinszorg in de programmatie past.

Artikel 3. ( 04/02/2021 - ... )

§ 1. Een ontvankelijke aanvraag tot erkenning als dienst voor gezinszorg past in de programmatie als het totale aantal effectief gepresteerde uren gezinszorg in de regio, waarvan de gemeenten van het werkgebied van de dienst deel uitmaken, lager is dan 85 % van het programmacijfer gezinszorg van hetzelfde jaar als het jaar waarin de uren gezinszorg in de regio in kwestie effectief gepresteerd zijn.

Voor de effectief gepresteerde uren gezinszorg, vermeld in het eerste lid, worden de gegevens gebruikt van het derde kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarvoor de aanvraag tot erkenning is ingediend, en die doorgestuurd zijn naar Vesta. De effectief gepresteerde uren gezinszorg bevatten de uren die in een centrum voor dagopvang gepresteerd zijn.

§ 2. Als het werkgebied van een dienst voor gezinszorg uit verschillende regio's bestaat, is in elke regio het totale aantal effectief gepresteerde uren gezinszorg van het derde kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, lager dan 85 % van het programmacijfer gezinszorg van hetzelfde jaar.

Artikel 4. ( 04/02/2021 - ... )

Aanvragen tot erkenning als dienst voor gezinszorg die passen in de programmatie, vermeld in artikel 3, passen in de programmatie als ook aan de overige evaluatiecriteria, vermeld in artikel 5 tot en met 7, wordt voldaan.

Artikel 5. ( 04/02/2021 - ... )

§ 1. Het werkgebied van de diensten voor gezinszorg die passen in de programmatie, vermeld in artikel 3, wordt getoetst aan de regio's die prioritair zijn door een lage invulling van de programmacijfers voor gezinszorg.

§ 2. De programmacijfers voor gezinszorg op het niveau van een regio worden bepaald conform artikel 3 van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.

Voor de programmacijfers gezinszorg, vermeld in het eerste lid, worden de gegevens gebruikt van het derde kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarvoor de aanvraag tot erkenning is ingediend.

§ 3. Voor elke regio worden de programmacijfers voor gezinszorg op het niveau van een regio verminderd met de uren gezinszorg die effectief gepresteerd zijn in de regio in kwestie en die doorgestuurd zijn naar Vesta. De effectief gepresteerde uren gezinszorg bevatten de uren die in een centrum voor dagopvang gepresteerd zijn.

Voor de effectief gepresteerde uren gezinszorg, vermeld in het eerste lid, worden de gegevens gebruikt van het derde kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarvoor de aanvraag tot erkenning is ingediend, en die doorgestuurd zijn naar Vesta.

§ 4. De prioritaire regio's zijn de regio's met de laagste invulling op basis van de berekening, vermeld in paragraaf 3.

Artikel 6. ( 04/02/2021 - ... )

Op basis van de invulling van de programmacijfers gezinszorg, berekend op de wijze, vermeld in artikel 5, § 3, wordt aan elke regio een aantal punten toegekend, waarbij een hogere invulling leidt tot een hoger aantal punten:
1° een regio waarvan de invulling van de programmacijfers lager dan 50 % is: 1 punt;
2° een regio waarvan de invulling van de programmacijfers hoger is dan of gelijk is aan 50 % en lager is dan 60 %: 2 punten;
3° een regio waarvan de invulling van de programmacijfers hoger is dan of gelijk is aan 60 % en lager is dan 70 %: 3 punten;
4° een regio waarvan de invulling van de programmacijfers hoger is dan of gelijk is aan 70 % en lager is dan 80 %: 4 punten;
5° een regio waarvan de invulling van de programmacijfers hoger is dan of gelijk is aan 80 % en lager is dan 85 %: 5 punten.

Bij een ontvankelijke aanvraag worden de punten, vermeld in het eerste lid, toegekend op basis van de regio die het werkgebied van de dienst uitmaakt.

Bij een ontvankelijke aanvraag waarbij het werkgebied van een dienst verschillende regio's omvat, wordt de som van de punten, vermeld in het eerste lid, van de regio's die tot het werkgebied van de dienst behoren, toegekend.

Artikel 7. ( 04/02/2021 - ... )

§ 1. Ontvankelijke aanvragen waarvan het werkgebied uit één regio of uit verschillende aaneensluitende regio's bestaat, hebben altijd voorrang op ontvankelijke aanvragen waarvan het werkgebied uit verschillende niet-aaneensluitende regio's bestaat.

§ 2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 worden de ontvankelijke aanvragen behandeld in de volgorde van het aantal punten, waarbij de aanvraag met het minste aantal punten het eerst behandeld wordt.

De ontvankelijke aanvragen met hetzelfde aantal punten worden behandeld in volgorde van de datum waarop alle nodige documenten om de aanvraag ontvankelijk te verklaren, ingediend waren.

Om te passen in de programmatie heeft een ontvankelijke aanvraag voorrang op andere ontvankelijke aanvragen met hetzelfde aantal punten die op dezelfde datum zijn ingediend, als uit de aanvraag blijkt dat de dienst voor gezinszorg een groter aantal samenwerkingsverbanden met erkende woonzorgvoorzieningen of relevante welzijnsvoorzieningen en vrijwilligersorganisaties uit de betreffende regio kan aantonen.

Artikel 8. ( 04/02/2021 - ... )

Artikel 4 tot en met 7 zijn niet van toepassing op de diensten voor gezinszorg die erkend worden ter uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2018 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van een erkennings- of omzettingskalender en tot wijziging van de regels betreffende de voorafgaande vergunning.

Artikel 9. ( 04/02/2021 - ... )

In afwijking van artikel 3, § 1, tweede lid, en § 2, worden bij de toetsing aan de programmatie van de ontvankelijke aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit, de effectief gepresteerde uren gezinszorg gebruikt, vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarvoor de aanvraag tot erkenning is ingediend, en die doorgestuurd zijn naar Vesta.

Artikel 10. ( 04/02/2021 - ... )

In afwijking van artikel 7, § 1, hebben de ontvankelijke aanvragen die ingediend zijn vóór de inwerkingtreding van dit besluit en waarvan het werkgebied uit één regio bestaat, altijd voorrang op ontvankelijke aanvragen waarvan het werkgebied uit verschillende regio's bestaat.

Artikel 11. ( 04/02/2021 - ... )

Het ministerieel besluit van 22 oktober 2018 houdende de vastlegging voor de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg van de evaluatiecriteria voor de programmatie, vermeld in artikel 2 van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers wordt opgeheven.

Artikel 12. ( 04/02/2021 - ... )

Dit besluit treedt in werking op datum van ondertekening.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 27/12/2024