( ... - ... )
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 107, 126, 128 en 130, tweede lid;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 240, artikel 262, §3, artikel 278, tweede lid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2020, artikel 288, §2, artikel 309, artikel 311, §3, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2022, artikel 336 en 340, §3.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 8 september 2022
- De Raad van State heeft advies 72.201/1 gegeven op 11 oktober 2022, met toepassing van artikel 84, §3, eerste lid, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BESLUIT:
Artikel 1. ( 01/01/2023 - ... )
Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 7 december 2018 betreffende de uitvoering van de Vlaamse sociale bescherming, wat de mobiliteitshulpmiddelen betreft, vervangen bij het ministerieel besluit van 4 december 2020, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Artikel 2. ( 01/01/2023 - ... )
Bijlage 2 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 4 december 2020, wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Artikel 3. ( 01/01/2023 - ... )
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
BIJLAGE ( 01/01/2023 - ... )
BIJLAGE ( 01/01/2023 - ... )
