( ... - ... )
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;
- de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 3, derde lid;
- het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 5, §1, eerste lid, 1°, a), en 2°, en artikel 5, §2, 2°, ingevoegd bij het decreet van 1 maart 2019, artikel 8, §2, en artikel 12, gewijzigd bij de decreten van 1 maart 2019 en 3 mei 2019;
- het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters, artikel 10, 3°, artikel 12, §1, tweede lid en artikel 14;
- het decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten, artikel 17, vijfde lid;
- het decreet van 23 december 2021 houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingjaar 2022, artikel 12.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 20 oktober 2022.
- De Raad van State heeft advies 72.411/1 gegeven op 23 november 2022 met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1. ( 01/01/2023 - ... )
In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 en 11 maart 2022, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt:
Ҥ2. De subsidie wordt betaald per kwartaal en bedraagt maximaal 95% van de geraamde subsidie. Het voorschot wordt betaald in de eerste maand van elk kwartaal. Het saldo wordt uiterlijk afgerekend op 30 juni van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar in kwestie.
In afwijking van het eerste lid kan het agentschap in de volgende gevallen beslissen om een specifieke regeling toe te passen voor de uitbetaling van de voorschotten:
1° bij ernstige problemen bij de organisator;
2° als er minstens een risico op plotse stopzetting van de specifieke dienstverlening is;
3° bij vermoeden van fraude door de organisator.”.
Artikel 2. ( 01/01/2022 - ... )
In artikel 8/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 januari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 1°, wordt het bedrag “231,85 euro” vervangen door het bedrag “289,85 euro”;
2° in het eerste lid, 2°, wordt het bedrag “3,30 euro” vervangen door het bedrag “4,53 euro”;
3° in het tweede lid, 1°, wordt het bedrag “188,11 euro” vervangen door het bedrag “235,17 euro”;
4° in het tweede lid, 2°, wordt het bedrag “2,70 euro” vervangen door het bedrag “3,70 euro”.
Artikel 3. ( 01/01/2022 - ... )
In artikel 12/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 januari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 1°, wordt het bedrag “17,08 euro” vervangen door het bedrag “21,41 euro”;
2° in het eerste lid, 2°, wordt het bedrag “0,20 euro” vervangen door het bedrag “0,24 euro”;
3° in het tweede lid, 1°, wordt het bedrag “13,61 euro” vervangen door het bedrag “17,06 euro”;
4° in het tweede lid, 2°, wordt het bedrag “0,16 euro” vervangen door het bedrag “0,19 euro”.
Artikel 4. ( 20/02/2023 - ... )
In artikel 14/2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 4° wordt punt d) opgeheven;
2° in punt 5° worden de woorden “tijdens of” opgeheven.
Artikel 5. ( 01/01/2022 - ... )
Aan artikel 19/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 januari 2022, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“De organisatoren, vermeld in het eerste lid, ontvangen een bijkomend bedrag voor koopkrachtondersteuning dat door het agentschap wordt berekend op basis van hun aandeel in de transitiesubsidie erkend. Het voormelde bijkomende bedrag wordt ten vroegste geïndexeerd vanaf 1 januari 2023.”.
Artikel 6. ( 20/02/2023 - ... )
In artikel 4/1, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018 houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 4° wordt punt d) opgeheven;
2° in punt 5° worden de woorden “tijdens of” opgeheven.
Artikel 7. ( 20/02/2023 - ... )
In artikel 3/1, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 4° wordt punt d) opgeheven;
2° in punt 5° worden de woorden “tijdens of” opgeheven.
Artikel 8. ( 20/02/2023 - ... )
In artikel 12/1 van het besluit van 22 februari 2019 houdende de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 januari 2022, wordt het getal “244” vervangen door het getal “247,5”.
Artikel 9. ( 01/01/2022 - ... )
In artikel 1 van het besluit van 14 oktober 2022 tot toekenning van een subsidie voor het jaar 2022 in het kader van het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025 aan GSD-V voor de realisatie van de kwaliteitsondersteuning op de werkvloer van de organisatoren kinderopvang en kleuteropvang die een openbaar bestuur zijn wordt het bedrag “3.722.518,76” vervangen door het bedrag “3.798.158,14”.
Artikel 10. ( 20/02/2023 - ... )
Dit besluit treedt in werking op de tiende dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 1 dat in werking treedt op 1 januari 2023.
Artikel 2, 3, 5 en 9 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Artikel 11. ( 20/02/2023 - ... )
De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 29/12/2024