Artikel 1. ( 01/09/2023 - ... )
Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Artikel 2. ( 01/09/2023 - ... )
In dit decreet wordt verstaan onder:
1° algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);
2° leerling: de leerling in het secundair onderwijs die een opleiding volgt die naar een onderwijskwalificatie van hoogstens niveau 4 van de Vlaamse kwalificatiestructuur leidt;
3° lerende: de leerling, de cursist in het volwassenenonderwijs en de student in het hoger onderwijs;
4° onderneming: elke natuurlijke persoon, privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon die een lerende opleidt;
5° onderwijskwalificatie: de onderwijskwalificatie, vermeld in artikel 2, 17°, van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur;
6° schooljaar: de periode van 1 september tot en met 31 augustus;
7° Vlaamse kwalificatiestructuur: de kwalificatiestructuur, vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur.
Artikel 3. ( 01/09/2023 - ... )
De lerende volgt een opleiding die voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° het is een opleiding waarin opleiding bij een opleidingsverstrekker en opleiding op de werkplek gecombineerd worden. Beide componenten beogen samen de uitvoering van één opleidingsplan en zijn inhoudelijk en organisatorisch op elkaar afgestemd om een erkende onderwijs- of beroepskwalificatie uit de kwalificatiedatabank te behalen;
2° het is een opleiding van hoogstens niveau 4 van de Vlaamse kwalificatiestructuur;
3° de werkplekcomponent van de opleiding omvat minstens de helft van de totale opleidingstijd.
In het eerste lid wordt verstaan onder:
1° beroepskwalificatie: de beroepskwalificatie, vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur;
2° kwalificatiedatabank: de databank, vermeld in artikel 19 van het voormelde decreet.
De Vlaamse Regering bepaalt welke opleidingen voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, en kan uitzonderingen op de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 2° en 3°, formuleren.
Artikel 4. ( 01/09/2023 - ... )
De onderneming voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° de vestiging van de onderneming waar de werkplekcomponent wordt uitgevoerd, ligt in het Vlaamse Gewest;
2° de onderneming heeft een overeenkomst met de lerende over de werkplekcomponent van een opleiding als vermeld in artikel 3 van dit decreet;
3° de lerende is gedurende minstens vier maanden in een schooljaar op de werkplek. Het vervullen van die verplichting blijkt uit de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, uit de trimestriële aangifte aan de instelling die belast is met de inning van de sociale zekerheidsbijdragen of uit een verklaring op erewoord van de onderneming;
4° de onderneming wijst binnen de onderneming een mentor aan die de lerende op de werkplek opleidt en begeleidt. De mentor heeft een mentoropleiding gevolgd;
5° de onderneming heeft maximaal twee keer een premie kwalificerend werkplekleren of een stagebonus als vermeld in artikel 58, tweede lid, van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, zoals van kracht op 31 augustus 2023, ontvangen voor de lerende.
De Vlaamse Regering bepaalt welke elementen de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, 2°, bevat.
De Vlaamse Regering bepaalt de berekeningswijze voor de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 3°, de wijze waarop het vervullen van die voorwaarde wordt bewezen en de wijze van aangifte.
De Vlaamse Regering kan een uitzondering op de referentieperiode, vermeld in het eerste lid, 3°, bepalen voor opleidingen met een afwijkende organisatievorm.
De Vlaamse Regering legt voorwaarden op om de kwaliteit van de mentoropleiding, vermeld in het eerste lid, 4°, te garanderen.
Artikel 5. ( 01/09/2023 - ... )
De onderneming die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, ontvangt na goedkeuring van de aanvraag één keer per schooljaar een premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen per lerende in een opleiding die beantwoordt aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3.
De Vlaamse Regering bepaalt de aanvraagprocedure, op basis van welke gegevens de beslissing tot toekenning van de premies wordt genomen, welke gegevens de hoogte van de premie bepalen, hoe de toekenning van de premie kwalificerend werkplekleren, de hoogte en de betaling ervan worden meegedeeld aan de onderneming.
Artikel 6. ( 01/09/2023 - ... )
De leerling voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° de leerling heeft zijn hoofdverblijfplaats in het Vlaamse Gewest;
2° de leerling heeft een van de overeenkomsten in het kader van een alternerende opleiding, vermeld in artikel 3 van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleiding;
3° de leerling is gedurende minstens vier maanden in een schooljaar op de werkplek. De vervulling van die verplichting blijkt uit de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling of uit de trimestriële aangifte aan de instelling die belast is met de inning van de socialezekerheidsbijdragen;
4° de leerling heeft maximaal twee keer een leerlingenpremie alternerende opleiding of een startbonus als vermeld in artikel 58, eerste lid, van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, zoals van kracht op 31 augustus 2023, ontvangen.
De Vlaamse Regering bepaalt de berekeningswijze voor de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 3°.
De Vlaamse Regering kan een uitzondering op de referentieperiode, vermeld in het eerste lid, 3°, bepalen voor opleidingen met een afwijkende organisatievorm.
Artikel 7. ( 01/09/2023 - ... )
De leerling die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6, ontvangt na goedkeuring van de aanvraag een keer per schooljaar een leerlingenpremie alternerende opleiding.
De Vlaamse Regering bepaalt de aanvraagprocedure, op basis van welke gegevens de beslissing tot toekenning van de premies wordt genomen, welke gegevens de hoogte van de premie bepalen, hoe de toekenning van de leerlingenpremie alternerend leren, de hoogte en de betaling ervan worden meegedeeld aan de leerling.
Artikel 8. ( 01/09/2023 - ... )
De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, treedt op als de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de toekenning van de premie kwalificerend werkplekleren en de leerlingenpremie alternerende opleiding.
Artikel 9. ( 01/09/2023 - ... )
De volgende persoonsgegevens worden verwerkt voor de toekenning van de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen:
1° de volgende gegevens van de lerende:
a) identificatiegegevens, waaronder INSZ-nummer;
b) Dimona-gegevens;
c) DmfA-gegevens;
d) start- en einddatum van de overeenkomst, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°;
e) opleidingsgegevens;
2° de volgende gegevens van de mentor:
a) identificatiegegevens, waaronder INSZ-nummer;
b) Dimona-gegevens;
c) attest van de mentoropleiding;
3° de volgende gegevens van de onderneming:
a) identificatiegegevens;
b) adres van de vestigingsplaats waar het werkplekleren plaatsvindt;
c) e-mailadres;
d) bankrekeningnummer.
De volgende persoonsgegevens van de lerende worden verwerkt in het kader van statistische doeleinden en rapportering:
1° Dimona-gegevens;
2° DmfA-gegevens;
3° het geslacht;
4° de leeftijd;
5° de hoofdverblijfplaats.
De volgende persoonsgegevens worden verwerkt voor de toekenning van de leerlingenpremie alternerende opleiding:
1° de volgende gegevens van de leerling:
a) identificatiegegevens, waaronder INSZ-nummer;
b) het e-mailadres;
c) de hoofdverblijfplaats;
d) Dimona-gegevens;
e) DmfA-gegevens;
f) de start- en einddatum van de overeenkomst, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°;
g) opleidingsgegevens;
h) het bankrekeningnummer;
2° de identificatiegegevens van de onderneming.
De volgende persoonsgegevens worden verwerkt in het kader van statistische doeleinden en rapportering:
1° de volgende gegevens van de leerling:
a) geslacht;
b) leeftijd;
c) hoofdverblijfplaats;
d) paritair comité.
2° de volgende gegevens van de onderneming: de vestigingsplaats waarop het werkplekleren plaatsvindt.
De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, vraagt de gegevens, vermeld in het eerste lid, 1°, b), c) en d), en 2°, b), en het derde lid, 1°, d), e) en f), en 2°, op bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
De uitwisselingen van persoonsgegevens vinden plaats met tussenkomst van de bevoegde dienstenintegrator.
In het zesde lid wordt verstaan onder dienstenintegrator: de dienstenintegrator, vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator.
Artikel 10. ( 01/09/2023 - ... )
Met behoud van de toepassing van de noodzakelijke bewaring van de persoonsgegevens voor de latere verwerking ervan met het oog op archivering in het algemeen belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden, vermeld in artikel 89 van de algemene verordening gegevensbescherming, worden de persoonsgegevens die overeenkomstig dit decreet worden verwerkt, zo lang bewaard als nodig is om de premies toe te kennen, met een maximale bewaartermijn die niet meer mag bedragen dan tien jaar na de verjaring van alle vorderingen die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke behoren, en, in voorkomend geval, de definitieve beëindiging van de gerechtelijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en beroepen die voortvloeien uit de verwerking van die gegevens.
Artikel 11. ( 01/09/2023 - ... )
Het toezicht en de controle op de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan verlopen conform het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004.
Artikel 12. ( 01/01/2024 - ... )
...
Artikel 13. ( 01/01/2024 - ... )
Met behoud van de toepassing van artikel 269 tot en met 274 van het Strafwetboek worden de volgende personen gestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met een geldboete van 300 tot 3000 euro, of met een van die straffen alleen:
1° personen die onjuiste of onvolledige verklaringen hebben afgelegd om de premies, vermeld in artikel 5 of 7 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden;
2° personen die hebben nagelaten of geweigerd om noodzakelijke verklaringen af te leggen of de inlichtingen te verstrekken die ze moeten verstrekken, om de premies, vermeld in artikel 5 of 7 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden;
3° personen die de premies, vermeld in artikel 5 of 7 van dit decreet, ten onrechte hebben verkregen of behouden waarop ze geen of maar gedeeltelijk recht hebben, door onjuiste of onvolledige verklaringen af te leggen of door na te laten of te weigeren om noodzakelijke verklaringen af te leggen of inlichtingen te verstrekken;
4° personen die, om de premies, vermeld in artikel 5 of 7 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, een van de volgende handelingen hebben gesteld:
a) ze hebben valsheid in geschrifte gepleegd op een van de volgende wijzen:
1) door valse handtekeningen;
2) door namaking of vervalsing van geschriften of handtekeningen;
3) door overeenkomsten, beschikkingen, verbintenissen of schuldbevrijdingen valselijk op te maken of in een akte in te voegen;
4) door toevoeging of vervalsing van bedingen, verklaringen of feiten die in de akte opgenomen of vastgesteld moeten worden;
b) ze hebben een valse akte of een vals stuk gebruikt, terwijl ze wisten dat de gebruikte akte of het gebruikte stuk vals was;
5° personen die, om de premies, vermeld in artikel 5 of 7 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, een van de volgende handelingen hebben gesteld:
a) ze hebben bedrog gepleegd door gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen via een informaticasysteem, in te brengen in een informaticasysteem, te wijzigen of te wissen, of met een ander technologisch middel de mogelijke aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, waardoor de juridische draagwijdte van de gegevens verandert;
b) ze hebben gegevens gebruikt waarvan ze wisten dat ze vals waren;
6° personen die, om de premies, vermeld in artikel 5 of 7 van dit decreet, ten onrechte te verkrijgen of doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, valse namen, valse hoedanigheden of valse adressen hebben gebruikt of die een andere frauduleuze handeling hebben gesteld om te doen geloven in het bestaan van een fictieve persoon, een fictieve onderneming of een fictieve gebeurtenis, of om op een andere wijze misbruik te maken van het vertrouwen.
Artikel 14. ( 01/09/2023 - ... )
Bij herhaling binnen vijf jaar kan de maximale straf, vermeld in artikel 12 en 13, verdubbeld worden.
Artikel 15. ( 01/09/2023 - ... )
De werkgever is burgerrechtelijk aansprakelijk om de geldboetes te betalen waartoe zijn lasthebbers of aangestelden zijn veroordeeld.
Artikel 16. ( 01/09/2023 - ... )
Onrechtmatig ontvangen premies worden ambtshalve teruggevorderd.
Ontvangen premies worden ook ambtshalve teruggevorderd als bij de werkgever inbreuken worden vastgesteld op de arbeidswetgeving, met inbegrip van alle relevante conventionele bepalingen, de welzijnswetgeving en de socialezekerheidswetgeving, zoals die van toepassing zijn op de lerende.
In geval van een terugvordering als vermeld in het tweede lid, worden alle premies teruggevorderd die de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst aan de werkgever heeft betaald voor de opleiding van de betrokken lerende vanaf het begin van die opleiding.
De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen voor de terugvordering, vermeld in het eerste en tweede lid.
Artikel 17. ( 01/09/2023 - ... )
Als de benadeelde derden zich geen burgerlijke partij hebben gesteld, veroordeelt de rechter die de straf, vermeld in artikel 12 en 13, uitspreekt, of die de schuld vaststelt voor een inbreuk op die bepalingen, de verdachte ambtshalve om de onrechtmatig ontvangen premies terug te betalen, vermeerderd met de verwijlinteresten.
Als er geen afrekening is voor de premies, vermeld in het eerste lid, of als de afrekening betwist wordt en er in dat verband nadere informatie nodig is, houdt de rechter de beslissing over de ambtshalve veroordeling aan.
Artikel 18. ( 01/01/2024 - ... )
Alle bepalingen van boek 1 van het Strafwetboek, met uitzondering van hoofdstuk V, zijn van toepassing op de inbreuken, vermeld in dit decreet.
Bij een veroordeling of vaststelling van schuld voor een inbreuk als vermeld in artikel 12, kan de Vlaamse Regering beslissen dat de persoon die de premies, vermeld in artikel 5 of 7, onrechtmatig heeft verkregen of behouden, gedurende een periode van maximaal twaalf maanden wordt uitgesloten van het voordeel van die premie.
Bij een veroordeling of vaststelling van schuld voor een inbreuk als vermeld in artikel 13 en 16, tweede lid, kan de Vlaamse Regering beslissen dat de persoon die de premies, vermeld in artikel 5 of 7, onrechtmatig heeft verkregen of behouden, gedurende een periode van maximaal vierentwintig maanden wordt uitgesloten van het voordeel van die premie.
Bij herhaling binnen vijf jaar na afloop van de periode, vermeld in het tweede en derde lid, kan de maximale periode van de uitsluiting, vermeld in het tweede en derde lid, verdubbeld worden.
Artikel 19. ( 01/09/2023 - ... )
De administratieve geldboete op grond van inbreuken op dit decreet wordt opgelegd conform het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004.
Bij de oplegging van een administratieve geldboete voor een inbreuk als vermeld in artikel 13/9, eerste lid, van het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004, kan de Vlaamse Regering beslissen dat de persoon die de premies, vermeld in artikel 5 of 7 van dit decreet, onrechtmatig heeft verkregen of behouden, gedurende een periode van maximaal twaalf maanden wordt uitgesloten van het voordeel van die premie.
Bij de oplegging van een administratieve geldboete voor een inbreuk als vermeld in artikel 13/9, tweede lid, van het voormelde decreet van 30 april 2004, kan de Vlaamse Regering beslissen dat de persoon die de premies, vermeld in artikel 5 of 7 van dit decreet, onrechtmatig heeft verkregen of behouden, gedurende een periode van maximaal vierentwintig maanden wordt uitgesloten van het voordeel van die premie.
Bij herhaling binnen vijf jaar na afloop van de periode, vermeld in het tweede en derde lid, wordt de maximale periode van de uitsluiting, vermeld in het tweede en derde lid, verdubbeld.
Artikel 20. ( 01/09/2023 - ... )
De rechtsvorderingen die ontstaan uit de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, verjaren na verloop van vijf jaar, na het feit waaruit de vordering is ontstaan.
Artikel 21. ( 01/07/2023 - ... )
In artikel 346 van de programmawet (I) van 24 december 2002, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 december 2019, wordt paragraaf 3 opgeheven.
Artikel 22. ( 01/07/2023 - ... )
In titel IV, hoofdstuk 7, afdeling 3, van dezelfde wet, het laatst gewijzigd bij de wet van 27 december 2021, wordt onderafdeling 5bis, die bestaat uit artikel 347bis, opgeheven.
Artikel 23. ( 01/09/2023 - ... )
In artikel 2, §1, eerste lid, van het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004, het laatst gewijzigd bij het decreet van 14 januari 2022, wordt punt 41° vervangen door wat volgt:
“41° het decreet van 23 december 2022 over de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de leerlingenpremie alternerende opleiding;”.
Artikel 24. ( 01/09/2023 - ... )
In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 14 januari 2022, wordt een artikel 13/9 ingevoegd, dat luidt als volgt:
“Art. 13/9. Onder de voorwaarden, vermeld in dit decreet, en als de feiten ook voor strafvervolging vatbaar zijn, kan voor de volgende inbreuken op het decreet van 23 december 2022 over de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de leerlingenpremie alternerende opleiding een administratieve geldboete opgelegd worden van 250 euro tot 2500 euro aan de personen die, door onjuiste of onvolledige verklaringen af te leggen of door na te laten om noodzakelijke verklaringen af te leggen of inlichtingen te verstrekken, de premie, vermeld in artikel 5 van het voormelde decreet, hebben verkregen of die op die manier een premie behouden waarop ze geen of maar gedeeltelijk recht hebben.
Onder de voorwaarden, vermeld in dit decreet, en als de feiten ook voor strafvervolging vatbaar zijn, kan voor de volgende inbreuken op het voormelde decreet, een administratieve geldboete opgelegd worden van 500 euro tot 5000 euro aan:
1° personen die wetens en willens onjuiste of onvolledige verklaringen hebben afgelegd om de premie, vermeld in artikel 5 van het voormelde decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden;
2° personen die wetens en willens hebben nagelaten of geweigerd om noodzakelijke verklaringen af te leggen of de inlichtingen te verstrekken die ze moeten verstrekken, om de premie, vermeld in artikel 5 van het voormelde decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden;
3° personen die wetens en willens de premie, vermeld in artikel 5 van het voormelde decreet, ten onrechte hebben verkregen of behouden waarop ze geen of maar gedeeltelijk recht hebben, door onjuiste of onvolledige verklaringen af te leggen, of door na te laten of te weigeren om noodzakelijke verklaringen af te leggen of inlichtingen te verstrekken;
4° personen die, om de premie, vermeld in artikel 5 van het voormelde decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, een van de volgende handelingen hebben gesteld:
a) ze hebben valsheid in geschrifte gepleegd op een van de volgende wijzen:
1) door valse handtekeningen;
2) door namaking of vervalsing van geschriften of handtekeningen;
3) door overeenkomsten, beschikkingen, verbintenissen of schuldbevrijdingen valselijk op te maken of in een akte in te voegen;
4) door toevoeging of vervalsing van bedingen, verklaringen of feiten die in de akte opgenomen of vastgesteld moeten worden;
b) ze hebben een valse akte of een vals stuk gebruikt, terwijl ze wisten dat de gebruikte akte of het gebruikte stuk vals was;
5° personen die, om de premie, vermeld in artikel 5 van het voormelde decreet, ten onrechte te verkrijgen of te doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, een van de volgende handelingen hebben gesteld:
a) ze hebben bedrog gepleegd door gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen via een informaticasysteem, in te brengen in een informaticasysteem, te wijzigen of te wissen, of met een ander technologisch middel de mogelijke aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, waardoor de juridische draagwijdte van de gegevens verandert;
b) ze hebben gegevens gebruikt waarvan ze wisten dat ze vals waren;
6° personen die, om de premie, vermeld in artikel 5 van het voormelde decreet, ten onrechte te verkrijgen of doen verkrijgen, te behouden of te doen behouden, valse namen, valse hoedanigheden of valse adressen hebben gebruikt of die een andere frauduleuze handeling hebben gesteld om te doen geloven in het bestaan van een fictieve persoon, een fictieve onderneming of een fictieve gebeurtenis, of om op een andere wijze misbruik te maken van het vertrouwen.”.
Artikel 25. ( 01/09/2023 - ... )
Artikel 58 en 59 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact worden opgeheven.
Artikel 26. ( 01/09/2023 - ... )
Dit decreet treedt in werking op 1 september 2023, met uitzondering van artikel 21 en 22, die in werking treden op 1 juli 2023.
Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 27/06/2025