Artikel 1.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Artikel 2.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )In dit decreet wordt verstaan onder:
1° administratie: een entiteit binnen de Vlaamse administratie, vermeld in artikel I.3, 2°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, die voorzieningen vergunt, erkent, subsidieert, attesteert of opdrachten geeft;
2° gezondheidsbeleid: het beleid over het geheel van de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, §1, I, eerste lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is, met uitzondering van het beleid over het medisch schooltoezicht en de medisch verantwoorde sportbeoefening;
3° impactgericht kwaliteitssysteem: het geheel van acties en processen die een voorziening inzet om de kwaliteit van de zorg en haar kwaliteitsbeleid binnen de eigen werking te borgen, te verbeteren en te vernieuwen. Het kenmerkt zich door de aanwezigheid van een cyclisch leerproces waarbij van doelstellingen wordt vertrokken die systematisch worden geëvalueerd;
4° kwaliteit van zorg: de mate waarin de geleverde zorg op het vlak van veiligheid, tijdigheid, effectiviteit, efficiëntie, toegankelijkheid, duurzaamheid, innovatie of persoonsgerichtheid bijdraagt tot de voor en door de zorggebruiker, of in voorkomend geval diens wettelijke vertegenwoordiger, vooropgestelde zorg- en levensdoelen;
5° kwaliteitsbewijs: een certificaat dat is uitgereikt door een organisatie en waaruit blijkt dat de zorg voldoet aan een kwaliteitskader dat voor die zorg geldt;
6° kwaliteitsindicator: een gestandaardiseerde maatstaf voor de kwaliteit van zorg die gebruikt kan worden om de kwaliteit van zorg te meten en op te volgen;
7° kwaliteitsinstrument: een instrument of model dat bijdraagt tot het stimuleren, het monitoren, het transparant maken, het bewaken of het borgen van de kwaliteit van zorg en de processen die daarvoor worden geïnstalleerd;
8° kwaliteitskader: een geheel van bepalingen dat geldt als referentie voor het realiseren van het geheel van of van deelaspecten van kwaliteit van zorg;
9° partnerorganisatie: een organisatie met rechtspersoonlijkheid die door de Vlaamse Regering wordt gesubsidieerd en die als centrum van expertise fungeert voor het geheel van of voor deelaspecten van kwaliteit van zorg;
10° sector: een aangelegenheid, of een onderdeel daarvan, binnen het gezondheidsbeleid of het welzijns- en gezinsbeleid;
11° voorziening: elke organisatie die of een samenwerkingsverband dat erkend, vergund, gesubsidieerd of geattesteerd wordt en in het kader van het gezondheidsbeleid of het welzijns- en gezinsbeleid instaat voor de organisatie of uitvoering van zorg;
12° Vlaamse Raad: de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, opgericht bij artikel 3 van het decreet van 29 juni 2018 tot oprichting van de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
13° welzijns- en gezinsbeleid: het beleid over het geheel van de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, §1, II en IV, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is, met uitzondering van het beleid op het vlak van het onthaal en de integratie van inwijkelingen, de juridische eerstelijnsbijstand en de coördinatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en geïnterneerden;
14° zorg: één activiteit of het geheel van activiteiten in het kader van het gezondheidsbeleid of het welzijns- en gezinsbeleid;
15° zorggebruiker: de natuurlijke persoon aan wie zorg wordt verstrekt, al dan niet op eigen verzoek.
Artikel 3.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )Bij kwaliteit van zorg gelden de volgende principes:
1° kwaliteit van zorg vormt een essentieel onderdeel en doel van maatschappelijk verantwoorde zorg en ondersteuning;
2° de ervaring van de zorggebruiker, en in voorkomend geval zijn wettelijke vertegenwoordiger, staat centraal en geldt als een belangrijke referentie voor kwaliteit van zorg. Kwaliteit van zorg draagt bij tot de kwaliteit van leven van de zorggebruiker, desgevallend van zijn naasten en houdt rekening met zijn persoonlijk netwerk;
3° kwaliteit van zorg wordt waar mogelijk onderbouwd door wetenschappelijke evidentie, op basis van kwantitatieve of kwalitatieve elementen en data;
4° kwaliteit van zorg is, met respect voor de autonomie en het sociaal ondernemerschap van de voorziening, een gedeelde verantwoordelijkheid van de voorzieningen en van de overheid, in dialoog met de zorggebruiker en rekening houdend met de vrije keuzes, de regie en de vooropgestelde zorg- en levensdoelen van de zorggebruiker, en in voorkomend geval zijn wettelijke vertegenwoordiger;
5° kwaliteit van zorg vereist transparantie, zowel wat de totstandkoming, als wat de uitvoering, de monitoring en de evaluatie ervan betreft;
6° kwaliteit van zorg vereist een continue aandacht voor de opportuniteiten die technologische, innovatieve, digitale of zorgvernieuwende toepassingen, hulpmiddelen en methodieken met zich mee kunnen brengen voor zowel de zorggebruiker, de voorzieningen als de overheid;
7° kwaliteit van zorg is het leidend richtsnoer voor de organisatie en uitvoering van de zorg en vertaalt zich in een impactgerichte kwaliteitscultuur.
Artikel 4.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )§1. Elke voorziening realiseert een kwaliteitsbeleid dat mee gestoeld is op kwaliteitskaders, bepaald in artikel 5, §1, en op de principes, bepaald in artikel 3. De voorziening betrekt actief de bestuursorganen, de directie, de medewerkers en de zorggebruikers, en in voorkomend geval, hun wettelijke vertegenwoordigers en het persoonlijk netwerk van de zorggebruikers bij het realiseren van kwaliteit van zorg en ondersteunt hen daarbij.
De voorziening hanteert de nodige kwaliteitsinstrumenten en -indicatoren, als onderdeel van een impactgericht kwaliteitssysteem, met het oog op het realiseren van kwaliteit van zorg. De voorziening hanteert daarbij onder meer ervaringsmetingen bij de zorggebruikers. Een voorziening kan zich daarbij laten adviseren of certificeren door een externe organisatie.
De voorziening hanteert minimaal de kwaliteitsinstrumenten en -indicatoren die de Vlaamse Regering vastlegt, conform artikel 5, §2, eerste lid. De Vlaamse Regering kan regels bepalen over de rol van de externe organisaties.
De Vlaamse Regering kan per sector bepalen welke gegevens de voorzieningen verzamelen, registreren of ter beschikking stellen, en op welke wijze ze die gegevens verzamelen, registreren of ter beschikking stellen, ook publiek. De Vlaamse Regering heeft daarbij aandacht voor het tot een minimum beperken van de registratielast.
Elke voorziening informeert de zorggebruiker en in voorkomend geval zijn wettelijke vertegenwoordiger en de medewerkers over de kwaliteitsinstrumenten en -indicatoren die ze hanteert en over de resultaten ervan.
De Vlaamse Regering bepaalt voor elke sector op welke manier ze de resultaten publiek ontsluit.
§2. De Vlaamse Regering kan gezondheids- en welzijnsdoelstellingen vastleggen waar voorzieningen elk op hun niveau of in samenwerking een bijdrage aan leveren.
§3. De Vlaamse Regering kan per sector of voor meer sectoren bepalen of er met kwaliteitsbewijzen wordt gewerkt en of die worden opgevraagd. De Vlaamse Regering kan vastleggen welke kwaliteitsbewijzen ze aanvaardt en kan de procedure bepalen voor het aanvaarden van kwaliteitsbewijzen.
§4. Elke voorziening is verantwoordelijk voor het goed bestuur van haar organisatie. De Vlaamse Regering kan de regels bepalen waar goed bestuur aan beantwoordt.
§5. Elke voorziening is verantwoordelijk voor het waarborgen van een kwaliteitsvolle klachtenbehandeling, waarbij bemiddeling een expliciete plaats krijgt. De registratie van klachten wordt aangewend om in te zetten op kwaliteitsverbetering. De Vlaamse Regering kan de regels bepalen waar een kwaliteitsvolle klachtenbemiddeling en -behandeling aan beantwoordt.
Artikel 5.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )§1. De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de Vlaamse Raad, per sector of gelijklopend voor meer sectoren, de kwaliteitsthema’s waarvoor minimaal een belanghebbendenoverleg wordt georganiseerd. Het belanghebbendenoverleg adviseert over kwaliteitskaders, -instrumenten en -indicatoren voor die kwaliteitsthema’s.
De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de Vlaamse Raad, per sector of gelijklopend voor meer sectoren, de samenstelling van het belanghebbendenoverleg, vermeld in het eerste lid, en de verwachte resultaten op het vlak van het kwaliteitskader, de inzet van kwaliteitsinstrumenten en -indicatoren, de timing waarin een belanghebbendenoverleg zijn opdracht afrondt en het al dan niet inbedden ervan in bestaande overleg- of adviesorganen.
Voor een belanghebbendenoverleg, vermeld in het eerste lid, worden in elk geval de volgende belanghebbenden uitgenodigd:
1° een vertegenwoordiging van de betrokken administratie;
2° een vertegenwoordiging van de voorzieningen of de werkgevers;
3° een vertegenwoordiging van de zorggebruikers;
4° een vertegenwoordiging van de medewerkers of de beroepsgroepen.
De betrokken administratie zit het belanghebbendenoverleg voor.
§2. Op basis van de adviezen van het belanghebbendenoverleg, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, kan de Vlaamse Regering, na advies van de Vlaamse Raad, kwaliteitskaders, -instrumenten en -indicatoren bepalen. Als een belanghebbendenoverleg niet leidt tot het verwachte resultaat, kan de Vlaamse Regering zelf overgaan tot het bepalen van kwaliteitskaders, -instrumenten en -indicatoren. De kwaliteitskaders, -instrumenten en -indicatoren worden bepaald voor een of meer kwaliteitsthema’s en voor een of meer sectoren.
De Vlaamse Regering kan voor de werking van het belanghebbendenoverleg procedures en modaliteiten bepalen.
Artikel 6.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )§1. De Vlaamse Regering kan in het kader van dit decreet en binnen de begrotingskredieten een of meer partnerorganisaties subsidiëren, voor een of meer opdrachten, vermeld in paragraaf 2.
De Vlaamse Regering bepaalt het subsidiekader, conform artikel 76/2 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019.
§2. De partnerorganisaties nemen minstens de volgende opdrachten op:
1° kwaliteitsindicatoren of kwaliteitsinstrumenten ontwikkelen en valideren, waar mogelijk geïnspireerd op internationale standaarden, en dit met aandacht voor sectorale, intersectorale als internationale benchmarking;
2° de implementatie van kwaliteitsindicatoren of andere kwaliteitsinstrumenten ondersteunen;
3° gegevens en resultaten van kwaliteit van zorg verzamelen;
4° de gegevens en resultaten, vermeld in punt 3°, ontsluiten op maat van verschillende doelgroepen en voor het brede publiek;
5° gebruikerservaringen verzamelen en publiek ontsluiten;
De Vlaamse Regering kan de opdrachten, vermeld in het eerste lid, nader preciseren, de voorwaarden voor de uitvoering ervan bepalen en bijkomende opdrachten vastleggen.
Artikel 7.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )De Vlaamse Regering informeert het Vlaams Parlement een keer per legislatuur over de kwaliteit van zorg die de voorzieningen verstrekken. Die evaluatie bevat minstens:
1° een inventaris van de kwaliteitskaders die de Vlaamse Regering heeft vastgelegd;
2° een inventaris van de gezondheids- en welzijnsdoelstellingen die de Vlaamse Regering heeft vastgelegd en de evolutie in de voortgang van de realisatie ervan;
3° een inventaris van de kwaliteitsindicatoren die de Vlaamse Regering heeft vastgelegd;
4° een overzicht van ingezette kwaliteitsinstrumenten;
5° een overzicht van de resultaten van kwaliteit van zorg zoals die blijken uit de toepassing van de kwaliteitskaders, -indicatoren en -instrumenten en de evolutie van deze resultaten in tijdsperspectief;
6° een overzicht van de vastgelegde kwaliteitsbewijzen;
7° vaststellingen van Zorginspectie;
8° bevindingen van de administraties;
9° het gevolg dat de Vlaamse Regering zal geven aan de vaststellingen die in de evaluatie worden gedaan.
Artikel 8.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )De Vlaamse Regering kan maatregelen nemen, met inbegrip van financiële ondersteuning, die de voorzieningen stimuleren en responsabiliseren om kwaliteit van zorg te realiseren. De principes van doelregelgeving en een resultaatsgerichte financiering staan daarbij centraal.
Artikel 9.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )§1. Met behoud van de toepassing van de erkenningsnormen, vergunningsnormen of subsidievoorwaarden bepaald in de sectorale regelgeving, wordt de subsidie teruggevorderd als de voorziening niet of onvoldoende voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, §1, §4 en §5, en de besluiten die krachtens die bepaling worden vastgesteld.
De Vlaamse Regering neemt de beslissing, vermeld in het eerste lid, nadat de betrokken partij de gelegenheid heeft gekregen om haar verweermiddelen voor te leggen. De Vlaamse Regering bepaalt de hoorprocedure.
De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de terugvordering van de subsidie.
§2. Met behoud van de toepassing van de erkenningsnormen en vergunningsnormen bepaald in de sectorale regelgeving, kan een erkenning, een vergunning of een attest worden geschorst of ingetrokken als de voorziening niet of onvoldoende voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, §1, §4 en §5, en de besluiten die krachtens die bepaling worden vastgesteld.
De Vlaamse Regering neemt de beslissing, vermeld in het eerste lid, nadat de betrokken partij de gelegenheid heeft gekregen om haar verweermiddelen voor te leggen. De Vlaamse Regering bepaalt de hoorprocedure.
De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de schorsing of intrekking van een erkenning, een vergunning of een attest.
§3. De subsidie, vermeld in artikel 6, §1, eerste lid, wordt teruggevorderd als de partnerorganisatie niet of onvoldoende voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6, en de besluiten die krachtens die bepaling worden vastgesteld.
De Vlaamse Regering neemt de beslissing, vermeld in het eerste lid, nadat de betrokken partij de gelegenheid heeft gekregen om haar verweermiddelen voor te leggen. De Vlaamse Regering bepaalt de hoorprocedure.
De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de terugvordering van de subsidie.
§4. De financiële ondersteuning, vermeld in artikel 8, wordt teruggevorderd als de voorziening niet of onvoldoende voldoet aan de voorwaarden, vermeld in de besluiten die krachtens dat artikel worden vastgesteld.
De Vlaamse Regering neemt de beslissing, vermeld in het eerste lid, nadat de betrokken partij de gelegenheid heeft gekregen om haar verweermiddelen voor te leggen. De Vlaamse Regering bepaalt de hoorprocedure.
De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de terugvordering van de financiële ondersteuning.
Artikel 10.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )De Vlaamse Regering kan, per sector of gelijklopend voor meer sectoren, proeftuinen installeren die inzichten en beleidsaanbevelingen opleveren inzake kwaliteit van zorg. In de proeftuin kunnen vernieuwende ideeën in een concrete praktijksetting en in een regelluw kader uitgeprobeerd worden. De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten voor deze proeftuinen, waaronder in elk geval de financiering.
Artikel 11.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )In artikel 8 van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg wordt de zinsnede “decreet van 25 februari 1997 betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen” vervangen door de zinsnede “decreet van 5 mei 2023 over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin”.
Artikel 12.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )In artikel 20, §1, 6°, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede “decreet van 25 februari 1997 betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen” vervangen door de zinsnede “decreet van 5 mei 2023 over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin”.
Artikel 13.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )In artikel 19/1, §2, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014, wordt de zinsnede “decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen” vervangen door de zinsnede “decreet van 5 mei 2023 over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin”.
Artikel 14.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )In artikel 27, 2°, van het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt de zinsnede “decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen” vervangen door de zinsnede “decreet van 5 mei 2023 over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin”.
Artikel 15.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )In artikel 18, §1, 4°, van het decreet Binnenlandse Adoptie van 3 juli 2015 wordt de zinsnede “decreet van 17 oktober 2003 inzake de kwaliteitszorg in gezondheids- en welzijnsvoorzieningen” vervangen door de zinsnede “decreet van 5 mei 2023 over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin”.
Artikel 16.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )In artikel III.38, tweede lid, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 wordt de zinsnede “decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen” vervangen door de zinsnede “decreet van 5 mei 2023 over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin”.
Artikel 17.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )In artikel 504, §2, eerste en derde lid, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur wordt de zinsnede “decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen” vervangen door de zinsnede “decreet van 5 mei 2023 over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin”.
Artikel 18.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )In artikel 59, §2, 2°, van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019 wordt de zinsnede “decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen” vervangen door de zinsnede “decreet van 5 mei 2023 over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin”.
Artikel 19.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
( Datum te bepalen door de Vlaamse Regering - ... )De volgende regelingen worden opgeheven:
1° het decreet van 25 februari 1997 betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 7 december 2007;
2° het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999;
3° het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij de decreten van 20 april 2012, 29 juni 2012, 15 juli 2016 en 8 juni 2018.
Artikel 20. ( 05/05/2023 - ... )
De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit decreet per sector de datum van de inwerkingtreding.
Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 26/12/2024