Ministerieel besluit tot vaststelling van nadere regels over subsidies voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk ter uitvoering van artikel 18 en 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023 tot uitvoering van het decreet van 10 maart 2023 over de subsidiëring van het sociaal-cultureel volwassenenwerk

Datum 19/01/2024

Inhoudstafel

  1. Hoofdstuk 1. Categorieën van subsidiabele en niet-subsidiabele kosten
  2. Hoofdstuk 2. Bekendmaking van de gesubsidieerde activiteiten
  3. Hoofdstuk 3. Indicatoren die toelaten om de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren
  4. Hoofdstuk 4. Slotbepaling

Inhoud

(... - ...)

Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 10 maart 2023 over de subsidiëring van het sociaal-cultureel volwassenenwerk, artikel 6; 
- het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023 tot uitvoering van het decreet van 10 maart 2023 over de subsidiëring van het sociaal-cultureel volwassenenwerk, artikel 18 en 25.

Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 12 december 2023.
- Er is op 12 januari 2024 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. De Raad van State heeft op 16 januari 2024 beslist geen advies te geven, met toepassing van artikel 84, §5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader
Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:
- het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN, CULTUUR, DIGITALISERING EN FACILITAIR MANAGEMENT BESLUIT:

Hoofdstuk 1. Categorieën van subsidiabele en niet-subsidiabele kosten (01/04/2024 - ...)

Artikel 1. (01/04/2024- ...)

Voor de subsidie-instrumenten, vermeld in artikel 3, derde lid, 1°, 2°, 3° en 4°, van het decreet van 10 maart 2023, zijn de kosten voor de realisatie van de gesubsidieerde activiteit subsidiabele kosten.

Artikel 2. (01/04/2024- ...)

De volgende kosten zijn de subsidiabele kosten voor de tussenkomsten in de kosten voor een initiatief met buitenlandse actoren, vermeld in artikel 3, derde lid, 5°, van het decreet van 10 maart 2023: 
1° de vervoerskosten; 
2° de verblijfskosten; 
3° de maaltijdkosten; 
4° de transportkosten van goederen; 
5° het inschrijvingsgeld.

Hoofdstuk 2. Bekendmaking van de gesubsidieerde activiteiten (01/04/2024 - ...)

Artikel 3. (01/04/2024- ...)

De subsidieontvanger maakt de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten van de sociaal-culturele volwassenenorganisaties, vermeld in artikel 3, derde lid, 1°, 2°, 3°, van het decreet van 10 maart 2023, bekend via zijn eigen website.

De subsidieontvanger maakt de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten die zijn gerealiseerd door middel van een projectsubsidie als vermeld in artikel 3, derde lid, 4°, van het voormelde decreet, bekend via zijn eigen communicatiekanalen.

De administratie maakt de resultaten van het subsidie-instrument, vermeld in artikel 3, derde lid, 5°, van het voormelde decreet, bekend via haar eigen website.

Hoofdstuk 3. Indicatoren die toelaten om de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren (01/04/2024 - ...)

Artikel 4. (01/04/2024- ...)

De volgende elementen zijn de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de werkingssubsidie van sociaal-culturele volwassenenorganisaties met een landelijke werking, vermeld in artikel 3, derde lid, 1°, van het decreet van 10 maart 2023, inhoudelijk en financieel te evalueren: 
1° het jaarlijkse aantal aangevraagde meerjarige subsidies; 
2° het jaarlijkse aantal toegekende meerjarige subsidies;
3° het totaal van de jaarlijks toegekende bedragen.

Artikel 5. (01/04/2024- ...)

De volgende elementen zijn de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de werkingssubsidie van sociaal-culturele volwassenenorganisaties met een regionale werking, vermeld in artikel 3, derde lid, 2°, van het decreet van 10 maart 2023, inhoudelijk en financieel te evalueren:
1° het jaarlijkse aantal aangevraagde meerjarige subsidies; 
2° het jaarlijkse aantal toegekende meerjarige subsidies;
3° het totaal van de jaarlijks toegekende bedragen.

Artikel 6. (01/04/2024- ...)

De volgende elementen zijn de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de werkingssubsidie van een steunpunt sociaal-cultureel werk, vermeld in artikel 3, derde lid, 3°, van het decreet van 10 maart 2023, inhoudelijk en financieel te evalueren: 
1° het aantal organisaties per jaar dat het steunpunt sociaal-cultureel werk, vermeld in artikel 39 van het voormelde decreet, begeleidt of ondersteunt met het oog op een subsidieaanvraag voor werkingssubsidies of projectsubsidies; 
2° het aantal infosessies en contactmomenten per jaar dat het steunpunt sociaal-cultureel werk georganiseerd heeft; 
3° het totale toegekende subsidiebedrag voor een steunpunt sociaal-cultureel werk per jaar in relatie tot de kerntaken van het steunpunt sociaal-cultureel werk, vermeld in artikel 39, tweede lid, van het voormelde decreet.

Artikel 7. (01/04/2024- ...)

De volgende elementen zijn de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de projectsubsidie van sociaal-culturele volwassenenorganisaties en initiatieven met een maximale duurtijd van drie jaar, vermeld in artikel 3, derde lid, 4°, van het decreet van 10 maart 2023, inhoudelijk en financieel te evalueren:
1° het jaarlijkse aantal aangevraagde projectsubsidies;
2° het jaarlijkse aantal toegekende projectsubsidies;
3° het totaal van de jaarlijks toegekende bedragen.

Artikel 8. (01/04/2024- ...)

De volgende elementen zijn de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de tussenkomsten in de kosten voor een initiatief met buitenlandse actoren, vermeld in artikel 3, derde lid, 5°, van het decreet van 10 maart 2023, inhoudelijk en financieel te evalueren:
1° het jaarlijkse aantal aangevraagde tussenkomsten;
2° het jaarlijkse aantal toegekende tussenkomsten;
3° het totaal van de jaarlijks toegekende bedragen.

Hoofdstuk 4. Slotbepaling (01/04/2024 - ...)

Artikel 9. (01/04/2024- ...)

Dit besluit treedt in werking op 1 april 2024.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 02/07/2024