Ministerieel besluit tot vaststelling van de diplomavereisten voor de functie van maatschappelijk werker in een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn

Datum 11/01/2024

Inhoud

( ... - ... )

Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, artikel 19, §1, tweede lid;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, artikel 4, §2, zesde lid.

Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 17 juli 2023.
- De VLIR heeft advies gegeven op 8 september 2023.
- De Vlhora heeft advies gegeven op 11 september 2023.
- De eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap, heeft protocol nr 2023/6 gesloten op 12 december 2023.
- De Raad van State heeft de adviesaanvraag ingeschreven op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.288/3, maar heeft het op 5 januari 2024 van de rol afgevoerd, overeenkomstig artikel 84, §5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader
Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:
- artikel 60, § 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s bepaalt dat de tussenkomst van het centrum, indien nodig, wordt voorafgegaan door een sociaal onderzoek. Ook artikel 9bis van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s stelt dat een sociaal onderzoek het bestaan en de omvang van de behoefte aan dienstverlening vaststelt;
- artikel 19, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie bepaalt dat het OCMW een sociaal onderzoek moet verrichten alvorens een beslissing te nemen inzake maatschappelijke integratie. Er wordt uitdrukkelijk bepaald dat het OCMW voor het sociaal onderzoek een beroep moet doen op maatschappelijk werkers, volgens de kwalificatievoorwaarden bepaald door de Koning;
- artikel 5 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie wordt vervolgens bepaald dat deze maatschappelijk werkers houder moeten zijn van het diploma van maatschappelijk assistent, van gegradueerde verpleger gespecialiseerd in gemeenschapsgezondheid of van sociaal verpleger, erkend door de Gemeenschappen. Artikel 5 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 moet met toepassing van artikel 6, §1, VIII, eerste lid, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen gelezen worden in het licht van de diplomavereisten zoals die door de gefedereerde entiteiten worden vastgesteld in het kader van maatschappelijke dienstverlening;
- artikel 183 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, waarbij paragraaf 2 bepaalt dat de maatschappelijk werker van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn als opdracht heeft de personen en gezinnen te helpen bij het opheffen of verbeteren van de noodsituaties waarin zij zich bevinden. Daarvoor verricht hij, onder meer, de onderzoeken ter voorbereiding van de te nemen beslissingen, verstrekt hij documentatie en raadgevingen en verzekert hij de maatschappelijke begeleiding van de betrokkenen.

Met dit besluit wordt bevestigd dat het sociaal onderzoek moet worden gevoerd door personen die over de vereiste functiekwalificaties beschikken. De maatschappelijk werkers hebben een opleiding genoten die voldoet aan de volgende 3 specifieke componenten:
- ze zijn specifiek opgeleid om met kwetsbare personen in kwetsbare situaties om te gaan. Zij beschikken hiertoe over het vereiste empathische vermogen;
- ze hebben geleerd om te kunnen inschatten wat de noden zijn van deze kwetsbare doelgroep;
- ze hebben de nodige kennis en ervaring verworven om een passende individuele hulpverlening aan te bieden evenals een professionele begeleiding naar een beter toekomstperspectief.

DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, BESTUURSZAKEN, INBURGERING EN GELIJKE KANSEN BESLUIT:

Artikel Enig artikel. ( 19/02/2024 - ... )

Ter uitvoering van artikel 4, §2, zesde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen komen de volgende diploma’s in aanmerking voor de functie van maatschappelijk werker:
1° het diploma van master in het sociaal werk;
2° het diploma van master in het sociaal werk en sociaal beleid;
3° het diploma van master in de pedagogische wetenschappen, afstudeerrichting orthopedagogiek;
4° het diploma van master in de agogische wetenschappen;
5° het diploma van bachelor in het sociaal-agogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent, of een daarmee gelijkgesteld diploma;
6° het diploma van bachelor orthopedagogie;
7° het diploma van bachelor sociale re-adaptatiewetenschappen;
8° het diploma van bachelor gezinswetenschappen.

De kandidaten met een van de volgende oude diploma’s komen ook in aanmerking:
1° het diploma van bachelor in de verpleegkunde, afstudeerrichting sociale verpleegkunde, of een daarmee gelijkgesteld diploma;
2° het diploma van bachelor in de sociale gezondheidszorg, of een daarmee gelijkgesteld diploma;
3° het diploma van maatschappelijk assistent, afgeleverd in het sociaal hoger onderwijs van het korte type of het hoger onderwijs van één cyclus, studiegebied sociaal-agogisch werk, of de buitenlandse diploma’s die gelijkwaardig zijn verklaard met een diploma van maatschappelijk assistent;
4° het diploma van gegradueerde verpleger, gespecialiseerd in gemeenschapsgezondheid;
5° het diploma van sociaal verpleegkundige met de titel van gegradueerde in de sociale verpleegkunde, dat behoort tot het vroegere paramedische hoger onderwijs van het korte type.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 05/02/2025