Hoofdstuk 1. Inleidende bepaling (01/01/2024 - ...)

Artikel 1. (01/01/2024- ...)

Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
 

Hoofdstuk 2. Wijzigingen van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid (01/01/2024 - ...)

Artikel 2. (01/01/2024- ...)

In het opschrift van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid worden tussen het woord “betreffende” en de woorden “het Lokaal Cultuurbeleid” de woorden “de organisatie van het overleg en de advisering van” ingevoegd.

Artikel 3. (01/01/2024- ...)

In hetzelfde decreet worden de volgende artikelen opgeheven:
1° artikel 2, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2017;
2° artikel 4.

Artikel 4. (01/01/2024- ...)

In titel 3, hoofdstuk 4, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2016, 29 maart 2019 en 23 juni 2023, wordt afdeling 1, die bestaat uit artikel
12 tot en met 19, opgeheven.

Artikel 5.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(01/01/2026- ...)

In titel 3, hoofdstuk 4, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2016, 29 maart 2019 en 23 juni 2023, wordt afdeling 3, die bestaat uit artikel
22 tot en met 30, opgeheven.

Artikel 6. (01/01/2024- ...)

In titel 3 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 juni 2023, wordt hoofdstuk 7, dat bestaat uit artikel 50 en 51, opgeheven.

Artikel 7. (01/01/2024- ...)

In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 juni 2023, wordt titel 6, die bestaat uit artikel 61 tot en met 62/1, opgeheven.

Artikel 8. (01/01/2024- ...)

De bijlage bij hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Hoofdstuk 3. Wijziging van het decreet van 10 maart 2023 over de subsidiëring van het sociaal-cultureel volwassenenwerk (01/01/2024 - ...)

Artikel 9. (01/04/2024- ...)

Aan artikel 4, eerste lid, van het decreet van 10 maart 2023 over de subsidiëring van het sociaal-cultureel volwassenenwerk wordt de volgende zin toegevoegd:

“De Vlaamse Regering kan het vooropgestelde subsidiebedrag eenzijdig bijstellen wegens beleidswijzigingen of besparingsmaatregelen.”.

Hoofdstuk 4. Wijzigingen van het decreet van 23 juni 2023 tot structurele subsidiëring van kernorganisaties om de digitale transformatie van de cultuursector aan te sturen (01/01/2024 - ...)

Artikel 10. (01/01/2024- ...)

In artikel 2 van het decreet van 23 juni 2023 tot structurele subsidiëring van kernorganisaties om de digitale transformatie van de cultuursector aan te sturen wordt een punt 11°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
“11°/1 UiTwisselingsplatform: een digitale basisinfrastructuur die de uitwisseling van data op basis van OSLO-data-uitwisselingsstandaarden faciliteert om onder andere de volgende functionaliteiten te ontwikkelen:
a) de ontwikkeling van een omgeving waarin dataproducenten hun data kunnen delen in de vorm van dataproducten op een decentrale manier;
b) de harmonisatie en verrijking van data uit decentrale dataproducten in geaggregeerde dataproducten;
c) de ontsluiting van dataproducten naar data-afnemers;”.

Artikel 11.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(01/01/2025- ...)

In artikel 4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt aan de eerste zin de zinsnede “, alsook het ontwikkelen van expertise en trajecten in kader van de participatie van kansengroepen.” toegevoegd;
2° in het tweede lid wordt in punt 2° tussen het woord “communicatietechnologie” en het woord “in” de zinsnede “, alsook op aanvullende strategieën” ingevoegd;
3° aan het tweede lid wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt:
“5° neemt publiq de rol op van expertisecentrum voor vrijetijdsparticipatie van kansengroepen in cultuur, jeugd en sport, vertrekkend vanuit de leefwereld en het perspectief van deze doelgroep. Het voormelde impliceert:
a) ondersteuning op het niveau van visie en methodes;
b) het faciliteren van samenwerkingsverbanden en concrete projecten.”.

Artikel 12. (01/01/2024- ...)

In hetzelfde decreet wordt een artikel 4/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

“Art. 4/1. De Vlaamse Regering kan aan publiq een subsidie toekennen om het UiTwisselingsplatform te beheren en verder te ontwikkelen. Bij de uitvoering van de voormelde opdracht zijn de volgende principes richtinggevend voor alle nieuwe ontwikkelingen in het digitale culturele ecosysteem:
1° publiq stimuleert gedeelde data;
2° publiq werkt aan een gedeelde collectieve digitale infrastructuur;
3° publiq streeft een maximale meerwaarde na;
4° publiq hanteert publieke waarden.

De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt toegekend conform de procedure en onder de grenzen en voorwaarden, vermeld in artikel 8 tot en met 13.”.

Artikel 13.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(01/01/2027- ...)

In artikel 13 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan artikel 13 wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
“3° werken in het kader van de uitvoering van de opdrachten onder artikel 4, 4/1, 5 en 6, uitsluitend samen met samenwerkingsverbanden van lokale overheden indien deze georganiseerd zijn in overeenstemming met de principes van regioconform samenwerken, vermeld in artikel 6 van het Regiodecreet van 3 februari 2023.”;
 2° aan artikel 13 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“In afwijking van het eerste lid, 3°, kunnen de organisaties die op basis van dit decreet een subsidie ontvangen, samenwerken met samenwerkingsverbanden van lokale overheden die niet georganiseerd zijn in overeenstemming met de principes van regioconform samenwerken, vermeld in artikel 6 van het Regiodecreet van 3 februari 2023, wanneer deze samenwerkingsverbanden een uitzondering hebben verkregen met het oog op de vervulling van taken in het kader van het Bovenlokaalcultuurdecreet van 8 maart 2024, of van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021.”.

Artikel 14. (01/01/2024- ...)

In hetzelfde decreet wordt een artikel 15/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

“Art. 15/1. §1. Publiq treedt op als verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens die plaatsvindt in het kader van de uitvoering van de opdracht, vermeld in artikel 4/1.

§2. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit artikel heeft betrekking op de volgende categorieën van betrokkenen:
1° platformgebruikers;
2° organisatoren van vrijetijdsactiviteiten, en hun medewerkers, contactpersonen en andere aangestelden;
3° beheerders van vrijetijdslocaties en -infrastructuur, en hun medewerkers, contactpersonen en andere aangestelden;
4° personen die betrokken zijn bij de uitvoering van vrijetijdsactiviteiten.

§3. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit artikel heeft betrekking op de volgende categorieën van persoonsgegevens:
1° voor de betrokkenen, vermeld in paragraaf 2, 1° tot en met 3°:
  a) de identificatiegegevens;
  b) de functiegegevens;
  c) de contactgegevens;
  d) de loggegevens van gebruikersactiviteiten;
2° voor de betrokkenen, vermeld in paragraaf 2, 4°:
  a) de identificatiegegevens;
  b) de contactgegevens;
  c) de gegevens over artistieke output en expertise;
  d) de geboortedatum, de geboorteplaats, het geslacht en andere biografische gegevens.

§4. De volgende categorieën van personen hebben toegang tot de persoonsgegevens die conform dit artikel verwerkt worden:
1° de platformgebruikers als ze toegang hebben tot de dataproducten die via het UiTwisselingsplatform verwerkt en ter beschikking gesteld worden;
2° de personeelsleden, de medewerkers en andere personen die aangesteld zijn door publiq, als dat noodzakelijk is om hun taken uit te voeren in het kader van het beheer en de doorontwikkeling van het UiTwisselingsplatform.

§5. Publiq bepaalt als verwerkingsverantwoordelijke de bewaartermijn van de persoonsgegevens die het conform dit artikel verwerkt. De persoonsgegevens die verwerkt worden op basis van dit artikel, kunnen uiterlijk bewaard worden tot tien jaar na afloop van de opdracht, vermeld in artikel 4/1.

In afwijking van het eerste lid worden de persoonsgegevens van platformgebruikers als vermeld in paragraaf 2, 1°, uiterlijk bewaard tot tien jaar nadat hun toegang tot het UiTwisselingsplatform is afgesloten.”.

Artikel 15. (01/01/2024- ...)

In artikel 23, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede “artikel 4, 5” vervangen door de zinsnede “artikel 4, 4/1 en 5”.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen (01/01/2024 - ...)

Artikel 16. (01/01/2024- ...)

Het Participatiedecreet van 18 januari 2008, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 juni 2023, wordt opgeheven.

Artikel 17. (01/01/2024- ...)

Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024, met uitzondering van:
1° artikel 5, dat in werking treedt op 1 januari 2026;
2° artikel 9, dat in werking treedt op 1 april 2024;
3° artikel 11, dat in werking treedt op 1 januari 2025;
4° artikel 13, dat in werking treedt op 1 januari 2027.

Artikel 18. (01/01/2024- ...)

Artikel 10 tot en met 13, 15 tot en met 20 en 41 tot en met 44 van het Participatiedecreet van 18 januari 2008 en artikel 2, 4, 12 tot en met 19, 22 tot en met 30, 50, 51 en 62/1 van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, zoals van kracht op 31 december 2023, blijven van toepassing op de subsidies die overeenkomstig de voormelde artikelen zijn verleend.

Artikel 19. (01/01/2024- ...)

Artikel 13 van het Participatiedecreet van 18 januari 2008, zoals van kracht op 31 december 2023, blijft tot en met 31 december 2024 van toepassing voor het verlenen van een subsidie aan Samen vzw met ondernemingsnummer 0878.828.017.

Artikel 20. (01/01/2024- ...)

De lopende convenanten met gemeenten over gevangenisbibliotheken, vermeld in artikel 18 van het Participatiedecreet van 18 januari 2008, zoals van kracht op 31 december 2023, blijven van kracht tot ze aflopen op 31 december 2025. Nieuwe convenanten kunnen worden afgesloten met als einddatum 31 december 2025. Tot de voormelde einddatum kunnen de convenanten worden gewijzigd via een addendum.

Artikel 21. (01/01/2024- ...)

De bibliotheken, vermeld in artikel 22, eerste en tweede lid, van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, zoals van kracht op 31 december 2025, beperken de duur van de meerjarenplannen, vermeld in artikel 24, eerste lid, en artikel 27, eerste lid, van het voormelde decreet, zoals van kracht op 31 december 2025, tot en met 31 december 2025.

De bibliotheek, vermeld in artikel 22, eerste lid, van het voormelde decreet, zoals van kracht op 31 december 2025, beperkt de duur van de overeenkomsten, vermeld in artikel 25 van het voormelde decreet, zoals van kracht op 31 december 2025, tot en met 31 december 2025.

Artikel 22. (01/01/2024- ...)

Om het subsidiebedrag en de opdrachten die eraan zijn verbonden, te kunnen bepalen voor de uitgebreidere invulling van de taak, vermeld in artikel 4, tweede lid, 2°, en voor de taak, vermeld in artikel 4, tweede lid, 5°, van het decreet van 23 juni 2023 tot structurele subsidiëring van kernorganisaties om de digitale transformatie van de cultuursector aan te sturen, dient publiq uiterlijk op 15 juni 2024 een plan in voor het jaar 2025.
 
De Vlaamse Regering bepaalt het subsidiebedrag voor het jaar 2025 dat aan publiq wordt toegekend voor de uitgebreidere invulling van de taak, vermeld in artikel 4, tweede lid, 2°, en voor de taak, vermeld in artikel 4, tweede lid, 5°, van het decreet van 23 juni 2023 tot structurele subsidiëring van kernorganisaties om de digitale transformatie van de cultuursector aan te sturen, op basis van het plan, vermeld in het eerste lid, en keurt een addendum goed bij de eerste beheersovereenkomst met publiq, vermeld in artikel 23, derde lid, van het voormelde decreet.