( ... - ... )
Rechtsgrond
Dit besluit is gebaseerd op:
- het bijzonder decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen, artikel 21.
Vormvereiste
De volgende vormvereiste is vervuld:
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 30 september 2024.
Initiatiefnemers
Dit besluit wordt voorgesteld door alle leden van de Vlaamse Regering.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1. ( 30/09/2024 - ... )
Dit besluit verdeelt de bevoegdheden binnen de Vlaamse Regering met het oog op de voorbereiding en de uitvoering van haar beslissingen.
In dit besluit wordt verstaan onder organisatiebesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.
Artikel 2. ( 30/09/2024 - ... )
§1. De heer Matthias Diependaele, voorzitter van de Vlaamse Regering, is bevoegd voor het beleidsveld Ondersteuning van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit.
Hij draagt de titel "minister-president van de Vlaamse Regering".
§2. De heer Matthias Diependaele, lid van de Vlaamse Regering, is bevoegd voor:
1° de beleidsvelden Economie, Wetenschappelijke Onderzoek, Innovatie en Wetenschapscommunicatie, vermeld in artikel 13/1 van het organisatiebesluit;
2° de beleidsvelden Buitenlands Beleid, Ontwikkelingssamenwerking en Internationaal Ondernemen, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
3° het beleidsveld Rampenschade, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
4° het beleidsveld Digitalisering, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
5° de facilities, het vastgoed en het documentbeheer, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit.
Hij draagt de titel "Vlaams minister van Economie, Innovatie en Industrie, Buitenlandse Zaken, Digitalisering en Facilitair Management".
§3. De heer Matthias Diependaele is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op de volgende instanties:
1° Agentschap Innoveren en ondernemen;
2° Limburgse Reconversiemaatschappij;
3° Participatiemaatschappij Vlaanderen;
4° Vlaamse Participatiemaatschappij;
5° Fonds voor Innoveren en Ondernemen;
6° Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek – Vlaanderen;
7° Agentschap Plantentuin Meise;
8° Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek;
9° Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen;
10° Agentschap Digitaal Vlaanderen;
11° Vlaamse Vereniging voor ICT-personeel (Vlaanderen connect.);
12° Vlaams Datanutsbedrijf;
13° Eigen vermogen Digitaal Vlaanderen;
14° Agentschap Facilitair bedrijf, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij.
Artikel 3. ( 30/09/2024 - ... )
§1. Mevrouw Melissa Depraetere, viceminister-president van de Vlaamse Regering, is bevoegd voor:
1° het beleidsveld Wonen, vermeld in artikel 13 van het organisatiebesluit;
2° het beleidsveld Energie, vermeld in artikel 13 van het organisatiebesluit;
3° het beleidsveld Klimaat, vermeld in artikel 13 van het organisatiebesluit;
4° het beleidsveld Toerisme, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
5° het beleidsveld Jeugd, vermeld in artikel 9 van het organisatiebesluit.
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd".
§2. Mevrouw Melissa Depraetere is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op de volgende instanties:
1° Wonen in Vlaanderen;
2° Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen;
3° Vlaams Energie- en Klimaatagentschap;
4° Vlaams Energiebedrijf;
5° Toerisme Vlaanderen.
Artikel 4. ( 30/09/2024 - ... )
§1. Mevrouw Hilde Crevits, viceminister-president van de Vlaamse Regering, is bevoegd voor:
1° het beleidsveld Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
2° de Integratie en Inburgering, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
3° de overheidsopdrachten, de HR en de audit Vlaamse overheid, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
4° het beleidsveld Sociale Economie, vermeld in artikel 13/1 van het organisatiebesluit;
5° de visserij en aquacultuur en de promotie van zeevisserij, vermeld in artikel 13/1 van het organisatiebesluit;
6° het plattelandsbeleid, vermeld in artikel 13 van het organisatiebesluit.
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij".
§2. Mevrouw Hilde Crevits is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op de volgende instanties:
1° Agentschap Binnenlands Bestuur, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn, de Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen, en de Vlaamse minister van Brussel en Media;
2° Audit Vlaanderen, met behoud van de toepassing van artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 2013 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Audit Vlaanderen" en tot wijziging van diverse besluiten;
3° Agentschap Integratie en Inburgering;
4° Agentschap Overheidspersoneel;
5° Vlaams Pensioenfonds;
6° Agentschap Facilitair Bedrijf, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Economie, Innovatie en Industrie, Buitenlandse Zaken, Digitalisering en Facilitair Management;
7° Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw;
8° Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuur (FIVA);
9° Vlaamse Landmaatschappij, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw;
10° Agentschap Landbouw en Zeevisserij, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw.
Artikel 5. ( 30/09/2024 - ... )
§1. De heer Ben Weyts, viceminister-president van de Vlaamse Regering, is bevoegd voor:
1° het beleidsdomein Financiën en Begroting, vermeld in artikel 4 van het organisatiebesluit;
2° het beleidsveld Vlaamse Rand, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
3° het beleidsveld Onroerend Erfgoed, vermeld in artikel 13 van het organisatiesbesluit;
4° het beleidsveld Dierenwelzijn, vermeld in artikel 13 van het organisatiebesluit.
Hij draagt de titel "Vlaams minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn".
§2. De heer Ben Weyts is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op de volgende instanties:
1° Vlaams Fonds voor de Lastendelging;
2° Vlaamse belastingdienst;
3° Agentschap Binnenlands Bestuur, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij, de Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen, en de Vlaamse minister van Brussel en Media;
4° de Rand;
5° Onroerend Erfgoed.
Artikel 6. ( 30/09/2024 - ... )
§1. Mevrouw Zuhal Demir is bevoegd voor:
1° het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, vermeld in artikel 7 van het organisatiebesluit;
2° de beleidsvelden Justitie en Handhaving en Bestuursrechtspraak, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
3° de beleidsvelden Werk en Competenties, vermeld in artikel 13/1 van het organisatiebesluit.
Zij is bevoegd om, met toepassing van artikel 11bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, namens de Vlaamse Regering, de federale minister van Justitie te verzoeken om vervolgingen te bevelen.
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Onderwijs, Justitie en Werk".
§2. Mevrouw Zuhal Demir is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op de volgende instanties:
1° Onderwijsinspectie:
2° Agentschap voor Onderwijsdiensten;
3° Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen;
4° Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs;
5° Gemeenschapsonderwijs;
6° Agentschap Justitie en Handhaving;
7° Opgroeien, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen;
8° Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
9° ESF-agentschap.
Artikel 7. ( 30/09/2024 - ... )
§1. Mevrouw Caroline Gennez is bevoegd voor:
1° het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vermeld in artikel 8 van het organisatiebesluit;
2° het beleidsveld Cultuur, vermeld in artikel 9 van het organisatiebesluit;
3° de gelijke kansen, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit.
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen”.
§2. Mevrouw Caroline Gennez is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op de volgende instanties:
1° Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg;
2° Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel;
3° Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem;
4° Opgroeien, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Onderwijs, Justitie en Werk;
5° Fonds Jongerenwelzijn;
6° Opgroeien Regie;
7° Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid;
8° Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
9° Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming;
10° Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;
11° Koninklijk Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen;
12° Topstukkenfonds;
13° Vlaams Fonds voor de Letteren;
14° Agentschap Binnenlands Bestuur, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij, de Vlaamse minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn, en de Vlaamse minister van Brussel en Media;
15° Toegankelijk Vlaanderen.
Artikel 8. ( 30/09/2024 - ... )
§1. De heer Jo Brouns is bevoegd voor:
1° het beleidsveld Omgeving en Natuur, vermeld in artikel 13 van het organisatiebesluit, met uitzondering van het plattelandsbeleid;
2° de land- en tuinbouw en de promotie van land- en tuinbouw, vermeld in artikel 13/1 van het organisatiebesluit.
Hij draagt de titel "Vlaams minister van Omgeving en Landbouw".
§2. De heer Jo Brouns is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op de volgende instanties:
1° Vlaamse Landmaatschappij, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij;
2° Vlaamse Milieumaatschappij;
3° Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;
4° Instituut voor Natuur- en bosonderzoek;
5° Agentschap voor Natuur en Bos;
6° Grindfonds;
7° Eigen Vermogen Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO);
8° Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (De Watergroep);
9° Natuurinvest;
10° Agentschap Landbouw en Zeevisserij, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij;
11° Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij;
12° Vlaams Landbouwinvesteringsfonds;
13° Eigen Vermogen Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek;
14° Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing.
Artikel 9. ( 30/09/2024 - ... )
§1. Mevrouw Annick De Ridder is bevoegd voor:
1° het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, vermeld in artikel 12 van het organisatiebesluit;
2° het beleidsveld Sport, vermeld in artikel 9 van het organisatiebesluit.
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Havens en Sport".
§2. Mevrouw Annick De Ridder is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op de volgende instanties:
1° Luchthavenontwikkelingsmaatschappij Vlaanderen;
2° Luchthavenontwikkelingsmaatschappij Kortrijk-Wevelgem;
3° Vlaamse Vervoermaatschappij (De Lijn);
4° Pendelfonds;
5° Agentschap Wegen en Verkeer;
6° Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust;
7° De Vlaamse Waterweg;
8° Vlaamse Havens;
9° Eigen Vermogen Flanders Hydraulics;
10° Eigen Vermogen Xperta;
11° Sport Vlaanderen.
Artikel 10. ( 30/09/2024 - ... )
§1. Mevrouw Cieltje Van Achter is bevoegd voor:
1° het beleidsveld Brussel, vermeld in artikel 3 van het organisatiebesluit;
2° het beleidsveld Media, vermeld in artikel 9 van het organisatiebesluit.
Zij wordt aangewezen om als Brussels lid van de Vlaamse Regering de vergaderingen van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie met raadgevende stem bij te wonen, zoals bepaald in artikel 76 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Brussel en Media".
§2. Mevrouw Cieltje Van Achter is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht op de volgende instanties:
1° Muntpunt;
2° Vlaams-Brusselfonds;
3° Agentschap Binnenlands Bestuur, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij, de Vlaamse minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn, en de Vlaamse minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen;
4° Vlaamse Regulator voor de Media;
5° Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT).
Artikel 11. ( 30/09/2024 - ... )
De aangelegenheden die bij artikel 2 tot en met 10 zijn toegewezen aan de leden van de Vlaamse Regering, omvatten ook de middelen en instrumenten waarmee die aangelegenheden effectief gerealiseerd kunnen worden, onder meer wat betreft:
1° de relaties en de samenwerking met derden, met de federale overheid en met de andere gemeenschappen en gewesten;
2° internationale en Europese initiatieven;
3° de wetenschappelijke onderzoeksprojecten en wetenschappelijke studies;
4° het specifiek administratief toezicht;
5° de oprichting van diensten, instellingen en rechtspersonen;
6° het bestuur van of het toezicht op de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest;
7° het specifieke beleid inzake personeel, organisatieontwikkeling, facilitaire dienstverlening, middelenbeheer, vastgoedbeheer en informatie- en communicatietechnologie;
8° de interne en externe communicatie.
Artikel 12. ( 30/09/2024 - ... )
Het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2019 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering wordt opgeheven.
Artikel 13. ( 30/09/2024 - ... )
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 september 2024.
Artikel 14. ( 30/09/2024 - ... )
De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 30/07/2025