Ministerieel besluit over de lancering van een oproep in 2025 om projectvoorstellen voor innovatieve investeringen in de landbouw in te dienen

Datum 10/02/2025

Inhoud

( ... - ... )

Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 9, eerste lid, 1° en 4°, en tweede lid, en artikel 44, tweede lid;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 over steun voor innovatieve investeringen in de landbouw, artikel 10, eerste lid, artikel 10, tweede lid, 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 6°, gewijzigd bij het besluit van 26 januari 2024, artikel 19, eerste lid, en artikel 21, tweede lid.

Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 18 december 2024.
- De Raad van State heeft advies 77.369/3 gegeven op 23 januari 2025, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING EN LANDBOUW BESLUIT:

Artikel 1. ( 10/02/2025 - ... )

In dit besluit wordt verstaan onder besluit van 21 april 2023: het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 over steun voor innovatieve investeringen in de landbouw.

Artikel 2. ( 10/02/2025 - ... )

Er wordt een oproep gelanceerd om innovatieve investeringen in de landbouw te subsidiëren die gericht zijn op de volgende thema’s:
1° thema 1: reductie van emissies in de (biologische) veehouderij;
2° thema 2: vrij thema.

Artikel 3. ( 10/02/2025 - ... )

Het totale beschikbare steunbedrag voor de oproep bedraagt 5.000.000 euro, waarvan 2.500.000 euro voor thema 1, vermeld in artikel 2, 1°, en 2.500.000 euro voor thema 2, vermeld in artikel 2, 2°. Indien er voor een thema onvoldoende projecten de minimumscore halen om het totale subsidiebedrag te gebruiken, kan het resterend subsidiebedrag besteed worden aan een ander thema.

Artikel 4. ( 10/02/2025 - ... )

Het maximale subsidiabele investeringsbedrag bedraagt:
1° voor een kandidaat-begunstigde als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, van het besluit van 21 april 2023: 
  a) 600.000 euro per aanvraag voor het thema, vermeld in artikel 2, 1°, van dit besluit, waarvan maximaal 500.000 euro voor de kosten, vermeld in artikel 5, 1° tot en met 3°, van het besluit van 21 april 2023, en 500.000 euro voor overige thema’s;
  b) 600.000 euro per kandidaat-begunstigde voor het thema, vermeld in artikel 2, 1°, van dit besluit, waarvan maximaal 500.000 euro voor de kosten, vermeld in artikel 5, 1° tot en met 3°, van het besluit van 21 april 2023, en 500.000 euro voor overige thema’s;
2° voor een kandidaat-begunstigde als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, van het besluit van 21 april 2023: 
  a) 750.000 euro per aanvraag;
  b) 750.000 euro per kandidaat-begunstigde.

Artikel 5. ( 10/02/2025 - ... )

De minimale subsidiabele investeringsuitgaven per aanvraag bedragen 25.000 euro.

Artikel 6. ( 10/02/2025 - ... )

De maximale subsidiabele investeringsuitgaven per betalingsaanvraag als vermeld in artikel 19 van het besluit van 21 april 2023, bedragen:
1° voor een kandidaat-begunstigde als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, van het besluit van 21 april 2023: 600.000 euro voor het thema, vermeld in artikel 2, 1°, van dit besluit, en 500.000 euro voor overige thema’s;
2° voor een kandidaat-begunstigde als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, van het besluit van 21 april 2023: 750.000 euro.

Artikel 7. ( 10/02/2025 - ... )

In afwijking van artikel 21, tweede lid, van het besluit van 21 april 2023 kunnen voor het thema, vermeld in artikel 2, 1°, van dit besluit, de algemene kosten, vermeld in artikel 5, 4°, van het besluit van 21 april 2023, maximaal 120.000 euro bedragen.

In afwijking van artikel 21, tweede lid, van het besluit van 21 april 2023 kunnen voor het thema, vermeld in artikel 2, 2°, van dit besluit, de algemene kosten, vermeld in artikel 5, 4°, van het besluit van 21 april 2023, maximaal 25% van de som van de kosten vermeld in artikel 5, 1°, 2° en 3°, van het besluit van 21 april 2023 bedragen.

Artikel 8. ( 10/02/2025 - ... )

De steunaanvragen, vermeld in artikel 11 van het besluit van 21 april 2023, kunnen bij de bevoegde entiteit via het e-loket ingediend worden vanaf 10 februari 2025 tot en met 3 april 2025.

Artikel 9. ( 10/02/2025 - ... )

Steunaanvragen zijn ontvankelijk als ze voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° de steunaanvraag wordt ingediend door een kandidaat-begunstigde als vermeld in artikel 4, eerste lid, van het besluit van 21 april 2023;
2° de steunaanvraag wordt tijdig ingediend conform artikel 8 van dit besluit;
3° de steunaanvraag wordt ingediend met de formulieren die de bevoegde entiteit ter beschikking stelt;
4° de steunaanvraag wordt ingediend via het e-loket;
5° de steunaanvraag bevat de elementen, vermeld in artikel 13, eerste lid, van het besluit van 21 april 2023;
6° de minimale subsidiabele investeringsuitgaven per steunaanvraag bedragen 25.000 euro;
7° een project dat ingediend wordt onder het thema, vermeld in artikel 2, 1°, van dit besluit, bevat kosten voor een resultaatsmeting als vermeld in artikel 5, 4°, van het besluit van 21 april 2023.

Artikel 10. ( 10/02/2025 - ... )

Dit besluit treedt in werking op 10 februari 2025.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 22/02/2025