Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijst van verboden prestatieverbeterende stoffen bij duiven

( ... - ... )

ALBERT II, Koning der Belgen,
 
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzonderheid op artikel 36, 2°;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. ( 16/12/2000 - ... )

De stoffen bedoeld in artikel 36, 2°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, waarvan de toediening verboden is, zijn wat duiven betreft de volgende :
1° corticosteroïden;
2° B-agonisten;
3° anabole steroïden.
[4° niet-steraïdale ontstekingsremmers;
5° stoffen die de opsporing van de vier hoger aangehaalde verboden stoffen bemoeilijken (ing. KB 14 mei 2000, art. 1, I: 16 december 2000)]

Artikel 2. ( 01/04/1995 - ... )

Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van dezelfde wet.

Artikel 3. ( 01/04/1995 - ... )

Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.