Koninklijk Besluit betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden

Datum 23/09/1998

Inhoud

( ... - ... )

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, gewijzigd bij de wet van 4 mei 1995, inzonderheid op artikel 6, § 2;

Gelet op het akkoord van de Minister van Binnenlandse Zaken van 18 november 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. ( 25/01/2019 - ... )

§ 1. Wedstrijden waarbij de kracht, de snelheid en de behendigheid van dieren op de proef worden gesteld mogen slechts georganiseerd worden met paarden, honden, duiven en andere diersoorten aangeduid door de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn.

§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, kan de wedstrijden aanwijzen die in elk geval onder de toepassing van § 1 vallen.

Artikel 2. ( ... - ... )

Het organiseren van wedstrijden zoals bedoeld in voorgaand artikel, alsook het eraan deelnemen met dieren is slechts toegestaan indien voldaan is aan de voorwaarden van dit besluit.

Artikel 3. ( 25/01/2019 - ... )

Al wie wedstrijden als bedoeld in artikel 1 organiseert, moet hiervoor de voorafgaandelijke toelating krijgen van de burgemeester van de gemeente waar deze wedstrijden doorgaan.

Daartoe legt de organisator het gemeentebestuur voor :
1° het programma van de wedstrijden;
2° het reglement van de wedstrijden en van de dopingcontrole;
3° de beschrijving van het parkoers;
4° de naam van de aangenomen dierenarts belast met het veterinair toezicht;
5° de wedstrijdenkalender indien wedstrijden doorheen het jaar worden ingericht.

De burgemeester verleent zijn toestemming, al dan niet na het advies van de personen, vermeld in artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, te hebben ingewonnen, indien hij voldoende waarborgen heeft dat de wedstrijden in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit zullen verlopen.

Hij kan voor wedstrijden, georganiseerd door éénzelfde organisator, voor dezelfde diersoorten en op éénzelfde parkoers, maar op verschillende tijdstippen in het jaar een toelating verlenen die geldig is voor lange termijn.

De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op wedstrijden met duiven.

Artikel 4. ( 25/01/2019 - ... )

§ 1. De organisatoren van wedstrijden voor dieren moeten de nodige maatregelen nemen :
1° om deelname van zieke of gewonde dieren aan de wedstrijden te vermijden;
2° om medische behandeling te voorzien voor dieren die tijdens de wedstrijd gewond raken;
3° om onnodige risico's voor de dieren ingevolge ondermeer slechte weersomstandigheden, de staat van het parkoers en de opstelling van de toeschouwers, te vermijden;
4° om het beïnvloeden van de prestaties van de dieren op dusdanige wijze dat dit nadelig is voor het welzijn der dieren, te controleren en te verbieden en/of te bestraffen. De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, kan, onder de voorwaarden die hij bepaalt, de door de organisator aangestelde personen belast met het opsporen van het gebruik van prestatieverbeterende stoffen in hun functie bekrachtigen.

§ 2 De organisator van wedstrijden met duiven moet bovendien de nodige maatregelen nemen opdat: 
1° ...;
2° het vervoer van duiven met het oog op wedstrijden in diervriendelijke omstandigheden georganiseerd is en dan met name met betrekking tot de bezettingsdichtheid, ventilatie, temperatuur, drenken en voederen. De Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond (K.B.D.B.) stelt een reglement op waarin de voorwaarden waaraan het vervoer van duiven over de weg moet voldoen en de sancties in geval van overtreding ervan worden vastgelegd. Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn.

§ 3. De K.B.D.B. bezorgt de Dienst jaarlijks voor het begin van het wedstrijdseizoen alle informatie aangaande de voorziene wedstrijden, lossingsplaatsen en transporten. Eventuele wijzigingen worden onmiddellijk aan de Dienst gemeld.  

Artikel 5. ( ... - ... )

Onverminderd artikel 36, 5° en 7° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, moeten de wedstrijdvoorwaarden en het parkoers aangepast zijn aan de fysiologische capaciteiten van de deelnemende dieren.

Artikel 6. ( 25/01/2019 - ... )

De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, kan bijkomende bepalingen vaststellen om het welzijn van de dieren tijdens wedstrijden te waarborgen, inzonderheid met betrekking tot :
1° het parkoers;
2° de leeftijd en de gezondheidstoestand van de dieren;
3° de wedstrijdvoorwaarden;
4° het veterinair toezicht.

Artikel 7. ( ... - ... )

Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 15/01/2025