Artikel 1. (... - ...)
Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.
(Lees: artikel 39 van de gecoördineerde Grondwet)
Artikel 1bis. (10/05/2021- ...)
§ 1. De definities, opgenomen in artikel 1.1.2, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, zijn van toepassing op dit decreet, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald.
§ 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
1° het Bestuursdecreet: het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
2° ...;
3° het decreet natuurbehoud : het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
4° de wetgeving inzake ruilverkaveling van landeigendommen : de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne, de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken;
5° het decreet algemene bepalingen milieubeleid : het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid;
6° het decreet Vlaamse Grondenbank : het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen;
7° het decreet Landinrichting: het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting;
8° administratieve overheid: het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de diensten en agentschappen die afhangen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap, de besturen die onderworpen zijn aan het administratieve toezicht van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap, alsook de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die belast zijn met taken van openbaar nut;
9° agentschap Digitaal Vlaanderen: het agentschap Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen en de vaststelling van de werking, het beheer en de boekhouding van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen.
Artikel 2. (20/07/2024- ...)
§ 1. Een Vlaamse Landmaatschappij, afgekort: "VLM" en hierna het agentschap te noemen, is opgericht als een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap als vermeld in artikel III.7 van het Bestuursdecreet.
Op alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders, websites en andere stukken, al dan niet in elektronische vorm, uitgaande van het agentschap, dient de benaming “Vlaamse Landmaatschappij” of de afkorting “VLM” steeds te worden voorafgegaan of gevolgd door de vermelding “publiek- rechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht” of “EVA in de vorm van een NV van publiek recht”.
§ 2. Het agentschap is opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht.
Het agentschap heeft rechtspersoonlijkheid. De rechtspositie van het agentschap wordt geregeld in die volgorde door het Bestuursdecreet, dit decreet en door zijn statuten. Zonder aan het voorafgaande afbreuk te doen, zijn de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen met betrekking tot de naamloze vennootschap op het agentschap toepasselijk voor alles wat niet door het Bestuursdecreet, dit decreet, de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, en door de statuten van het agentschap is bepaald en slechts in die mate dat het Wetboek van vennootschappen en verenigingen niet in strijd is met deze bepalingen.
De bepalingen van Boek XX van het Wetboek van economisch recht zijn evenwel niet op het agentschap toepasselijk, evenmin als de rechtsregels die betrekking hebben op een toestand van algemene samenloop van schuldeisers.
Het Vlaamse Gewest, de provincies en de gemeenten, gelegen in het Vlaamse Gewest kunnen inschrijven op het kapitaal van de Maatschappij door ondeelbare aandelen in geld.
Alle aandelen zijn en blijven op naam. Eén aandeel geeft recht op één stem.
Het rechtstreekse belang van het Vlaamse Gewest als aandeelhouder in het maatschappelijk kapitaal van het agentschap moet in totaal steeds meer dan 50 % bedragen. De aandelen waarop het Vlaamse Gewest inschrijft en die waarop het later mocht inschrijven, zijn onvervreemdbaar, met uitzondering van het gedeelte van de aandelen dat vier vijfde van het totale kapitaal overschrijdt.
De aandelen waarop de provincies en de gemeenten inschrijven, kunnen, zelfs als ze slechts ten bedrage van 25 % werden afbetaald, alleen afgestaan worden aan provincies en gemeenten en na machtiging van de raad van bestuur van het agentschap en van de Vlaamse regering. Een overdracht in strijd met deze bepalingen, kan aan de vennootschap of derden niet worden tegengeworpen, ongeacht de goede of kwade trouw van de overnemer.
Het maatschappelijk kapitaal kan bij beslissing van de algemene vergadering worden verhoogd door inschrijvingen van ondeelbare aandelen in geld. Alleen het Vlaamse Gewest, de provincies en de gemeenten, gelegen in het Vlaamse Gewest, mogen op deze kapitaalsverhoging inschrijven. In geen geval kan een kapitaalsverhoging ertoe leiden dat het Vlaamse Gewest als aandeelhouder niet langer, rechtstreeks, meer dan 50 % van het kapitaal van het agentschap bezit.
Elke nieuwe inschrijving moet telkens vastgesteld worden door een authentieke akte, die gepaard gaat met een storting in speciën van ten minste één vierde op ieder aandeel.
Het niet-afbetaalde bedrag van iedere inschrijving moet worden gestort op de data, vastgesteld door de raad van bestuur, na waarschuwing drie maanden van tevoren met een aangetekende brief. De afgifte van de brief op de post geldt als betekening, te rekenen vanaf de volgende dag.
De aandeelhouders worden ertoe gemachtigd hun inschrijving geheel of gedeeltelijk vooruit te betalen.
Iedere laattijdige storting brengt, van rechtswege en zonder ingebrekestelling, interest op tegen de wettelijke rentevoet, ten bate van het agentschap, vanaf het verstrijken van voormelde termijn van drie maanden.
De aandeelhouders zijn slechts gebonden door verliezen ten belope van het bedrag van hun aandelen.
§ 3. De statuten van het agentschap worden, na goedkeuring door de Vlaamse Regering, vastgesteld in een notariële akte houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij. De statuten kunnen slecht worden gewijzigd mits goedkeuring door de Vlaamse Regering.
§ 4. De roerende goederen van de afdeling Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen, afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht bij decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, worden kosteloos en in de staat waarin ze zich bevinden overgedragen aan het agentschap Digitaal Vlaanderen.
Voor de overdracht, vermeld in het eerste lid, wordt een inventaris van alle roerende goederen, met inbegrip van de rechten en verplichtingen opgemaakt in gezamenlijk overleg tussen de leidinggevende personeelsleden van de VLM en het agentschap Digitaal Vlaanderen, die opgenomen wordt in de jaarrekening.
Het agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in de rechten en verplichtingen van de VLM, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit gerechtelijke procedures.
De beschikbare middelen van de VLM die verbonden zijn aan de rechten en verplichtingen, vermeld in het derde lid, worden overgedragen aan het agentschap Digitaal Vlaanderen op basis van de afgesloten rekening.
Artikel 3. (... - ...)
[De Vlaamse regering bepaalt tot welk homogeen beleidsdomein het agentschap behoort.
De duur van het agentschap is onbepaald.
Tot de ontbinding van het agentschap kan slechts bij decreet worden beslist. Dat decreet bepaalt tevens de wijze en de voorwaarden van vereffening. (verv. decr. 7 mei 2004, art. 6, I: 1 april 2006) ]
Artikel 4. (01/04/2006- ...)
De vestiging van de zetel van [het agentschap (verv. decr. 7 mei 2004, art. 35, I: 1 april 2006) ] wordt door de Vlaamse Regering bepaald.
(Zie: B.V.R. 1 februari 1989, B.S., 2 maart 1990)
Artikel 5. (01/11/2014- ...)
Het agentschap heeft als missie bij te dragen tot de realisatie van de doelstellingen van :
1° het milieubeleid, bedoeld in artikel 1.2.1, § 1, van het decreet algemene bepalingen milieubeleid;
2° de ruilverkaveling, bedoeld in de wetgeving inzake ruilverkaveling van landeigendommen;
3° de landinrichting, vermeld in het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting;
4° het decreet natuurbehoud;
5° het Mestdecreet van 22 december 2006;
6° het geïntegreerd plattelandsbeleid;
7° het grondbeleid van het eigen beleidsdomein;
8° het decreet Vlaamse Grondenbank.
Artikel 6. (28/02/2011- ...)
§ 1. Het agentschap heeft als taak de uitvoering van het mestbeleid, als bedoeld in het Mestdecreet van 22 december 2006.
Het vervult deze taak onder meer door :
1° te zorgen voor de inventarisatie van de dierlijke mestproductie, de controle op de afzet van de bedrijfsmatige dierlijke mestoverschotten en de sturing van de meststromen;
2° te zorgen voor de uitbouw en het beheer van een gronddatabank met betrekking tot de mestproblematiek;
3° te bemiddelen in de verhandeling of de afname, het vervoer en het verwerken van dierlijke mest;
4° de vraag te stimuleren naar een ecologisch verantwoord gebruik van dierlijke mest;
5° voorlichting te geven over productie, vervoer, opslag, opbrenging op de grond en verwerking van dierlijke mest;
6° initiatieven te nemen met betrekking tot mestverwerking;
7° ...;
8° te zorgen voor de handhaving van het Mestdecreet van 22 december 2006 en de uitvoeringsbesluiten ervan;
9° ...
§ 2. Het agentschap is belast met de uitvoering van het beleid ter bescherming van de kwaliteit van de bodem dat erop gericht is om die geschikt te maken of te houden voor zo veel mogelijk bodemfuncties.
Het agentschap vervult deze taak onder meer door :
1° de bodemtoestand in het Vlaamse Gewest in kaart te brengen en te monitoren;
2° aan de voorbereiding en de uitvoering van het bodembeschermingsbeleid bij te dragen;
3° bodems met uitzonderlijke waarde te beschermen tegen onder meer verontreiniging door bestrijdingsmiddelen en tegen aantasting door erosie en structuurbederf.
Artikel 6bis. (23/02/2024- ...)
§ 1. Het agentschap heeft als taak om, op verzoek van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering, de bevoegde agentschappen of, in voorkomend geval, de bevoegde lokale besturen, zijn medewerking te verlenen aan de ondersteuning van de algemene inrichting van het buitengebied en de open ruimte.
Het agentschap vervult deze taak onder meer door :
1° bij te dragen aan het beleid inzake inrichting en ontwikkeling van het inrichtingsinstrumentarium;
2° zijn medewerking te verlenen aan het voorbereiden, het uitvoeren, het verzekeren van de nazorg, het monitoren en het evalueren van inrichtingsprojecten;
3° zijn medewerking te verlenen aan de voorbereiding en uitvoering van de ruilverkaveling van landeigendommen;
4° zijn medewerking te verlenen aan de voorbereiding en de uitvoering van de landinrichting;
5° zijn medewerking te verlenen aan de voorbereiding en de uitvoering van de natuurinrichting;
6° gebouwen van agrarische en direct agrarisch gebonden bedrijven op te richten, in te richten en de uitbating ervan te bevorderen, en bedrijven, met inbegrip van het woonhuis en de gronden die nodig zijn voor het bedrijf, te verplaatsen.
§ 2. Het agentschap heeft als taak de uitvoering van het geïntegreerd plattelandsbeleid met uitzondering van die aspecten die werden toegewezen aan andere agentschappen of tot een ander beleidsdomein behoren.
Het agentschap vervult deze taak onder meer door :
1° projecten en programma's in samenwerking met andere beleidsdomeinen en de bevoegde lokale besturen voor te bereiden, te stimuleren en te ondersteunen;
2° structuren, instrumenten en beleidsonderbouwend onderzoek voor te bereiden, te ondersteunen en de financiering van het geïntegreerd plattelandsbeleid te beheren;
3° te adviseren over het gebruik van het buitengebied en de open ruimte vanuit het plattelandsbeleid.
§ 3. Het agentschap heeft als taak een uniek loket beheersovereenkomsten voor de doelgroep landbouw op te richten en te beheren.
Het agentschap vervult deze taak onder meer door :
1° deze beheersovereenkomsten voor te bereiden, in samenwerking met de diensten van de Vlaamse regering en de agentschappen van het beleidsdomein Omgeving en van andere beleidsdomeinen;
2° deze beheersovereenkomsten te sluiten;
3° een actieve begeleidingsstrategie uit te voeren en de uitvoering van de overeenkomsten op te volgen.
§ 4. Het agentschap heeft als taak om, op verzoek van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering of de bevoegde agentschappen, zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van het grondbeleid.
Het agentschap vervult deze taak onder meer door :
1° buiten zijn beleidsdomein onroerende goederen te verwerven in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest;
2° binnen zijn beleidsdomein, ofwel goederen te verwerven in naam en voor rekening van agentschappen met rechtspersoonlijkheid van het beleidsdomein, ofwel goederen te verwerven in eigen naam en voor eigen rekening, administratief te beheren tot aan de overdracht en over te dragen;
3° informatie over onroerende goederen te bundelen en centraal beschikbaar te stellen;
4° een centraal meldingspunt voor verkoopsaanbiedingen uit te bouwen binnen het eigen beleidsdomein.
§ 5. Het agentschap heeft als taak ondersteuning te geven aan het agentschap Digitaal Vlaanderen.
§ 6. Het agentschap heeft als taak een gronddatabank uit te bouwen en te beheren.
Het agentschap vervult deze taak onder meer door :
1° informatie over kenmerken en gebruik van de bodem en gegevens over inrichtingsaspecten van de open ruimte op te slaan, te verwerken en te beheren;
2° zijn medewerking te verlenen bij de uitvoering van studies over de interpretatie van de gegevens naar hun economische, sociale en ruimtelijke implicaties;
3° te zorgen voor de opbouw, het beheer en de distributie van ruimtelijk gerefereerde gegevensbestanden en hun afgeleide informatieproducten in het kader van de milieudatabank.
§ 7. De taken van het agentschap met betrekking tot de open ruimte en het buitengebied zijn, op verzoek van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering of de bevoegde agentschappen :
1° initiatieven bevorderen, medewerking verlenen aan initiatieven en initiatieven uitvoeren die kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de open ruimte en het buitengebied. In het bijzonder verleent het agentschap zijn medewerking aan het natuurbehoud, het integraal waterbeleid, de bodembescherming, de algemene landschapszorg, de monumentenzorg, de archeologische monumentenzorg, de bebossing en de herbebossing;
2° bijdragen aan de algemene beleidsondersteuning inzake de open ruimte en het buitengebied.
§ 8. Het agentschap wordt belast met de taken die overeenkomstig het decreet Vlaamse Grondenbank aan de Vlaamse Grondenbank zijn opgedragen.
§9. Het agentschap wordt belast met de taken die overeenkomstig het decreet van 26 januari 2024 over de programmatische aanpak stikstof aan de VLM zijn opgedragen.
Artikel 7. (07/12/2017- ...)
Het agentschap streeft zijn missie na en voert zijn taken uit om een bijdrage te leveren aan de beleidsvoorbereiding van het beleidsdomein Omgeving, met inbegrip van de milieuplanning en de regelgeving, of om het vastgestelde beleid uit te voeren. De beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering maken het voorwerp uit van de door de Vlaamse regering en het departement aangestuurde beleids- en beheerscyclus.
Artikel 8. (... - ...)
[In het kader van zijn missie en taken draagt het agentschap, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse regering en het departement, bij tot :
1° de internationale, Europese, bovengewestelijke en intergewestelijke samenwerking en besluitvorming op milieugebied;
2° het stimuleren van de realisatie van de doelstellingen van het milieubeleid door andere beleidsdomeinen en de uitbouw van vormen van samenwerking hiervoor;
3° de realisatie van vormen van samenwerking met lokale overheden;
4° de realisatie van vormen van samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en belangengroepen. (verv. decr. 7 mei 2004, art. 15, I: 1 april 2006) ]
Artikel 8bis. (... - ...)
(ing. decr. 12 december 1990, art. 59) [... (opgeh. decr. 7 mei 2004, art. 16, I: 1 april 2006) ]
Artikel 9. (... - ...)
[In het kader van zijn missie en taken draagt het agentschap, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse regering en het departement, bij tot :
1° de volledige omzetting en toepassing van het internationale en Europese milieurecht en van de samenwerkingsakkoorden met de andere gewesten;
2° de communicatiestrategie en -planning van het beleidsdomein, met inbegrip van sensibilisering en informatieverstrekking;
3° de realisatie van een breed maatschappelijk draagvlak voor zijn missie en de bevordering van de maatschappelijke participatie daarin;
4° het gecoördineerde doelgroepenbeleid van het beleidsdomein;
5° de ontwikkeling van een zo goed mogelijk geïntegreerd instrumentarium voor het milieubeleid;
6° het bepalen van de informatiebehoefte, de geïntegreerde inzameling van gegevens en informatie en het geïntegreerde informatiebeheer;
7° de geïntegreerde aansturing van het wetenschappelijk onderzoek. (verv. decr. 7 mei 2004, art. 17, I: 1 april 2006) ]
Artikel 10. (28/02/2011- ...)
§ 1. Het agentschap kan alle activiteiten verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot het vervullen van zijn missie of taken.
§ 2. Het agentschap kan, al dan niet namens het Vlaamse Gewest of namens andere agentschappen, de onroerende goederen verwerven die nuttig zijn voor de uitvoering van zijn missie en taken. Ze kan ze tevens vervreemden als dit niet langer het geval is.
De Vlaamse regering kan het agentschap machtigen tot onteigening in de gevallen waarin ze oordeelt dat het verkrijgen van de goederen in kwestie noodzakelijk is in het algemeen belang.
§ 3. Het agentschap kan zijn eigendommen uit de hand verhuren of verpachten voorzover dat nuttig is voor de uitvoering van zijn missie en taken.
§ 4. Het agentschap kan wetenschappelijk onderzoek laten uitvoeren voorzover dat nuttig is voor de uitvoering van zijn taken.
§ 5. ...
§ 6. Het agentschap kan de voorkooprechten uitoefenen die door de regelgeving terzake aan het agentschap zijn opgedragen.
§ 7. Het agentschap voert de verplichte aankoop uit van bebouwde en onbebouwde onroerende goederen die door de regelgeving terzake aan het agentschap zijn opgedragen.
§ 8. Het agentschap kan bij de vervreemding van de eigen domeingoederen uitstel van betaling verlenen aan de koper. De koopprijs wordt terugbetaald tegen een door de Vlaamse Regering vast te stellen intrestvoet. De maximale termijn van terugbetaling is 20 jaar.
Artikel 10/1. (20/07/2024- ...)
De administratieve overheden stellen aan de VLM op eenvoudig verzoek of uit eigen beweging alle informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, ter beschikking die nodig is voor de uitoefening van de volgende taken waarmee de VLM is belast:
1° ter uitvoering van het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut: de berekening van de gebruikerscompensatie;
2° ter uitvoering van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018: de uitoefening van de aankoopplicht en de vergoedingsplicht;
3° ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu:
a) de opmaak van rapporten, plannen en lijsten in het kader van natuurinrichting en de berekening van vergoedingen in het kader van natuurinrichting;
b) de uitoefening van de koopplicht;
c) de berekening van vergoedingen voor de verhoging van het waterpeil in het kader van de natuurrichtplannen;
4° ter uitvoering van het decreet van 21 december 1988 houdende de oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij:
a) de opmaak van studies met betrekking tot de voorbereiding, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie van inrichtingsprojecten, gericht op de ondersteuning van de algemene inrichting van het buitengebied en de open ruimte;
b) de opmaak van landbouwgevoeligheidsanalyses en landbouweffectenrapporten met betrekking tot de taken van de VLM die bijdragen aan de algemene beleidsondersteuning inzake de open ruimte en het buitengebied en met betrekking tot projecten en programma's die de VLM in samenwerking met andere beleidsdomeinen en de bevoegde lokale besturen voorbereidt, stimuleert en ondersteunt;
5° ter uitvoering van het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijzigingen van diverse bepalingen:
a) de aanleg van grondreserves;
b) het ruilen van onroerende goederen;
c) het beheer van onroerende goederen;
d) de verplaatsing van landbouwbedrijven;
6° ter uitvoering van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting.
Het agentschap is verantwoordelijk voor de verwerking van de informatie, vermeld in het eerste lid.
Artikel 11. (01/11/2014- ...)
...
Artikel 12. (01/11/2014- ...)
...
Artikel 13. (01/11/2014- ...)
...
Artikel 14. (01/11/2014- ...)
...
Artikel 15. (20/07/2024- ...)
De organen van het agentschap zijn :
1° de algemene vergadering van aandeelhouders;
2° de raad van bestuur;
3° de gedelegeerd bestuurder van het agentschap, belast met het dagelijks bestuur;
4° de algemeen directeur die de gedelegeerd bestuurder van het agentschap bijstaat bij de uitoefening van het dagelijks bestuur.
Onverminderd de bepalingen van het Bestuursdecreet, dit decreet, de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 en van de statuten, wordt de werking van de organen, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 4°, aanvullend door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen geregeld.
Artikel 16. (17/07/2017- ...)
De algemene vergadering van aandeelhouders bestaat uit alle aandeelhouders van het agentschap.
Aan de algemene vergadering wordt het verslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris meegedeeld. Ze beslist over de gevolgtrekkingen uit deze verslagen, alsmede over het ontwerp van de jaarrekeningen. Ze geeft kwijting aan de leden van de raad van bestuur. Ze kan elk moment besluiten tot de uitgifte van nieuwe aandelen. De statuten kunnen door haar worden gewijzigd mits de Vlaamse regering goedkeuring verleent. De raad van bestuur kan op elk moment overgaan tot de oproeping van buitengewone algemene vergaderingen. Als om de oproeping verzocht wordt door aandeelhouders die ten minste één vijfde van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, moet ze plaatsvinden binnen dertig dagen vanaf het verzoek.
De statuten van het agentschap bepalen de nadere regels in verband met het statuut en de werking van de algemene vergadering.
Artikel 17. (20/07/2024- ...)
§ 1. Met behoud van artikel III.8 van het Bestuursdecreet wordt het agentschap bestuurd door een raad van bestuur in de zin van artikel 7:85 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De gedelegeerd bestuurder, de algemeen directeur en de regeringscommissarissen of hun plaatsvervangers wonen de raad van bestuur met raadgevende stem bij.
De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van het agentschap, behalve die waarvoor volgens de wet of het decreet de algemene vergadering of een ander orgaan van het agentschap uitsluitend bevoegd is. Zo regelt hij onder meer wat volgt :
1° ...
2° hij beslist over de leningen, geeft de waarborgen voor de verplichtingen die door het agentschap worden aangegaan en aanvaardt de aangeboden waarborg voor de tegenover hem genomen verbintenissen;
3° hij bepaalt bij algemeen reglement en met de goedkeuring van de Vlaamse regering de rentevoet en de voorwaarden van de leningen van het agentschap;
4° hij stelt de programma's vast voor de verwerving, het beheer en de overdracht van gronden, gebouwen en bedrijven;
5° hij maakt het ontwerp van de begroting en het ontwerp van de aanpassing van de begroting op, alsook de verantwoordende ramingstaten en de memorie van toelichting, hij stelt de algemene rekening van het agentschap vast en oefent de bevoegdheden uit die hem worden toegekend door de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019;
6° hij sluit de overeenkomsten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten;
7° hij oefent de bevoegdheden uit die hem krachtens het besluit van de Vlaamse regering houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel, alsmede krachtens alle andere op het personeel van toepassing zijnde wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, worden toegekend;
8° hij neemt alle sommen en waarden in ontvangst die aan het agentschap toekomen, of hij belast zijn vertegenwoordigers met de inning ervan;
9° hij behandelt alle zaken die met de belangen van het agentschap verband houden, en treft daaromtrent dadingen en compromissen;
10° hij geeft machtiging tot het aangaan van alle rechtsvorderingen;
11° hij ziet af van alle zakelijke rechten, voorrechten en eisen tot ontbinding en verleent machtiging tot de opheffing van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen, overschrijvingen, inbeslagname, verzet en alle andere verhindering, zonder de uitputting van de maatschappelijke schuldvorderingen of betalingen te hoeven rechtvaardigen. Hij mag dienaangaande zijn bevoegdheden overdragen aan de gedelegeerd bestuurder van het agentschap of aan een door deze laatste -aangewezen personeelslid;
12° hij wijst de secretaris aan van elke coördinatiecommissie, van elk ruilverkavelingscomité en van elk ander orgaan, belast met de ruilverkaveling van landeigendommen en de landinrichting, en hij verstrekt, binnen de perken van de beschikbare gelden van het agentschap, voor elk voornoemd orgaan de nodige kredieten voor de uitvoering van de werken en voor alle andere nodige uitgaven voor de uitvoering ervan;
13° hij wijst de secretaris aan van elk projectcomité en elke projectcommissie, opgericht voor elk natuurinrichtingsproject;
14° binnen de perken van de wet, het decreet of het reglement, beschikt hij over de fondsen die zich in bewaring, of op rekening-courant bevinden.
§ 2. De raad van bestuur kan de volgende bevoegdheden in geen geval delegeren :
1° bevoegdheden die bij wet of decreet uitdrukkelijk aan de raad van bestuur zijn voorbehouden;
2° het vaststellen van het ondernemingsplan overeenkomstig artikel III.61, § 1, tweede lid, van het Bestuursdecreet;
3° het vaststellen van het jaarrapport over de uitvoering van het ondernemingsplan overeenkomstig artikel III.62 van het Bestuursdecreet;
4° de opmaak van het ontwerp van begroting;
5° de opmaak van het ontwerp van aanpassing van de begroting;
6° de opmaak van de algemene rekening;
7° de rapportering over de uitvoering van de begroting;
8° de opmaak van de verantwoordende ramingsstaten en de memorie van toelichting.
§ 3. De raad van bestuur mag, onder zijn verantwoordelijkheid, een gedeelte van de bevoegdheden waarmee hij bekleed is, overdragen aan één of meer van zijn leden of aan de gedelegeerd bestuurder, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in § 2. Zulke delegatie laat de eigen beslissingsbevoegdheid van de raad van bestuur onverlet. Zij kan te allen tijde worden herroepen.
De gedelegeerd bestuurder kan, mits de raad van bestuur goedkeuring verleent, bepaalde van deze bevoegdheden overdragen aan de door hem aangewezen personeelsleden van het agentschap, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in § 2. Deze delegatie geldt ad nutum.
§ 4. De raad van bestuur kan in zijn midden en onder zijn verantwoordelijkheid een bestuurscomité instellen dat belast is met de beslissingen over de verwerving van het eigendoms- of gebruiksrecht van eigendommen ter uitvoering van de missie en taken, bedoeld in artikelen 5, 6 en 6bis, die aan het agentschap zijn opgedragen.
De statuten van het agentschap bepalen de nadere regels inzake werking en samenstelling van het bestuurscomité.
Artikel 18. (20/07/2024- ...)
§ 1. De raad van bestuur bestaat uit maximum 17 leden, waaronder een voorzitter en een vice-voorzitter. De Vlaamse regering bepaalt het aantal leden, benoemt en ontslaat de voorzitter, de vice-voorzitter en de overige leden van de raad. Zij bepaalt tevens de werking van de raad.
Alle bestuurders van het agentschap worden benoemd op grond van hun complementaire deskundigheid inzake het algemeen bestuur van het agentschap, hun specifieke deskundigheid inzake de inhoudelijke materie en het beleidsveld waarin het agentschap actief is.
§ 2. Onder de leden van de raad van bestuur van het agentschap worden zoveel bestuurders benoemd als er provincies vertegenwoordigd zijn in de vergadering van aandeelhouders, op basis van een door deze provincies voorgedragen dubbele lijst waarbij elke provincie een mannelijke en een vrouwelijke kandidaat voordraagt.
Een aantal onafhankelijke bestuurders wordt benoemd overeenkomstig artikel III.40 tot en met III.43 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018. In afwijking van §1, eerste lid, kan de Vlaamse Regering de onafhankelijke bestuurders slechts in geval van ernstige redenen ontslaan en dit op voordracht van de raad van bestuur, overeenkomstig artikel III.43, eerste lid, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
De overige bestuurders, andere dan deze vermeld in het eerste en tweede lid, worden benoemd op voordracht van de Vlaamse Regering.
§ 3. Voor zover dit niet is geregeld in het besluit van de Vlaamse regering, bedoeld in § 1, bepalen de statuten van het agentschap de nadere regels inzake het statuut en de werking van de raad van bestuur.
Artikel 18bis. (20/07/2024- ...)
§ 1. Het dagelijks bestuur van het agentschap, alsook de vertegenwoordiging van het agentschap voor dat dagelijks bestuur, wordt opgedragen aan de gedelegeerd bestuurder van het agentschap. Hij wordt hierbij bijgestaan door een algemeen directeur die hem vervangt bij zijn afwezigheid.
De Vlaamse regering stelt de gedelegeerd bestuurder aan evenals een algemeen directeur, die de gedelegeerd bestuurder bijstaat bij de uitoefening van het dagelijks bestuur.
§ 2. De gedelegeerd bestuurder van het agentschap is onder meer belast met de volgende taken van het dagelijks bestuur:
1° de gedelegeerd bestuurder oefent de bevoegdheden uit die hem krachtens het besluit van de Vlaamse regering houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel, alsmede krachtens alle andere op het personeel van toepassing zijnde wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, worden toegekend;
2° de gedelegeerd bestuurder woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij en vervult er het ambt van verslaggever. De gedelegeerd bestuurder heeft er raadgevende stem;
3° de gedelegeerd bestuurder is belast met de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur en de algemene vergadering;
4° het dagelijks bestuur van maatschappelijke zaken wordt toevertrouwd aan de gedelegeerd bestuurder mits die hierover verslag uitbrengt aan de raad van bestuur. De gedelegeerd bestuurder mag onder zijn verantwoordelijkheid zekere bevoegdheden betreffende dat dagelijks bestuur aan de door hem aangewezen personeelsleden van het agentschap overdragen;
5° de gedelegeerd bestuurder vertegenwoordigt het agentschap ten overstaan van derden in de verrichtingen die op dit dagelijks bestuur betrekking hebben en hij ondertekent de overeenkomsten die door het agentschap worden aangegaan. De gedelegeerd bestuurder levert afschriften en uittreksels uit de verslagen van de raad van bestuur en de algemene vergadering af. De gedelegeerd bestuurder mag onder zijn verantwoordelijkheid deze bevoegdheden aan de door hem aangewezen personeelsleden van het agentschap overdragen;
6° de rechtsvorderingen worden op verzoek van de gedelegeerd bestuurder ingesteld;
7° de gedelegeerd bestuurder wijst de personeelsleden aan die hij belast met het ondertekenen, in naam van het agentschap, van de ruilverkavelingsakten, de aanvullende akten van ruilverkaveling en de natuurinrichtingsakten;
8° de gedelegeerd bestuurder geeft handlichting van alle bevoorrechte en hypothecaire inschrijvingen. De gedelegeerd bestuurder mag zijn bevoegdheden terzake overdragen aan de door hem aangewezen personeelsleden;
9° de gedelegeerd bestuurder leidt het werk van de personeelsleden van het agentschap en oefent er toezicht op uit;
10° het agentschap wordt in alle gevallen ten opzichte van derden vertegenwoordigd door de gedelegeerd bestuurder, zonder dat die een bewijs van zijn mandaat of van de door de raad van bestuur of door de algemene vergadering genomen beslissing hoeft voor te leggen.
De statuten bepalen nadere regels met betrekking tot het begrip dagelijks bestuur en de bevoegdheden van de gedelegeerd bestuurder en de algemeen directeur van het agentschap.
Artikel 18ter. (01/01/2019- ...)
De voorwaarden en de procedure voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst worden overeenkomstig artikel III.61 en III.62 van het Bestuursdecreet door de raad van bestuur in een jaarlijks ondernemingsplan vastgesteld, in samenspraak met de Vlaamse Regering, alsook in een jaarrapport over de uitvoering van het ondernemingsplan.
Artikel 18quater. (20/07/2024- ...)
§ 1. Het agentschap kan beschikken over de volgende ontvangsten :
1° toelagen;
2° leningen;
3° fiscale heffingen voorzover ze bij decreet toegewezen zijn aan het agentschap;
4° retributies voorzover ze bij decreet toegewezen zijn aan het agentschap;
5° ontvangsten uit daden van beheer of beschikking met betrekking tot eigen domeingoederen;
6° schenkingen en legaten in contanten of schenkingen en legaten van goederen of rechten. De raad van bestuur beoordeelt vooraf de opportuniteit en de risico's van de aanvaarding;
7° inkomsten uit eigen participaties en uit door het agentschap verstrekte leningen aan derden;
8° opbrengsten uit de verkoop van eigen participaties;
9° de subsidies waarvoor het agentschap als begunstigde in aanmerking komt;
10° terugvorderingen van ten onrechte gedane uitgaven;
11° vergoedingen voor prestaties aan derden, volgens de voorwaarden, bepaald in het ondernemingsplan;
12° opbrengsten uit intellectuele rechten.
§ 2. Tenzij het bij decreet anders is bepaald, worden de ontvangsten, bedoeld in § 1, beschouwd als ontvangsten die bestemd zijn voor de gezamenlijke uitgaven.
§ 3. De Vlaamse regering kan aan het agentschap terugvorderbare voorschotten verstrekken, ter aanvulling van de inkomsten van het agentschap. De regels van aanvraag, vaststelling, toekenning en terugbetaling van deze voorschotten worden door de Vlaamse regering vastgesteld.
Ter uitvoering van de aan het agentschap opgedragen missie, taken en bevoegdheden, bedoeld in artikelen 5, 6, 6bis en 10, kan het agentschap aan prefinanciering doen.
Artikel 18quinquies. (20/07/2024- Datum te bepalen door Vlaamse Regering)
Met behoud van de toepassing van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, wordt de controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid, ten aanzien van de wetten, decreten en de statuten van de vennootschap, van de in de jaarrekening weergegeven verrichtingen opgedragen aan een commissaris, natuurlijke of rechtspersoon, ingeschreven in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.
Met behoud van de toepassing van het decreet, vermeld in het eerste lid, heeft de commissaris de rechten, verplichtingen, taken en bevoegdheden die in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 zijn bepaald.
Als de publiekrechtelijke aard van de VLM dat vereist, kan de Vlaamse Regering de opdracht en de actiemiddelen van de commissaris uitbreiden.
De algemene vergadering duidt de commissaris voor een hernieuwbare termijn van drie jaar aan onder de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. De algemene vergadering bepaalt de bezoldiging van de commissaris.
Zonder afbreuk te doen aan andere onverenigbaarheidsbepalingen, gelden voor de commissaris dezelfde onverenigbaarheden als voor het mandaat van regeringscommissaris bij het agentschap. Daarenboven is de functie van commissaris onverenigbaar met het mandaat van regeringscommissaris bij het agentschap.
Overeenkomstig artikel 28 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 voert het agentschap een bedrijfseconomische boekhouding met een analytische component conform de regels van het dubbel boekhouden. De boekhouding van het agentschap wordt gevoerd volgens de wetgeving op de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen.
Artikel 18sexies. (... - ...)
Het agentschap is ertoe gemachtigd deel te nemen aan de pensioenregeling, ingesteld bij de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut, alsmede van hun rechthebbenden. (ing. decr. 7 mei 2004, art. 3, I: 1 april 2006) ]
Artikel 18septies. (01/01/2020- ...)
...
Artikel 18octies. (01/01/1989- ...)
Voor wat het Vlaamse Gewest betreft, moeten in de wets- en verordeningsbepalingen inzake ruilverkaveling de vermeldingen « Nationale Landmaatschappij » en « NLM » respectievelijk als « Vlaamse Landmaatschappij » en « VLM » worden gelezen.
Artikel 19. (... - ...)
Dit decreet treedt in werking op 1 januari 1989, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3, 4 en 5 die in werking treden de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.
Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 05/12/2024