Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld

Datum 19/05/2000

Inhoudstafel

  1. HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN
  2. HOOFDSTUK II [DE VLAAMSE AMBTENAREN VAN RUIMTELIJKE ORDENING]
    1. AFDELING I [DE GEDELEGEERDE PLANOLOGISCHE EN STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN]
    2. AFDELING II DE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN
    3. AFDELING III DE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE INSPECTEURS
  3. HOOFDSTUK III DE PROVINCIALE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN
  4. HOOFDSTUK IV DE GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN
    1. AFDELING 1 DE GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN IN GEMEENTEN MET 20.000 OF MEER INWONERS
    2. AFDELING 2 DE GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN IN GEMEENTEN MET MINDER DAN 20.000 INWONERS
    3. AFDELING 3 ONVERENIGBAARHEDEN EN DE VOORWAARDEN WAARAAN EEN PERSOON MOET VOLDOEN OM TE KUNNEN WORDEN AANGESTELD ALS WAARNEMEND GEMEENTELIJK STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR
  5. HOOFDSTUK V HET OPLEIDINGSPROGRAMMA VOOR PROVINCIALE EN GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN
  6. HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN

Inhoud

HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN (... - ...)

Artikel 1. (01/04/2017- ...)

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° de minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening;
2° het departement : het Departement Omgeving;
3° ...
4° ...

Artikel 2. (... - ...)

Voor de toepassing van dit besluit worden de personen die slaagden in een overgangsexamen dat toegang geeft tot niveau A, respectievelijk niveau B, gelijkgesteld met de personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A, respectievelijk niveau B.

HOOFDSTUK II [DE VLAAMSE AMBTENAREN VAN RUIMTELIJKE ORDENING] (... - ...)

AFDELING I [DE GEDELEGEERDE PLANOLOGISCHE EN STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN] (... - ...)

Artikel 3. (27/09/2014- ...)

...

Artikel 4. (27/09/2014- ...)

...

Artikel 5. (27/09/2014- ...)

...

Artikel 6. (27/09/2014- ...)

...

AFDELING II DE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN (... - ...)

Artikel 7. (27/09/2014- ...)

De leidend ambtenaar van het departement vervult altijd de functie van gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor het volledige grondgebied van het Vlaamse Gewest.

De leidend ambtenaar van het departement stelt per provincie minstens drie personeelsleden van niveau A uit zijn administratie aan als gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar.

Het aanstellingsbesluit vermeldt een termijn van maximaal zes jaar en het werkgebied van de aangestelde personeelsleden. Het aanstellingsbesluit wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De aanstelling is hernieuwbaar. Ze kan op elk ogenblik worden beëindigd, hetzij op verzoek van de betrokkene, hetzij op initiatief van de leidend ambtenaar.
 

Artikel 8. (27/09/2014- ...)

Om aangesteld te kunnen worden als gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar met toepassing van artikel 7 moet het personeelslid houder zijn van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening. De minister bepaalt, rekening houdend met de kennis en vaardigheden die voor de functie vereist zijn, welke diploma's van een opleiding ruimtelijke ordening voldoen voor een aanstelling.

In afwijking van het eerste lid kunnen ook personeelsleden die niet het vereiste diploma hebben worden aangesteld voor zover ze voor 1 juli 2006 aangesteld geweest zijn als gewestelijk planologisch ambtenaar, als gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar of als gemachtigde ambtenaar als vermeld in het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996

AFDELING III DE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE INSPECTEURS (... - ...)

Artikel 9. (01/03/2018- ...)

...

HOOFDSTUK III DE PROVINCIALE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN (... - ...)

Artikel 10. (... - ...)

Om te kunnen worden aangesteld als provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar of als waarnemend provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar, moet een persoon enerzijds houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A en anderzijds houder zijn van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening. [De minister bepaalt, rekening houdend met de voor de functie vereiste kennis en vaardigheden, welke diploma's van een opleiding ruimtelijke ordening voldoen voor een aanstelling in de functie. (verv. B.V.R. 7 juli 2000, art. 2, I: 1 mei 2000) ]

(Zie: M.B. 13 juli 2000, B.S., 28 juli 2000)

Artikel 11. (... - ...)

In afwijking van artikel 10 kunnen ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar aangesteld worden. Zij moeten echter op de datum van inwerkingtreding van dit besluit minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke of een provinciale administratie en ze moeten kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken was.

De personen die overeenkomstig het eerste lid als provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld moeten binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geslaagd zijn voor een test op basis van het opleidingsprogramma, bedoeld in artikel 22, of binnen zes jaar na hun eerste aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 10. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Bovendien kunnen, gedurende een periode van 5 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, eveneens personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, noch minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke of provinciale administratie en daarbij relevante ervaring hebben opgedaan zoals omschreven in het eerste lid, als provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten echter binnen zes jaar na hun eerste aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 10. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Artikel 12. (... - ...)

In afwijking van artikel 10 kunnen ook personeelsleden van de provinciale administratie van niveau A die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als waarnemend provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten echter op de datum van hun aanstelling minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke of een provinciale administratie en kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken heeft uitgemaakt.

Een aanstelling als waarnemend provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar kan maximaal 18 maanden duren indien de ambtenaar niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 10 en 11.

HOOFDSTUK IV DE GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN (... - ...)

AFDELING 1 DE GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN IN GEMEENTEN MET 20.000 OF MEER INWONERS (... - ...)

Artikel 13. (... - ...)

Om te kunnen worden aangesteld als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar in gemeenten met 20.000 of meer inwoners moet een persoon houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A en van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening. [De minister bepaalt, rekening houdend met de voor de functie vereiste kennis en vaardigheden, welke diploma's van een opleiding ruimtelijke ordening voldoen voor een aanstelling in de functie. (verv. B.V.R. 7 juli 2000, art. 2, I: 1 mei 2000) ]

(Zie: M.B. 13 juli 2000, B.S., 28 juli 2000)

Artikel 14. (... - ...)

In afwijking van artikel 13 kunnen in die gemeenten ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau B en van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel op de datum van inwerkingtreding van dit besluit in dienst van de gemeente zijn. [De minister bepaalt, rekening houdend met de voor de functie vereiste kennis en vaardigheden, welke diploma's van een opleiding ruimtelijke ordening voldoen voor een aanstelling in de functie. (verv. B.V.R. 7 juli 2000, art. 2, I: 1 mei 2000) ]

(Zie: M.B. 13 juli 2000, B.S., 28 juli 2000)

Bovendien kunnen ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel op de datum van inwerkingtreding van dit besluit minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken was.

De personen die overeenkomstig het tweede lid als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld, moeten binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geslaagd zijn voor een test op basis van het opleidingsprogramma, bedoeld in artikel 22, of binnen zes jaar na hun eerste aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 13.

Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Artikel 15. (01/07/2014- ...)

In afwijking van artikel 13 en 14 kunnen in dezelfde gemeenten eveneens personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, noch minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en daarbij relevante ervaring hebben opgedaan zoals omschreven in artikel 14, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel binnen zes jaar na hun eerste aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 13. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

AFDELING 2 DE GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN IN GEMEENTEN MET MINDER DAN 20.000 INWONERS (... - ...)

Artikel 16. (... - ...)

Om te kunnen worden aangesteld als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners moet een persoon houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B en van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening. [De minister bepaalt, rekening houdend met de voor de functie vereiste kennis en vaardigheden, welke diploma's van een opleiding ruimtelijke ordening voldoen voor een aanstelling in de functie. (verv. B.V.R. 7 juli 2000, art. 2, I: 1 mei 2000) ]

(Zie: M.B. 13 juli 2000, B.S., 28 juli 2000)

Artikel 17. (... - ...)

In afwijking van artikel 16 kunnen in die gemeenten ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en ze moeten kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken was.

De personen die overeenkomstig het eerste lid als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld moeten binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geslaagd zijn voor een test op basis van het opleidingsprogramma, bedoeld in artikel 22, of binnen zes jaar na hun aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 16. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Artikel 18. (01/07/2014- ...)

In afwijking van artikel 16 en 17 kunnen in dezelfde gemeenten eveneens personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, noch minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en daarbij relevante ervaring hebben opgedaan zoals omschreven in artikel 17, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel binnen zes jaar na hun aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 16. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Artikel 19. (... - ...)

In afwijking van artikel 16 en 17 kunnen in dezelfde gemeenten ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau C, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit minstens 12 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en ze moeten kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken was.

De personen die overeenkomstig het eerste lid als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld, moeten binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geslaagd zijn voor een test op basis van het opleidingsprogramma, bedoeld in artikel 22. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

AFDELING 3 ONVERENIGBAARHEDEN EN DE VOORWAARDEN WAARAAN EEN PERSOON MOET VOLDOEN OM TE KUNNEN WORDEN AANGESTELD ALS WAARNEMEND GEMEENTELIJK STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR (... - ...)

Artikel 20. (... - ...)

Het ambt van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar is onverenigbaar met het ambt van secretaris of van ontvanger zoals bedoeld in de wetgeving op de gemeentelijke instellingen.

Artikel 21. (... - ...)

Om te kunnen worden aangesteld als waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, moet een personeelslid van de gemeentelijke administratie houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B.

Daarnaast kunnen in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners ook personeelsleden van de gemeentelijke administratie die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau C, als waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten op het ogenblik van hun aanstelling wel betrokken zijn bij de uitvoering van de gemeentelijke taken inzake ruimtelijke ordening.

De onverenigbaarheid, bedoeld in artikel 20, geldt niet bij de aanstelling van een waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar.

Een aanstelling als waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar kan maximaal 18 maanden duren indien de ambtenaar niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 13, 14, 16 en 17, naar gelang van het inwoneraantal van de gemeente.

HOOFDSTUK V HET OPLEIDINGSPROGRAMMA VOOR PROVINCIALE EN GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAREN (... - ...)

Artikel 22. (... - ...)

Er wordt een opleidingsprogramma georganiseerd voor provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren die aangesteld zijn met toepassing van artikel 11, eerste lid, 14, tweede lid, 17 en 19. Het opleidingsprogramma wordt afgesloten met een test, waarvan de voorwaarden door de minister of zijn gemachtigde worden vastgelegd, en die tweemaal kan worden afgelegd.

De opleiding wordt uiterlijk voor de eerste keer georganiseerd met een begindatum in 2001 en ze wordt minstens tweemaal georganiseerd. Het opleidingsprogramma kan slechts éénmaal worden gevolgd door dezelfde ambtenaar. De minister of zijn gemachtigde kan daarop een uitzondering toestaan in geval van overmacht.

HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN (... - ...)

Artikel 23. (... - ...)

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2000.

Artikel 24. (... - ...)

De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 20/04/2024