Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van de artikelen 21, vierde lid, 42, vierde lid en 55 van de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne

Artikel 1. (... - ...)

Elke door het provinciaal comité, de eigenaars, de vruchtgebruikers of de gebruikers verschuldigde som wordt krachtens artikel 55 van de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne, niet betaald wanneer het bedrag ervan kleiner is dan 20 euro.

Artikel 2. (... - ...)

Het bedrag van de sommen die de provinciale comités, krachtens de artikelen 21, vierde lid, en 42, vierde lid, van de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne, zonder de tussenkomst van de Deposito- en Consignatiekas, rechtstreeks aan de eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers mogen uitkeren, is vastgesteld op 20 euro tot 1.250 euro.

Artikel 3. (... - ...)

(niet opgenomen)

(Heft het koninklijk besluit van 22 augustus 1980 tot vaststelling in het Vlaamse Gewest van de bedragen, bedoeld in de artikelen 21, vierde lid, 42 en 55, van de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne op)

Artikel 4. (... - ...)

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Artikel 5. (... - ...)

De Vlaamse minister, bevoegd voor de Landinrichting, is belast met de uitvoering van dit besluit.