Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de provinciale en gemeentelijke milieuplanning en de milieuraad, ter uitvoering van de artikelen 2.1.18, 2.1.24, 2.1.16 en 2.1.22 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

Datum 14/06/2002

Inhoud

1. (30/03/2007- ...)

§ 1. De provincies en gemeenten kunnen hun milieubeleid voeren op basis van een milieubeleidsplan, op te stellen conform de bepalingen van titel II, hoofdstuk I, afdeling 3 en 4, van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid.

§ 2. ...

Artikel 2. (... - ...)

§ 1. Bij het ontwerpen van de provinciale milieubeleidsplannen zorgt de bestendige deputatie, overeenkomstig artikel 2.1.16, º 2, van het voornoemde decreet van 5 april 1995, voor inspraak door de naar haar oordeel meest belanghebbende overheidsorganen, instellingen en privaatrechtelijke organisaties te betrekken.

Zij verenigt deze te consulteren instanties in een provinciale milieuraad, waarin in ieder geval de administraties zetelen die vertegenwoordigd zijn in de provinciale milieuvergunningencommissies en de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij. De leden van de provincieraad en de gouverneur kunnen geen stemhebbend lid of voorzitter zijn van de milieuraad, evenmin als de milieuambtenaren van het provinciebestuur.

§ 2. De milieuraad brengt advies uit over het ontwerp van milieubeleidsplan. De bestendige deputatie motiveert haar van dit advies afwijkende beslissingen in een begeleidende nota bij dit plan.

Artikel 3. (... - ...)

§ 1. Bij het ontwerpen van de gemeentelijke milieubeleidsplannen zorgt het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig artikel 2.1.22, § 2, van het voornoemde decreet van 5 april 1995, voor inspraak door de naar zijn oordeel meest belanghebbende overheidsorganen, instellingen en privaatrechtelijke organisaties te betrekken.

Zij verenigt deze te consulteren instanties in een gemeentelijke milieuraad, waarvan de leden van de gemeenteraad geen stemhebbend lid of voorzitter kunnen zijn, evenmin als de milieuambtenaar van de gemeente.

De Vlaamse minister, bevoegd voor leefmilieu, kan aan een gemeente, die op het ogenblik van de aanvraag minder dan 5 000 inwoners telt, een vrijstelling geven voor het hebben van een milieuraad zoals bedoeld in het tweede lid. De gemeente dient daartoe een aangetekende en gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de Vlaamse minister, bevoegd voor leefmilieu. Bij een uitblijven van een antwoord binnen de zestig kalenderdagen wordt de betrokken gemeente geacht een milieuraad op te richten.

§ 2. De milieuraad brengt advies uit over het ontwerp van milieubeleidsplan. Het college van burgemeester en schepenen motiveert zijn van dit advies afwijkende beslissingen in een begeleidende nota bij dit plan.

Artikel 4. (... - ...)

De Vlaamse minister, bevoegd voor Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 26/04/2024