Decreet houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid

Datum 22/12/2006

Inhoud

Artikel 1. (01/01/2007- ...)

Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Artikel 2. (01/01/2024- ...)

In dit decreet wordt verstaan onder:
1° verordening (EU) 2021/2115: verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013;
2° ...;
3° ...;
4° ...;
5° verordening (EU) 2021/2116: verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013;
6° ...;
7° landbouwer: de landbouwer, vermeld in artikel 3, 1), van verordening (EU) 2021/2115;
8° exploitant: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een groepering van natuurlijke personen of rechtspersonen, die een exploitatie exploiteert of voor wiens rekening een exploitatie wordt geëxploiteerd;
9° exploitatie: de uitbating van een geheel van activiteiten en bijbehorende infrastructuur door een welbepaalde exploitant en op een welbepaalde locatie, met inbegrip van de door de exploitant in gebruik zijnde landbouwgronden;
10° activiteiten: de landbouwactiviteiten, vermeld in artikel 4, lid 2, van verordening (EU) 2021/2115, het houden van dieren als vermeld in artikel 27, §1, van het Mestdecreet van 22 december 2006, het gebruiken van landbouwgronden en het telen van planten op andere groeimediums dan landbouwgrond;
11° locatie: een geografisch afgebakende plaats waar activiteiten plaatsvinden of waar bijbehorende infrastructuur staat;
12° landbouwgrond: de grond die behoort tot landbouwareaal;
12°/1 landbouwareaal: areaal van bouwland, blijvend grasland en blijvende
teelten, ook als boslandbouwsystemen zich op dat areaal bevinden; 12°/2 bouwland:
a)    land dat niet voldoet aan de definitie van blijvende teelten of blijvend grasland en dat voor de teelt van gewassen wordt gebruikt of dat daarvoor beschikbaar is, maar braak ligt;
b)    land dat is braakgelegd overeenkomstig artikel 31 of 70 van verordening (EU) 2021/2115 of de GLMC-norm 8, vermeld in bijlage III bij verordening (EU) 2021/2115;
12°/3 blijvend grasland: land dat wordt gebruikt voor een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen en dat minimaal vijf jaar niet in de vruchtwisseling van het bedrijf is opgenomen;
12°/4 blijvende teelten: de teelten van gewassen die geen blijvend grasland zijn en die niet in de vruchtwisseling zijn opgenomen. Blijvende teelten nemen het land gedurende ten minste vijf jaar in beslag. Blijvende teelten zijn teelten die geregeld een oogst kunnen opleveren, met inbegrip van producten van kwekerijen en hakhout met korte omlooptijd;
13° bedrijf: het bedrijf, vermeld in artikel 3, 2), van verordening (EU) 2021/2115, dat bestaat uit een of meer exploitaties;
14° GBCS: het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem, vermeld in titel IV, hoofdstuk II, van verordening (EU) 2021/2116;
14°/1 sectorale landbouwwetgeving van de Europese Unie: alle toepasselijke handelingen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid op basis van artikel 43 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn vastgesteld, en als dat van toepassing is, alle gedelegeerde of uitvoeringshandelingen die zijn vastgesteld op basis van die handelingen;
15° VLM: het publiekrechtelijk vormgegeven verzelfstandigd agentschap Vlaamse Landmaatschappij, vermeld in artikel 2 van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;
16° afwijking: afwijking van de registratie- en identificatieverplichting, vermeld in hoofdstuk VI, VII en VIII, van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen, en van artikel 3, van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten;
17° veebeslag: een geheel van dieren gehouden in een geografisch omschreven entiteit, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 10 april 2000 houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding, en die een duidelijk omschreven eenheid vormt op basis van epidemiologische banden, vastgesteld door de officiële dierenarts;
18° sanitair verantwoordelijke: de persoon, eigenaar of houder van een dier die er, permanent of tijdelijk, een onmiddellijk beheer of toezicht op uitoefent, tijdens het vervoer of op een verzamelplaats of in het slachthuis inbegrepen;
19° productiemiddelen: het toebehoren, bestaande uit roerende en onroerende goederen, dat gebruikt wordt in het productieproces, waaronder stallen, loodsen, gebouwen, melkinstallaties, opslagplaatsen, voeders, mest(stoffen), gewasbeschermingsmiddelen, machines, dieren, arbeid, gronden.

De Vlaamse Regering kan de definities, vermeld in punt 12°/2, 12°/3 en 12°/4, aanpassen.

Artikel 3. (01/01/2024- ...)

§1. De Vlaamse Regering is bevoegd voor de identificatie en registratie in het GBCS van:
1°   de landbouwers in overeenstemming met de identificatie die is voorzien in de Kruispuntbank van Ondernemingen van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie voor de inschrijvingsplichtige subjecten of in overeenstemming met het Rijksregister;
2° de landbouwgronden die de landbouwer per exploitatie in gebruik heeft.

De Vlaamse Regering kan het gebruik van andere gegevensbronnen dan de gegevensbronnen, vermeld in het eerste lid, 1°, toelaten en bepalen voor specifiek omschreven categorieën van landbouwers en kan bepalen welke andere informatie moet opgenomen worden in het GBCS met het oog op de uitvoering van de sectorale landbouwwetgeving van de Europese Unie en wat beperkt zal zijn tot hetgeen noodzakelijk is voor dat doel. De Vlaamse Regering bepaalt de verwerking conform de regelgeving over de bescherming van persoonsgegevens.

Landbouwers die bestaan uit een samenstelling van exploitanten en als een samenstelling van exploitanten geregistreerd zijn en daardoor niet voldoen aan de registratievorm, vermeld in het eerste lid, 1°, worden niet meer als een samenstelling van exploitanten geregistreerd. De identificatie en registratie van de landbouwers gebeurt conform het eerste lid, 1°.

De Vlaamse Regering bepaalt voor de samengestelde exploitanten, vermeld in het derde lid, een overgangsregeling en een overgangstermijn om zich in regel te stellen met de identificatie en registratie, vermeld in het eerste lid, 1°, alsook de gevolgen indien daaraan niet voldaan wordt.

De Vlaamse Regering wijst binnen het beleidsdomein Landbouw en Visserij de bevoegde entiteit aan voor de identificatie en registratie in het GBCS van de landbouwers en van de landbouwgronden.

§2. Met behoud van de toepassing van artikel 65, lid 2, van verordening (EU) 2021/2116 worden in het GBCS alle noodzakelijke gegevens opgenomen over de identificatie van landbouwers, exploitanten, exploitaties en landbouwgronden die vereist zijn voor een correcte uitvoering van het Mestdecreet van 22 december 2006 en van sectorale landbouwwetgeving van de Europese Unie.

§3. De Vlaamse Regering bepaalt de noodzakelijke gegevens, vermeld in § 2, en de wijze waarop die gegevens worden aangegeven en beheerd, alsook nadere regels met betrekking tot het vaststellen van het gebruik van landbouwgronden.

§4. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen omtrent de identificatie bij het starten, het stopzetten en het overnemen van een bedrijf of exploitatie.
 

Artikel 3/1. (01/01/2024- ...)

Een eigenaar kan op uitdrukkelijk verzoek, gericht aan de bevoegde entiteit, vermeld in artikel 3, de naam en het adres verkrijgen van de persoon die of het bedrijf dat zijn percelen aangeeft in de verzamelaanvraag, vermeld in artikel 69 van verordening (EU) 2021/2116 en onderdeel van het GBCS als vermeld in artikel 65 van de voormelde verordening.

De persoon of het bedrijf waarvan gegevens worden meegedeeld, wordt van die mededeling op de hoogte gebracht.

De Vlaamse Regering kan:
1° de indieningswijze van het verzoek, vermeld in het eerste lid, uitwerken;
2° bepalen op welke wijze het eigenaarschap wordt aangetoond;
3° de procedure voor de beoordeling van het verzoek, vermeld in het eerste lid, verder uitwerken;
4° bepalen op welke wijze de landbouwer van het verzoek, vermeld in het eerste lid, op de hoogte wordt gebracht.

Artikel 4. (01/01/2024- ...)

§ 1. Eenieder die tot aangifte verplicht is overeenkomstig artikel 23 van het Mestdecreet van 22 december 2006, of eenieder die steun wenst te verkrijgen ter uitvoering van de sectorale landbouwwetgeving van de Europese Unie, wordt op unieke wijze als landbouwer geïdentificeerd in het GBCS.

De Vlaamse Regering kan bepalen dat ook andere personen dan degenen, omschreven in het eerste lid, onderworpen worden aan een identificatie- en registratieplicht in het GBCS.

§ 2. Om als landbouwer te worden geïdentificeerd in het GBCS, beheert men, met behoud van de toepassing van artikel 62 van verordening (EU) 2021/2116 zijn bedrijf op autonome wijze zodat elke verwarring op het vlak van beheer, uitvoering van landbouwactiviteiten, productiemiddelen of het gebruik ervan, tussen twee of meer landbouwers uitgesloten is.

§ 3. Het op autonome wijze beheren van een bedrijf houdt in dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de landbouwer baat noch als natuurlijke persoon noch als rechtspersoon, hetzij afzonderlijk hetzij als lid van een groepering, twee of meer bedrijven uit;
2° de landbouwer heeft zijn productiemiddelen in exclusief gebruik en beheert ze exclusief;
3° de sanitair verantwoordelijke op het bedrijf is hetzij de landbouwer, hetzij iemand die deel uitmaakt van de landbouwer als bedoeld in artikel 1, 7°. In afwijking hiervan is het, voor een beslag dat betrekking heeft op verschillende landbouwers, voldoende dat de sanitair verantwoordelijke hetzij één van de landbouwers is die het beslag deelt, hetzij deel uitmaakt van één van de landbouwers als bedoeld in artikel 1, 7°, die het beslag deelt;
4° bedrijven waarvoor tussen de overeenkomstige beslagen een afwijking bestaat, worden als één bedrijf beschouwd;
5° de landbouwers die over dieren van dezelfde diersoort beschikken, en van wie de dieren tot een zelfde beslag behoren:
a) houden naast het bedrijfsregister van het beslag een apart register bij dat aangeeft welk dier bij welke landbouwer hoort;
b) actualiseren voor elk rund de relatie tussen rund en exploitatie op permanente en conforme wijze;
6° de fiscale boekhouding van een landbouwer mag geen betrekking hebben op de landbouwactiviteiten van verschillende bedrijven.

§ 4. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen met betrekking tot de voorwaarden vermeld in § 1, eerste lid, § 2, en § 3, zoals het exclusief gebruik en het exclusief beheer van de productiemiddelen en de wijze waarop een identificatie wordt aangevraagd en verleend, en kan bepalen in welke gevallen een registratie wordt gewijzigd of een nieuwe registratie kan worden aangevraagd.
 

Artikel 5. (01/01/2024- ...)

§ 1. Wie niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 4:
1°   wordt op het vlak van de identificatie en registratie niet samengevoegd
met andere exploitanten met wie hij in voorkomend geval samen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, zou voldoen. Identificatie en registratie van een samenstelling van exploitanten zonder conformiteit met de identificatie en de registratie, vermeld in artikel 3, §1, wordt niet doorgevoerd of wordt beëindigd;
2° kan geen betalingen of voordelen toegekend krijgen. In voorkomend geval worden betalingen teruggevorderd of toegekende voordelen ontnomen die in strijd met het autonome beheer zijn verkregen.

Wie kunstmatig de voorwaarden heeft gecreëerd om voordelen te verkrijgen in het kader van het Mestdecreet van 22 december 2006 of van de sectorale landbouwwetgeving van de Europese Unie, kan geen betalingen of voordelen toegekend krijgen waarvoor de voorwaarden kunstmatig zijn gecreëerd. In voorkomend geval worden betalingen teruggevorderd of toegekende voordelen ontnomen.

De Vlaamse Regering kan de gevallen bepalen waarbij het kunstmatig creëren van voorwaarden om voordelen te verkrijgen, wordt vermoed behoudens tegenbewijs, en bepaalt daarbij de wijze waarop het tegenbewijs gegeven wordt.

§2. De Vlaamse Regering bepaalt voor de exploitanten die op het vlak van identificatie en registratie zijn samengevoegd om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor het autonome beheer, vermeld in artikel 4, §2 en §3, en de uitvoeringsbesluiten van dat artikel, een overgangsregeling en een overgangstermijn om zich in regel te stellen met de identificatie en registratie, vermeld in artikel 3, §1, eerste lid, 1°, alsook de gevolgen indien daaraan niet voldaan wordt.
 

Artikel 5/1. (01/01/2024- ...)

Het Departement Landbouw en Visserij is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), voor alle verwerkingen van persoonsgegevens, vermeld in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.

De categorie van betrokkenen van wie de persoonsgegevens verwerkt kunnen worden zijn de landbouwers, vermeld in artikel 2, 7°.

De volgende persoonsgegevens van de categorie betrokkenen, vermeld in het tweede lid, kunnen worden verwerkt:
1°    identificatiegegevens;
2°    contactgegevens;
3°    beroepsgegevens, in het bijzonder de landbouwgronden die per exploitatie in gebruik zijn.

De persoonsgegevens, vermeld in het derde lid, worden verwerkt om te voldoen aan de wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust, vermeld in artikel 6, lid 1, c), van de voormelde verordening. De wettelijke verplichting bestaat uit de correcte uitvoering van het Mestdecreet van 22 december 2006 en van de sectorale landbouwwetgeving van de Europese Unie.

Artikel 6. (08/01/2016- ...)

Het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij en de VLM zijn, elk wat hun bevoegdheden betreft, belast met de controle op de naleving van de voorwaarden van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Artikel 7. (01/01/2007- ...)

Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2007.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 25/04/2024