Decreet betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen

Datum 16/06/2006

Inhoudstafel

  1. TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN
  2. TITEL II VLAAMSE GRONDENBANK
    1. HOOFDSTUK I OPRICHTING EN BEHEER
    2. HOOFDSTUK II TAKEN
    3. HOOFDSTUK III MIDDELEN
  3. TITEL III INFORMATIESYSTEEM
    1. HOOFDSTUK I CENTRAAL INFORMATIESYSTEEM
    2. HOOFDSTUK II INFORMATIEVERPLICHTINGEN
  4. TITEL IV VERWERVEN, BEHEREN EN OVERDRAGEN
    1. HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
    2. HOOFDSTUK II VERWERVEN
    3. HOOFDSTUK III BEHEREN
    4. HOOFDSTUK IV OVERDRAGEN
    5. [HOOFDSTUK IV/1 LOKALE GRONDENBANKEN (ing. decr. 28 maart 2014, art. 7.1.3, I: 1 september 2014)]
    6. HOOFDSTUK V RUIL OP AANVRAAG VAN BEROEPSLANDBOUWERS
    7. HOOFDSTUK VI RECHT VAN VOORKOOP
    8. [HOOFDSTUK VI/1 RECHT VAN VOORKEUR (ing. decr. 28 maart 2014, art. 7.1.5, I: 1 september 2014)]
    9. HOOFDSTUK VII KOOPPLICHT
  5. TITEL V SLOTBEPALINGEN
    1. HOOFDSTUK I WIJZIGINGSBEPALINGEN
    2. HOOFDSTUK II OVERGANGSBEPALINGEN

Inhoud

TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN (... - ...)

Artikel 1. (... - ...)

Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid, bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Artikel 2. (10/05/2021- ...)

Tenzij anders bepaald, wordt voor de toepassing van dit decreet verstaan onder :
1° administratieve overheden van het Vlaamse Gewest : het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de diensten van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de instellingen die afhangen van het Vlaamse Gewest of van de Vlaamse Gemeenschap, de besturen die onder het administratief toezicht staan van het Vlaamse Gewest of van de Vlaamse Gemeenschap, de instellingen die onder voornoemde besturen ressorteren en de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die in het Vlaamse Gewest belast zijn met taken van openbaar nut;
2° administratieve overheden van het Vlaamse Gewest en de Federale Staat : het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Federale Staat, de diensten van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of de Federale Staat, de besturen die onder het administratief toezicht staan van het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap of de Federale Staat, de instellingen die onder voornoemde besturen ressorteren en de publiekrechterlijke of de privaatrechtelijke rechtspersonen die in het Vlaamse Gewest belast zijn met taken van openbaar nut;
3° Vlaamse Grondenbank : afdeling van de bij decreet van 21 december 1988 houdende de oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij opgerichte Vlaamse Landmaatschappij;
4° centraal informatiesysteem : databanksysteem waarin de informatie aangaande onroerende goederen gelegen in het Vlaamse Gewest of toebehorend aan een administratieve overheid van Vlaamse Gewest opgenomen en bijgehouden wordt en waarmee deze informatie toegankelijk gemaakt wordt;
5° zakelijk recht : een recht van eigendom, een recht van vruchtgebruik, een recht van erfpacht of een recht van opstal;
6° agrarische structuur : het samenhangende geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren, zoals bepaald in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen of het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en geconcretiseerd in de plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen;
7° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Digitaal Vlaanderen en de vaststelling van de werking, het beheer en de boekhouding van het Eigen Vermogen Digitaal Vlaanderen;
8° e-voorkooploket : uniek elektronisch loket met betrekking tot alle bestaande en toekomstige Vlaamse voorkooprechten, zoals bepaald in artikel 4 van het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten.

TITEL II VLAAMSE GRONDENBANK (... - ...)

HOOFDSTUK I OPRICHTING EN BEHEER (... - ...)

Artikel 3. (19/02/2007- ...)

Binnen de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht bij decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij wordt een afdeling Vlaamse Grondenbank opgericht.

Artikel 4. (15/04/2024- ...)

§ 1. De Vlaamse Landmaatschappij stelt de nodige diensten, uitrusting, installaties en personeelsleden ter beschikking van de Vlaamse Grondenbank voor de uitvoering van haar taken zoals bedoeld in artikel 5, § 1.

§ 2. De administratieve overheden van het Vlaamse Gewest bevoegd voor Leefmilieu, Landinrichting en Natuurbehoud, stellen de nodige diensten, uitrusting, installaties en personeelsleden ter beschikking van de Vlaamse Grondenbank voor de uitvoering van haar taken zoals bedoeld in artikel 5, § 2 en 5, § 3.

§ 3. De Vlaamse Grondenbank bewaart de gegevens, met inbegrip van persoonsgegevens, voor de uitoefening van de taken, vermeld in artikel 5, gedurende de termijnen die worden bepaald in de selectieregels die de Vlaamse Landmaatschappij heeft opgesteld overeenkomstig het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
 

HOOFDSTUK II TAKEN (... - ...)

Artikel 5. (15/04/2024- ...)

§ 1. De Vlaamse Grondenbank heeft als taak :
1° het ontvangen en ter beschikking stellen van informatie met betrekking tot de decretale rechten van voorkoop en koopplichten op de wijze zoals bedoeld in titel III;
2° het uitoefenen van de decretale rechten van voorkoop zoals bedoeld in titel IV, hoofdstukken I en VI, op verzoek van de bevoegde administratieve overheden van het Vlaamse Gewest;
3° het vervullen van de decretale koopplichten zoals bedoeld in titel IV, hoofdstukken I en VII.
4° het uitvoeren van de taken van het e-voorkooploket zoals bepaald in artikel 4 van het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten.

§ 2. Naast de taken opgesomd onder § 1 heeft de Vlaamse Grondenbank, voor de bevoegdheden Leefmilieu, Landinrichting en Natuurbehoud, de volgende taken die ze zal uitvoeren op de wijze bepaald door de bevoegde entiteiten inzake Leefmilieu, Landinrichting en Natuurbehoud :
1° het verwerven en overdragen van zakelijke rechten op onroerende goederen, zoals bedoeld in titel IV, hoofdstukken I, II en IV;
2° het verwerven en overdragen van aandelen van vennootschappen, zoals bedoeld in titel IV, hoofdstukken I, II en IV;
3° het administratief beheren van deze rechten, vanaf de verwerving tot aan de overdracht, zoals bedoeld in titel IV, hoofdstukken I en III;
4° het aanleggen van grondreserves voor ruil in functie van de realisatie van projecten inzake bosuitbreiding of natuurbehoud, met inbegrip van de schadebeperkende en de compenserende maatregelen zoals bedoeld in artikel 26bis, § 3 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en met inbegrip van de compenserende maatregelen bedoeld in artikel 36ter, § 5 van hetzelfde decreet;
5° het ruilen van onroerende goederen.

§ 3. De Vlaamse Grondenbank heeft, binnen het kader van natuur- en bosbeleid en van grootschalige infrastructuurprojecten, als taak op verzoek van een beroepslandbouwer of van een administratieve overheid van het Vlaamse Gewest :
1° het ruilen van onroerende goederen die in landbouwgebruik zijn en die niet gelegen zijn in de agrarische structuur, naar de agrarische structuur;
2° het verplaatsen van landbouwbedrijven, geheel of gedeeltelijk niet gelegen in de agrarische structuur, naar de agrarische structuur;
3° het ruilen of verplaatsen zoals bedoeld in respectievelijk 1° of 2° kan niet naar de gebieden opgesomd in artikel 20 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, tenzij de Hoge Raad voor Natuurbehoud hiertoe positief advies verleent.

§ 4. De Vlaamse Grondenbank kan, op verzoek en in naam en voor rekening van de administratieve overheden in het Vlaamse Gewest, de aan deze overheden toebehorende bevoegdheden inzake onroerende en domaniale verrichtingen uitvoeren.

De Vlaamse Grondenbank dient daarbij tegenover derden niet te doen blijken van een bijzondere lastgeving.

De Vlaamse Regering kan nadere regelen bepalen voor de toepassing van deze paragraaf.

§ 5. De Vlaamse Grondenbank kan, op verzoek van de administratieve overheden in het Vlaamse Gewest, aan de personen die onteigend worden, gelijkwaardige gronden aanbieden. Het bedrag van de met toepassing van artikel 16 van de Grondwet verschuldigde geldelijke schadeloosstelling wordt in voorkomend geval vereffend of verminderd door de voorgestelde grondenruil. Dergelijke grondenruil kan nooit worden opgelegd aan de onteigende, met behoud van de toepassing van de wetgeving op de ruilverkaveling van landeigendommen. De ruiloperaties verlopen conform artikel 15/2.

§ 6. De Vlaamse Grondenbank kan aan personen die een compensatie voor kapitaalschade, vermeld in boek 6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid aanvragen, het aanbod doen om de schadelijdende percelen te ruilen voor gelijkwaardige gronden.

§ 7. De Vlaamse Grondenbank is belast met het globale administratieve beheer van de regeling inzake koopplichten en de ontwikkeling van een koopplichtenloket, vermeld in artikel 23 van het Instrumentendecreet van 26 mei 2023.

In voorkomend geval maakt de Vlaamse Grondenbank een beoordelingsverslag en een schattingsverslag op als vermeld in artikel 23, § 2, derde lid, van het Instrumentendecreet van 26 mei 2023.

De Vlaamse Grondenbank kan naar aanleiding van een aanvraag tot het vervullen van een koopplicht overgaan tot een ruil als vermeld in artikel 28, derde en vierde lid, van het Instrumentendecreet van 26 mei 2023.

Op verzoek van de tot aankoop verplichte entiteiten, vermeld in artikel 22 van het Instrumentendecreet van 26 mei 2023, kan de Vlaamse Grondenbank de onroerende goederen die conform titel 3 van het Instrumentendecreet van 26 mei 2023 zijn aangekocht, aanhouden, administratief beheren en zakelijke rechten daarop overdragen, en kan ze de ruiloperaties, vermeld in artikel 28, derde en vierde lid, van het Instrumentendecreet, doorvoeren. Op die ruiloperaties kan artikel 15/2 worden toegepast.

HOOFDSTUK III MIDDELEN (... - ...)

Artikel 6. (25/04/2013- ...)

§ 1. De werkingsmiddelen waarover de Vlaamse Grondenbank kan beschikken, zijn :
1° een dotatie aan de Vlaamse Landmaatschappij, afdeling Vlaamse Grondenbank;
2° de middelen die ter beschikking gesteld zijn door de verzoekende administratieve overheden van het Vlaamse Gewest voor de taken, vermeld in artikel 5, § 2 tot en met § 7.

§ 2. De verwervings- en beheersmiddelen waarover de Vlaamse Grondenbank kan beschikken, zijn :
1° de middelen die ter beschikking zijn gesteld door de administratieve overheden van het Vlaamse Gewest voor de uitvoering van de taken, vermeld in artikel 5, § 1, 2° en 3° ;
2° de middelen die ter beschikking zijn gesteld door de administratieve overheden van het Vlaamse Gewest, bevoegd voor het leefmilieu, de landinrichting en het natuurbehoud, voor de uitvoering van de taken, vermeld in artikel 5, § 2;
3° de middelen die ter beschikking zijn gesteld door administratieve overheden van het Vlaamse Gewest voor de uitvoering van de taken, voor zover die op verzoek van een administratieve overheid van het Vlaamse Gewest worden uitgevoerd, vermeld in artikel 5, § 3 tot en met § 7.

§ 3. De verwervings- en beheersmiddelen waarover de Vlaamse Grondenbank kan beschikken om een grondreserve op te bouwen, zijn :
1° de activa die de VLM verworven heeft en die nuttig zijn voor de uitoefening van de taken van de Vlaamse Grondenbank, vermeld in artikel 5, § 2 tot en met § 7, met uitzondering van de middelen, vermeld in § 2;
2° alle andere middelen die nuttig zijn in het kader van de doelstellingen van de Vlaamse Grondenbank en die inzonderheid ingevolge wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen aan de VLM toekomen of toegekomen zijn, alsook de terugstortingen, toevallige ontvangsten en intresten op de belegde goederen, met uitzondering van de middelen, vermeld in § 2.

§ 4. De opbrengsten of verliezen die kunnen voortvloeien uit de uitvoering van de taken, vermeld in artikel 5, § 1, 2° en 3°, en § 2 tot en met § 7, zijn respectievelijk ten voordele of ten laste van de administratieve overheid van het Vlaamse Gewest die de verwervingsmiddelen ter beschikking heeft gesteld.

Artikel 7. (19/02/2007- ...)

Het financieel beheer van de Vlaamse Grondenbank is gescheiden van het algemeen financieel beheer van de Vlaamse Landmaatschappij.

TITEL III INFORMATIESYSTEEM (... - ...)

HOOFDSTUK I CENTRAAL INFORMATIESYSTEEM (... - ...)

Artikel 8. (01/01/2016- ...)

§ 1. Het agentschap bouwt het centraal informatiesysteem uit als onderdeel van de GDI, zoals bepaald in artikel 3, 8°, van het GDI-decreet.

§ 2. De Vlaamse Grondenbank is belast met de ontwikkeling, het beheer en het openstellen van het e-voorkooploket, zoals bepaald in artikel 4 van het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten.

§ 3. De toegang tot de informatie opgenomen in het centraal informatiesysteem is gratis.

§ 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels stellen betreffende de uitvoering van dit artikel.

HOOFDSTUK II INFORMATIEVERPLICHTINGEN (... - ...)

Artikel 9. (25/05/2018- ...)

De administratieve overheden van het Vlaamse Gewest stellen, op vraag van de Vlaamse Grondenbank, alle informatie waarover zij beschikken en die nodig is voor de toepassing van dit decreet, ter beschikking van de Vlaamse Grondenbank. Voor zover dit is opgenomen in een samenwerkingsakkoord, kan ook de Federale Staat informatie aanleveren.

Met behoud van de toepassing van de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens blijven de administratieve overheden van het Vlaamse Gewest en de Federale Staat aansprakelijk voor de door hen al of niet geleverde informatie. De Vlaamse Grondenbank is aansprakelijk voor de verwerking van de aangeleverde informatie.

De Vlaamse Regering kan nadere regels stellen betreffende de uitvoering van dit artikel.
 

TITEL IV VERWERVEN, BEHEREN EN OVERDRAGEN (... - ...)

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN (... - ...)

Artikel 10. (01/05/2007- ...)

§ 1. Indien de taken zoals opgesomd in artikel 5, § 1, 2° en 3° uitgevoerd worden voor de bevoegdheden Leefmilieu, Landinrichting en Natuurbehoud, kan de Vlaamse Grondenbank deze in eigen naam en voor eigen rekening uitvoeren. Indien de taken zoals opgesomd in artikel 5, § 1, 2° en 3° niet voor de bevoegdheden Leefmilieu, Landinrichting en Natuurbehoud uitgevoerd worden, kan de Vlaamse Regering aan Vlaamse Grondenbank de opdracht geven om onroerende goederen aan te kopen in naam en voor rekening van een administratieve entiteit.

§ 2. De taken zoals opgesomd in artikel 5, § 2 en § 3 zal de Vlaamse Grondenbank in eigen naam en voor eigen rekening uitvoeren.

Artikel 11. (01/05/2007- ...)

De Vlaamse Grondenbank voert, in uitvoering van artikel 5, § 2 en § 3 met het oog op concrete projecten, bij de verwerving, het beheer en de overdracht onder meer de volgende taken uit :
1° de prospectie van de markt van onroerende goederen;
2° het voeren van de onderhandelingen.

Artikel 12. (01/05/2007- ...)

De Vlaamse Grondenbank voert de taken zoals beschreven in artikel 5, § 1, 2°, § 2 en § 3 uit, conform de door de respectievelijk bevoegde administratieve overheid van het Vlaamse Gewest gegeven richtlijnen en voorwaarden.

Artikel 12/1. (15/04/2024- ...)

 § 1. Ten gevolge van een ruil als vermeld in artikel 5, § 2, 5°, artikel 5, § 7, en artikel 5, § 3, 1°, kunnen de rechten die de pachter op zijn vroegere perceel bezat, worden overgedragen op zijn nieuwe perceel. Als die rechten worden overgedragen, kunnen wijzigingen worden aangebracht aan de pacht, inzonderheid met betrekking tot:
1° de pachtprijs;
2° de duur van de pacht;
3° de vergoedingen die overeenkomstig het Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023 verschuldigd zijn aan de pachter die de kosten heeft gedragen voor aanplantingen, bouwwerken en alle werken die noodzakelijk zijn voor de bewoonbaarheid van het gepachte goed of die dienstig zijn voor de exploitatie van dat goed en die stroken met de bestemming ervan.

Als wijzigingen aan de pacht worden aangebracht, roept de Vlaamse Grondenbank de partijen op en doet hen zodanige voorstellen dat ze ermee instemmen. Als een overeenkomst wordt bereikt, stelt de Vlaamse Grondenbank dat schriftelijk vast.

De bepalingen van het eerste lid gelden in afwijking van de gemeenrechtelijke regeling.

§ 2. De bepalingen, vermeld in paragraaf 1, zijn van overeenkomstige toepassing op de erfpacht, het recht van opstal en het recht van gebruik en bewoning.

HOOFDSTUK II VERWERVEN (... - ...)

Artikel 13. (28/02/2011- ...)

De Vlaamse Grondenbank kan, overeenkomstig artikel 10, verwerven via een onderhandse of openbare verkoop, het uitoefenen van een recht van voorkoop of van een recht van voorkeur, onteigening, het vervullen van een koopplicht, een ruil, een afstand van onverdeelde rechten, een schenking of een legaat.

HOOFDSTUK III BEHEREN (... - ...)

Artikel 14. (01/11/2023- ...)

§ 1. De Vlaamse Grondenbank beheert de in eigen naam en voor eigen rekening verworven zakelijke rechten vanaf de verwerving, vermeld in artikel 13, tot de overdracht, vermeld in artikel 15. Op verzoek van een administratieve overheid van het Vlaamse Gewest, kan de Vlaamse Grondenbank ook de onroerende goederen beheren waarop de administratieve overheid zakelijke rechten heeft.

In het kader van het beheer, vermeld in het eerste lid, en in afwachting dat de goederen worden overgedragen, kunnen de onroerende goederen die vrij van gebruik zijn, in voorkomend geval na akkoord van de verzoekende bevoegde administratieve overheid van het Vlaamse Gewest, verpacht worden bij een overeenkomst die van rechtswege verstrijkt na één jaar maar die hernieuwd kan worden. Die verpachtingen zijn niet onderworpen aan de bepalingen van het Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023.

§ 2. In voorkomend geval dat het onroerend goed vrij van gebruik wordt gemaakt, heeft de laatst gekende gebruiker van het onroerend goed een voorkeurrecht voor het afsluiten van een nieuwe gebruiksovereenkomst dewelke is opgesteld overeenkomstig de door de bevoegde administratieve overheid gestelde voorwaarden.
 

HOOFDSTUK IV OVERDRAGEN (... - ...)

Artikel 15. (01/05/2007- ...)

De Vlaamse Grondenbank draagt de in eigen naam en voor eigen rekening verworven zakelijke rechten over aan de bevoegde administratieve overheid van het Vlaamse Gewest, op wiens verzoek verworven is, of aan een door deze overheid aangeduide natuurlijke of rechtspersoon.

Artikel 15/1. (01/01/2006- ...)

De Vlaamse Grondenbank kan aan de natuurlijke of rechtspersonen, die op welkdanige wijze ook gronden exploiteren binnen het projectgebied en die een perceel verwerven buiten een projectgebied uitstel van betaling verlenen. De koopprijs wordt terugbetaald tegen een door de Vlaamse Regering vast te stellen intrestvoet. De maximale termijn van terugbetaling is 20 jaar.

[HOOFDSTUK IV/1 LOKALE GRONDENBANKEN (ing. decr. 28 maart 2014, art. 7.1.3, I: 1 september 2014)] (... - ...)

Artikel 15/2. (01/09/2014- ...)

Als de wijziging van de bestaande eigendoms- of gebruikstoestand in een gebied vereist is om de doelstellingen van een of meer administratieve overheden van het Vlaamse Gewest te realiseren, kan de Vlaamse Grondenbank onroerende goederen verwerven, administratief beheren of overdragen. De Vlaamse Grondenbank oefent die taak uit conform artikel 5 en volgens de richtlijnen en voorwaarden die bepaald worden door de administratieve overheden van het Vlaamse Gewest. De werkwijze wordt vastgelegd in een overeenkomst gesloten tussen de Vlaamse Grondenbank en een of meer administratieve overheden van het Vlaamse Gewest, en wordt benoemd als de inzet van lokale grondenbanken.

De instanties waarmee de overeenkomst lokale grondenbank wordt gesloten, staan in voor de kosten die voortvloeien uit het verwerven, vervreemden en administratief beheren van de onroerende goederen, zoals de aktekosten en de vergoedingen, overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst. De Vlaamse Regering stelt nadere regels vast voor de betaling van werkingsmiddelen aan het agentschap voor wat haar taken ingevolge de uitvoering van dit decreet betreft.

De wijziging van de eigendoms- en gebruikstoestand is alleen mogelijk als de eigenaars en andere houders van zakelijke rechten op het onroerend goed en de gebruikers instemmen met de wijziging.

HOOFDSTUK V RUIL OP AANVRAAG VAN BEROEPSLANDBOUWERS (... - ...)

Artikel 16. (... - ...)

Elke beroepslandbouwer die onroerende goederen, gelegen buiten de agrarische structuur, in eigendom of pacht heeft, kan een aanvraag indienen bij de Vlaamse Grondenbank om deze eigendom of pacht te ruilen naar de agrarische structuur.

HOOFDSTUK VI RECHT VAN VOORKOOP (... - ...)

Artikel 17. (01/08/2007- ...)

§ 1. Bij elke verkoop uit de hand van een onroerend goed waarop een administratieve overheid van het Vlaamse Gewest een recht van voorkoop heeft, moet dit recht van voorkoop worden aangeboden aan de Vlaamse Grondenbank, die op haar beurt de voorgenomen verkoop ter kennis brengt aan de begunstigden van het recht van voorkoop.

§ 2. Bij elke openbare verkoop van een onroerend goed waarop een administratieve overheid van het Vlaamse Gewest een recht van voorkoop heeft, moet deze verkoop worden gemeld aan de Vlaamse Grondenbank, die op haar beurt de voorgenomen verkoop ter kennis brengt aan de begunstigden van het recht van voorkoop.

Artikel 18. (01/08/2007- ...)

De Vlaamse Grondenbank voert een beslissing om het recht van voorkoop uit te oefenen slechts uit :
1° na het bekomen van een gunstig advies overeenkomstig de respectievelijk te volgen adviesprocedures, voor wat betreft de rechten van voorkoop waarvan sprake in artikel 19, § 1;
2° op verzoek van de begunstigde administratieve overheid van het Vlaamse Gewest, voor wat betreft de rechten van voorkoop waarvan sprake in artikel 19, § 2.

Artikel 19. (01/01/2021- ...)

§ 1. De Vlaamse Grondenbank oefent in eigen naam en voor eigen rekening, de hierna vermelde rechten van voorkoop uit. In geval van miskenning van deze rechten van voorkoop kan ze de indeplaatsstelling of een schadeloosstelling vorderen, in eigen naam en voor eigen rekening :
1° het recht van voorkoop zoals bepaald in de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen, zoals aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest;
2° het recht van voorkoop zoals bepaald in de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken;
3° het recht van voorkoop zoals bepaald in het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
4° het recht van voorkoop zoals bepaald in het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, voor aanbiedingen van goederen die gelegen zijn in overstromingsgebieden en oeverzones die niet samenhangen met de bevaarbare waterlopen;
5° het recht van voorkoop, vermeld in het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, voor aanbiedingen van goederen die gelegen zijn binnen de in het landinrichtingsplan aangeduide zone waar het recht van voorkoop geldt conform het voormelde decreet betreffende de landinrichting;

§ 2. Onderstaande rechten van voorkoop kunnen uitgeoefend worden door de begunstigden van deze rechten van voorkoop. De Vlaamse Regering kan de Vlaamse Grondenbank de opdracht geven om de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen, uit te voeren. Deze opdracht wordt uitgevoerd in naam en voor rekening van de begunstigde entiteit en volgens de door hen gestelde voorwaarden. In geval van miskenning van deze rechten van voorkoop kan de Vlaamse Grondenbank door de Vlaamse Regering verzocht worden om de indeplaatsstelling of een schadeloosstelling te vorderen, in naam en voor rekening van de begunstigde administratieve overheid van het Vlaamse Gewest :
1° het recht van voorkoop zoals bepaald in de wet van 19 juni 1978 betreffende het beheer van het Linkerscheldeoevergebied ter hoogte van Antwerpen en houdende maatregelen voor het beheer en de exploitatie van de haven van Antwerpen;
2° het recht van voorkoop zoals bepaald in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;
3° het recht van voorkoop zoals bepaald in de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
4° het recht van voorkoop zoals bepaald in het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehaven;
5° het recht van voorkoop zoals bepaald in het decreet van 13 december 2002 houdende de oprichting van de naamloze vennootschap van publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel;
6° het recht van voorkoop zoals bepaald in het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, voor aanbiedingen van goederen die gelegen zijn in overstromingsgebieden en oeverzones die samenhangen met de bevaarbare waterlopen;
7° het recht van voorkoop zoals bepaald in het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht;
8° het recht van voorkoop zoals bepaald in het decreet van 2 april 2004 betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart;
9° het recht van voorkoop, vermeld in het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, voor aanbiedingen van goederen die gelegen zijn binnen de in de inrichtingsnota aangeduide zone waar het recht van voorkoop geldt conform het voormelde decreet betreffende de landinrichting.

§ 3. De Vlaamse Grondenbank zal voor de toekomstige decretale voorkooprechten handelen overeenkomstig artikel 10.

[HOOFDSTUK VI/1 RECHT VAN VOORKEUR (ing. decr. 28 maart 2014, art. 7.1.5, I: 1 september 2014)] (... - ...)

Artikel 19/1. (01/09/2014- ...)

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder beveiligde zending: een aangetekende brief, een afgifte tegen ontvangstbewijs of elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.

Artikel 19/2. (13/07/2023- ...)

De Vlaamse Grondenbank heeft een recht van voorkeur bij de verkoop door een administratieve overheid van het Vlaamse Gewest van onroerende goederen die in een gebied liggen dat valt onder de categorie `recreatie', `landbouw', `bos', `overig groen', `reservaat en natuur', `gemeenschaps- en nutsvoorzieningen' of `ontginning en waterwinning', aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Voor de toepassing van het eerste lid geldt dat een bestemmingsvoorschrift van een plan van aanleg in elk geval vergelijkbaar is met een subcategorie of categorie van gebiedsaanduiding, als die concordantie opgenomen is in de tabel, vermeld in artikel 7.4.13, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of in de concordantielijst die bepaald is krachtens artikel 7.4.13, tweede lid, van de voormelde codex.

Het recht van voorkeur geldt op het volledige onroerend goed zodra het onroerend goed voor meer dan 80% gelegen is in de bestemmingscategorieen, vermeld in het eerste lid.

Artikel 19/3. (13/07/2023- ...)

§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder ruimtelijk geheel: twee of meer kadastrale percelen of delen van kadastrale percelen die samen een gemeenschappelijke grens hebben.

§ 1/1. De administratieve overheid van het Vlaamse Gewest doet, voorafgaand aan de verkoop, een aanbod tot aankoop. Het aanbod tot aankoop wordt gedaan aan de Vlaamse Grondenbank met een beveiligde zending. Het aanbod tot aankoop bevat de vraagprijs en de verkoopsvoorwaarden. De vraagprijs mag niet hoger zijn dan de venale waarde, zoals geschat door een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse vastgoedcodex, een ontvanger van het registratiekantoor of een beëdigde schatter.

Het recht van voorkeur is op het te verkopen onroerend goed van toepassing, ook als het maar op een deel van het onroerend goed slaat. Als het onroerend goed waarop het recht van voorkeur van de Vlaamse Grondenbank van toepassing is, maar een deel van het te verkopen onroerend goed is, doet de administratieve overheid van het Vlaamse Gewest voor dat deel een afzonderlijk aanbod.

Van het tweede lid kan worden afgeweken als het te verkopen onroerend goed waarvan maar op een deel het voorkeurrecht van de Vlaamse Grondenbank van toepassing is, een ruimtelijk geheel vormt dat de administratieve overheid van het Vlaamse Gewest niet wil splitsen. In dat geval wordt het geheel aangeboden voor één prijs en oefent de Vlaamse Grondenbank, als die het recht van voorkeur wil uitoefenen, het recht van voorkeur op het geheel uit.

§ 2. De Vlaamse Grondenbank oefent het recht van voorkeur uit met een beveiligde zending binnen een termijn van zestig dagen na datum van de beveiligde zending, vermeld in paragraaf 1/1.

De termijn, vermeld in het eerste lid, loopt van middernacht tot middernacht en begint te lopen vanaf de dag na de datum van de beveiligde zending, ver- meld in paragraaf 1/1. De termijn omvat alle dagen. Ook de vervaldag is in de termijn begrepen en wordt niet verplaatst als hij op een zaterdag, een zondag, of een wettelijke of decretale feestdag valt.

Als de Vlaamse Grondenbank het aanbod niet aanvaardt binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, kan de administratieve overheid van het Vlaamse Gewest het goed vrij verkopen aan een derde gedurende een periode van één jaar vanaf de dag na de datum van de beveiligde zending, vermeld in paragraaf 1/1, met dien verstande dat het goed niet verkocht mag worden tegen een prijs en onder voorwaarden die gunstiger zijn dan vermeld in het aanbod tot aankoop, vermeld in paragraaf 1/1. Na verloop van de voormelde periode van één jaar wordt de procedure vermeld in paragraaf 1/1, toegepast.

§ 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen voor dit recht van voorkeur.

Artikel 19/4. (13/07/2023- ...)

§ 1. Bij een miskenning van het recht van voorkeur heeft de Vlaamse Grondenbank het recht om in de plaats van de koper te worden gesteld voor een prijs die niet hoger mag zijn dan de venale waarde, die geschat wordt door een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse vastgoedcodex of door een beëdigde schatter, of heeft ze het recht om een schadevergoeding te vorderen ten bedrage van 20% van de verkoopprijs.

§ 2. De vordering wordt, op straffe van verval, ingesteld binnen een termijn van zes maanden vanaf de definitieve toewijzing of, bij verkoop uit de hand, binnen de termijn van een jaar nadat de akte is overgeschreven op het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

§ 3. De vordering tot indeplaatsstelling wordt gelijktijdig tegen de verkoper en de koper ingesteld. De eis is pas ontvankelijk na inschrijving op de kant van de overschrijving van de betwiste akte en, in voorkomend geval, op de kant van de overschrijving van de laatst overgeschreven titel.

De Vlaamse Grondenbank betaalt aan de koper de prijs terug die de koper heeft betaald. De verkoper is ertoe gehouden om aan de koper de kosten van de akte te vergoeden en, in voorkomend geval, aan de Vlaamse Grondenbank het deel van de prijs die de koper heeft betaald dat hoger is dan de venale waarde die een Vlaamse commissaris als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse vastgoedcodex of een beëdigde schatter heeft bepaald.

Als de rechter de vordering tot indeplaatsstelling inwilligt, geldt het vonnis als titel.

Iedere uitspraak op een eis tot indeplaatsstelling wordt ingeschreven achter de inschrijving van de eis.

§ 4. De vordering tot schadevergoeding wordt tegen de verkoper en de instrumenterende ambtenaar ingesteld. Ze kunnen hoofdelijk veroordeeld worden tot een schadevergoeding ten bedrage van 20% van de verkoopprijs.

HOOFDSTUK VII KOOPPLICHT (... - ...)

Artikel 20. (01/01/2015- Datum te bepalen door Vlaamse Regering)

§ 1. Alle aanvragen tot vervullen van de decretale koopplicht worden gericht aan de Vlaamse Grondenbank.

§ 2. De Vlaamse Grondenbank vervult, in eigen naam en voor eigen rekening, de hierna vermelde koopplichten : 1° de koopplicht zoals bepaald in het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen verontreiniging door meststoffen;
2° het decreet van 21 december 1994 houdende bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 1994 betreffende de definitieve aanwijzing van de beschermde duingebieden en van de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden, en houdende wijziging van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud;
3° de koopplicht zoals bepaald in het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
4° de koopplicht, vermeld in het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, voor goederen die gelegen zijn binnen de in het landinrichtingsplan aangeduide zone waar de koopplicht geldt conform het voormelde decreet betreffende de landinrichting;

§ 3. De Vlaamse Regering kan de Vlaamse Grondenbank de opdracht geven om in naam en voor rekening van de tot aankoop verplichte entiteit de hierna vermelde koopplichten te vervullen :
1° de koopplicht zoals bepaald in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;
2° de koopplicht zoals bepaald in het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;
3° ...;
4° de koopplicht zoals bepaald in het decreet van 16 april 1996 betreffende de waterkeringen;
5° de koopplicht, vermeld in het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, voor goederen die gelegen zijn binnen de in de inrichtingsnota aangeduide zone waar de koopplicht geldt conform het voormelde decreet betreffende de landinrichting.

§ 4. de Vlaamse Grondenbank zal de koopplichten vervullen indien aan de desbetreffende decretale voorwaarden voldaan is.

§ 5. De Vlaamse Grondenbank zal de toekomstige decretale koopplichten vervullen, overeenkomstig artikel 10.

§ 6. De Vlaamse Regering kan nadere regels stellen met betrekking tot een rangorde volgens dewelke de koopplichten dienen vervuld te worden, in geval van samenloop van verschillende koopplichten.

TITEL V SLOTBEPALINGEN (... - ...)

HOOFDSTUK I WIJZIGINGSBEPALINGEN (... - ...)

Artikel 21. (19/02/2007- ...)

Aan artikel 6 van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, gewijzigd bij de decreten van 23 januari 1991, 7 juli 1998, 8 december 1998 en 17 juli 2000 wordt een § 8 toegevoegd die luidt als volgt :
"§ 8. De Maatschappij wordt belast met de taken die overeenkomstig het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen die aan de Vlaamse Grondenbank zijn opgedragen.".

Artikel 22. (19/02/2007- ...)

Aan artikel 1bis, § 2 van hetzelfde decreet, wordt een definitie toegevoegd die luidt als volgt :
"6° het decreet Vlaamse Grondenbank : het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.".

Artikel 23. (19/02/2007- ...)

Aan artikel 5 van hetzelfde decreet, wordt een ten achtste toegevoegd dat luidt als volgt :
"8° het decreet Vlaamse Grondenbank.".

Artikel 24. (01/08/2007- ...)

Aan artikel 3 van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen wordt, wat het Vlaamse Gewest betreft, volgend lid toegevoegd :
"De Vlaamse Grondenbank : afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.".

Artikel 25. (01/08/2007- ...)

In artikel 56, § 2 van dezelfde wet worden, wat het Vlaamse Gewest betreft, volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "de Vlaamse Landmaatschappij" worden telkens vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank".
2° een nieuw lid wordt ingevoegd dat luidt als volgt :
"7. Titel IV, hoofdstukken I, II en VI van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen is van toepassing op dit recht van voorkoop.".

Artikel 26. (01/08/2007- ...)

In artikel 76, tweede lid, van de wet van 12 juli 1976 op de ruilverkaveling uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken, worden voor wat het Vlaamse Gewest betreft, de woorden "de Vlaamse Landmaatschappij' vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen,".

Artikel 27. (01/10/2012- ...)

In artikel 2 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij decreet van 10 maart 2006, wordt een 9° toegevoegd, dat luidt als volgt :
« 9° de Vlaamse Grondenbank : afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen. »

Artikel 28. (01/08/2007- ...)

In artikel 63 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "Het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten, de intercommunales, de instellingen die ressorteren onder het Vlaamse Gewest, alsook de vennootschappen die een erkenning hebben van die instellingen of besturen kunnen, ter verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan de Vlaamse Grondenbank verzoeken om in hun naam en voor hun rekening en binnen de door hen gestelde voorwaarden, het recht van voorkoop uit te oefenen bij verkoop van onroerende goederen die gelegen zijn in die zones die in het definitief vastgestelde ruimtelijk uitvoeringsplan als zones waar het recht van voorkoop geldt, worden aangeduid.";
2° een negende en laatste lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt :
"Titel IV, hoofdstukken I en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen is van toepassing op dit recht van voorkoop.".

Artikel 29. (01/08/2007- ...)

In artikel 66 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden de woorden "de overheden, bedoeld in artikel 63, tweede lid," vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° in § 2 worden de woorden "aan de aanwezige gevolmachtigde van de begunstigden van het recht van voorkoop" vervangen door "aan de begunstigden van het recht van voorkoop of aan de Vlaamse Grondenbank indien zij verzocht wordt de beslissing tot uitoefening van het recht van voorkoop uit te voeren";
3° in § 3, eerste lid, worden de woorden "aan de aanwezige gevolmachtigde van de begunstigden van het recht van voorkoop" vervangen door "aan de begunstigden van het recht van voorkoop of aan de Vlaamse Grondenbank indien zij verzocht wordt de beslissing tot uitoefening van het recht van voorkoop uit te voeren";
4° in § 3, tweede lid, worden de woorden "betekent hij het laatste bod aan de begunstigden van het recht van voorkoop en vraagt of deze hun recht van voorkoop al dan niet wensen uit te oefenen." vervangen door wat volgt : "betekent de instrumenterende ambtenaar het laatste bod aan de Vlaamse Grondenbank en vraagt hij of de begunstigde van het recht van voorkoop of de Vlaamse Grondenbank indien zij verzocht wordt de beslissing om het recht van voorkoop uit te oefenen uit te voeren, het recht van voorkoop wenst uit te oefenen.";
5° in § 3, laatste lid worden de woorden "de begunstigden van het recht van voorkoop" vervangen door "de Vlaamse Grondenbank";
6° aan § 3, laatste lid, wordt volgende bepaling toegevoegd :
"De Vlaamse Grondenbank zal deze kennisgeving op haar beurt mededelen aan de begunstigden van het recht van voorkoop.".

Artikel 30. (01/08/2007- ...)

In artikel 67 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden de woorden "de overheden, bedoeld in artikel 63, tweede lid," vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° in § 2 worden na de woorden "tweede lid," de woorden "of de Vlaamse Grondenbank indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren" ingevoegd;
3° in § 3 worden de woorden "de overheden, bedoeld in artikel 63, tweede lid," vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
4° in § 4 worden de woorden "de overheden, bedoeld in artikel 63, tweede lid," vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
5° aan § 4 wordt volgende bepaling toegevoegd :
"De Vlaamse Grondenbank zal deze kennisgeving op haar beurt mededelen aan de begunstigden van het recht van voorkoop.".

Artikel 31. (01/08/2007- ...)

In artikel 68 van hetzelfde decreet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
"In geval van verkoop met miskenning van het recht van voorkoop heeft elke begunstigde van het recht van voorkoop of de Vlaamse Grondenbank indien zij verzocht wordt de beslissing om het recht van voorkoop uit te oefenen uit te voeren, het recht, ofwel de indeplaatsstelling te vorderen van de koper, ofwel van de verkoper een schadevergoeding te eisen ten bedrage van 20 percent van de verkoopprijs. Bij samenloop van begunstigden wordt de rangorde gevolgd die werd vastgesteld overeenkomstig artikel 63, derde lid.";
2° in het vierde lid wordt na de woorden "vanaf de kennisgeving" de volgende woorden ingevoegd : "aan de Vlaamse Grondenbank. De Vlaamse Grondenbank zal op haar beurt deze kennisgeving doorgeven aan de begunstigden van het recht van voorkoop.".

Artikel 32. (01/08/2007- ...)

In artikel 195quater van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen het tweede en het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Het Vlaamse Gewest kan de Vlaamse Grondenbank verzoeken om de koopplicht bedoeld in het eerste lid te vervullen in naam en voor rekening van het Vlaams Gewest.";
2° tussen het derde lid en het vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Titel IV, hoofdstukken I en VII, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen is van toepassing op deze koopplicht.".

Artikel 33. (01/08/2007- ...)

Aan artikel 2 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, gewijzigd bij de decreet van 19 juli 2002, wordt volgende definitie toegevoegd :
"49° de Vlaamse Grondenbank : afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.".

Artikel 34. (01/08/2007- ...)

In artikel 37 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
" Het Vlaamse Gewest draagt dit recht van voorkoop over aan de Vlaamse Grondenbank. De Vlaamse Grondenbank kan dit voorkooprecht, in eigen naam en voor eigen rekening, uitoefenen volgens de door de Vlaamse Regering gestelde voorwaarden.";
2° in § 2 worden de woorden "de Vlaamse Regering" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
3° in § 3, eerste, tweede en derde lid worden de woorden "de Vlaamse Regering" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
4° in § 3 vierde lid, worden de woorden "aan de gemachtigde van de Vlaamse Regering" vervangen door de woorden "aan de Vlaamse Grondenbank";
5° een § 5 wordt toegevoegd die luidt als volgt :
"§ 5. De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op dit recht van voorkoop.".

Artikel 35. (01/08/2007- ...)

In artikel 38 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden de woorden "aan de Vlaamse Regering of de VLM" vervangen door de woorden "aan de Vlaamse Grondenbank".
2° in § 2 worden de woorden "Vlaamse Regering" telkens vervangen door de woorden "Vlaamse Grondenbank".

Artikel 36. (01/08/2007- ...)

In artikel 39 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° In het eerste lid wordt het woord "dit" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° in het vierde lid worden de woorden "aan het Vlaamse Gewest" vervangen door de woorden "van de Vlaamse Grondenbank".

Artikel 37. (01/08/2007- ...)

In artikel 42 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "het Vlaamse Gewest" vervangen door "de Vlaamse Grondenbank";
2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt :
"Het bedrag dat de eigenaar van de Vlaamse Grondenbank ontvangt met toepassing van dit artikel, wordt in voorkomend geval verminderd met het bedrag dat de eigenaar ontvangen heeft ten gevolge van planschade voor hetzelfde onroerend goed. Wanneer een eigenaar van een onroerend goed gebruik maakt van de voormelde mogelijkheid van gedwongen aankoop door de Vlaamse Grondenbank, kan hij geen aanspraak meer maken op planschade, patrimoniumverlies, schadevergoeding of een andere aankoopverplichting in hoofde van het Vlaamse Gewest of van de Vlaamse Grondenbank voor hetzelfde onroerend goed.";
3° een vierde lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VII, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op deze koopplicht.".

Artikel 38. (01/10/2012- ...)

In artikel 2 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, gewijzigd bij de decreten van 19 maart 2004, 24 december 2004 en 24 maart 2006 wordt een 34° toegevoegd, dat luidt als volgt :
« 34° de Vlaamse Grondenbank : afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen. ».

Artikel 39. (01/08/2007- ...)

In artikel 85 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999, wordt een § 4 ingevoegd die luidt als volgt : "§ 4 : De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op dit recht van voorkoop.".

Artikel 40. (01/08/2007- ...)

In artikel 86 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : "§ 1. Bij een openbare verkoop geeft de instrumenterende ambtenaar ten minste dertig dagen vooraf kennis van plaats, dag en uur van de verkoop aan de Vlaamse Grondenbank die deze kennisgeving op haar beurt doorgeeft aan :
1° in het geval, bedoeld in artikel 85, § 1, eerste lid, aan de begunstigde van het recht van voorkoop;
2° in de andere gevallen aan de gemeente en aan elke sociale huisvestingsmaatschappij met een werkgebied waarin het goed gelegen is.";
2° in § 2 worden de woorden "aan de aanwezige gevolmachtigden van de begunstigden van het recht van voorkoop" vervangen door de woorden "aan de begunstigden van het recht van voorkoop of aan de Vlaamse Grondenbank indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren,";
3° in § 3, eerste lid, worden de woorden "aan de aanwezige gevolmachtigden van de begunstigden van het recht van voorkoop," vervangen door de woorden "aan de begunstigden van het recht van voorkoop of aan de Vlaamse Grondenbank indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren,";
4° § 3, tweede lid, wordt vervangen door wat volgt :
"Als er geen hoger bod gedaan wordt of als de instrumenterend ambtenaar het hoger bod niet aanvaardt, betekent hij het laatste bod aan de Vlaamse Grondenbank. De Vlaamse Grondenbank geeft deze kennisgeving door aan de begunstigden van het recht van voorkoop. Indien de begunstigden of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, de beslissing om het recht van voorkoop uit te oefenen niet binnen een termijn van 15 dagen per aangetekend schrijven hebben betekend, is de toewijzing definitief.
Hebben twee of meerdere begunstigden de aanvaarding laten betekenen, dan geldt de bepaling van § 2, tweede lid.";
5° in § 3, derde lid, worden de woorden "aan de begunstigde van het recht van voorkoop" vervangen door de woorden "aan de Vlaamse Grondenbank".

Artikel 41. (01/08/2007- ...)

In artikel 87 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt vervangen door wat volgt :
"§ 1. Bij een verkoop uit de hand geeft de instrumenterende ambtenaar aan de Vlaamse Grondenbank kennis van de inhoud van de akte die wordt opgesteld onder opschortende voorwaarde van niet-uitoefening van het recht van voorkoop.";
2° in § 3, eerste lid, worden de woorden "aan de begunstigden, bedoeld in § 1" vervangen door de woorden "aan de Vlaamse Grondenbank";
3° in § 3, tweede lid, worden de woorden "aan dezelfde begunstigden" vervangen door de woorden "aan de Vlaamse Grondenbank";
4° in § 4 worden de woorden "aan de begunstigden, bedoeld in § 1" vervangen door de woorden "aan de Vlaamse Grondenbank";
5° aan § 4 wordt volgende bepaling toegevoegd :
"De Vlaamse Grondenbank geeft deze kennisgeving door aan de begunstigden van het recht van voorkoop.".

Artikel 42. (01/08/2007- ...)

Aan artikel 12 het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt :
" De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen is van toepassing op dit recht van voorkoop.".

Artikel 43. (01/08/2007- ...)

In artikel 2 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, zoals gewijzigd door de decreten van 25 juni 1992, van 18 december 1992, van 22 december 1993, van 20 december 1995, van 19 december 1997, van 11 mei 1999, van 3 maart 2000, van 8 december 2000, van 9 maart 2001, 21 december 2001, 19 juli 2002, 7 februari 2003, 28 maart 2003, 18 juli 2003, 12 december 2003 en 22 april 2005, wordt een definitie toegevoegd die luidt als volgt :
"60° de Vlaamse Grondenbank : afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.".

Artikel 44. (01/08/2007- ...)

In artikel 15quinquies, § 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "het Vlaamse Gewest" worden vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° een tweede lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VII, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op deze koopplicht.".

Artikel 45. (01/08/2007- ...)

In artikel 15sexies, § 4, eerste lid, van hetzelfde decreet worden in het eerste lid de woorden "het Vlaamse Gewest" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank".

Artikel 46. (01/08/2007- ...)

In artikel 15octies van hetzelfde decreet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, achtste lid, worden de woorden "het Vlaamse Gewest" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° § 4, tweede lid wordt vervangen door wat volgt :
" De Vlaamse Grondenbank gaat, overeenkomstig de door de Vlaamse Regering gestelde voorwaarden, over tot de verplichte aankoop, bedoeld in het eerste lid.";
3° in § 5 en § 6 worden de woorden "de Mestbank" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank".

Artikel 47. (01/08/2007- ...)

In artikel 5, § 8 van het decreet houdende bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 betreffende de definitieve aanwijzing van de beschermde duingebieden en van de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden, en houdende wijziging van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "het Vlaamse Gewest" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op deze koopplicht,";
2° een tweede lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VII, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op deze koopplicht".

Artikel 48. (01/08/2007- ...)

Aan artikel 3 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid wordt een lid toegevoegd dat luidt als volgt :
" 53° de Vlaamse Grondenbank : afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.".

Artikel 49. (01/08/2007- ...)

In het artikel 12 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 eerste lid wordt na de woorden "en oeverzones" de woorden "die samenhangen met de bevaarbare waterlopen" ingevoegd.
2° in § 1 wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt :
"De Vlaamse Grondenbank heeft een recht van voorkoop bij verkoop van onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen in afgebakende overstromingsgebieden en oeverzones die niet samenhangen met bevaarbare waterlopen.";
3° in § 1 wordt een derde lid ingevoegd dat luidt als volgt :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen, zijn van toepassing op dit recht van voorkoop.";
4° § 1, tweede lid dat nu het vierde lid is geworden, wordt vervangen door wat volgt :
"De Vlaamse Regering kan nadere regels stellen betreffende de uitvoering van deze paragraaf.";
5° in § 4 worden de woorden "Vlaamse Regering" vervangen door "begunstigden".

Artikel 50. (01/08/2007- ...)

In artikel 13 van hetzelfde decreet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden de woorden "de Vlaamse Regering of het door haar aangewezen agentschap" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "of de Vlaamse Regering haar voorkooprecht wenst" vervangen door de woorden "of de begunstigden of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, het recht van voorkoop wensen";
3° in § 2, tweede lid, worden na de woorden "de gemachtigde van de Vlaamse Regering" de woorden "of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren," ingevoegd;
4° in § 3, eerste lid, worden de woorden "de gemachtigde van de Vlaamse Regering te vragen of hij het recht van voorkoop wenst uit te oefenen." vervangen door de woorden "de begunstigden of de Vlaamse Grondenbank indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, te vragen of zij het recht van voorkoop wensen uit te oefenen.";
5° § 3, tweede lid wordt vervangen door wat volgt :
"Als er geen hoger bod wordt gedaan of indien de instrumenterende ambtenaar het hoger bod niet aanneemt, betekent de instrumenterende ambtenaar het laatste bod aan de Vlaamse Grondenbank en vraagt hij of de begunstigden van het recht van voorkoop of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het recht van voorkoop uit te oefenen uit te voeren, het recht van voorkoop wensen uit te oefenen. Als deze binnen een termijn van vijftien dagen hun instemming niet aan de instrumenterende ambtenaar hebben betekend of deze instemming niet hebben gegeven in een akte van de instrumenterend ambtenaar, is de toewijzing definitief.";
6° in § 3, derde lid worden de woorden "de gemachtigde van de Vlaamse Regering" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
7° aan § 3, derde lid, wordt volgende bepaling toegevoegd :
"De Vlaamse Grondenbank zal deze kennisgeving op haar beurt mededelen aan de begunstigden van het recht van voorkoop.".

Artikel 51. (01/08/2007- ...)

In artikel 14 van hetzelfde decreet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden de woorden "de Vlaamse Regering of het door haar aangewezen agentschap" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° in § 2 worden de woorden "de Vlaamse Regering" vervangen door de woorden "de begunstigden of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren,";
3° in § 3 worden de woorden "de Vlaamse Regering" vervangen door de woorden "de begunstigden".

Artikel 52. (01/08/2007- ...)

In artikel 15 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "de Vlaamse Regering" worden vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° volgende bepaling wordt ingevoegd :
"De Vlaamse Grondenbank zal deze kennisgeving op haar beurt mededelen aan de begunstigden van het recht van voorkoop.".

Artikel 53. (01/08/2007- ...)

In artikel 16 van hetzelfde decreet worden na de woorden "het Vlaamse Gewest" telkens de woorden "of de Vlaamse Grondenbank" ingevoegd.

Artikel 54. (01/08/2007- ...)

In artikel 17 § 1 van hetzelfde decreet wordt na het eerste lid een nieuw lid toegevoegd dat luidt als volgt :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VII, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op deze koopplicht.".

Artikel 55. (01/08/2007- ...)

In artikel 12 van het decreet van 13 december 2002 houdende de oprichting van de naamloze vennootschap van publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1 wordt volgende bepaling toegevoegd :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing zijn op dit recht van voorkoop.";
2° in § 3, eerste lid, worden de woorden "aan BAM" vervangen door "aan de Vlaamse Grondenbank";
3° in § 3, tweede lid, worden na de woorden "van BAM" telkens de woorden "of van de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren," ingevoegd;
4° in § 3, tweede lid worden de woorden "of het haar voorkooprecht wenst uit te voeren" vervangen door de woorden "of de begunstigde het voorkooprecht wenst uit te oefenen";
5° in § 3, derde lid, worden de woorden "van BAM" vervangen door de woorden "van de Vlaamse Grondenbank. De Vlaamse Grondenbank geeft deze kennisgeving door aan de begunstigden van het recht van voorkoop.";
6° in § 3, derde lid, worden na de woorden "als BAM" en de woorden "indien BAM" de woorden "of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren," ingevoegd.
7° § 4, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt :
"Bij een onderhandse verkoop geeft de instrumenterende ambtenaar aan de Vlaamse Grondenbank kennis van de inhoud van de akte, die wordt opgesteld onder opschortende voorwaarde van niet-uitoefening van het recht van voorkoop. Deze kennisgeving gebeurt aan de hand van een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs gericht aan de Vlaamse Grondenbank en geldt als aanbod van verkoop aan BAM.";
8° in § 4, vierde, vijfde en zesde lid, worden de woorden "aan BAM" telkens vervangen door de woorden "aan de Vlaamse Grondenbank";
9° aan § 4, laatste lid wordt volgende bepaling toegevoegd :
"De Vlaamse Grondenbank geeft deze kennisgeving door aan de begunstigden van het recht van voorkoop.";
10° in § 5, eerste lid, worden na de woorden "heeft BAM" de woorden "of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren," ingevoegd.

Artikel 56. (01/08/2007- ...)

In artikel 34 van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, gewijzigd bij de decreten van 8 december 2000 en van 13 februari 2004,wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VII, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op deze koopplicht.".

Artikel 57. (01/08/2007- ...)

In artikel 8 van de wet van 19 juni 1978 betreffende het beheer van het Linkerscheldeoevergebied ter hoogte van Antwerpen en houdende maatregelen voor het beheer en de exploitatie van de haven van Antwerpen wordt volgend lid toegevoegd dat luidt als volgt :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op dit recht van voorkoop.".

Artikel 58. (01/08/2007- ...)

Aan artikel 2 van het decreet van 2 april 2004 betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart wordt de volgende definitie toegevoegd :
" 7° de Vlaamse Grondenbank : afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.".

Artikel 59. (01/08/2007- ...)

Aan artikel 10 van hetzelfde decreet wordt een § 5 toegevoegd die luidt als volgt :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op dit recht van voorkoop.".

Artikel 60. (01/08/2007- ...)

In artikel 11 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "De Scheepvaart, om die toe te laten zijn recht op voorkoop uit te oefenen," vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank".
2° in § 1, derde lid, worden na de woorden "de Scheepvaart" telkens de woorden "of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren," ingevoegd.

Artikel 61. (01/08/2007- ...)

In artikel 12 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de Scheepvaart" vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° het tweede, derde, vierde en vijfde lid worden vervangen door wat volgt :
"Als de verkoop wordt gehouden zonder voorbehoud van eventuele uitoefening van het recht van hoger bod, vraagt de instrumenterende ambtenaar bij het einde van de opbieding en vóór de toewijzing, in het openbaar aan De Scheepvaart of aan de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, of het recht van voorkoop wordt uitgeoefend tegen het laatste bod. In geval van weigering, afwezigheid of stilzwijgen van De Scheepvaart of van de Vlaamse Grondenbank wordt de verkoop voortgezet.
Als de verkoop wordt gehouden onder voorbehoud van eventuele uitoefening van het recht van hoger bod, onthoudt de instrumenterende ambtenaar zich ervan aan De Scheepvaart of aan de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, te vragen of het recht van voorkoop wordt uitgeoefend.
Als er een hoger bod is, stelt de instrumenterende ambtenaar de Vlaamse Grondenbank in kennis van het hoger bod. Bij herverkoop ten gevolge van de uitoefening van het recht van hoger bod, stelt de instrumenterende ambtenaar de Vlaamse Grondenbank ten minste een maand vooraf in kennis van plaats, dag en uur van verkoop. De Vlaamse Grondenbank zal deze kennisgeving op haar beurt doorgeven aan de begunstigden van het recht van voorkoop. De instrumenterende ambtenaar vraagt bij het einde van de opbiedingen en voor de toewijzing, in het openbaar, aan de Scheepvaart of aan de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, of het recht van voorkoop wordt uitgeoefend tegen de laatst geboden prijs. Bij weigering of afwezigheid of stilzwijgen van de Scheepvaart of van de Vlaamse Grondenbank wordt de verkoop voortgezet. Als er geen hoger bod wordt gedaan of als de instrumenterende ambtenaar het hogere bod niet aanneemt, stelt de instrumenterende ambtenaar de Vlaamse Grondenbank in kennis van het laatste bod en vraagt hij of de Scheepvaart het recht van voorkoop wil uitoefenen. Als de Scheepvaart of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, binnen een termijn van vijftien dagen na de kennisgeving de instrumenterende ambtenaar niet in kennis heeft gesteld van de instemming, is de toewijzing definitief.".

Artikel 62. (01/08/2007- ...)

In artikel 13 van hetzelfde decreet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "De Scheepvaart" worden vervangen door de woorden "de Vlaamse Grondenbank";
2° volgende bepaling wordt toegevoegd :
"De Vlaamse Grondenbank zal deze kennisgeving op haar beurt doorgeven aan de begunstigden van het recht van voorkoop.".

Artikel 63. (01/08/2007- ...)

In artikel 14, § 1 van hetzelfde decreet worden de woorden "aan De Scheepvaart" vervangen door de woorden "aan de Vlaamse Grondenbank".

Artikel 64. (01/08/2007- ...)

In artikel 2 van het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechterlijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht, zoals gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1997, 7 juli 1998, 8 december 2000 en 2 april 2004, wordt de volgende definitie toegevoegd : "9° de Vlaamse Grondenbank : afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht volgens het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.".

Artikel 65. (01/08/2007- ...)

In hetzelfde decreet wordt artikel 28 bis vervangen door wat volgt :

" Artikel 28bis. § 1. Waterwegen en Zeekanaal geniet een recht van voorkoop op deze gronden die volgens hun bestemming dienstig kunnen zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de vennootschap.

§ 2. Het recht van voorkoop, bedoeld in § 1, geldt niet in geval van verkoop van het goed voor eigen rekening aan de volgende personen :
1° de echtgenoot, de samenwonende partner, de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de eigenaar;
2° de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de echtgenoot of van de samenwonende partner van de eigenaar;
3° de mede-eigenaar;
4° de echtgenoot, de samenwonende partner, de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de mede-eigenaar;
5° de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de echtgenoot of van de samenwonende partner van de mede-eigenaar;
6° de echtgenoten of de samenwonende partners van voormelde afstammelingen of geadopteerde kinderen.

Het recht van voorkoop geldt daarentegen wel als de personen, bedoeld in § 2, 1° tot en met 6°, het goed kochten voor eigen rekening en het, vervolgens, opnieuw verkopen aan een derde niet behorend tot de categorieën van personen vermeld onder § 2.

§ 3. Het goed kan pas worden verkocht nadat de verkoper aan Waterwegen en Zeekanaal de gelegenheid heeft gegeven om het recht van voorkoop uit te oefenen. Naargelang het gaat om een verkoop uit de hand of een openbare verkoop wordt gehandeld overeenkomstig § 4 respectievelijk § 5.

§ 4. Bij verkoop uit de hand geeft de instrumenterende ambtenaar de Vlaamse Grondenbank kennis van de inhoud van de akte die is opgesteld onder de opschortende voorwaarde van niet-uitoefenen van het recht van voorkoop, waarbij enkel de identiteit van de koper opengelaten wordt.

De kennisgeving geldt als aanbod van verkoop.

Waterwegen en Zeekanaal beschikt over een termijn van twee maanden na de kennisgeving om zijn recht van voorkoop uit te oefenen. Waterwegen en Zeekanaal of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, stelt de instrumenterende ambtenaar in kennis van de uitoefening van het recht van voorkoop.

§ 5. Bij openbare verkoop stelt de instrumenterende ambtenaar de Vlaamse Grondenbank ten minste een maand vooraf in kennis van plaats, dag en uur van de verkoop, van de identificatie van het goed en van de eigendoms- en gebruikstoestand van het goed.

Als de verkoop wordt gehouden zonder voorbehoud van eventuele uitoefening van het recht van hoger bod, vraagt de instrumenterende ambtenaar bij het einde van de opbieding en vóór de toewijzing, in het openbaar, aan Waterwegen en Zeekanaal of aan de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, of het agentschap zijn recht van voorkoop wil uitoefenen tegen de laatst geboden prijs. In geval van weigering, afwezigheid of stilzwijgen van Waterwegen en Zeekanaal of van de Vlaamse Grondenbank wordt de verkoop voortgezet.

Als de verkoop wordt gehouden onder voorbehoud van eventuele uitoefening van het recht van hoger bod, onthoudt de instrumenterende ambtenaar er zich van aan Waterwegen en Zeekanaal of aan de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, te vragen of het agentschap het recht van voorkoop wil uitoefenen.

Als er een hoger bod is, stelt de instrumenterende ambtenaar de Vlaamse Grondenbank in kennis van het hogere bod. De Vlaamse Grondenbank zal deze kennisgeving op haar beurt door geven aan de begunstigden van het recht van voorkoop. Bij herverkoop ten gevolge van de uitoefening van het recht van hoger bod, stelt de instrumenterende ambtenaar de Vlaamse Grondenbank ten minste een maand vooraf in kennis van plaats, dag en uur van verkoop. De instrumenterende ambtenaar vraagt bij het einde van de opbiedingen en voor de toewijzing, in het openbaar, aan Waterwegen en Zeekanaal of aan de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, of het agentschap zijn recht van voorkoop wil uitoefenen tegen de laatst geboden prijs. Bij weigering of afwezigheid of stilzwijgen van Waterwegen en Zeekanaal of van de Vlaamse Grondenbank wordt de verkoop voortgezet. Als er geen hoger bod wordt gedaan of als de instrumenterende ambtenaar het hogere bod niet aanneemt, stelt de instrumenterende ambtenaar de Vlaamse Grondenbank in kennis van het laatste bod en vraagt hij of het agentschap het recht van voorkoop wil uitoefenen. Als Waterwegen en Zeekanaal of de Vlaamse Grondenbank, indien zij verzocht wordt de beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen uit te voeren, binnen een termijn van vijftien dagen na de kennisgeving de instrumenterende ambtenaar niet in kennis heeft gesteld van zijn instemming, is de toewijzing definitief.

§ 6. De instrumenterende ambtenaar voor wie een authentieke akte wordt verleden van een verkoop waarop een recht van voorkoop, zoals bedoeld in dit artikel, van toepassing is, moet binnen een maand na de registratie ervan de Vlaamse Grondenbank in kennis stellen van de prijs en de voorwaarden van de verkoop. De Vlaamse Grondenbank zal deze kennisgeving op haar beurt door geven aan de begunstigden van het recht van voorkoop.

§ 7. In geval van verkoop met miskenning van het recht van voorkoop van Waterwegen en Zeekanaal heeft Waterwegen en Zeekanaal het recht om in de plaats gesteld te worden van de koper of om van de verkoper een schadevergoeding te eisen ten bedrage van 20 percent van de verkoopprijs.

De vordering tot naasting en indeplaatsstelling en de vordering tot schadeloosstelling verjaren, bij openbare verkoop en bij verkoop uit de hand, na verloop van zes maanden, te rekenen van de kennisgeving van deze verkoop aan de Vlaamse Grondenbank, overeenkomstig § 6 als een dergelijke kennisgeving heeft plaatsgehad, of na verloop van twee jaar na de overschrijving van de akte van verkoop.

De vordering tot indeplaatsstelling moet gelijktijdig tegen de verkoper en de eerste koper worden ingesteld en de eis is pas ontvankelijk na inschrijving op de kant van de overschrijving van de betwiste akte en in voorkomend geval op de kant van de overschrijving van de laatst overgeschreven titel.

De indeplaatsgestelde betaalt aan de koper de prijs terug die de koper heeft betaald, alsmede de kosten van de akte. Hij is alleen gehouden tot de verplichtingen die voor de koper voortvloeien uit de authentieke akte van verkoop en tot de lasten waarin de koper heeft toegestemd, voorzover die lasten zijn ingeschreven of overgeschreven voor de inschrijving van zijn eis.

Als de rechter de vordering tot indeplaatsstelling inwilligt, verwijst hij de partijen voor het verlijden van de akte naar de door hen gekozen instrumenterende ambtenaar of naar een ambtshalve aangewezen instrumenterende ambtenaar, als de partijen het niet eens zijn over de keuze. De kosten van de akte zijn voor rekening van de indeplaatsgestelde.

Iedere uitspraak over een eis tot indeplaatsstelling wordt opgenomen bij de inschrijving, bedoeld in het tweede lid van deze paragraaf.

§ 8. De kennisgevingen of inkennisstellingen, bepaald in afdeling VII, moeten, op straffe van niet-bestaan, betekend worden bij gerechtsdeurwaardersexploot of met een aangetekende brief. De datum van kennisgeving of inkennisstelling is de datum van de afgifte op de post van de aangetekende brief of de datum van het gerechtsdeurwaarderexploot.

§ 9. Het recht van voorkoop, bedoeld in afdeling VII, doet geen afbreuk aan de op het ogenblik van het in werking treden van deze afdeling van kracht zijnde regelingen inzake het recht van voorkoop die steeds voorrang hebben, ongeacht of die bij wet of decreet werden vastgelegd.

§ 10. De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VI, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op dit recht van voorkoop. ".

Artikel 66. (01/08/2007- ...)

Aan artikel 6 van het decreet van 16 april 1996 betreffende de waterkeringen wordt volgende alinea toegevoegd :
"De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VII, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op deze koopplicht.".

HOOFDSTUK II OVERGANGSBEPALINGEN (... - ...)

Artikel 67. (... - ...)

§ 1. De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II, III en IV, treden in werking de eerste dag van de derde maand volgend op de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad.

§ 2. De bepalingen van titel IV, hoofdstuk V, treden in werking telkens voor deze regio's waar gebieden door de Vlaamse Regering herbevestigd zijn als behorend tot de agrarische structuur.

§ 3. De bepalingen van titel IV, hoofdstukken VI en VII, en de artikelen 24 tot en met 68 treden in werking de eerste dag van de zesde maand volgend op de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 68. (01/08/2007- ...)

De uitoefening van de rechten van voorkoop bedoeld in artikel 19 gebeurt volgens de huidige procedures in de respectievelijke wetten of decreten, indien :
1° bij overeenkomsten, vóór de datum van inwerkingtreding van titel IV, hoofdstuk VI, van dit decreet, reeds het recht van voorkoop werd aangeboden aan de bevoegde instantie bepaald in deze respectievelijke wetten of decreten;
2° bij openbare verkopen, vóór de datum van inwerkingtreding van titel IV, hoofdstuk VI, van dit decreet, reeds openbare verkoopverrichtingen zijn aangevat.

Het bewijs hiervan kan met alle middelen worden geleverd.

Artikel 69. (01/08/2007- ...)

Het vervullen van de koopplichten zoals bedoeld in artikel 20 van dit decreet gebeurt volgens de huidige procedures in de respectievelijke wetten of decreten, indien het onroerend goed of de onroerende goederen, die het voorwerp uitmaken van deze koopplichten, aan de bevoegde instanties zijn aangeboden vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 26/04/2024