Omzendbrief BB 2010/03 betreffende "Verbod op registratie van taalvoorkeur"

Datum 07/05/2010

Inhoud

( 06/06/2010 - ... )

Aan de provinciegouverneurs

Ter kennisgeving aan :
- de colleges van burgemeester en schepenen
- de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
- de voorzitters van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

Met deze omzendbrief vestig ik de bijzondere aandacht van de lokale besturen op het strikte verbod om een eventuele taalvoorkeur van de inwoners te registreren. Besturen die een taalvoorkeur bijhouden handelen in strijd met de taalwetgeving maar evenzeer in strijd met het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die wordt opgenomen in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister. De taalwetgeving is bovendien van openbare orde.

Bovendien herinner ik er aan dat voor wat de faciliteitengemeenten betreft, de Raad van State in zijn arresten van 23 december 2004 (nummers 138.860 tot 138.864) een duidelijke interpretatie heeft gegeven over de toepassing van de taalwetgeving in bestuurszaken.

De Raad van State heeft die interpretatie nog eens herhaald in het arrest nr. 184.353 van 19 juni 2008.

De Raad van State bepaalt in de geciteerde arresten dat de taal die in de faciliteitengemeenten in bestuurszaken moet worden gebruikt, in beginsel het Nederlands is.

Inwoners van faciliteitengemeenten hebben weliswaar het recht om in hun contacten met de gemeentebesturen in het Frans te worden bediend, maar zij moeten die vraag bij elk contact opnieuw herhalen.

Het automatisch gebruik van een andere taal dan het Nederlands door een lokaal bestuur in relaties met zijn inwoners zou neerkomen op een stelsel van tweetaligheid wat ongrondwettig is. Bijgevolg is elk systeem dat er op gericht is door middel van registers of bestanden de taalvoorkeur van inwoners te registreren met de bedoeling een automatische taalkeuze te maken, ongrondwettig.

Dit verbod geldt voor alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest.

Het vloeit niet alleen voort uit de arresten van de Raad van State maar ook uit de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die wordt opgenomen in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister. In artikel 1 van dat besluit wordt een limitatieve opsomming gegeven van de informatie die in de bevolkingsregisters en de vreemdelingenregisters mag worden opgenomen. De vermelding van de taalaanhorigheid is hier niet bij vermeld.

Samengevat mogen lokale besturen dus geen taalregister van hun inwoners bijhouden.

In de praktijk stel ik evenwel vast dat, ondanks het verbod, een aantal lokale besturen in Vlaanderen toch verder gebruik blijven maken van een taalregister, bijvoorbeeld voor het verzenden van de oproepingsbrieven voor verkiezingen of voor het verzenden van oproepingskaarten voor de vernieuwing van identiteitskaarten.

Ondertussen heb ik de federale minister van Binnenlandse Zaken aangeschreven met het verzoek de taalcode uit de bestanden van het rijksregister te laten verwijderen. In ieder geval moeten de gemeenten in hun contacten met burgers nauwgezet de taalwetgeving toepassen om zo bij te dragen tot de sereniteit van het overheidsbestuur. De correcte toepassing van de regelgeving is een basispijler van de goede werking van onze democratische instellingen. Ik verzoek de provinciegouverneurs om het bestuurlijk toezicht op de regelgeving nauwgezet uit te oefenen als gemeenten een taalcode zouden gebruiken.

Ik verzoek u om in het volgende nummer van het Bestuursmemoriaal de datum van de publicatie van deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad te vermelden.

Ik stuur deze omzendbrief ook rechtstreeks aan de gemeente- en O.C.M.W.-besturen en aan de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.

Deze omzendbrief kan geraadpleegd worden op het internet op het volgende adres : http://www.binnenland.vlaanderen.be/omzend.htm.


Vlaamse Codex, officiƫle website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 14/12/2024