Decreet houdende de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen en houdende wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [citeeropschrift: "het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011"]

Datum 08/07/2011

Inhoudstafel

  1. Deel 1 Inleidende bepalingen
  2. Deel 2 Voor de verkiezingsdag
    1. Titel 1 Vaststelling van de datum van de verkiezingen
    2. Titel 2 Vaststelling van het aantal te verkiezen vertegenwoordigers
    3. Titel 3 Kiesvoorwaarden en kiezerslijst
      1. HOOFDSTUK 1 Kiesvoorwaarden voor Belgische onderdanen
      2. HOOFDSTUK 2 Kiesvoorwaarden voor onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie
      3. HOOFDSTUK 3 Kiesvoorwaarden voor de onderdanen van de staten die geen lid zijn van de Europese Unie
      4. HOOFDSTUK 4 Schorsing en uitsluiting
      5. HOOFDSTUK 5 Vaststelling van de kiezerslijsten
      6. HOOFDSTUK 6 Bekendmaking van de kiezerslijsten
    4. Titel 4 Verdeling van de kiezers over de stemafdelingen
    5. Titel 5 Verzending van de kiezerslijsten aan de bureaus
    6. Titel 6 Bezwaar tegen de kiezerslijsten bij het college van burgemeester en schepenen
    7. Titel 7 Beroep tegen de kiezerslijsten bij het hof van beroep
    8. Titel 8 De samenstelling van de hoofdbureaus
      1. HOOFDSTUK 1 Het gemeentelijk hoofdbureau
      2. HOOFDSTUK 2 Het stadsdistrictshoofdbureau
      3. HOOFDSTUK 3 Het kantonhoofdbureau
      4. HOOFDSTUK 4 Het provinciedistrictshoofdbureau
      5. HOOFDSTUK 5 Het provinciaal hoofdbureau
    9. Titel 9 Samenstelling van de stembureaus en telbureaus
      1. HOOFDSTUK 1 Bepaling van het aantal stembureaus en telbureaus
      2. HOOFDSTUK 2 Opmaak van de lijsten met de personen die kunnen worden aangewezen
      3. HOOFDSTUK 3 Samenstelling van de telbureaus
      4. HOOFDSTUK 4 Samenstelling van de stembureaus
    10. Titel 10 Uitnodiging van de kiezers
    11. Titel 11 Afleveren van een volmacht
    12. Titel 12 De verkiesbaarheidsvoorwaarden
    13. Titel 13 Bescherming van de lijstnamen en toekennen van volgnummers
    14. Titel 14 Indiening van de kandidatenlijsten
      1. HOOFDSTUK 1 Indiening van de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen
      2. HOOFDSTUK 2 Indiening van de kandidatenlijsten voor de stadsdistrictsraadsverkiezingen
      3. HOOFDSTUK 3 Indiening van de kandidatenlijsten voor de provincieraadsverkiezingen
    15. Titel 15 Onderzoek van de kandidatenlijsten
      1. HOOFDSTUK 1 Onderzoek van de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen
      2. HOOFDSTUK 2 Onderzoek van de kandidatenlijsten voor de stadsdistrictsraadsverkiezingen
      3. HOOFDSTUK 3 Onderzoek van de kandidatenlijsten voor de provincieraadsverkiezingen
    16. Titel 16 [... (opgeh. Bijz. Decr. 30 juni 2017, art. 3, I: 22 juli 2017)]
    17. Titel 17 Aanwijzing van getuigen in hoofdbureaus, stem- en telbureaus
      1. HOOFDSTUK 1 Aanwijzing van getuigen in de hoofdbureaus
      2. HOOFDSTUK 2 Aanwijzing van getuigen in stem- en telbureaus
    18. Titel 18 Opmaak van het stembiljet in geval van een stemming op papier
    19. Titel 19 Inrichting van de stemlokalen
  3. Deel 3 Op de verkiezingsdag
    1. Titel 1 De installatie van de stembureaus
    2. Titel 2 De stemming
    3. Titel 3 Het einde van de stemming
    4. Titel 4 De telling van de stemmen
    5. Titel 5 Zeteltoewijzing, bekendmaking van de uitslag en afsluitende werkzaamheden
      1. HOOFDSTUK 1 Verdeling van de zetels en aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers bij gemeenteraadsverkiezingen door het gemeentelijk hoofdbureau en afsluitende werkzaamheden
        1. Afdeling 1 Verdeling van de zetels over de lijsten
        2. Afdeling 2 Aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers
        3. Afdeling 3 Bekendmaking van de uitslag en afsluitende werkzaamheden
      2. HOOFDSTUK 2 Verdeling van de zetels en aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers bij stadsdistrictsraadsverkiezingen door het stadsdistrictshoofdbureau en afsluitende werkzaamheden
      3. HOOFDSTUK 3 Verdeling van de zetels en aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers bij provincieraadsverkiezingen door het provinciaal hoofdbureau en afsluitende werkzaamheden
        1. Afdeling 1 Verdeling van de zetels over de lijsten
          1. Onderafdeling 2 [... (opgeh. Bijz. Decr. 30 juni 2017, art. 7, I: 22 juli 2017)]
        2. Afdeling 2 Aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers
        3. Afdeling 3 Bekendmaking van de uitslag en afsluitende werkzaamheden
  4. Deel 4 Na de verkiezingsdag
    1. Titel 1 Verkiezingsuitgaven
      1. HOOFDSTUK 1 Beperking en controle van de verkiezingsuitgaven
        1. Afdeling 1 Uitgaven voor propaganda op gewestelijk vlak
        2. Afdeling 2 Uitgaven voor propaganda op lokaal vlak
        3. Afdeling 3 Uitgaven voor verkiezingspropaganda
        4. Afdeling 4 Verboden of gereglementeerde propagandamiddelen
        5. Afdeling 5 [Financiering van de uitgaven voor verkiezingspropaganda met giften en sponsoring (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 6, I: 18 juli 2016)]
          1. [Onderafdeling 1 De giften (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 6, I: 18 juli 2016)]
          2. [Onderafdeling 2 Sponsoring (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 6, I: 18 juli 2016)]
          3. [Onderafdeling 3 Elektronische betaling (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 6, I: 18 juli 2016)]
        6. Afdeling 6 [De aangifte van de uitgaven voor verkiezingspropaganda, de herkomst van de geldmiddelen en de registratie van de schenkers en de sponsors (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 7, I: 18 juli 2016)]
          1. Onderafdeling 1 [Aangiften van de politieke partijen (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 7, I: 18 juli 2016)]
          2. Onderafdeling 2 [Aangiften van de lijsten en de kandidaten (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 7, I: 18 juli 2016)]
      2. HOOFDSTUK 2 [Controle en sancties (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)]
        1. Afdeling 1 [Controle van de uitgaven van de politieke partijen (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)]
        2. Afdeling 2 [Controle van de uitgaven van de lijsten en de kandidaten (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)]
        3. [Afdeling 3 Controle van de giften en de sponsoring (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)]
        4. [Afdeling 4 Algemene bepalingen (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)]
    2. Titel 2 Verkiezingsbetwistingen
      1. HOOFDSTUK 1 Bezwaar bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen
        1. Afdeling 1 Oprichting van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen
        2. Afdeling 2 Bevoegdheid van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen
        3. Afdeling 3 Samenstelling van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen
        4. Afdeling 4 Procedure van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen
      2. HOOFDSTUK 2 Beroepsprocedure bij de Raad van State
    3. Titel 3 Buitengewone verkiezingen
  5. Deel 5 Algemene bepalingen
    1. Titel 1 Strafbepalingen
      1. HOOFDSTUK 1 Algemene strafbepalingen
      2. HOOFDSTUK 2 [... (opgeh. decr. 16 juli 2021, art. 22, I: 14 augustus 2021)]
    2. Titel 2 Het taalgebruik bij verkiezingen
    3. Titel 3 De kosten van de verkiezingen
    4. Titel 4 De waarnemers
  6. Deel 6 Slotbepalingen
    1. Titel 1 Wijzigingsbepalingen
    2. Titel 2 Opheffingsbepalingen
    3. Titel 3 Overgangsbepalingen
    4. Titel 4 Bepalingen met betrekking tot de inwerkingtreding
  7. Bijlage

Inhoud

Deel 1 Inleidende bepalingen (... - ...)

Artikel 1. (04/09/2011- ...)

Dit decreet regelt een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid.

Artikel 2. (01/01/2024- ...)

In dit decreet wordt verstaan onder :
1° decreet over het lokaal bestuur : het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
2° Provinciedecreet : het Provinciedecreet van 9 december 2005;
3° stadsdistricten : de binnengemeentelijke territoriale organen, vermeld in artikel 41 van de Grondwet en deel 2, titel 1, hoofdstuk 7, van het decreet over het lokaal bestuur;
4° Controlecommissie Verkiezingsuitgaven: de Vlaamse Controlecommissie voor de Verkiezingsuitgaven zoals opgericht bij artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, aangevuld met de voorzitter van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen die zetelt zonder stemrecht;
5° sperperiode: de periode van 1 juli van een verkiezingsjaar tot en met de dag van de verkiezingen of, in geval van buitengewone verkiezingen, van de dag van de uitnodiging van de kiezers tot en met de dag van de verkiezingen;
6° algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);
7° het Agentschap Binnenlands Bestuur: het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Agentschap Binnenlands Bestuur”.

Artikel 3. (04/09/2011- ...)

Dit decreet is van toepassing op de organisatie van de verkiezingen van de provinciale, gemeentelijke en binnengemeentelijke organen in alle gemeenten en provincies van het Vlaamse Gewest met behoud van de toepassing van de regelingen, vermeld in artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 4°, eerste lid, a) en b), en artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 4°, tweede lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen. In het bijzonder is dit decreet van toepassing op :
1° de organisatie van de verkiezing van de gemeenteraad in alle gemeenten van het Vlaamse Gewest;
2° de organisatie van de verkiezing van de stadsdistrictraad in alle gemeenten van het Vlaamse Gewest;
3° de organisatie van de verkiezing van de provincieraad in alle provincies van het Vlaamse Gewest;
4° de organisatie van de rechtstreekse verkiezing van de schepenen in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, en in Voeren;
5° de organisatie van de rechtstreekse verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn en de verkiezing van het vast bureau in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, en in Voeren.

Artikel 4. (04/09/2011- ...)

De Vlaamse Regering kan alle noodzakelijke maatregelen nemen met het oog op het goede verloop van de verkiezingen. Zij kan de provinciegouverneur daartoe eveneens de vereiste opdrachten geven.

Artikel 5. (04/09/2011- ...)

Dit decreet wordt aangehaald als : het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.

Deel 2 Voor de verkiezingsdag (... - ...)

Titel 1 Vaststelling van de datum van de verkiezingen (... - ...)

Artikel 6. (04/09/2011- ...)

De verkiezingen voor de vernieuwing van de gemeenteraden, provincieraden en stadsdistrictsraden hebben van rechtswege plaats om de zes jaar, op de tweede zondag van oktober.

Titel 2 Vaststelling van het aantal te verkiezen vertegenwoordigers (... - ...)

Artikel 7. (01/01/2019- ...)

§ 1. Overeenkomstig artikel 4, § 3, eerste lid, en artikel 118, tweede lid, van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 5, § 2, eerste lid, van het Provinciedecreet stelt de Vlaamse Regering uiterlijk op 1 juni van het jaar waarin de verkiezingen zullen plaatsvinden een lijst op van :
1° het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente, als vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet over het lokaal bestuur;
2° het aantal te verkiezen stadsdistrictsraadsleden per stadsdistrict, als vermeld in artikel 118, eerste lid, van het decreet over het lokaal bestuur;
3° het aantal te verkiezen provincieraadsleden per provincie en per provinciedistrict, als vermeld in artikel 5, § 1, en artikel 6, § 1, tweede en derde lid, van het Provinciedecreet.

De lijst van de provinciedistricten en de aanwijzing van de provinciedistricthoofdplaats wordt vastgesteld in de tabel die als bijlage bij dit decreet is gevoegd.

§ 2. De lijst van het aantal te verkiezen raadsleden wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
 

Titel 3 Kiesvoorwaarden en kiezerslijst (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Kiesvoorwaarden voor Belgische onderdanen (... - ...)

Artikel 8. (04/09/2011- ...)

Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men :
1° Belg zijn;
2° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
3° in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn;
4° zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, vermeld in hoofdstuk 4 van deze titel.

Artikel 9. (04/09/2011- ...)

De kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 1° en 3°, moeten vervuld zijn op de datum waarop de kiezerslijst wordt afgesloten.

De kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 2° en 4°, moeten vervuld zijn op de dag van de verkiezing.

Artikel 10. (04/09/2011- ...)

De gemeenteraadskiezer, die voldoet aan de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, is een provincieraadskiezer en een stadsdistrictsraadskiezer. De stadsdistrictsraadskiezer moet in het desbetreffende stadsdistrict wonen om kiezer te kunnen zijn voor de verkiezingen van de stadsdistrictsraad.

HOOFDSTUK 2 Kiesvoorwaarden voor onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie (... - ...)

Artikel 11. (04/09/2011- ...)

Overeenkomstig artikel 1bis, § 1, eerste lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet kunnen onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie eveneens de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer en stadsdistrictsraadskiezer verwerven als zij voldoen aan de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 2° tot en met 4°, en als zij, overeenkomstig artikel 12, voor 1 augustus van het jaar waarin de gewone verkiezing van de gemeenteraden en de stadsdistrictsraden plaats heeft hun wil te kennen hebben gegeven om dat stemrecht in België uit te oefenen.

Artikel 12. (04/09/2011- ...)

§ 1. Om te kunnen worden ingeschreven op de kiezerslijst, vermeld in hoofdstuk 5, moeten overeenkomstig artikel 1bis, § 2, eerste lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet de personen, vermeld in artikel 11, bij de gemeente waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben, een schriftelijke aanvraag indienen overeenkomstig het model dat de minister van Binnenlandse Zaken heeft vastgesteld, met vermelding van :
1° hun nationaliteit;
2° het adres van hun hoofdverblijfplaats.

Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, tiende lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet worden de aanvragen die worden ingediend tijdens de periode die begint op de datum van het opmaken van de kiezerslijst en afloopt op de datum van de verkiezing waarvoor ze werden opgemaakt, onontvankelijk verklaard.

§ 2. Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, zesde lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet controleert het college van burgemeester en schepenen of de betrokkene de kiesvoorwaarden vervult. Als dat het geval is, geeft het college met een aangetekende brief de betrokkene kennis van zijn beslissing om hem in te schrijven op de kiezerslijst.

Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, zevende lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet wordt de inschrijving in de bevolkingsregisters vermeld volgens de door de Koning vastgestelde nadere regelen.

§ 3. Als de aanvrager één of andere kiesvoorwaarde niet vervult, geeft overeenkomstig artikel 1bis, § 2, achtste lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet het college van burgemeester en schepenen van de gemeente van zijn verblijfplaats hem met een aangetekende brief kennis van zijn gemotiveerde beslissing om de inschrijving van de betrokkene op de kiezerslijst te weigeren.

§ 4. Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, negende lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet worden de beslissingen van inschrijving of van weigering van inschrijving op de kiezerslijst opgesteld volgens de modellen die de minister van Binnenlandse Zaken heeft vastgesteld.

§ 5. Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, elfde lid, artikel 1bis, § 4, en artikel 86 van de Gemeentekieswet kan, buiten de periode, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, iedereen die in de hoedanigheid van kiezer erkend is, schriftelijk verklaren dat hij van die hoedanigheid afziet bij de gemeente waar hij zijn hoofdverblijfplaats gevestigd heeft.

In dat geval mag hij pas na de gemeente- of stadsdistrictsraadsverkiezingen waarvoor hij als kiezer ingeschreven was, een nieuwe aanvraag tot erkenning als kiezer indienen.

§ 6. Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, twaalfde lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet blijft de erkenning in de hoedanigheid van kiezer geldig zolang de betrokkene blijft voldoen aan de kiesvoorwaarden of zolang hij niet afgezien heeft van zijn hoedanigheid van kiezer, ongeacht de gemeente waar hij zijn verblijfplaats in België heeft.

HOOFDSTUK 3 Kiesvoorwaarden voor de onderdanen van de staten die geen lid zijn van de Europese Unie (... - ...)

Artikel 13. (04/09/2011- ...)

Overeenkomstig artikel 1ter en artikel 86 van de Gemeentekieswet kunnen onderdanen van de staten die geen lid zijn van de Europese Unie eveneens de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer en stadsdistrictsraadskiezer verwerven als zij voldoen aan de andere kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 2° tot en met 4°.

Artikel 14. (04/09/2011- ...)

§ 1. Om te kunnen worden ingeschreven op de kiezerslijst, vermeld in hoofdstuk 5, moeten overeenkomstig artikel 1ter, 1°, en artikel 86 van de Gemeentekieswet de personen, vermeld in artikel 13, bij de gemeente waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben, een schriftelijke aanvraag indienen overeenkomstig het model bepaald bij een koninklijk besluit, dat is vastgesteld na overleg in de ministerraad, met vermelding van :
1° hun nationaliteit;
2° het adres van hun hoofdverblijfplaats;
3° een verklaring waarin de indiener van de aanvraag zich ertoe verbindt de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden na te leven.

Aan de betrokkene wordt een attest van die verklaring overhandigd. Als hij later een aanvraag indient om in een andere gemeente op de kiezerslijst te worden ingeschreven, legt hij dat attest voor.

§ 2. De personen, vermeld in artikel 13, moeten overeenkomstig artikel 1ter, 2°, en artikel 86 van de Gemeentekieswet kunnen bewijzen dat ze op het ogenblik van de indiening van de aanvraag vijf jaar ononderbroken hun hoofdverblijfplaats in België hebben, gedekt door een wettelijk verblijf.

§ 3. Artikel 12, § 1, tweede lid, en § 2 tot en met § 6, zijn van toepassing op de personen, vermeld in artikel 13.

HOOFDSTUK 4 Schorsing en uitsluiting (... - ...)

Artikel 15. (01/01/2024- ...)

§ 1. Personen die levenslang ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling zijn definitief uitgesloten van het kiesrecht en mogen niet worden toegelaten tot de stemming, overeenkomstig artikel 6 van het Algemeen Kieswetboek.

§ 2. Overeenkomstig artikel 7 van het Algemeen Kieswetboek worden de volgende personen bij de uitoefening van het kiesrecht geschorst en mogen ze niet tot de stemming worden toegelaten zolang de kiesonbekwaamheid duurt:
1° de beschermde personen die met toepassing van artikel 492/1 van het oud Burgerlijk Wetboek uitdrukkelijk onbekwaam zijn verklaard om hun politieke rechten uit te oefenen, en de geïnterneerden die krachtens artikel 9, §3, van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering uitdrukkelijk onbekwaam zijn verklaard om hun politieke rechten uit te oefenen. De kiesonbekwaamheid houdt op tegelijk met de beëindiging van de onbekwaamheid, vermeld in artikel 492/4 van het oud Burgerlijk Wetboek of met de definitieve invrijheidstelling van de geïnterneerde;
2° de personen die voor een bepaalde duur ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling.

§ 3. De personen die voorgoed van het kiesrecht zijn uitgesloten of van wie het kiesrecht geschorst is, worden alfabetisch in een bestand ingeschreven. Dat bestand wordt doorlopend bijgehouden door het college van burgemeester en schepenen. Het bevat voor elk van die personen uitsluitend de vermeldingen, vermeld in paragraaf 5, tweede lid. De gegevens van de personen van wie het kiesrecht geschorst is, worden vernietigd zodra de onbekwaamheid een einde neemt. De inhoud van het bestand mag niet aan derden worden meegedeeld.

§ 4. Overeenkomstig artikel 8 van het Algemeen Kieswetboek is artikel 87 van het Strafwetboek niet toepasselijk op de gevallen van onbekwaamheid, vermeld in paragraaf 1 en 2.

§ 5. Overeenkomstig artikel 13 van het Algemeen Kieswetboek zijn de parketten van de hoven en rechtbanken ertoe gehouden de burgemeesters van de gemeenten, waar de belanghebbenden op het ogenblik van de veroordeling of internering in de bevolkingsregisters ingeschreven waren, alsook de belanghebbenden zelf kennis te geven van alle veroordelingen of interneringen, waartegen niet meer met een gewoon rechtsmiddel kan worden opgekomen en die uitsluiting van het kiesrecht of opschorting van dat recht tot gevolg hebben.

De kennisgeving vermeldt :
1° de voornaam of voornamen en achternaam, geboorteplaats en geboortedatum, en de verblijfplaats van de veroordeelde of de geïnterneerde;
2° het gerecht dat de beslissing heeft gewezen en de datum van de beslissing;
3° de uitsluiting van het kiesrecht of de datum waarop de opschorting van dat recht ophoudt.

De parketten van de hoven en rechtbanken geven eveneens kennis van de datum waarop de internering een einde heeft genomen.

De griffiers van de hoven en rechtbanken geven aan de burgemeesters van de gemeenten waar de betrokkenen in de bevolkingsregisters ingeschreven zijn, kennis van de onbekwaamverklaring en van de opheffing van onbekwaamverklaring.

De minister van Justitie bepaalt de wijze waarop die berichten worden opgesteld en de Vlaamse Regering bepaalt de manier waarop ze door de gemeentebesturen behandeld, bewaard en, ingeval van verandering van verblijfplaats, doorgezonden moeten worden.

§ 6. Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, derde en vierde lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet worden de kennisgevingen, vermeld in paragraaf 5, door de betrokken parketten en griffies van de hoven en rechtbanken gedaan op uitdrukkelijk verzoek van de gemeentelijke overheden, als die gemeentelijke overheden hebben vastgesteld dat een persoon, als vermeld in artikel 11 of artikel 13, die om zijn inschrijving op de kiezerslijst heeft gevraagd, onder de toepassing kan vallen van de maatregelen van uitsluiting en schorsing, vermeld in paragraaf 1 en 2.

De kennisgevingen, vermeld in het eerste lid, worden binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag van de gemeentelijke overheid doorgestuurd. Als er geen grond tot kennisgeving bestaat, wordt de gemeentelijke overheid daarvan binnen dezelfde termijn in kennis gesteld.
 

HOOFDSTUK 5 Vaststelling van de kiezerslijsten (... - ...)

Artikel 16. (01/01/2024- ...)

§ 1. Uiterlijk op 31 augustus van het jaar waarin de gewone vernieuwing van de gemeenteraden plaatsheeft, maakt het college van burgemeester en schepenen een lijst van de gemeenteraadskiezers op die de toestand op 1 augustus van dat jaar weergeeft. De voormelde lijst wordt gemaakt op basis van een lijst die de federale overheidsdienst die bevoegd is voor het Rijksregister van de natuurlijke personen, op verzoek van de Vlaamse Regering aan de gemeente ter beschikking stelt.

De lijst van de gemeenteraadskiezers vermeldt de personen die voldoen aan de kiesvoorwaarden.

De lijst van de gemeenteraadskiezers wordt gebruikt voor de gewone vernieuwing van de gemeenteraden.

§ 2. Voor de gewone vernieuwing van de stadsdistrictsraden wordt de lijst van de gemeenteraadskiezers opgedeeld volgens de stadsdistricten. Een exemplaar van die lijst wordt onmiddellijk aan het stadsdistrictscollege bezorgd.

§ 3. De lijst van de Belgische gemeenteraadskiezers die voorkomen op de lijst van de gemeenteraadskiezers, wordt gebruikt voor de gewone vernieuwing van de provincieraden.

§ 4. Voor elke persoon die aan de kiesvoorwaarden voldoet, vermeldt de kiezerslijst de voornaam of voornamen en achternaam, de geboortedatum, de hoofdverblijfplaats en het rijksregisternummer, zodat het stembureau een correcte authenticatie kan doen van de kiezers die zich aanmelden om te stemmen.

Naast de naam van de kiezers die met toepassing van artikel 11 tot en met 14 in die hoedanigheid erkend zijn, wordt de letter “V” geplaatst.

De lijst wordt doorlopend genummerd en eventueel per wijk van de gemeente opgemaakt, ofwel in alfabetische volgorde van de kiezers, ofwel geografisch volgens de straten.

De exemplaren van de kiezerslijst die conform artikel 20 aan de indieners van een lijst of aan de kandidaten worden afgegeven, worden niet ingedeeld in stemafdelingen en mogen het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen van de kiezers niet vermelden.

De kiezerslijst wordt bewaard tot de verkiezing geldig verklaard is conform artikel 203, derde lid, van dit decreet, of conform artikel 25 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges of, in geval van beroep, conform artikel 28, tweede lid, van het voormelde decreet.

Het college van burgemeester en schepenen treedt op als verwerkings- verantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van de persoonsgegevens in de lijst van gemeenteraadskiezers, vermeld in paragraaf 1.
 

Artikel 17. (04/09/2011- ...)

§ 1. De kiezers die tussen de datum waarop de kiezerslijst wordt afgesloten en de dag van de verkiezing de Belgische nationaliteit verloren hebben of niet meer in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente ingeschreven zijn, worden van de kiezerslijst geschrapt.

§ 2. De kiezers die na de datum waarop de kiezerslijst wordt afgesloten, het voorwerp zijn van een veroordeling of een beslissing die voor hen ofwel de uitsluiting van het kiesrecht, ofwel de schorsing van dat recht op de datum van de verkiezing meebrengt, worden eveneens van de kiezerslijst geschrapt.

§ 3. Als de kennisgeving, vermeld in artikel 15, § 6, de gemeentelijke overheid bereikt nadat de kiezerslijst is opgemaakt, wordt de betrokkene van die lijst geschrapt.

Artikel 18. (04/09/2011- ...)

Aan de kiezerslijst worden tot de dag van de verkiezing de personen toegevoegd die ten gevolge van een arrest van het hof van beroep of een beslissing van het college van burgemeester en schepenen weer als gemeenteraadskiezer opgenomen moeten worden.

HOOFDSTUK 6 Bekendmaking van de kiezerslijsten (... - ...)

Artikel 19. (01/01/2024- ...)

Op 1 augustus van het jaar waarin de gewone vernieuwing van de gemeenteraden plaats heeft, maakt het college van burgemeester en schepenen  algemeen bekend dat iedereen zich tot de twaalfde dag voor de dag van de verkiezing tijdens de diensturen tot het gemeentesecretariaat kan wenden om na te gaan of hijzelf op de lijst staat, en of de vermelding op de lijst correct is. Dat bericht maakt melding van de procedure van bezwaar en beroep, vermeld in titel 6 en 7 van deel 2. Het bericht wordt bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente en op een fysieke gegevensdrager.
 

Artikel 20. (01/01/2024- ...)

§ 1. Zodra de kiezerslijst opgemaakt is, stelt het college van burgemeester en schepenen de kiezerslijst gratis op digitale wijze ter beschikking aan de personen die de burgemeester daar schriftelijk om verzoeken en die zich er schriftelijk toe verbinden een kandidatenlijst voor te dragen voor de verkiezingen in de gemeente of voor de verkiezingen in het provinciedistrict waarin de gemeente ligt. Als de kiezerslijst op een digitale gegevensdrager gegeven wordt, geeft het college van burgemeester en schepenen daarvan één gratis exemplaar aan de voormelde personen.

Het college van burgemeester en schepenen stelt de kiezerslijst ter beschikking binnen een termijn van drie werkdagen na het schriftelijke verzoek, vermeld in het eerste lid.

§ 2. Iedere persoon die als kandidaat voorkomt op een voordracht die wordt ingediend met het oog op de verkiezing, kan na schriftelijk verzoek aan de burgemeester en tegen betaling van de kostprijs op digitale wijze de kiezerslijst ter beschikking krijgen.

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt op het ogenblik van de afgifte van het verzoek om een digitaal exemplaar van de kiezerslijst, of de belanghebbende als kandidaat bij de verkiezing is voorgedragen.

Als de aanvrager later van de kandidatenlijst wordt geschrapt, mag hij van de kiezerslijst geen gebruik meer maken, ook niet voor verkiezingsdoeleinden.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen mag geen kiezerslijsten ter beschikking stellen aan andere personen dan de personen die conform paragraaf 1 of paragraaf 2, eerste lid, om de lijst verzocht hebben. De personen die een kiezerslijst ter beschikking hebben, mogen die lijst alleen gebruiken voor acties met papieren verkiezingspropaganda en alleen in de periode die valt tussen de datum van de terbeschikkingstelling van de lijst en de datum van de verkiezing.

Wie geen kandidatenlijst voordraagt en zich ook niet kandidaat stelt, kan geen gebruik maken van de kiezerslijst, ook niet voor verkiezingsdoeleinden.

§ 4. Paragraaf 1 tot en met 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de verkiezingen van de stadsdistrictsraden, met dien verstande dat :
a) "college van burgemeester en schepenen" gelezen wordt als "stadsdistrictscollege";
b) "burgemeester" gelezen wordt als "voorzitter van het stadsdistrictscollege";
c) « gemeente" gelezen wordt als "stadsdistrict".
 

Artikel 21. (01/01/2024- ...)

Uiterlijk op 31 augustus van het jaar waarin de verkiezingen plaatsvinden, zendt het college van burgemeester en schepenen één digitaal exemplaar van de lijst van gemeenteraadskiezers, de lijst van provincieraadskiezers en de lijst van stadsdistrictraadskiezers aan de provinciegouverneur of zijn gemachtigde. Die lijsten zijn ingedeeld in stemafdelingen overeenkomstig artikel 23.

De provinciegouverneur of zijn gemachtigde bewaart de lijsten, vermeld in het eerste lid, tot de verkiezing geldig verklaard is conform artikel 203, derde lid, van dit decreet, of conform artikel 25 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges of, in geval van beroep, conform artikel 28, tweede lid, van het voormelde decreet.
 
Het Agentschap Binnenlands Bestuur treedt op als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming voor de verwerking van de persoonsgegevens die de provinciegouverneur of zijn gemachtigde ontvangt conform het eerste lid.
 

Artikel 22. (01/01/2024- ...)

Wie als dader, mededader of medeplichtige met schending van artikel 20 één van de volgende handelingen heeft gesteld, wordt gestraft overeenkomstig artikel 238 :
1° exemplaren of afschriften van de kiezerslijst afgeven aan personen die niet gemachtigd zijn om ze te ontvangen;
2° van gegevens uit de kiezerslijst gebruikmaken voor andere doeleinden dan de doeleinden, vermeld in artikel 20, §3, eerste lid, of buiten de periode, vermeld in artikel 20, §3, eerste lid.
 

Titel 4 Verdeling van de kiezers over de stemafdelingen (... - ...)

Artikel 23. (01/01/2024- ...)

§ 1. Het college van burgemeester en schepenen deelt de kiezers in stemafdelingen in op basis van geografische deelgebieden.

§ 2. Voor de provincieraadsverkiezingen en de stadsdistrictsraadsverkiezingen is de indeling in stemafdelingen gelijk aan de indeling voor de gemeenteraadsverkiezingen.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen kent aan iedere stemafdeling een naam toe. De naam bestaat uit de naam van de gemeente, gevolgd door een volgnummer, te beginnen met het cijfer 1, en een herkenbare naam van het deelgebied, gevolgd door een volgnummer. Die indeling in stemafdelingen, met hun benamingen, wordt aan de provinciegouverneur bezorgd.

Het college van burgemeester en schepenen wijst voor elke stemafdeling een afzonderlijk stemlokaal aan. In één gebouw kunnen verschillende stemlokalen worden ingericht.
 

Titel 5 Verzending van de kiezerslijsten aan de bureaus (... - ...)

Artikel 24. (24/08/2017- ...)

Uiterlijk op 31 augustus van het jaar van de verkiezingen bezorgt het college van burgemeester en schepenen tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending twee door de burgemeester en secretaris voor echt verklaarde uittreksels uit de kiezerslijst, opgemaakt per stemafdeling, aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of, bij zijn afwezigheid, de magistraat die hij aanwijst, als de hoofdplaats van het gerechtelijk kanton waartoe de gemeente behoort, ook de hoofdplaats is van een gerechtelijk arrondissement.

In alle andere gevallen bezorgt het college van burgemeester en schepenen tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending de uittreksels, vermeld in het eerste lid, aan de vrederechter van het gerechtelijk kanton waartoe de gemeente behoort, of, bij zijn afwezigheid, de plaatsvervanger die hij aanwijst.

Ten minste zevenentwintig dagen voor de verkiezing bezorgt de magistraat, vermeld in het eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, een kopie van die uittreksels tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau die hij voor elke gemeente van het gerechtelijk kanton heeft aangewezen conform artikel 37, § 2.

Artikel 25. (24/08/2017- ...)

In gemeenten waar verkiezingen voor de stadsdistrictsraden plaatsvinden, bezorgt het college van burgemeester en schepenen uiterlijk op 31 augustus van het jaar van de verkiezingen tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending naast de uittreksels, vermeld in artikel 24, twee extra voor echt verklaarde uittreksels uit de kiezerslijst, opgemaakt per stadsdistrict en per stemafdeling, aan de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of aan zijn plaatsvervanger.

Ten minste zevenentwintig dagen voor de verkiezing bezorgt de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, een kopie van die uittreksels tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende zending, aan de voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau die hij voor elk stadsdistrict heeft aangewezen conform artikel 38, § 2.

Artikel 26. (01/01/2024- ...)

De voormelde lijst bevat de wijzigingen die zijn aangebracht conform artikel 17, 18, 31, vierde lid, en artikel 33, §7, en bevat al de volgende persoonsgegevens:
1°   de achternaam;
2°   de voornaam of voornamen;
3° het adres van de hoofdverblijfplaats;
4° het rijksregisternummer;
5° het volgnummer op de kiezerslijst.
 

Titel 6 Bezwaar tegen de kiezerslijsten bij het college van burgemeester en schepenen (... - ...)

Artikel 27. (01/01/2024- ...)

§ 1. Vanaf de datum waarop de kiezerslijst vastgesteld moet zijn, kan elke persoon die ten onrechte ingeschreven, weggelaten of van de kiezerslijst geschrapt is, of voor wie op die lijst de voorgeschreven vermeldingen onjuist zijn, tot de twaalfde dag voor de dag van de verkiezing bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

§ 2. ....
 

Artikel 28. (04/09/2011- ...)

§ 1. Het bezwaar wordt ingediend bij het college van burgemeester en schepenen dat de kiezerslijst heeft vastgesteld. De verzoeker stelt daarvoor een verzoekschrift op dat hij samen met de bewijsstukken waarvan hij gebruik wil maken, tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende brief bezorgt aan de gemeentesecretaris of een door de gemeentesecretaris daartoe gevolmachtigde ambtenaar.

De ambtenaar die het bezwaar ontvangt, schrijft het in op de datum van ontvangst in een afzonderlijk register en geeft een ontvangstbewijs af van het bezwaar en van de overgelegde bewijsstukken. Voor ieder bezwaar wordt een dossier aangelegd en de overgelegde stukken worden genummerd en geparafeerd en met hun volgnummer ingeschreven in de inventaris die bij elk dossier wordt gevoegd.

§ 2. Als de verzoeker verklaart niet in staat te zijn te schrijven, kan het bezwaar mondeling worden ingediend. Het wordt door de gemeentesecretaris of zijn gemachtigde ontvangen. De ambtenaar die het bezwaar ontvangt, maakt daarvan dadelijk een proces-verbaal op, waarin hij vaststelt dat de betrokkene verklaart niet in staat te zijn te schrijven. Het proces-verbaal neemt de door de betrokkene ingeroepen middelen over. De ambtenaar dagtekent en ondertekent het proces-verbaal en overhandigt een kopie aan de verschijnende persoon, na het hem te hebben voorgelezen. De ambtenaar handelt vervolgens zoals in paragraaf 1, tweede lid, is voorgeschreven.

§ 3. Het gemeentebestuur voegt gratis aan het dossier een kopie toe van alle officiële stukken die het in zijn bezit heeft en die de verzoeker aanvoert om een wijziging van de kiezerslijst te verantwoorden.

Het gemeentebestuur voegt ambtshalve en gratis bij het dossier een kopie van alle officiële stukken die het in zijn bezit heeft en die de door de betrokkene ingeroepen middelen, opgenomen in het proces-verbaal dat is opgesteld overeenkomstig paragraaf 2, kracht kunnen bijzetten.

Artikel 29. (01/01/2024- ...)

§ 1. De rol van de bezwaren vermeldt de plaats, de dag en het uur van de vergadering tijdens welke de zaak of zaken zullen worden behandeld.

Die rol van de bezwaren wordt ten minste vierentwintig uur voor de vergadering aangeplakt aan het gemeentehuis, waar iedereen er inzage en afschrift van kan nemen.

Het gemeentebestuur brengt onverwijld en met alle middelen de verzoeker op de hoogte van de datum waarop het bezwaar onderzocht zal worden. Die kennisgeving vermeldt uitdrukkelijk en woordelijk dat het beroep tegen de te nemen beslissing alleen ter zitting kan worden ingediend, zoals bepaald in artikel 31, tweede lid.

§ 2. Gedurende de termijn, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, worden het dossier van de bezwaren en het verslag, vermeld in artikel 30, tweede lid, op het secretariaat ter beschikking gehouden van de eiser, zijn advocaat of zijn gemachtigde.
 

Artikel 30. (01/01/2024- ...)

Het college van burgemeester en schepenen doet over elk bezwaar uitspraak binnen een termijn van vier dagen, te rekenen vanaf het indienen van het verzoekschrift of vanaf het proces-verbaal, vermeld in artikel 28, § 2, en in elk geval voor de zevende dag voor de dag van de verkiezingen.

Het doet uitspraak in openbare vergadering op verslag van een lid van het college en na de eiser, zijn advocaat of zijn gemachtigde te hebben gehoord, als die verschijnt.
 

Artikel 31. (01/01/2024- ...)

Voor iedere zaak wordt, onder vermelding van de naam van de verslaggever en van de aanwezige leden, een afzonderlijke beslissing genomen, die in een bijzonder register wordt ingeschreven.

De voorzitter van het college verzoekt de eiser, zijn advocaat of zijn gemachtigde, als die dat wil, in het bijzondere register, vermeld in het eerste lid, een verklaring van beroep te ondertekenen.

De partij die niet verschijnt, wordt geacht de beslissing van het college te aanvaarden.

Als de aanwezige of vertegenwoordigde partij geen verklaring van beroep ondertekent, is de beslissing van het college definitief. Van het definitieve karakter van de beslissing wordt melding gemaakt in het bijzonder register, vermeld in het eerste lid, en de beslissing tot wijziging van de kiezerslijst wordt onverwijld ten uitvoer gebracht.

Het beroep tegen de beslissing van het college heeft schorsende kracht ten aanzien van elke verandering in de kiezerslijst.
 

Artikel 32. (04/09/2011- ...)

Als zijn aanvraag tot inschrijving als kiezer geweigerd wordt, kan de onderdaan van een andere lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig artikel 1bis, § 3, eerste lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet, binnen de tien dagen na de kennisgeving, vermeld in artikel 12, § 3, zijn eventuele bezwaren per aangetekende brief meedelen aan het college van burgemeester en schepenen. Het college doet binnen acht dagen na de ontvangst van het bezwaarschrift uitspraak, en zijn beslissing wordt onmiddellijk per aangetekende brief aan de betrokkene betekend.

Het eerste lid is eveneens van toepassing op onderdanen van staten die geen lid zijn van de Europese Unie, overeenkomstig artikel 1ter, tweede lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet.

Titel 7 Beroep tegen de kiezerslijsten bij het hof van beroep (... - ...)

Artikel 33. (01/01/2024- ...)

§ 1. Overeenkomstig artikel 27 van het Algemeen Kieswetboek bezorgt de burgemeester aan het hof van beroep, uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de beslissing van het college, als vermeld in artikel 30, tegen ontvangstbewijs of met een aangetekende brief, een eensluidend verklaarde kopie van de beslissingen van het college waartegen beroep is ingesteld, alsook alle documenten die de gedingen betreffen.

Aan de partijen wordt verzocht voor het hof van beroep te verschijnen binnen vijf dagen na ontvangst van het dossier en uiterlijk de vrijdag die aan de verkiezingen voorafgaat. Het staat hun vrij hun conclusies schriftelijk naar de kamer te sturen die is aangewezen om de zaak te onderzoeken.

§ 2. Als het hof een getuigenverhoor beveelt, kan het overeenkomstig artikel 28 van het Algemeen Kieswetboek aan de vrederechter opdragen dat getuigenverhoor af te nemen.

§ 3. Als het getuigenverhoor plaats heeft voor het hof, geeft de griffier overeenkomstig artikel 29 van het Algemeen Kieswetboek aan de partijen ten minste vierentwintig uur van tevoren kennis van de vastgestelde dag en de te bewijzen feiten.

§ 4. Overeenkomstig artikel 30 van het Algemeen Kieswetboek, mogen de getuigen vrijwillig verschijnen, zonder dat zij hun recht op getuigengeld verliezen. Zij zijn verplicht te verschijnen op enkele dagvaarding. Zij leggen de eed af zoals in correctionele zaken. Als ze niet verschijnen of als ze een valse getuigenis afleggen, worden zij vervolgd en gestraft zoals in correctionele zaken. De straffen bepaald tegen niet-verschijnende getuigen worden evenwel zonder vordering van het openbaar ministerie toegepast door het hof of door de magistraat die het getuigenverhoor afneemt.

§ 5. Overeenkomstig artikel 31 van het Algemeen Kieswetboek geldt in getuigenverhoren over kiesrechtzaken de regeling van artikel 937 van het Gerechtelijk Wetboek niet.

§ 6. Overeenkomstig artikel 32 van het Algemeen Kieswetboek zijn de debatten voor het hof openbaar.

§ 7. Bij de openbare terechtzitting geeft de voorzitter van de kamer overeenkomstig artikel 33 van het Algemeen Kieswetboek het woord aan de partijen, die zich mogen laten vertegenwoordigen en bijstaan door een advocaat.

Na het advies van de procureur-generaal gehoord te hebben, doet het hof staande de vergadering uitspraak door middel van een arrest dat in openbare zitting wordt voorgelezen. Dat arrest wordt ter griffie van het hof neergelegd, waar de partijen er gratis inzage van kunnen nemen.

Het openbaar ministerie brengt het college van burgemeester en schepenen, dat de beslissing waartegen beroep is ingesteld heeft genomen, en de eiser, onverwijld en met alle beschikbare middelen op de hoogte van het beschikkend gedeelte van het arrest.

Het arrest wordt onverwijld ten uitvoer gelegd als het een wijziging van de kiezerslijst inhoudt.

§ 8. Overeenkomstig artikel 34 van het Algemeen Kieswetboek wordt over het beroep zowel in afwezigheid als in aanwezigheid van de partijen uitspraak gedaan. Alle arresten van het hof worden geacht op tegenspraak te zijn gewezen. Ze zijn niet vatbaar voor beroep.
 

Artikel 34. (01/01/2024- ...)

§ 1. ....

§ 2. Overeenkomstig artikel 36 van het Algemeen Kieswetboek wordt het getuigengeld geregeld zoals in strafzaken.

§ 3. Overeenkomstig artikel 37 van het Algemeen Kieswetboek schieten de partijen de kosten voor.

Niet alleen de eigenlijke procedurekosten worden begroot, maar ook de kosten van de stukken die de partijen tot staving van hun eisen hebben moeten overleggen in het geding.

§ 4. Overeenkomstig artikel 38 van het Algemeen Kieswetboek zijn de kosten ten laste van de verliezende partij. Worden de partijen elk op enige punten in het ongelijk gesteld, dan kunnen de kosten naar verhouding worden verdeeld.

Als de eisen van de partijen niet klaarblijkelijk ongegrond zijn, kan het hof bevelen dat de kosten geheel of gedeeltelijk ten laste van de Staat zullen komen.

§ 5. Overeenkomstig artikel 39 van het Algemeen Kieswetboek sturen de griffiers van de hoven van beroep het gemeentebestuur een kopie van de arresten.
 

Artikel 35. (04/09/2011- ...)

§ 1. Als het college bij zijn beslissing blijft om de inschrijving op de kiezerslijst van een niet-Belgische onderdaan van een andere lidstaat van de Europese Unie te weigeren, als vermeld in artikel 32, kan die persoon overeenkomstig artikel 1bis, § 3, tweede tot en met vierde lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet binnen acht dagen nadat hij van die weigering in kennis is gesteld, tegen die beslissing een beroep aantekenen bij het hof van beroep.

Het beroep wordt aangetekend door middel van een verzoek aan de procureur-generaal bij het hof van beroep. De procureur-generaal brengt het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeente daarvan onmiddellijk op de hoogte.

De partijen beschikken vanaf de indiening van het verzoek over een termijn van tien dagen om nieuwe conclusies in te dienen. Na het verstrijken van die termijn stuurt de procureur-generaal het dossier, samen met de nieuwe stukken of conclusies, binnen twee dagen naar de hoofdgriffier van het hof van beroep, die de ontvangst ervan bevestigt.

§ 2. Overeenkomstig artikel 1bis, § 3, vijfde lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet zijn artikel 33, § 2 tot en met § 8, en artikel 34 van toepassing op het beroep van een onderdaan van een andere lidstaat van de Europese Unie.

Artikel 36. (04/09/2011- ...)

Overeenkomstig artikel 1ter, tweede lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet is artikel 35 eveneens van toepassing op onderdanen van staten die geen lid zijn van de Europese Unie.

Titel 8 De samenstelling van de hoofdbureaus (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Het gemeentelijk hoofdbureau (... - ...)

Artikel 37. (01/01/2024- ...)

§ 1. In elke gemeente wordt een gemeentelijk hoofdbureau samengesteld. In gemeenten waarin de kiezerslijst bestaat uit één stemafdeling, fungeert het enige stembureau ook als gemeentelijk hoofdbureau.

Het gemeentelijk hoofdbureau bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter, drie bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. Als de voorzitter niet vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan functioneert die als vierde bijzitter. Als de voorzitter wel vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan wordt die als vierde bijzitter vervangen door een plaatsvervangende bijzitter. Kandidaten mogen geen lid zijn van het hoofdbureau.

§ 2. In de gemeenten die hoofdplaats zijn van een gerechtelijk arrondissement, wordt het gemeentelijk hoofdbureau voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hij aanwijst.

In gemeenten die hoofdplaats zijn van een gerechtelijk kanton, wordt het gemeentelijk hoofdbureau voorgezeten door de vrederechter of, bij zijn ontstentenis, door een plaatsvervanger die hij aanwijst.

In de gemeenten die geen hoofdplaats zijn van een gerechtelijk kanton of gerechtelijk arrondissement, worden de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau uiterlijk zes maanden voor de dag van de verkiezingen door de vrederechter uit de gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest benoemd.

Als in een gemeente meer dan een vrederechter bevoegd is, beslist de korpsoverste van de vrederechters welke vrederechter de benoemingen, vermeld in het derde lid, doet.

Als dat nodig is, kunnen ook andere gemeenteraadskiezers worden aangewezen.

De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau delen uiterlijk zes maanden voor de dag van de verkiezingen aan het Agentschap Binnenlands Bestuur hun voor- en achternaam, rijksregisternummer, functie, e-mailadres en telefoonnummer mee, zodat het agentschap met hen contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie en zodat een authenticatie van deze personen mogelijk is om hen toegang te verlenen tot de digitale verkiezingsapplicaties die hen ter beschikking worden gesteld voor de uitoefening van hun functie. De voormelde gegevens worden bewaard tot de dag waarop het gemeentelijk hoofdbureau zijn proces-verbaal heeft ondertekend, vermeld in artikel 160, tweede lid.

§ 3. De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau kiest uit de gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters die deel uitmaken van zijn bureau.

§ 4. De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau kiest een secretaris uit de gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest. De secretaris is niet stemgerechtigd bij de besluitneming van het bureau. De secretaris deelt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur zijn voor- en achternaam, rijksregisternummer, functie, e-mailadres en telefoonnummer mee, zodat het agentschap met hem contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie en zodat een authenticatie van deze persoon mogelijk is om hem toegang te verlenen tot de digitale verkiezingsapplicaties die hem ter beschikking worden gesteld voor de uitoefening van zijn functie. De voormelde gegevens worden bewaard tot de dag waarop het gemeentelijk hoofdbureau zijn proces-verbaal heeft ondertekend, vermeld in artikel 160, tweede lid.

§ 5. Het gemeentelijk hoofdbureau moet ten minste 34 dagen voor de verkiezing samengesteld zijn.

§ 6. De voorzitter, de leden en de getuigen van het gemeentelijk hoofdbureau, leggen de volgende eed af : « Ik zweer de verplichtingen van de kieswetgeving na te leven. ».

De bijzitters, de secretaris en de getuigen leggen de eed af in handen van de voorzitter voor het begin van de verrichtingen. De voorzitter legt vervolgens de eed af ten overstaan van het samengesteld bureau.

De voorzitter of de leden die gedurende de verrichtingen benoemd worden ter vervanging van een verhinderd lid, leggen de eed af voor ze hun ambt aanvaarden.

Van die eedaflegging wordt in het proces-verbaal melding gemaakt.

§ 7. De leden van het gemeentelijk hoofdbureau hebben recht op een vergoeding waarvan het bedrag en de voorwaarden door de Vlaamse Regering bepaald worden.

§ 8. Het college van burgemeester en schepenen van elke gemeente wijst een gemeentelijk personeelslid aan dat belast wordt met de coördinatie van de taken voor de organisatie van de verkiezingen, vermeld in artikel 3, die aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. Dat personeelslid fungeert ook als contactpersoon voor het gemeentelijk hoofdbureau, de Vlaamse overheid en de opgeroepen burgers. Hij heeft het recht de vergaderingen van het gemeentelijk hoofdbureau bij te wonen met adviserende stem.

Het gemeentelijk personeelslid, vermeld in het eerste lid, deelt binnen vierentwintig uur na zijn aanwijzing aan het Agentschap Binnenlands Bestuur zijn voor- en achternaam, rijksregisternummer, e-mailadres en telefoonnummer mee, zodat het agentschap met hem contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie en zodat een authenticatie van deze persoon mogelijk is om hem toegang te verlenen tot de digitale verkiezingsapplicaties die hem ter beschikking worden gesteld voor de uitoefening van zijn functie. De voormelde gegevens worden bewaard tot de dag van de verkiezingen.
 

HOOFDSTUK 2 Het stadsdistrictshoofdbureau (... - ...)

Artikel 38. (01/01/2024- ...)

§ 1. In elk stadsdistrict wordt een stadsdistrictshoofdbureau samengesteld.

Het stadsdistrictshoofdbureau bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter, drie bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. Als de voorzitter niet vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan functioneert die als vierde bijzitter. Als de voorzitter wel vervangen wordt door de plaatsvervangende voorzitter, dan wordt die als vierde bijzitter vervangen door een plaatsvervangende bijzitter. Kandidaten mogen geen lid zijn van het hoofdbureau.

§ 2. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau worden uiterlijk zes maanden voor de dag van de verkiezingen door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg uit de gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest benoemd.

De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau delen uiterlijk zes maanden voor de dag van de verkiezingen aan het Agentschap Binnenlands Bestuur hun voor- en achternaam, rijksregisternummer, functie, e-mailadres en telefoonnummer mee, zodat het agentschap met hen contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie en zodat een authenticatie van deze personen mogelijk is om hen toegang te verlenen tot de digitale verkiezingsapplicaties die hen ter beschikking worden gesteld voor de uitoefening van hun functie. De voormelde gegevens worden bewaard tot de dag waarop het stadsdistrictshoofdbureau zijn proces-verbaal heeft ondertekend, vermeld in artikel 160, tweede lid.

§ 3. De voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau kiest uit de gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters die deel uitmaken van zijn bureau.

§ 4. De voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau kiest een secretaris uit de gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest. De secretaris is niet stemgerechtigd bij de besluitneming van het bureau. De secretaris deelt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur zijn voor- en achternaam, rijksregisternummer, functie, e-mailadres en telefoonnummer mee, zodat het agentschap met hem contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie en zodat een authenticatie van deze persoon mogelijk is om hem toegang te verlenen tot de digitale verkiezingsapplicaties die hem ter beschikking worden gesteld voor de uitoefening van zijn functie. De voormelde gegevens worden bewaard tot de dag waarop het stadsdistrictshoofdbureau zijn proces-verbaal heeft ondertekend, vermeld in artikel 160, tweede lid.

§ 5. Het stadsdistrictshoofdbureau moet ten minste 34 dagen voor de verkiezing samengesteld zijn.

§ 6. Artikel 37, § 6, is van overeenkomstige toepassing op het stadsdistrictshoofdbureau.

§ 7. De leden van het stadsdistrictshoofdbureau hebben recht op een vergoeding waarvan het bedrag en de voorwaarden door de Vlaamse Regering bepaald worden.
 

HOOFDSTUK 3 Het kantonhoofdbureau (... - ...)

Artikel 39. (24/08/2017- ...)

Op verzoek van de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of van zijn plaatsvervanger, stelt het college van burgemeester en schepenen personeelsleden ter beschikking van die magistraat, of van zijn plaatsvervanger, die onder zijn toezicht werken. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de vergoeding die aan die personeelsleden wordt toegekend.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, heeft voor de opdrachten, vermeld in artikel 24, 25, 46, 47, 49 en 50, recht op een vergoeding waarvan het bedrag en de voorwaarden door de Vlaamse Regering bepaald worden.

HOOFDSTUK 4 Het provinciedistrictshoofdbureau (... - ...)

Artikel 40. (01/01/2024- ...)

§ 1. In de hoofdplaats van elk provinciedistrict wordt een provinciedistrictshoofdbureau samengesteld.

Het provinciedistrictshoofdbureau bestaat uit een voorzitter, vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. Kandidaten mogen er geen deel van uitmaken.

§ 2. Als de hoofdplaats van het provinciedistrict tevens hoofdplaats is van een gerechtelijk arrondissement, wordt het provinciedistrictshoofdbureau voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hij aanwijst.

In alle andere gevallen wordt het provinciedistrictshoofdbureau voorgezeten door de vrederechter of, bij zijn ontstentenis, door een plaatsvervanger die hij aanwijst.

De voorzitter houdt toezicht over het geheel van de verrichtingen in het provinciedistrict en schrijft zo nodig de spoedmaatregelen voor die de omstandigheden mochten vereisen.

De voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau deelt uiterlijk zes maanden voor de dag van de verkiezingen aan het Agentschap Binnenlands Bestuur zijn voor- en achternaam, rijksregisternummer, e-mailadres en telefoonnummer mee, zodat het agentschap met hem contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie en zodat een authenticatie van deze persoon mogelijk is om hem toegang te verlenen tot de digitale verkiezingsapplicaties die hem ter beschikking worden gesteld voor de uitoefening van zijn functie. De voormelde gegevens worden bewaard tot de dag waarop het provinciaal hoofdbureau zijn proces-verbaal heeft ondertekend, vermeld in artikel 185.

§ 3. De voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau kiest uit de Belgische gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters die deel uitmaken van zijn bureau.

§ 4. De voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau kiest een secretaris uit de Belgische gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest. De secretaris is niet stemgerechtigd bij de besluitneming van het bureau. De secretaris deelt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur zijn voor- en achternaam, rijksregisternummer, functie, e-mailadres en telefoonnummer mee, zodat het agentschap met hem contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie en zodat een authenticatie van deze persoon mogelijk is om hem toegang te verlenen tot de digitale verkiezingsapplicaties die hem ter beschikking worden gesteld voor de uitoefening van zijn functie. De voormelde gegevens worden bewaard tot de dag waarop het provinciaal hoofdbureau zijn proces-verbaal heeft ondertekend, vermeld in artikel 185.

§ 5. Het provinciedistrictshoofdbureau moet ten minste 34 dagen voor de verkiezing samengesteld zijn.

§ 6. Artikel 37, § 6, is van overeenkomstige toepassing op het provinciedistrictshoofdbureau.

§ 7. De leden van het provinciedistrictshoofdbureau hebben recht op een vergoeding waarvan het bedrag en de voorwaarden door de Vlaamse Regering bepaald worden.
 

HOOFDSTUK 5 Het provinciaal hoofdbureau (... - ...)

Artikel 41. (04/09/2011- ...)

Het provinciedistrictshoofdbureau dat gevestigd is in de hoofdplaats van de provincie, houdt ook zitting als provinciaal hoofdbureau.

Titel 9 Samenstelling van de stembureaus en telbureaus (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Bepaling van het aantal stembureaus en telbureaus (... - ...)

Artikel 42. (24/08/2017- ...)

Het stembureau is gevestigd in het lokaal dat het college van burgemeester en schepenen voor de stemafdeling heeft aangewezen conform artikel 23, § 3, tweede lid. Het college van burgemeester en schepenen deelt aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau de adressen van de stembureaus mee. Per stemafdeling wordt één stembureau ingericht. De stembureaus hebben zitting in de gemeente of, in voorkomend geval, in het stadsdistrict. De stembureaus zijn belast met de kiesverrichtingen voor de gemeenteraadsverkiezingen, stadsdistrictsraadsverkiezingen en provincieraadsverkiezingen.

De telbureaus hebben zitting in de gemeente of, in voorkomend geval, in het stadsdistrict.

In gemeenten of stadsdistricten waar drie of meer stembureaus zijn, worden de tellingen door afzonderlijke telbureaus uitgevoerd. In de gemeenten waar minder dan drie stembureaus zijn, fungeert het gemeentelijk hoofdbureau tevens als telbureau.

In de gemeenten met minstens drie stembureaus telt ieder telbureau de stembiljetten van drie stembureaus. Als het aantal stembureaus niet deelbaar is door drie, telt één telbureau de stembiljetten van twee stembureaus als er na de deling van het aantal stembureaus door drie, twee stembureaus overblijven, of tellen twee telbureaus elk de stembiljetten van twee stembureaus als er na de deling van het aantal stembureaus door drie, één stembureau overblijft.

In elke gemeente worden de telverrichtingen toegewezen aan een of meer telbureaus, namelijk de telbureaus G, P en in voorkomend geval S. De telbureaus G tellen de stembiljetten voor de verkiezing van de gemeenteraad. De telbureaus P tellen de stembiljetten voor de verkiezing van de provincieraad. De telbureaus S tellen de stembiljetten voor de verkiezing van de stadsdistrictsraad.

In elke gemeente worden evenveel telbureaus G als telbureaus P ingericht. In voorkomend geval worden ook evenveel telbureaus S ingericht.
 

Artikel 43. (01/01/2024- ...)

Uiterlijk vijf dagen vóór de stemming wijst het college van burgemeester en schepenen voor elk telbureau aan van welke stembureaus dat telbureau de stembiljetten onderzoekt. Het college brengt de voorzitter van het gemeentelijke hoofdbureau onmiddellijk op de hoogte van de voormelde aanwijzing.

Bij de aanwijzing, vermeld in het eerste lid, wijst het college voor elk telbureau stembureaus aan waarvan de stemafdelingen geografisch aan elkaar grenzen.

Het college kan met een gemotiveerde beslissing afwijken van de bepaling, vermeld in het tweede lid.

De telbureaus zijn gevestigd in de lokalen die het college van burgemeester en schepenen heeft aangewezen. Het college van burgemeester en schepenen deelt aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau de adressen van de telbureaus mee. De voorzitter geeft schriftelijk aan de voorzitters en de bijzitters van de telbureaus onmiddellijk kennis van de plaats van de vergadering van het telbureau waar zij hun taak moeten vervullen en wijst het lokaal aan waar hij zitting zal houden om de resultatentabel te ontvangen, overeenkomstig artikel 158, § 1.

Hij geeft onmiddellijk schriftelijk aan de voorzitters van de stembureaus kennis van de plaats waar het telbureau dat de stembiljetten van hun bureau moet ontvangen, vergadert. Aan de voorzitters van de telbureaus deelt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau onmiddellijk schriftelijk mee welke stembureaus hun stembiljetten aan het telbureau moeten bezorgen.
 

HOOFDSTUK 2 Opmaak van de lijsten met de personen die kunnen worden aangewezen (... - ...)

Artikel 44. (01/01/2024- ...)

§ 1. Tijdens de tweede maand die aan de verkiezing voorafgaat, maakt het college van burgemeester en schepenen twee lijsten op. In de gemeenten waar stadsdistrictsraadsverkiezingen plaatsvinden, maakt het college die lijsten op per stadsdistrict.

Een eerste lijst bevat de volgende categorieën van kiezers:
1° de magistraten van de rechterlijke orde;
2° de gerechtelijke stagiairs;
3° de advocaten en de advocatenstagiairs volgens hun inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs;
4° de notarissen;
5° de gerechtsdeurwaarders;
6° de personeelsleden van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten, provincies, gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn van niveau A, B, C of gelijkwaardig;
7° het onderwijzend personeel.

De lijst, vermeld in het tweede lid, dient om achtereenvolgens de volgende personen aan te wijzen:
1° de voorzitters van de telbureaus;
2° de voorzitters van de stembureaus;
3° de bijzitters of plaatsvervangende bijzitters van de telbureaus.

De overheden die de personen, vermeld in het tweede lid, 6°, tewerkstellen, delen de voornaam of voornamen en achternaam, het adres en het beroep van die personen mee aan de gemeentebesturen waar die personen hun hoofdverblijfplaats hebben.

De gemeentelijke overheden delen de voornaam of voornamen en achternaam, het adres en het beroep van de personen die tot het onderwijzend personeel in hun gemeente behoren, mee aan de gemeentebesturen waar die personen hun hoofdverblijfplaats hebben.

Een tweede lijst bevat de kiezers van de stemafdeling naar rata van twaalf personen per stembureau. Die lijst dient om de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stembureaus aan te wijzen. Die lijst mag geen personen bevatten die al zijn opgenomen in de lijst, vermeld in het derde lid.

De twee lijsten, vermeld in het eerste lid, vermelden voor elke kiezer de voornaam of voornamen en de achternaam, de geboortedatum en de hoofdverblijfplaats. De lijst, vermeld in het tweede lid, vermeldt naast de voormelde gegevens voor elke kiezer ook het beroep.

§ 2. De lijsten, vermeld in paragraaf 1, worden uiterlijk op 31 augustus van het jaar van de verkiezing naar de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, gezonden.
 

HOOFDSTUK 3 Samenstelling van de telbureaus (... - ...)

Artikel 45. (24/08/2017- ...)

De telbureaus G, P en in voorkomend geval S bestaan uit een voorzitter, een secretaris, en twee tot vier bijzitters en plaatsvervangende bijzitters afhankelijk van het aantal te verkiezen raadsleden :
1° twee bijzitters en twee plaatsvervangende bijzitters als er minder dan negentien te verkiezen raadsleden zijn;
2° drie bijzitters en drie plaatsvervangende bijzitters als er negentien tot zeventwintig te verkiezen raadsleden zijn;
3° vier bijzitters en vier plaatsvervangende bijzitters als er meer dan zeventwintig te verkiezen raadsleden zijn.

Voor de telbureaus G is het aantal bijzitters afhankelijk van het aantal te verkiezen raadsleden in de gemeente. Voor de telbureaus P is het aantal bijzitters afhankelijk van het aantal te verkiezen raadsleden in het provinciedistrict waartoe de gemeente behoort. Voor de telbureaus S is het aantal bijzitters afhankelijk van het aantal te verkiezen raadsleden in het stadsdistrict.

De secretaris wordt benoemd door de voorzitter van het telbureau uit de gemeenteraadskiezers van een gemeente van het Vlaamse Gewest. Hij is niet stemgerechtigd bij de besluitneming van het bureau.

De kandidaten mogen geen deel uitmaken van het telbureau.
 

Artikel 46. (24/08/2017- ...)

Uiterlijk op 3 september van het jaar van de verkiezing wijst de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, de volgende personen aan:
1° de voorzitters van de telbureaus;
2° de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de telbureaus.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, wijst minstens één plaatsvervangende voorzitter aan die de voorzitter zal vervangen in een telbureau waar de voorzitter op de dag van de stemming afwezig is.

De personen, vermeld in het eerste lid, en de plaatsvervangende voorzitter, vermeld in het tweede lid, worden aangewezen conform artikel 44, § 1, derde lid. Als dat nodig is, kunnen ook andere gemeenteraadskiezers worden aangewezen.

Artikel 47. (01/01/2024- ...)

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, brengt de betrokkenen op de hoogte van hun aanwijzing. Hij verzoekt hen tevens hun ambt op de gestelde dagen te komen waarnemen. In geval van verhindering moeten zij de magistraat daarvan bericht geven binnen drie dagen na de kennisgeving.

Met uitzondering van de personen, vermeld in artikel 44, §1, tweede lid, 6°, wordt de persoon die minstens twee keer als lid van een stem- of telbureau gezeteld heeft, op basis van de registratie in de bevolkingsregisters van de daadwerkelijke uitoefening van die functie, op zijn verzoek vrijgesteld van de verplichting om de functie van bijzitter uit te oefenen. Dat verzoek wordt minstens vijftig dagen voor de dag van de verkiezing gericht aan de gemeente waar de verzoeker zijn verblijfplaats heeft, opdat die gemeente de vrijstelling in de bevolkingsregisters kan registreren. Dat verzoek ontslaat de betrokken persoon niet van een eventuele ambtshalve aanwijzing als bijzitter conform artikel 126, eerste lid, of conform artikel 150, tweede lid.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, voorziet onmiddellijk in de vervanging van degenen die hem binnen drie dagen na ontvangst van het bericht, een reden van verhindering laten weten, conform artikel 44, § 1, derde lid.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger bezorgt de lijst die de samenstelling van de telbureaus aangeeft, aan het gemeentesecretariaat, zodat het gemeentesecretariaat met de leden van de telbureaus contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie. De voormelde lijst vermeldt de voornaam of voornamen, de achternaam en het adres van de voorzitters en bijzitters van de telbureaus. Het gemeente- secretariaat bewaart de voormelde lijst tot de dag na de verkiezing.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger bezorgt de lijst die de samenstelling van de telbureaus aangeeft, aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau en, in voorkomend geval, aan de voorzitters van de stadsdistrictshoofdbureaus, zodat die voorzitter met de leden van de telbureaus contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie. De voormelde voorzitter bewaart de voormelde lijst tot de dag na de verkiezing.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, bezorgt aan de voorzitters van de telbureaus de samenstelling van hun eigen telbureau.

HOOFDSTUK 4 Samenstelling van de stembureaus (... - ...)

Artikel 48. (24/08/2017- ...)

De stembureaus bestaan uit de voorzitter,  vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris.

De secretaris wordt door de voorzitter van het stembureau benoemd uit de gemeenteraadskiezers. Voor de stadsdistrictsraadsverkiezingen wordt de secretaris door de voorzitter van het stembureau benoemd uit de stadsdistrictsraadskiezers. Hij is niet stemgerechtigd bij de besluitneming van het bureau.

De kandidaten mogen geen deel uitmaken van het stembureau.
 

Artikel 49. (24/08/2017- ...)

Uiterlijk op 3 september van het jaar van de verkiezing wijst de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, de volgende personen aan:
1° de voorzitters van de stembureaus;
2° de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stembureaus.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, wijst minstens één plaatsvervangende voorzitter aan die de voorzitter zal vervangen in een stembureau waar de voorzitter op de dag van de stemming afwezig is.

De voorzitters, vermeld in het eerste lid, 1°, en de plaatsvervangende voorzitters, vermeld in het tweede lid, worden aangewezen conform artikel 44, § 1, derde lid. De bijzitters en plaatsvervangende bijzitters, vermeld in het eerste lid, 2°, worden aangewezen conform artikel 44, § 1, zesde lid. Als dat nodig is, kunnen ook andere gemeenteraadskiezers worden aangewezen.

Artikel 50. (01/01/2024- ...)

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, brengt de betrokkenen op de hoogte van hun aanwijzing. Hij verzoekt hen tevens hun ambt op de gestelde dagen te komen waarnemen. In geval van verhindering moeten zij de magistraat daarvan bericht geven binnen drie dagen na de kennisgeving.

Met uitzondering van de personen, vermeld in artikel 44, §1, tweede lid, 6°, wordt de persoon die minstens twee keer als lid van een stem- of telbureau gezeteld heeft, op basis van de registratie in de bevolkingsregisters van de daadwerkelijke uitoefening van die functie, op zijn verzoek vrijgesteld van de verplichting om de functie van bijzitter uit te oefenen. Dat verzoek wordt minstens vijftig dagen voor de dag van de verkiezing gericht aan de gemeente waar de verzoeker zijn verblijfplaats heeft, opdat die gemeente de vrijstelling in de bevolkingsregisters kan registreren. Dat verzoek ontslaat de betrokken persoon niet van een eventuele ambtshalve aanwijzing als bijzitter conform artikel 126, eerste lid, of conform artikel 150, tweede lid.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, voorziet onmiddellijk in de vervanging van degenen die hem binnen drie dagen na ontvangst van het bericht, een reden van verhindering laten weten, conform artikel 49, derde lid.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger bezorgt de lijst die de samenstelling van de stembureaus aangeeft, aan het gemeentesecretariaat, zodat het gemeentesecretariaat met de leden van de stembureaus contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie. De voormelde lijst vermeldt de voornaam of voornamen, de achternaam en het adres van de voorzitters en bijzitters van de stembureaus. Het gemeentesecretariaat bewaart de voormelde lijst tot de dag na de verkiezing.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger bezorgt de lijst die de samenstelling van de stembureaus aangeeft, aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau en, in voorkomend geval, aan de voorzitters van de stadsdistrictshoofdbureaus, zodat die voorzitter met de leden van de stembureaus contact kan opnemen als dat nodig is voor de verkiezingsorganisatie. De voormelde voorzitter bewaart de voormelde lijst tot de dag na de verkiezing.

De magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, bezorgt aan de voorzitters van de stembureaus de samenstelling van hun eigen stembureau.

Titel 10 Uitnodiging van de kiezers (01/01/2024 - ...)

Artikel 51. (04/09/2011- ...)

Ten minste twintig dagen vóór de verkiezingen laat de Vlaamse Regering in het Belgisch Staatsblad een bericht verschijnen waarin de dag van de stemming, en uren van opening en sluiting van het stemlokaal meegedeeld worden. Dat bericht vermeldt eveneens dat elke kiezer bezwaar kan aantekenen bij het gemeentebestuur tot twaalf dagen vóór de verkiezing.

Artikel 52. (01/01/2024- ...)

De provinciegouverneur of de door hem aangewezen ambtenaar zorgt ervoor dat het college van burgemeester en schepenen ten minste vijftien dagen voor de verkiezing aan alle kiezers een uitnodigingsbrief zendt op de verblijfplaats die ze op dat tijdstip hebben.
 

Artikel 53. (01/01/2024- ...)

Kiezers die hun uitnodigingsbrief niet hebben ontvangen of niet meer in bezit hebben, kunnen op het gemeentesecretariaat een duplicaat afhalen tot 12 uur 's middags op de dag van de stemming. Van dat recht wordt melding gemaakt in het bericht, vermeld in artikel 51.

Artikel 54. (01/01/2024- ...)

De uitnodigingsbrief vermeldt de volgende gegevens :
1° de dag waarop en het stemlokaal waarin de kiezer kan stemmen;
2° de te verkiezen mandatarissen;
3° de uren van opening en sluiting van het stemlokaal;
4° de voorwaarden voor terugbetaling van de reiskosten van kiezers die niet meer in de gemeente wonen waar ze op de kiezerslijst staan;
5° de achternaam, de voornaam of voornamen en de hoofdverblijfplaats van de kiezer, alsook het nummer waaronder hij op de kiezerslijst staat;
6° de integrale tekst van artikel 56, artikel 135, § 2, en artikel 138, §2 en §3, derde lid.

De Vlaamse Regering stelt het model van de uitnodigingsbrief vast.
 

Artikel 55. (01/01/2024- ...)

Een bericht van uitnodiging wordt ten minste twintig dagen voor de stemming in de gemeente openbaar bekendgemaakt met een aanplakking aan het gemeentehuis, in het gemeentelijke informatieblad of op de website van de gemeente.

De publicatie vermeldt de gegevens, vermeld in artikel 54, eerste lid, 1° tot en met 4°. De publicatie herinnert er ook aan dat de kiezer die zijn uitnodigingsbrief niet heeft ontvangen of niet meer in bezit heeft, een duplicaat op het gemeentesecretariaat kan afhalen tot 12 uur 's middags op de dag van de stemming.

Titel 11 Afleveren van een volmacht (... - ...)

Artikel 56. (14/08/2021- ...)

§ 1. Een kiezer kan een andere kiezer als gevolmachtigde in zijn plaats laten stemmen. De persoon die hij als gevolmachtigde aanwijst moet voor dezelfde verkiezing zelf de hoedanigheid van kiezer bezitten.

Een gevolmachtigde kan per verkiezing maar één stem bij volmacht uitbrengen.

§ 2. De volgende kiezers kunnen een volmacht verlenen :
1° de kiezer die om medische redenen niet in staat is om zich naar het stembureau te begeven of er naartoe gevoerd te worden. Dat moet blijken uit een medisch attest. Geneesheren, die als kandidaat voor de verkiezing zijn voorgedragen, mogen een dergelijk attest niet afgeven;
2° de kiezer die om beroeps- of dienstredenen :
a) in het buitenland is opgehouden, alsook de leden van zijn gezin of van zijn gevolg die daar met hem verblijven. Die onmogelijkheid moet blijken uit een attest van de militaire of burgerlijke overheid of van de werkgever onder wie de werknemer ressorteert;
b) zich op de dag van de stemming in het Rijk bevindt, maar in de onmogelijkheid verkeert om zich in het stembureau te melden. Die onmogelijkheid moet blijken uit een attest van de militaire of burgerlijke overheid of van de werkgever onder wie de werknemer ressorteert;
3° de kiezer die het beroep van schipper, marktkramer of kermisreiziger uitoefent en de leden van zijn gezin die met hem samenwonen. De uitoefening van het beroep moet blijken uit een attest van de burgemeester van de gemeente waar de betrokkene in het bevolkingsregister is ingeschreven. De Vlaamse Regering bepaalt het model van dat attest;
4° de kiezer die de dag van de stemming ten gevolge van een rechterlijke maatregel in een toestand van vrijheidsbeneming verkeert. Die toestand wordt bevestigd door de directie van de inrichting waar de betrokkene zich bevindt;
5° de kiezer die om redenen in verband met zijn geloofsovertuiging in de onmogelijkheid verkeert zich op het stembureau te melden. Die onmogelijkheid moet blijken uit een attest dat is afgegeven door de religieuze overheid;
6° de student die zich, om studieredenen, in de onmogelijkheid bevindt zich in het stembureau te melden, op voorwaarde dat hij een attest voorlegt van de directie van de instelling waar hij studeert;
7° de kiezer die om andere redenen dan die vermeld in punt 1° tot en met 6°, de dag van de stemming niet in zijn woonplaats is wegens een tijdelijk verblijf in het buitenland, en zich bijgevolg in de onmogelijkheid bevindt zich in het stemlokaal te melden, voor zover de onmogelijkheid door de burgemeester van zijn woonplaats of zijn gemachtigde vastgesteld is, na voorlegging van de nodige bewijsstukken. De Vlaamse Regering bepaalt het model van attest dat door de burgemeester moet worden afgegeven. De aanvraag moet worden ingediend bij de burgemeester van de woonplaats uiterlijk op de dag voor de dag van de verkiezing.

§ 3. De Vlaamse Regering bepaalt het model van de volmacht. Het formulier voor de volmacht kan gratis worden verkregen bij het gemeentesecretariaat.

§ 4. De volmachtgever en de gevolmachtigde ondertekenen beiden het volmachtformulier.
 

Titel 12 De verkiesbaarheidsvoorwaarden (... - ...)

Artikel 57. (04/09/2011- ...)

Uiterlijk op de dag van de verkiezing moet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldaan zijn.

Artikel 58. (04/09/2011- ...)

Om tot gemeenteraadslid of stadsdistrictsraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en moet men de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8 of 11, behouden en mag men zich niet in een geval van schorsing of uitsluiting, als vermeld in artikel 15, § 1 en § 2, bevinden.

De volgende personen zijn niet verkiesbaar :
1° overeenkomstig artikel 65, tweede lid, 2°, en artikel 113 van de Gemeentekieswet, de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die, ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechtelijke beslissing in hun lidstaat van herkomst ontheven zijn van het recht om gekozen te worden krachtens het recht van die lidstaat;
2° personen die, onverminderd de toepassing van punt 1°, veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de misdrijven, vermeld in artikel 240, 241, 243, en 245 tot en met 248 van het Strafwetboek, gepleegd tijdens de uitoefening van een gemeenteambt. Die onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling.

Artikel 59. (24/08/2017- ...)

Om tot provincieraadslid verkozen te kunnen worden en om het te kunnen blijven, moet men kiezer zijn , moet men ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van een gemeente die behoort tot de provincie, en moet men de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, behouden en mag men zich niet in een geval van schorsing of uitsluiting als vermeld in artikel 15, § 1 en § 2, bevinden.

Niet verkiesbaar zijn zij die veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de misdrijven, vermeld in artikel 240, 241, 243, en 245 tot en met 248 van het Strafwetboek, gepleegd tijdens de uitoefening van een gemeenteambt. Die onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling.
 

Titel 13 Bescherming van de lijstnamen en toekennen van volgnummers (... - ...)

Artikel 60. (24/08/2017- ...)

Elke lijstnaam bestaat uit ten hoogste twintig tekens. De Vlaamse Regering legt in een besluit de toegelaten tekens vast en kan bepaalde combinaties van tekens verbieden als dat om informaticatechnische redenen vereist is. De lijstnaam moet op het stembiljet boven de kandidatenlijst komen.

Artikel 61. (24/08/2017- ...)

Elke politieke formatie in het Vlaams Parlement die ten minste door drie leden vertegenwoordigd is, kan een voorstel indienen tot de bescherming van de lijstnaam die ze wil vermelden in de voordrachten van kandidaten en tot het verkrijgen van een gemeenschappelijk volgnummer.

Het voorstel tot bescherming van de lijstnaam moet worden ondertekend door ten minste drie Vlaamse parlementsleden die tot de politieke formatie behoren die de lijstnaam zal gebruiken. Een parlementslid mag maar één enkel voorstel ondertekenen.

Het voorstel tot bescherming van de lijstnaam wordt de veertigste dag voor de verkiezing, tussen tien en twaalf uur, aan de Vlaamse Regering of de gemachtigde van de Vlaamse Regering overhandigd door een parlementslid die het voorstel heeft medeondertekend.

Het voorstel tot bescherming van de lijstnaam vermeldt de voornaam of voornamen, de achternaam en de contactgegevens van de nationale voorzitter van de politieke formatie of van de door hem gemandateerden.
 

Artikel 62. (04/09/2011- ...)

De vermelding van een lijstnaam waarvan gebruikgemaakt is door een politieke partij die door minstens drie leden vertegenwoordigd is in het Vlaams Parlement en waaraan bij een vorige verkiezing met het oog op de vernieuwing van parlementen op Europees, federaal en regionaal niveau bescherming werd verleend, kan op gemotiveerd verzoek van die politieke partij door de Vlaamse Regering worden verboden. De lijst van de lijstnamen waarvan het gebruik verboden is, wordt de drieënveertigste dag voor de verkiezing in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

De Vlaamse Regering kan het gebruik van de lijstnamen die op de kandidatenlijsten voor de provincieraadsverkiezing voorkomen en waarvan het gebruik ontzegd is, verbieden voor de gemeenteraadsverkiezing en stadsdistrictsraadsverkiezing.

Artikel 63. (24/08/2017- ...)

De Vlaamse Regering kent bij loting aan de beschermde lijstnaam onmiddellijk na het indienen van de voorstellen tot bescherming een gemeenschappelijk volgnummer toe. Lijstnamen die beginnen met een beschermde lijstnaam, kunnen het gemeenschappelijk volgnummer van die partij gebruiken op voorwaarde dat ze een getuigschrift voorleggen als vermeld in artikel 64.

De lijstnamen en de gemeenschappelijke volgnummers worden binnen vier dagen in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
 

Artikel 64. (24/08/2017- ...)

Na de loting, vermeld in artikel 63, brengt de Vlaamse Regering de voorzitters van de gemeentelijke hoofdbureaus, de voorzitters van de provinciedistrictshoofdbureaus die gevestigd zijn in de provinciehoofdplaats en de voorzitters van de stadsdistrictshoofdbureaus op de hoogte van de toegekende gemeenschappelijke volgnummers, van de aan de verschillende nummers voorbehouden lijstnamen, en van de voornaam of voornamen en achternaam en de contactgegevens van de nationale voorzitter van de politieke formatie of van de door hem gemandateerden.

Bij de voordrachten van kandidaten die met toepassing van artikel 61 een beschermde lijstnaam en een gemeenschappelijk volgnummer gebruiken, moet een getuigschrift worden gevoegd van de nationale voorzitter van de politieke formatie of van de door hem gemandateerden.

Als er geen getuigschrift bij de voordrachten, vermeld in het tweede lid, wordt gevoegd, weigert de voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau, van het gemeentelijk hoofdbureau en van het stadsdistrictshoofdbureau het gebruik van de lijstnaam en van het gemeenschappelijke volgnummer door een niet-erkende lijst ambtshalve voor respectievelijk de provincieraadsverkiezing, de gemeenteraadsverkiezing en de stadsdistrictsraadsverkiezing.

Artikel 65. (24/08/2017- ...)

Nadat de kandidatenlijsten, conform artikel 92, volledig zijn afgesloten, houdt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau een afzonderlijke loting om voor de gemeenteraadsverkiezing de volgnummers toe te kennen aan de lijsten die geen gemeenschappelijk volgnummer, conform artikel 63, hebben gekregen.

De nummers die bij die loting worden toegekend, beginnen bij het nummer dat onmiddellijk volgt op het laatste nummer dat de Vlaamse Regering bij de loting heeft toegekend, conform artikel 63.

Eerst wordt een volgnummer toegekend aan de volledige lijsten, vervolgens aan de onvolledige lijsten.

Dit artikel is ook van toepassing op de verkiezing van de stadsdistrictsraden.

Artikel 66. (24/08/2017- ...)

De kandidaten van de lijsten die werden ingediend bij de provinciedistrictshoofdbureaus die buiten de provinciehoofdplaats gevestigd zijn, mogen op de voordrachtsakte aanduiden dat ze verzoeken om hetzelfde volgnummer te krijgen als een van de lijsten die in de provinciehoofdplaats werden ingediend.

De voorzitter die een verzoek, vermeld in het eerste lid, ontvangt, zendt onmiddellijk een exemplaar van de voordrachtsakte van kandidaten aan de voorzitter van het provinciaal hoofdbureau. De lijsttrekker van de in de hoofdplaats voorgedragen lijsten of de kandidaat die hij daartoe gemandateerd heeft, mag ter plaatse tot uiterlijk 16 uur op de vijfentwintigste dag voor de stemming, inzage nemen van de verzoekschriften, vermeld in het eerste lid. Die lijstrekker of kandidaat verklaart schriftelijk dat hij al dan niet akkoord gaat met het gebruik van hetzelfde volgnummer.

Artikel 67. (24/08/2017- ...)

§ 1. Nadat de kandidatenlijsten, conform artikel 100, volledig zijn afgesloten, houdt de voorzitter van het provinciaal hoofdbureau een afzonderlijke loting om voor de provincieraadsverkiezing de volgnummers toe te kennen aan de lijsten die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid, vermeld in artikel 66, en die geen gemeenschappelijk volgnummer conform artikel 63 hebben gekregen.

De nummers die bij die loting worden toegekend, beginnen bij het nummer dat onmiddellijk volgt op het laatste nummer dat de Vlaamse Regering bij de loting heeft toegekend, conform artikel 63.

Eerst wordt een volgnummer toegekend aan de volledige lijsten, vervolgens aan de onvolledige lijsten.

§ 2. Na de loting, vermeld in paragraaf 1, houdt de voorzitter van het provinciaal hoofdbureau onmiddellijk voor elk provinciedistrict van de provincie een afzonderlijke loting om voor de provincieraadsverkiezing de volgnummers toe te kennen aan de lijsten die niet van een gemeenschappelijk volgnummer, conform paragraaf 1 of artikel 63, zijn voorzien.

De nummers die bij die loting worden toegekend, beginnen bij het nummer dat onmiddellijk volgt op het laatste nummer dat werd toegekend tijdens de loting, vermeld in paragraaf 1.

§ 3. De voorzitter deelt onmiddellijk het resultaat van de lotingen, vermeld in paragraaf 1 en 2, via het snelste kanaal mee aan de voorzitters van de andere provinciedistrictshoofdbureaus van de provincie.

Titel 14 Indiening van de kandidatenlijsten (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Indiening van de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen (... - ...)

Artikel 68. (01/01/2024- ...)

§1. Uiterlijk op zaterdag, de negenentwintigste dag vóór de verkiezing van de gemeenteraden, om 16 uur, worden de voordrachtsakten van kandidaten ingediend bij de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau. Op zaterdag, de negenentwintigste dag vóór de verkiezing van de gemeenteraden, tussen 9 en 12 uur en tussen 13 en 16 uur, kunnen voorgedragen kandidaten de voordrachtsakte vervolledigen met bijlagen.

Als de zevenentwintigste dag voor de verkiezing een wettelijke feestdag is, worden de uiterste datum voor de indiening van de voordrachtsakten en de periode waarin de bijlagen worden ingediend, vermeld in het eerste lid, achtenveertig uur vervroegd.

De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop en de periode waarin die voordrachtsakten ingediend worden, en door wie, en ook de wijze waarop de bijlagen, vermeld in het eerste lid, ingediend kunnen worden.

De Vlaamse Regering regelt de bekendmaking van de wijze waarop en de periode waarin die voordrachtsakten ingediend worden, en door wie, en ook de wijze waarop de bijlagen, vermeld in het eerste lid, ingediend kunnen worden, door de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau.

Ten minste vierendertig dagen vóór de verkiezing van de gemeenteraden bezorgt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau het adres van de zetel van het gemeentelijk hoofdbureau aan de Vlaamse Regering.

§2. Op dinsdag, de twaalfde dag voor de stemming, tussen 14 en 16 uur, neemt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau de aanwijzingen van getuigen voor de stembureaus en voor de telbureaus G, P en, in voorkomend geval, S, vermeld in artikel 42, vijfde lid, in ontvangst.
 
Ten minste vierendertig dagen vóór de verkiezing van de gemeenteraden maakt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau de bepalingen van het eerste lid bekend, met vermelding van de plaats waar hij de aanwijzingen van getuigen in ontvangst zal nemen.

De bekendmaking, vermeld in het tweede lid, wordt gedaan met een aanplakking aan het gemeentehuis, in het gemeentelijke informatieblad of op de website van de gemeente.

Artikel 69. (04/09/2011- ...)

De voordrachtsakten van de kandidaten voor de verkiezing van de gemeenteraden moeten ondertekend worden, hetzij door een aftredend gemeenteraadslid, hetzij door de volgende personen, afhankelijk van de grootte van de gemeente :
1° in de gemeenten van 20.000 inwoners en meer, door ten minste 100 gemeenteraadskiezers;
2° in die van 10.000 tot 20.000 inwoners, door ten minste 50 gemeenteraadskiezers;
3° in die van 5000 tot 10.000 inwoners, door ten minste 30 gemeenteraadskiezers;
4° in die van 2000 tot 5000 inwoners, door ten minste 20 gemeenteraadskiezers;
5° in die van 500 tot 2000 inwoners, door ten minste 10 gemeenteraadskiezers;
6° in die van minder dan 500 inwoners, door ten minste 5 gemeenteraadskiezers.

Het bevolkingscijfer is het cijfer dat vastgesteld wordt overeenkomstig artikel 7, § 1.

Artikel 70. (01/01/2024- ...)

...

Artikel 71. (13/09/2024- ...)

De voordrachtsakte vermeldt de voornaam, eventueel de roepnaam, de achternaam, de geboortedatum, het geslacht, het rijksregisternummer, de hoofdverblijfplaats, de nationaliteit en de handtekening van de kandidaten, alsook de lijstnaam die boven de kandidatenlijst op het stembiljet moet staan. De naam van een gehuwde kandidaat mag voorafgegaan of gevolgd worden door de naam van de echtgenoot of echtgenote van de kandidaat. De naam van een kandidaat die weduwnaar of weduwe is, mag voorafgegaan of gevolgd worden door de naam van de overleden echtgenoot of echtgenote van de kandidaat. Voor de toepassing van deze bepaling worden de personen die een wettelijk samenlevingscontract hebben afgesloten, met echtgenoten gelijkgesteld.

De kandidaat van wie de achternaam samengesteld is uit twee of meer afzonderlijke namen, mag op de voordrachtsakte invullen met welke van die namen hij op het stembiljet vermeld wil worden. De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau weigert het gebruik van een naam die geen deel is van de samengestelde achternaam. Als de voorzitter de voormelde keuze van de kandidaat weigert om een andere reden, vermeldt hij de motivatie in het proces-verbaal van het hoofdbureau.

De kandidaat die op het stembiljet wil vermeld worden met zijn roepnaam, voegt een akte van bekendheid bij de voordrachtsakte als de roepnaam geen van zijn voornamen is of geen afgeleide is van een van zijn voornamen. De akte van bekendheid kan afgeleverd worden door een vrederechter, een notaris of de burgemeester van de woonplaats van de kandidaat.

De voordrachtsakte vermeldt ook de voor- en achternaam, het rijksregisternummer, de hoofdverblijfplaats, de nationaliteit en de handtekening van de kiezers die de kandidaten voordragen, of van het aftredende raadslid dat de kandidaten voordraagt.

In voorkomend geval vermeldt de voordrachtsakte dat de kandidaten beslissen dat de op de lijst verkozen gemeenteraadsleden twee fracties vormen, conform artikel 36, § 2, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. Met behoud van de bepalingen van artikel 60 tot en met 63, bestaat de naam van de lijst uit verschillende woorden of afkortingen die minstens de namen van de twee fracties bevatten. De voordrachtsakte vermeldt voor alle kandidaten tot welke fractie ze zullen behoren in geval van verkiezing.

De persoonsgegevens van de kandidaten, met uitzondering van het rijksregisternummer, kunnen voor wetenschappelijke doeleinden ter beschikking gesteld worden aan universiteiten, hogescholen of erkende onderzoeksinstellingen die daarvoor een aanvraag indienen. Bij de voormelde aanvraag wordt een nauwkeurig omschreven onderzoeksproject gevoegd dat aan al de volgende voorwaarden voldoet:
1° het beantwoordt aan de geldende wetenschappelijke normen;
2° het bevat een gedetailleerde opsomming van de te raadplegen reeks gegevens;
3° het beschrijft de analysemethoden;
4° het bevat een motivering waarom het onderzoek niet kan gebeuren aan de hand van, in eerste orde, geanonimiseerde of, in tweede orde, gepseudonimiseerde gegevens.

 

Artikel 72. (04/09/2011- ...)

Tot op het ogenblik dat het gemeentelijk hoofdbureau de kandidatenlijsten voorlopig afsluit, mogen voorgedragen kandidaten de voordrachtsakte vervolledigen met hun handtekening.

Artikel 73. (01/01/2019- ...)

Overeenkomstig artikel 23, § 1, negende en tiende lid, en artikel 97 van de Gemeentekieswet verklaren de niet-Belgische kandidaten die onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie, in de voordrachtsakte :
1° dat ze in een lokale basisoverheid van een andere lidstaat van de Europese Unie geen ambt of mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, schepen of burgemeester;
2° dat ze in een andere lidstaat van de Europese Unie geen functies uitoefenen die gelijkwaardig zijn met die, vermeld in artikel 10 van het decreet over het lokaal bestuur;
3° dat ze op de datum van de verkiezing niet ontheven of geschorst zijn van het verkiesbaarheidsrecht in hun land van herkomst.

In geval van twijfel over de verkiesbaarheid van de kandidaat, meer bepaald na kennisname van zijn verklaring, kan de voorzitter van het hoofdbureau eisen dat die kandidaat een attest van de bevoegde overheden van zijn land van herkomst indient waarin verklaard wordt dat hij, op de datum van de verkiezing, niet ontheven of geschorst is van het verkiesbaarheidsrecht in dat land of dat die overheden daar in elk geval niet van op de hoogte zijn.
 

Artikel 74. (04/09/2011- ...)

De volgende pariteitsregels moeten in acht genomen worden :
1° op eenzelfde lijst mag het verschil tussen het aantal kandidaten van elk geslacht niet groter zijn dan één;
2° de eerste twee kandidaten van eenzelfde lijst mogen niet van hetzelfde geslacht zijn.

Artikel 75. (04/09/2011- ...)

Op eenzelfde lijst mogen niet meer kandidaten voorkomen dan er leden kunnen worden verkozen.

Artikel 76. (04/09/2011- ...)

De kandidaten van wie de namen voorkomen op eenzelfde voordracht, worden geacht één enkele lijst te vormen.

Artikel 77. (01/01/2024- ...)

Op de voordrachtsakte kunnen een getuige en een plaatsvervangende getuige aangewezen worden die de vergaderingen van het gemeentelijk hoofdbureau bijwonen. In het voormelde geval vermeldt de voordrachtsakte de voor- en achternaam en de hoofdverblijfplaats van de voormelde getuigen.

Artikel 78. (04/09/2011- ...)

De modellen van voordrachtsakte, van verbeteringsakte en van de individuele geschreven en ondertekende verklaring, vermeld in artikel 73 worden door de Vlaamse Regering vastgelegd.

Artikel 79. (24/08/2017- ...)

De voordracht wijst de volgorde aan waarin de kandidaten worden voorgedragen.

Artikel 80. (04/09/2011- ...)

Een kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één lijst voor dezelfde verkiezing.

De kandidaat die deze verbodsbepaling overtreedt, wordt gestraft overeenkomstig artikel 244. Zijn naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt.

Artikel 81. (01/01/2024- ...)

Als er niet meer kandidaat-raadsleden regelmatig voorgedragen zijn dan er mandaten toe te kennen zijn, dan verklaart het gemeentelijk hoofdbureau hen zonder meer verkozen.

Het proces-verbaal van de verkiezing, dat tijdens de vergadering is opgemaakt en door de leden van het bureau werd ondertekend, wordt onmiddellijk aan de Raad voor Verkiezingsbetwistingen gezonden, tegelijk met de voordrachten. Uittreksels uit het proces-verbaal worden aan de gekozenen gezonden en in de gemeente bekendgemaakt. De voormelde uittreksels worden bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente en op een fysieke gegevensdrager.
 

Artikel 82. (04/09/2011- ...)

§ 1. In gemeenten met minder dan 5000 inwoners mag de voordracht van kandidaten, met uitzondering van de lijst, vermeld in artikel 68 tot en met 81, ook een lijst van drie kandidaat-opvolgers omvatten, voor het geval de verkiezing zonder stemming zou eindigen.

§ 2. De voordracht van die kandidaat-opvolgers wijst de volgorde aan waarin zij worden voorgedragen. Ze moet, op straffe van nietigheid, voorkomen in dezelfde akte als de voordracht van de kandidaat-raadsleden. De kandidaten van beide categorieën moeten in die akte afzonderlijk worden gerangschikt, met nauwkeurige aanduiding van elke categorie.

Een kandidaat mag niet tegelijk als kandidaat-raadslid en als kandidaat-opvolger worden voorgedragen. Bij overtreding van die bepaling wordt de naam van de kandidaat geschrapt van de lijst van kandidaat-opvolgers.

§ 3. Als de raadsleden overeenkomstig artikel 81 verkozen verklaard zijn, dan verklaart het gemeentelijk hoofdbureau in voorkomend geval de kandidaat-opvolgers die overeenkomstig paragraaf 1 en 2 zijn voorgedragen, eerste, tweede en derde opvolger.

§ 4. Als er meer kandidaat-raadsleden regelmatig voorgedragen zijn dan er mandaten toe te kennen zijn, dan verklaart het gemeentelijk hoofdbureau de kandidaatstellingen voor de opvolging die overeenkomstig paragraaf 1 en 2 zijn gebeurd, zonder gevolg.

HOOFDSTUK 2 Indiening van de kandidatenlijsten voor de stadsdistrictsraadsverkiezingen (... - ...)

Artikel 83. (13/09/2024- ...)

Voor de verkiezingen van de stadsdistrictsraden zijn de volgende artikelen van dit hoofdstuk van toepassing :
1° artikel 68, §1, met dien verstande dat :
a) "gemeenteraden" wordt gelezen als "stadsdistrictsraden";
b) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
c) ...;
d) ...;
2° artikel 69, met dien verstande dat :
a) "gemeenteraden" wordt gelezen als "stadsdistrictsraden";
b) "gemeenteraadsleden" wordt gelezen als "stadsdistrictsraadsleden";
c) "gemeenten" wordt gelezen als "stadsdistricten";
d) "gemeenteraadskiezers" wordt gelezen als "stadsdistrictsraadskiezers";
3° ...;
4° artikel 71, met dien verstande dat :
a) "gemeente" wordt gelezen als "stadsdistrict";
b) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
c) "gemeenteraadsleden" wordt gelezen als "stadsdistrictsraadsleden".
5° artikel 72, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als « stadsdistrictshoofdbureau";
6° artikel 73, met dien verstande dat :
a) "gemeenteraadslid" wordt gelezen als "stadsdistrictsraadslid";
b) "schepen" wordt gelezen als "schepen van het stadsdistrictscollege";
c) "burgemeester" wordt gelezen als "voorzitter van het stadsdistrictscollege";
7° artikel 74;
8° artikel 75;
9° artikel 76;
10° artikel 77 met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
11° artikel 78;
12° artikel 79;
13° artikel 80;
14° artikel 81, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau".
 

HOOFDSTUK 3 Indiening van de kandidatenlijsten voor de provincieraadsverkiezingen (... - ...)

Artikel 84. (13/09/2024- ...)

Voor de verkiezingen van de provincieraden zijn de volgende artikelen van dit hoofdstuk van toepassing :
1° artikel 68, met dien verstande dat :
a) "gemeenteraden" wordt gelezen als "provincieraden";
b) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
c) ...;
d) “telbureaus G, P en, in voorkomend geval, S” gelezen wordt als “telbureaus P”;
2° artikel 69, dat vervangen wordt door wat volgt :
« De voordrachtsakten voor de provincieraadsverkiezingen moeten ondertekend zijn door ten minste vijftig kiezers van de provincie of door een aftredend provincieraadslid. »;
3°...
4° artikel 71, met uitzondering van het vijfde lid, met dien verstande dat :
a) "de gemeente" wordt gelezen als "een gemeente van de provincie";
b) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
5° artikel 72, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
6° artikel 74;
7° artikel 75;
8° artikel 76;
9° artikel 77, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
10° artikel 78, wordt vervangen door wat volgt :
« De modellen van voordrachtsakte en van verbeteringsakte worden door de Vlaamse Regering vastgelegd. »;
11° artikel 79;
12° artikel 80, met dien verstande dat een derde lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : "De voorzitter van het provinciaal districtshoofdbureau stuurt onmiddellijk na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de lijsten een kopie van alle ingediende lijsten aan de voorzitter van het provinciaal hoofdbureau die hem uiterlijk de zevenentwintigste dag voor de stemming om 16 uur kennis geeft van de gevallen van meervoudige kandidaatstelling.";
13° artikel 81, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau".
 

Titel 15 Onderzoek van de kandidatenlijsten (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Onderzoek van de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen (... - ...)

Artikel 85. (01/01/2024- ...)

De kandidaten die de voordrachten van kandidaten hebben ingediend, kunnen op de plaats waar de bijlagen, vermeld in artikel 68, §1, eerste lid, worden ingediend, inzage nemen van alle ingediende voordrachten en schriftelijk hun opmerkingen aan het gemeentelijk hoofdbureau meedelen.

Ze kunnen dat recht uitoefenen gedurende de termijn, bepaald voor de indiening van de bijlagen, vermeld in artikel 68, §1, eerste lid, en tot twee uur na het verstrijken van die termijn.

Ze kunnen dat recht, vermeld in het eerste lid, ook nog uitoefenen op de zevenentwintigste dag voor de stemming, van 13 tot 16 uur.

Ze kunnen een andere kandidaat mandateren om het recht, vermeld in het eerste lid, uit te oefenen.

Als de zevenentwintigste dag voor de verkiezing een wettelijke feestdag is, worden alle kiesverrichtingen die op die dag moeten plaatshebben, achtenveertig uur vervroegd.
 

Artikel 86. (13/09/2024- ...)

Bij de verkiezingen voor de vernieuwing van de gemeenteraden vergadert het gemeentelijk hoofdbureau de zevenentwintigste dag voor de stemming om 16 uur.

Het gemeentelijk hoofdbureau onderzoekt:
1° of de gegevens correct en volledig ingevuld zijn op de voordrachtsakte als vermeld in artikel 71;
2° of er niet te veel kandidaat-titularissen of kandidaat-opvolgers op de voordrachtsakte staan;
3° of de regels voor de evenwichtige samenstelling van de kandidatenlijsten, vermeld in artikel 74, 1°, werden nageleefd;
4° of de regels voor de rangschikking van de kandidaten, vermeld in artikel 74, 2°, werden nageleefd;
5° of de regels voor de lijstnaam, vermeld in artikel 60 en 62, werden nageleefd;
6° of de kandidaten verkiesbaar zijn en of de niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie de verklaring, vermeld in artikel 73, hebben afgelegd.

Na het onderzoek, vermeld in het tweede lid, sluit het gemeentelijk hoofdbureau de kandidatenlijst voorlopig af.
 

Artikel 87. (24/08/2017- ...)

...

Artikel 88. (01/01/2024- ...)

Als het gemeentelijk hoofdbureau de voordracht van bepaalde kandidaten onregelmatig verklaart, worden de redenen van die beslissing in het proces-verbaal opgenomen. Onmiddellijk wordt een uittreksel uit het proces-verbaal, met de woordelijke opgave van de aangevoerde redenen, met een aangetekende brief gestuurd aan de kandidaat die de akte waarop de afgewezen kandidaten voorkomen, heeft ingediend.

Als de onverkiesbaarheid van een kandidaat als reden is aangevoerd, wordt het uittreksel uit het proces-verbaal, vermeld in het eerste lid, op dezelfde wijze ook aan die kandidaat gestuurd.
 

Artikel 89. (01/01/2024- ...)

Personen die de aanvaarde of afgewezen kandidatenlijsten hebben ingediend of, bij hun ontstentenis, één van de kandidaten die op die kandidatenlijsten voorkomen, kunnen de zesentwintigste dag voor de stemming, tussen 13 en 16 uur, op de plaats die werd aangewezen voor het indienen van de bijlagen, vermeld in artikel 68, §1, eerste lid, bij de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau, tegen ontvangstbewijs een met redenen omkleed bezwaarschrift tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen indienen.

De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau geeft aan de kandidaat die de betwiste voordracht heeft ingediend, onmiddellijk met een aangetekende brief kennis van het bezwaar, onder vermelding van de aangevoerde redenen. 

Als de verkiesbaarheid van een kandidaat wordt betwist, wordt ook die kandidaat op de wijze, vermeld in het tweede lid, daarover rechtstreeks ingelicht.
 

Artikel 90. (04/09/2011- ...)

Als het gemeentelijk hoofdbureau bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst bepaalde kandidaten wegens onverkiesbaarheid afgewezen heeft of als een bezwaarschrift, gegrond op de onverkiesbaarheid van een kandidaat, overeenkomstig artikel 89 is ingediend, verzoekt de voorzitter van dat bureau het gemeentebestuur van de woonplaats van de kandidaat, telefonisch, via e-mail of bij een door de secretaris van het bureau gedragen schriftelijke vordering, hem onmiddellijk met een aangetekende brief een eensluidend verklaard afschrift van een uittreksel uit die stukken die dat bestuur in zijn bezit heeft en die over de verkiesbaarheid van de kandidaat nadere aanwijzingen kunnen verschaffen, toe te sturen.

Als die kandidaat, als vermeld in het eerste lid, zijn woonplaats niet sedert ten minste vijftien dagen in de gemeente heeft en als de stukken waaruit onverkiesbaarheid kan blijken, nog niet bij het gemeentebestuur zijn aangekomen, dan stuurt dat gemeentebestuur de stukken door naar het gemeentebestuur van de vorige woonplaats van de kandidaat.

De voorzitter kan, als hij dat nodig acht, andere onderzoeken instellen, zowel over de verkiesbaarheid van de betrokken kandidaten als over de andere aangevoerde onregelmatigheden.

Alle stukken die ter uitvoering van dit artikel worden aangevraagd, worden kosteloos afgegeven.

Artikel 91. (13/09/2024- ...)

Personen die aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingediend, of, bij hun ontstentenis, één van de kandidaten die op die lijsten voorkomt, kunnen de vierentwintigste dag voor de stemming tussen 14 en 16 uur op de plaats, aangewezen voor het indienen van de bijlagen, vermeld in artikel 68, §1, eerste lid, bij de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau tegen ontvangstbewijs, een memorie indienen tot betwisting van de onregelmatigheden waarmee bij het voorlopige afsluiten van de kandidatenlijst rekening is gehouden of die de dag na die afsluiting ingeroepen zijn. Als de onregelmatigheid te maken heeft met de onverkiesbaarheid van een kandidaat, kan een memorie worden ingediend met inachtneming van dezelfde regels.

De personen, vermeld in het eerste lid, kunnen in voorkomend geval bij de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau een verbeteringsakte indienen tot 16 uur op de vierentwintigste dag voor de stemming. Die verbeteringsakte is alleen ontvankelijk als een kandidaat zich vrijwillig wil terugtrekken of overleden is na de voorlopige afsluiting, of als één of meer kandidaten die op de voordracht voorkomen, afgewezen zijn om een van de volgende redenen:
1° de gegevens zijn foutief of onvolledig op de voordrachtsakte als vermeld in artikel 71;
2° er staan te veel kandidaat-titularissen of kandidaat-opvolgers op de voordrachtsakte;
3° de regels voor de evenwichtige samenstelling van de kandidatenlijsten, vermeld in artikel 74, 1°, werden niet nageleefd;
4° de regels voor de rangschikking van de kandidaten, vermeld in artikel 74, 2°, werden niet nageleefd;
5° de regels voor de lijstnaam, vermeld in artikel 60 en 62, werden niet nageleefd;
6° een kandidaat is niet verkiesbaar of een niet-Belgische kandidaat van de Europese Unie heeft de verklaring, vermeld in artikel 73, niet afgelegd.

De verbeteringsakte mag geen naam van een nieuwe kandidaat bevatten, behalve in het geval, vermeld in het tweede lid, 6°, en in het geval dat een kandidaat zich vrijwillig terugtrekt of overleden is. Ze mag de volgorde van voordracht die in de afgewezen akte werd aangenomen, niet wijzigen, behalve in het geval, vermeld in het tweede lid, 4°. Een kandidaat op een lijst waarvan de kandidaten met toepassing van artikel 71, vijfde lid, hebben vermeld dat de op de lijst verkozen gemeenteraadsleden twee fracties vormen, mag zijn keuze voor de fractie waartoe hij behoort, niet wijzigen.

De nieuw voorgedragen kandidaat neemt de plaats in van de geschrapte kandidaat of van diegene die zich terugtrekt of overleden is.

Vermindering van een te groot aantal kandidaat-titularissen of -opvolgers is alleen mogelijk als uit de verbeteringsakte blijkt dat een kandidaat zijn kandidatuur intrekt.";

De verbeteringsakte wordt ondertekend door de lijsttrekker, de kandidaten die zich vrijwillig terugtrekken en de eventueel nieuw toegevoegde kandidaten.

De geldige handtekeningen van de voordragende kiezers en van de kandidaten, alsook de regelmatige vermeldingen in de afgewezen voordracht, blijven van kracht als de verbeteringsakte aanvaard wordt.
 

Artikel 92. (13/09/2024- ...)

Het gemeentelijk hoofdbureau vergadert de vierentwintigste dag voor de stemming om 16 uur.

Tot de vergadering worden alleen de personen toegelaten die de lijsten hebben ingediend of, bij hun ontstentenis, de kandidaten die een stuk als vermeld in artikel 89 en 91 hebben overhandigd, toegelaten, alsmede de getuigen van die lijsten die met toepassing van artikel 77 zijn aangewezen.

Als de lijst waarvan de kandidaten met toepassing van artikel 71, vijfde lid, hebben vermeld dat de op de lijst verkozen gemeenteraadsleden twee fracties vormen, niet voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 71, vijfde lid, wijst het gemeentelijk hoofdbureau de lijst in kwestie af.

Als in de verbeteringsakte de pariteitsregels niet gerespecteerd worden, wijst het gemeentelijk hoofdbureau de lijst in kwestie af. Als er geen verbeteringsakte wordt ingediend, wijst het gemeentelijk hoofdbureau de lijst in kwestie eveneens af, tenzij de pariteit behouden blijft. In dat laatste geval hernummert het de kandidaten op de lijst door de opengevallen plaatsen op te vullen, maar zonder de onderlinge volgorde van de kandidaten te wijzigen. Als het gemeentelijk hoofdbureau overgaat tot het schrappen van kandidaten van een lijst en de pariteit daarbij niet wordt behouden of hersteld, wijst het de lijst in kwestie af. Als een lijst na schrapping van kandidaten niet wordt afgewezen, verliest de lijst in kwestie in voorkomend geval haar gemeenschappelijke volgnummer en komt de lijst onderaan in de nummering.

Als de verkiesbaarheid van een kandidaat wordt betwist, mogen ook die kandidaat en de indiener van het bezwaar, hetzij persoonlijk, hetzij bij gemachtigde, de vergadering bijwonen. Hun aanwezigheid, hetzij persoonlijk, hetzij bij gemachtigde, is een vereiste voor de ontvankelijkheid van het beroep waarvan sprake is in artikel 93.

In voorkomend geval, onderzoekt het hoofdbureau de stukken die de voorzitter overeenkomstig artikel 89 tot en met 91, ontvangen heeft, en beslist het erover na de betrokkenen te hebben gehoord, als zij dat verlangen. Het gemeentelijk hoofdbureau verbetert de kandidatenlijst, als daartoe grond bestaat, en sluit ze daarna definitief af.

Na de definitieve afsluiting bezorgt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau aan de algemeen directeur een exemplaar van de voordrachtsakte en, in voorkomend geval, een exemplaar van de verbeteringsakte, van de lijst waarvan de kandidaten met toepassing van artikel 71, vijfde lid, hebben vermeld dat de op de lijst verkozen gemeenteraadsleden twee fracties vormen.
 

Artikel 93. (04/09/2011- ...)

Als het gemeentelijk hoofdbureau een kandidatuur verwerpt wegens de onverkiesbaarheid van de kandidaat, wordt daarvan in het proces-verbaal melding gemaakt en, als de afgewezen kandidaat aanwezig of vertegenwoordigd is, verzoekt de voorzitter de kandidaat of zijn gemachtigde als hij dit wenst, op het proces-verbaal een verklaring van beroep te ondertekenen.

Als een bezwaar, gegrond op de onverkiesbaarheid van een kandidaat, afgewezen wordt, moet de procedure, vermeld in het eerste lid, worden toegepast en de indiener van het bezwaar of zijn gemachtigde wordt verzocht een verklaring van beroep te ondertekenen, als hij dat wenst.

Beslissingen van het gemeentelijk hoofdbureau die geen betrekking hebben op de verkiesbaarheid van kandidaten, zijn niet vatbaar voor beroep, met uitzondering van de beslissingen, genomen op grond van titel 1 van deel 4.

Artikel 94. (04/09/2011- ...)

De drieëntwintigste dag voor de verkiezing houdt de voorzitter van het hof van beroep zich tussen 11 en 13 uur in zijn kabinet ter beschikking van de voorzitters van de gemeentelijke hoofdbureaus van zijn rechtsgebied, om er uit hun handen een uitgifte van de processen-verbaal houdende de verklaringen van beroep, alsmede alle stukken betreffende de geschillen waarvan de hoofdbureaus kennis hebben gehad, te ontvangen.

Bijgestaan door zijn griffier, maakt hij van die overhandiging, vermeld in het eerste lid, akte op.

Artikel 95. (04/09/2011- ...)

Overeenkomstig artikel 125ter van het Algemeen Kieswetboek brengt de voorzitter van het hof van beroep de zaak op de rol van een terechtzitting van de eerste kamer van dat hof, die moet plaatshebben op de twintigste dag voor de verkiezing om 10 uur 's morgens, zelfs als die dag een feestdag is.

De eerste kamer van het hof van beroep onderzoekt de zaken van verkiesbaarheid met voorrang boven alle andere.

Ter openbare terechtzitting doet de voorzitter voorlezing van de stukken van het dossier. Hij verleent vervolgens het woord aan de eiser in beroep en eventueel aan de verweerder. Beiden mogen zich laten vertegenwoordigen en bijstaan door een raadsman.

Het hof beslist, nadat het het advies van de procureur-generaal gehoord heeft, tijdens de vergadering, bij een arrest dat in openbare zitting wordt uitgesproken. Dat arrest wordt niet betekend aan de betrokkene, maar neergelegd ter griffie van het hof, waar de betrokkene er kosteloos inzage van kan nemen.

Het openbaar ministerie geeft het beschikkende gedeelte van het arrest per e-mail of per fax ter kennis van de voorzitter van het betrokken gemeentelijk hoofdbureau op de door hem aangewezen plaats.

Het dossier van het hof wordt, met een uitgifte van het arrest, binnen acht dagen toegezonden aan de voorzitter van de gemeenteraad.

Artikel 96. (04/09/2011- ...)

Overeenkomstig artikel 125quater van het Algemeen Kieswetboek staat tegen de arresten, vermeld in artikel 95, geen rechtsmiddel open.

Artikel 97. (04/09/2011- ...)

In geval van beroep verdaagt het gemeentelijk hoofdbureau de verrichtingen, vermeld in artikel 92, en vergadert de twintigste dag voor de verkiezing om 18 uur, om tot die verrichtingen te kunnen overgaan zodra het op de hoogte is gebracht van de beslissingen van het hof van beroep.

Artikel 98. (24/08/2017- ...)

De lijst van de kandidaat-raadsleden wordt ter inzage gelegd op het gemeentesecretariaat. De lijst vermeldt met vette letters in zwarte inkt de achternaam van de kandidaten, in dezelfde vorm als voor het stembiljet wordt bepaald, en ook hun voornaam en hun woonplaats. De onderrichtingen, vermeld in artikel 123, § 3, worden bij de lijsten gevoegd en ter inzage gelegd. Vanaf de negentiende dag voor de stemming deelt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau de officiële kandidatenlijst mee aan de kandidaten en aan de kiezers die hen hebben voorgedragen, als zij daarom vragen.
 

HOOFDSTUK 2 Onderzoek van de kandidatenlijsten voor de stadsdistrictsraadsverkiezingen (... - ...)

Artikel 99. (13/09/2024- ...)

Voor de verkiezingen van de stadsdistrictsraden zijn de volgende bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing :
1° artikel 85, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
2° artikel 86, met dien verstande dat :
a) "gemeenteraden" wordt gelezen als "stadsdistrictsraden";
b) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
3° ...;
4° artikel 88, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
5° artikel 89, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
6° artikel 90, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
7° artikel 91, met dien verstande dat:
a) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
b) "gemeenteraadsleden" wordt gelezen als "stadsdistrictsraadsleden";
8° artikel 92, met dien verstande dat:
a) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
b) "gemeenteraadsleden" wordt gelezen als "stadsdistrictsraadsleden";
c) "de algemeen directeur" wordt gelezen als "de districtssecretaris";
9° artikel 93, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
10° artikel 94, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
11° artikel 95, met dien verstande dat :
a) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
b) "voorzitter van de gemeenteraad" wordt gelezen als "voorzitter van de stadsdistrictsraad";
12° artikel 96;
13° artikel 97, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
14° artikel 98, met dien verstande dat "voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau".
 

HOOFDSTUK 3 Onderzoek van de kandidatenlijsten voor de provincieraadsverkiezingen (... - ...)

Artikel 100. (13/09/2024- ...)

Voor de verkiezingen van de provincieraden zijn de volgende bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing :
1° artikel 85, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "pro-vinciedistrictshoofdbureau";
2° artikel 86, met dien verstande dat :
a) "Bij de verkiezingen voor de vernieuwing van de gemeenteraden" wordt gelezen als "Bij de verkiezingen voor de vernieuwing van de provincieraden";
b) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
c) in het tweede lid, 1°, wordt "artikel 71" gelezen als "artikel 71, eerste tot en met vierde lid";
d) in het tweede lid, 6°, wordt de zinsnede “en of de niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie de verklaring, vermeld in artikel 73, hebben afgelegd” geschrapt;
3° ...;
4° artikel 88, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
5° artikel 89, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
6° artikel 90, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
7° artikel 91, met dien verstande dat:
a) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
b) in het tweede lid, 1°, “artikel 71” wordt gelezen als “artikel 71, eerste tot en met vierde lid” en in het tweede lid, 6°, de zinsnede “of de niet-Belgische kandidaat van de Europese Unie heeft de verklaring, vermeld in artikel 73, niet afgelegd” wordt geschrapt;
c) in het derde lid de laatste zin wordt geschrapt;
8° artikel 92, met dien verstande dat:
a) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
b) het derde lid wordt geschrapt;
c) het zevende lid wordt gelezen als volgt:
"De voorzitter zendt onmiddellijk een exemplaar van alle voordrachtsakten van kandidaten aan de voorzitter van het provinciaal hoofdbureau.";
9° artikel 93, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
10° artikel 94, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
11° artikel 95, met dien verstande dat :
a) "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
b) "voorzitter van de gemeenteraad" wordt gelezen als "voorzitter van de provincieraad";
12° artikel 96;
13° artikel 97, met dien verstande dat "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "provinciedistrictshoofdbureau";
14° artikel 98, met dien verstande dat "voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau".
 

Titel 16 [... (opgeh. Bijz. Decr. 30 juni 2017, art. 3, I: 22 juli 2017)] (... - ...)

Artikel 101. (22/07/2017- ...)

...

Artikel 102. (22/07/2017- ...)

...

Artikel 103. (22/07/2017- ...)

...

Artikel 104. (22/07/2017- ...)

...

Artikel 105. (22/07/2017- ...)

...

Artikel 106. (22/07/2017- ...)

...

Artikel 107. (22/07/2017- ...)

...

Artikel 108. (22/07/2017- ...)

...

Artikel 109. (22/07/2017- ...)

...

Titel 17 Aanwijzing van getuigen in hoofdbureaus, stem- en telbureaus (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Aanwijzing van getuigen in de hoofdbureaus (... - ...)

Artikel 110. (04/09/2011- ...)

Op de voordrachtsakte van kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen kan een lijst een getuige en een plaatsvervangende getuige aanwijzen voor de vergaderingen van het gemeentelijk hoofdbureau. Die getuigen hebben het recht hun opmerkingen in de processen-verbaal te doen opnemen.

Artikel 111. (04/09/2011- ...)

Op de voordrachtsakte van kandidaten voor de stadsdistrictsraadsverkiezingen kan een lijst een getuige en een plaatsvervangend getuige aanwijzen voor de vergaderingen van het stadsdistrictshoofdbureau. Die getuigen hebben het recht hun opmerkingen in de processen-verbaal te doen opnemen.

Artikel 112. (24/08/2017- ...)

Op de voordrachtsakte van kandidaten voor de provincieraadsverkiezingen kan een lijst een getuige en plaatsvervangend getuige aanwijzen voor de vergaderingen van het provinciedistrictshoofdbureau. Die getuigen hebben het recht hun opmerkingen in de processen-verbaal te doen opnemen.
 

Artikel 113. (22/07/2017- ...)

De getuigen, vermeld in artikel 112, zijn van rechtswege ook aangewezen om de verrichtingen van het provinciaal hoofdbureau bij te wonen. Uit de groep van de getuigen van de lijsten met dezelfde benaming en hetzelfde lijstnummer in verschillende provinciedistricten van eenzelfde provincie, mag voor die groep maar één getuige de vergaderingen van het provinciaal hoofdbureau bijwonen.

HOOFDSTUK 2 Aanwijzing van getuigen in stem- en telbureaus (... - ...)

Artikel 114. (01/01/2024- ...)

Twaalf dagen voor de verkiezing mag de lijsttrekker of de kandidaat die de lijsttrekker daarvoor mandateert, één getuige en één plaatsvervangende getuige per stembureau en per telbureau aanwijzen. De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau neemt de aanwijzingen van getuigen voor de stembureaus en voor de telbureaus G, P en, in voorkomend geval, S in ontvangst, conform artikel 68, §2.

Artikel 115. (24/08/2017- ...)

Om getuige voor een stembureau te kunnen zijn, moet de persoon in kwestie een gemeenteraadskiezer zijn. In de gemeente waar ook de stadsdistrictsraden worden verkozen, moet de getuige voor een stembureau een stadsdistrictsraadskiezer zijn.

De getuige voor een telbureau G moet een gemeenteraadskiezer zijn, voor een telbureau P een provincieraadskiezer en voor een telbureau S een stadsdistrictsraadskiezer.

De kandidaten kunnen als getuige of als plaatsvervangende getuige worden aangewezen.

Artikel 116. (01/01/2024- ...)

De lijsttrekker of de kandidaat die de lijsttrekker mandateert, vermeld in artikel 114, beslist voor iedere getuige in welk stembureau of telbureau hij tijdens de duur van de verrichtingen zijn opdracht moet vervullen, en brengt de getuigen daarvan op de hoogte. De voormelde kennisgeving wordt mee ondertekend door de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau.

Artikel 117. (01/01/2024- ...)

De getuigen voor een telbureau P die in een andere gemeente kiezer zijn, moeten hun hoedanigheid van provincieraadskiezer kunnen aantonen, hetzij via de uitnodigingsbrief voor de verkiezingen in hun gemeente, hetzij via een uittreksel uit de kiezerslijst.

In voorkomend geval moeten de getuigen voor een telbureau G of P die in een ander stadsdistrict kiezer zijn, hun hoedanigheid van gemeenteraadskiezer kunnen aantonen, hetzij via de uitnodigingsbrieff voor de verkiezingen in hun stadsdistrict, hetzij via een uittreksel uit de kiezerslijst.
 

Artikel 118. (01/01/2024- ...)

Twaalf dagen voor de verkiezing mag de lijsttrekker of de kandidaat die de lijsttrekker daarvoor mandateert, één getuige en één plaatsvervangende getuige per stembureau en per telbureau P, vermeld in artikel 42, vijfde lid, aanwijzen voor de gemeenten waarin geen lijst wordt ingediend voor de gemeenteraadsverkiezing met gebruik van dezelfde lijstnaam. De voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau neemt de aanwijzingen van getuigen voor de stembureaus en voor de telbureaus P in ontvangst conform artikel 84, 1°, d).

De lijsttrekker of de kandidaat, vermeld in het eerste lid, beslist voor iedere getuige in welk stembureau of telbureau P hij tijdens de duur van de verrichtingen zijn opdracht moet vervullen, en brengt de getuigen daarvan op de hoogte. De voormelde kennisgeving wordt mee ondertekend door de voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau.

De voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau deelt de namen van de getuigen van de stembureaus en telbureaus P van de gemeente waarvoor ze zijn aangewezen, mee aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau van die gemeente.

Artikel 119. (01/01/2024- ...)

Als twee getuigen zich bij hetzelfde stembureau of telbureau P aanmelden voor lijsten met dezelfde lijstnaam, heeft de getuige voorrang die aangewezen is door de lijsttrekker van de lijst voor de gemeenteraadsverkiezing. De getuige die aangewezen is door de lijsttrekker van de lijst voor de provincieraadsverkiezing, verlaat het stemlokaal of het tellokaal. In het proces-verbaal wordt vermeld dat die getuige het stemlokaal of het tellokaal verlaten heeft.

Artikel 120. (04/09/2011- ...)

De getuigen hebben het recht hun opmerkingen in het proces-verbaal te doen opnemen.

Titel 18 Opmaak van het stembiljet in geval van een stemming op papier (... - ...)

Artikel 121. (04/09/2011- ...)

Als er meer kandidaten dan toe te kennen mandaten zijn, maakt het gemeentelijk hoofdbureau het stembiljet op voor de verkiezingen van de gemeenteraden, het stadsdistrictshoofdbureau maakt het stembiljet op voor de verkiezingen van de stadsdistrictsraden en het provinciedistrictshoofdbureau maakt het stembiljet op voor de verkiezingen van de provincieraden, onmiddellijk na het afsluiten van de kandidatenlijsten overeenkomstig het model, dat door de Vlaamse Regering wordt bepaald.

Artikel 122. (01/01/2024- ...)

Uiterlijk op de dag van de verkiezing zendt de voorzitter van het hoofdbureau dat de stembiljetten heeft vastgesteld, de voor de verkiezing nodige stembiljetten in verzegelde enveloppes aan de voorzitter van elk stembureau. Op de enveloppes worden het adres en het aantal ingesloten stembiljetten vermeld.

De voorzitter van het hoofdbureau zendt tezelfdertijd aan de voorzitter van elk telbureau de modeltabel die hij heeft opgemaakt en die de voorzitters van de telbureaus na de telling moeten invullen, als vermeld in artikel 156, tweede tot en met vierde lid.
 

Titel 19 Inrichting van de stemlokalen (... - ...)

Artikel 123. (01/01/2024- ...)

§ 1. Het stemlokaal en de stemhokjes worden ingericht door het college van burgemeester en schepenen volgens het model dat door de Vlaamse Regering wordt bepaald.

Afmetingen en schikking mogen worden gewijzigd volgens de vereisten van de lokalen.

§ 2. ...

§ 3. De Vlaamse Regering bepaalt de onderrichtingen voor de kiezers. Die worden in het stemlokaal aangebracht.
 

Artikel 124. (04/09/2011- ...)

In het stemlokaal is voor elke te verkiezen raad een aparte stembus aanwezig.

Artikel 125. (04/09/2011- ...)

Een exemplaar van dit kiesdecreet en van de onderrichtingen wordt in het stemlokaal ter inzage gelegd voor de leden van het stembureau.

Deel 3 Op de verkiezingsdag (... - ...)

Titel 1 De installatie van de stembureaus (... - ...)

Artikel 126. (24/08/2017- ...)

De voorzitter installeert het stembureau uiterlijk om 7.30 uur. Als er onvoldoende bijzitters en plaatsvervangende bijzitters aanwezig zijn, vervolledigt hij het stembureau ambtshalve met aanwezige kiezers.

Als bewijs van hun aanstelling moeten de getuigen die zich aanbieden, in het bezit zijn van hun aanstellingsbrief overeenkomstig artikel 116. De voorzitter houdt die aanstellingsbrieven bij.

Getuigen kunnen vóór de aanvang van de stemming bezwaar formuleren tegen de samenstelling van het stembureau. De voorzitter beslist over de bezwaren. Er is geen beroep mogelijk.

Het proces-verbaal van het stembureau maakt hier melding van.

Vóór het begin van de stemverrichtingen mag de getuige vervangen worden door zijn plaatsvervanger en omgekeerd, maar de getuige en de plaatsvervanger kunnen elkaar niet meer aflossen zodra de verrichtingen begonnen zijn.
 

Artikel 127. (24/08/2017- ...)

Als de voorzitter voor of na de installatie van het stembureau verhinderd of afwezig is, wijst de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, een plaatsvervangende voorzitter aan, conform artikel 49, tweede lid.

Het proces-verbaal van het stembureau maakt hier melding van.
 

Artikel 128. (04/09/2011- ...)

De bijzitters, de secretaris en de getuigen leggen voor het begin van de verrichtingen de eed af ten overstaan van de voorzitter. Daarna legt de voorzitter de eed af ten overstaan van het stembureau.

De eedformule luidt : "Ik zweer dat ik het geheim van de stemming zal bewaren.".

De voorzitter of de bijzitter, die gedurende de werkzaamheden aangesteld wordt ter vervanging van een verhinderd lid, legt de eed af voordat hij zijn ambt aanvaardt.

Het proces-verbaal van het stembureau maakt melding van elke eedaflegging.

Artikel 129. (04/09/2011- ...)

De leden van het stembureau hebben recht op presentiegeld, waarvan het bedrag en de modaliteiten door de Vlaamse Regering bepaald worden.

Titel 2 De stemming (... - ...)

Artikel 130. (01/01/2024- ...)

De kiezer kan alleen zijn stem uitbrengen voor een verkiezing waarvoor hij is uitgenodigd. Hij stemt in de gemeente en, in voorkomend geval, in het stadsdistrict waar hij op de kiezerslijst is ingeschreven.
 

Artikel 131. (04/09/2011- ...)

Niemand kan worden verplicht het geheim van zijn stem bekend te maken, zelfs bij een gerechtelijk onderzoek of geschil, of bij een parlementair onderzoek.

Artikel 132. (04/09/2011- ...)

§ 1. Alleen de kiezers worden in het stemlokaal toegelaten. Ze mogen niet langer in het stemlokaal blijven dan nodig is om te stemmen.

§ 2. De voorzitter neemt de nodige maatregelen voor de handhaving van de orde en rust in het stemlokaal en in de omgeving ervan. Hij kan die bevoegdheid geheel of gedeeltelijk delegeren aan een lid van het stembureau.

In het stemlokaal en het wachtlokaal mag geen gewapende macht worden opgesteld zonder opvordering van de voorzitter. De burgerlijke overheid en de militaire bevelhebbers zijn gehouden zijn opvorderingen op te volgen.

§ 3. Alleen de leden van het stembureau, de kiezers en de getuigen hebben toegang tot het stemlokaal. Andere personen worden op bevel van de voorzitter of zijn gemachtigde uit het stemlokaal verwijderd. Wie weerstand biedt of opnieuw binnenkomt, kan worden gestraft overeenkomstig artikel 245.

§ 4. De voorzitter of zijn gemachtigde kan ieder persoon tot de orde roepen die in het stemlokaal openlijk tekens van goedkeuring of afkeuring geeft, of de rust verstoort. Als die persoon daar toch mee doorgaat, kan de voorzitter of zijn gemachtigde hem laten verwijderen, met dien verstande dat hij hem opnieuw moet binnenlaten om te stemmen. Wie verwijderd werd, kan worden gestraft overeenkomstig artikel 245.

§ 5. Van het bevel tot verwijdering, vermeld in paragraaf 3 en 4, wordt in het proces-verbaal melding gemaakt.

Artikel 133. (04/09/2011- ...)

De leden van het stembureau en de getuigen stemmen in het stemlokaal waar zij hun opdracht vervullen.

Artikel 134. (24/08/2017- ...)

De kiezers worden tot de stemming toegelaten van 8 tot 13 uur.

Als de verkiezingen op dezelfde dag plaatsvinden als die welke georganiseerd worden voor de vernieuwing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Europees Parlement of het Vlaams Parlement, kan de Vlaamse Regering het sluitingsuur van de stembureaus wijzigen.

Kiezers die in het lokaal aanwezig zijn of die in de wachtrij staan aan te schuiven vóór 13 uur of vóór het uur dat de Vlaamse Regering, overeenkomstig het tweede lid heeft bepaald, worden nog tot de stemming toegelaten.
 

Artikel 135. (01/01/2024- ...)

§ 1. De kiezers melden zich in het stemlokaal met hun identiteitskaart en uitnodigingsbrief.

§ 2. De gevolmachtigde meldt zich aan in het stemlokaal waar de volmachtgever had moeten stemmen. Hij overhandigt aan de voorzitter van het stembureau :
1° de volmacht;
2° één van de attesten, vermeld in artikel 56, § 2;
3° zijn identiteitskaart;
4° zijn uitnodigingsbrief;
5° de uitnodigingsbrief van de volmachtgever.
 

Artikel 136. (01/01/2024- ...)

De secretaris stipt de naam van de kiezers aan op de aanstiplijst. De voorzitter of een door hem aangewezen lid doet hetzelfde op het tweede exemplaar van de aanstiplijst, na te hebben gecontroleerd of de gegevens op de aanstiplijst overeenstemmen met de vermeldingen op de uitnodigingsbrief en op de identiteitskaart.
 

Artikel 137. (01/01/2024- ...)

§ 1. Wie als kiezer vermeld staat op de aanstiplijst, maar zijn uitnodigingsbrief niet kan voorleggen, kan tot de stemming toegelaten worden als zijn identiteit door het bureau wordt erkend.

§ 2. Het stembureau mag de volgende personen die vermeld staan op de aanstiplijst, niet tot de stemming toelaten :
1° personen van wie het college van burgemeester en schepenen of het hof van beroep de schrapping heeft uitgesproken bij een beslissing of een arrest waarvan een uittreksel is overgelegd;
2° personen die onder de toepassing vallen van een van de bepalingen van artikel 15, § 1 en 2, en van wie de onbekwaamheid blijkt uit een stuk waarvan de wet de afgifte voorschrijft;
3° personen van wie bewezen is, hetzij door stukken, hetzij door eigen bekentenis, dat zij op de dag van de verkiezing de stemgerechtigde leeftijd niet hebben bereikt;
4° personen die dezelfde dag al in een ander stembureau of een andere gemeente hebben gestemd.

§ 3. Wie niet als kiezer vermeld staat op de aanstiplijst, wordt alleen tot de stemming toegelaten na het voorleggen van ofwel :
1° een beslissing van het college van burgemeester en schepenen waarbij zijn inschrijving in de kiezerslijst wordt bevolen;
2° een uittreksel uit een arrest van het hof van beroep waarin zijn inschrijving in de kiezerslijst wordt bevolen;
3° een getuigschrift van het college van burgemeester en schepenen dat bevestigt dat de betrokkene de hoedanigheid van kiezer bezit.

De kiezer die gebruikmaakt van een stemhokje voor personen met een handicap dat zich in een ander stemlokaal bevindt dan datgene dat op zijn uitnodigingsbrief staat, wordt toegelaten tot de stemming in dat stemlokaal.

Als een kiezer niet kan stemmen in het stemlokaal dat op zijn uitnodigingsbrief staat omdat het door omstandigheden gesloten of buiten werking is, wordt hij toegelaten tot de stemming in een ander stemlokaal.

§ 4. De namen van de kiezers die niet vermeld staan op de aanstiplijst maar die door het stembureau tot de stemming zijn toegelaten, worden op beide aanstiplijsten ingeschreven.
 

Artikel 138. (01/01/2024- ...)

§ 1. Voor elke verkiezing waarvoor hij kiesgerechtigd is, ontvangt de kiezer een in vieren dichtgevouwen stembiljet dat aan de keerzijde gemerkt is door een stempel. De plaats van de stempel wordt door de voorzitter bepaald op de dag van de verkiezingen en wordt aangebracht op een modelstembiljet. Dat modelstembiljet wordt geparafeerd en op het einde van de stemming in een aparte verzegelde enveloppe gestopt.

De kiezer begeeft zich onmiddellijk naar een stemhokje. Hij brengt er zijn stem uit.

§ 2. Een kiezer die wegens een handicap niet in staat is om zich alleen naar het stemhokje te begeven of om zelf zijn stem uit te brengen, mag zich met toestemming van de voorzitter door een persoon van zijn keuze laten bijstaan. De naam van beide personen wordt in het proces-verbaal vermeld.

Als een lid van het stembureau of een getuige de echtheid of de ernst van de aangevoerde handicap betwist, dan beslist het stembureau. De met redenen omklede beslissing van het stembureau wordt in het proces-verbaal opgenomen.

§ 3. De kiezer toont aan de voorzitter het behoorlijk opnieuw in vieren dichtgevouwen stembiljet met de stempel aan de buitenzijde en steekt het in de stembus.

De voorzitter of een door hem aangesteld lid stempelt de oproepingsbrief af en geeft de uitnodigingsbrief terug aan de kiezer.

Als de kiezer bij volmacht heeft gestemd, vermeldt de voorzitter na de stemming op de uitnodigingsbrief van de gevolmachtigde : "heeft volmacht gekregen". De uitnodigingsbrief van de volmachtgever wordt afgestempeld. De voorzitter houdt de volmacht en het daarbij horende attest bij en voegt beide documenten bij het proces-verbaal.
 

Artikel 139. (01/01/2024- ...)

Het is voor een kiezer verboden om het stembiljet na het verlaten van het stemhokje op zodanige wijze open te vouwen dat de door hem uitgebrachte stem bekend wordt. Als de kiezer het stembiljet na het verlaten van het stemhokje geopend heeft, dan neemt de voorzitter het opengevouwen biljet terug, maakt het onmiddellijk onbruikbaar en laat de kiezer opnieuw toe tot de stemming als die dat wil.

De voorzitter kan op vraag van een kiezer een ander stembiljet geven, tegen teruggave van het eerste. Het eerste stembiljet wordt in dat geval onmiddellijk onbruikbaar gemaakt.

De voorzitter schrijft op de stembiljetten die zijn teruggenomen, de vermelding : "Teruggenomen stembiljet" en parafeert ze.
 

Artikel 140. (14/08/2021- ...)

De kiezer kan geldig stemmen door het uitbrengen van :
1° een lijststem;
2° een naamstem, meerdere naamstemmen op eenzelfde lijst of een lijststem in combinatie met een of meer naamstemmen binnen dezelfde lijst.

Het stemmerk, zelfs op onvolmaakte wijze aangebracht, is geldig, tenzij het voornemen om het stembiljet herkenbaar te maken, duidelijk blijkt.
 

Titel 3 Het einde van de stemming (... - ...)

Artikel 141. (04/09/2011- ...)

Nadat de laatste toegelaten kiezer heeft gestemd, sluit de voorzitter van het stembureau het stemlokaal. Hij maakt één proces-verbaal op voor alle verkiezingen samen.

Artikel 142. (01/01/2024- ...)

§ 1. De voorzitter verzamelt per verkiezing de stembiljetten die hij onbruikbaar gemaakt heeft omdat ze beschadigd of openbaar gemaakt zijn, en vermeldt het aantal ervan in het proces-verbaal. Hij stopt ze in een daartoe bestemde enveloppe en verzegelt die enveloppe.

§ 2. De voorzitter verzamelt per verkiezing de niet-gebruikte stembiljetten en vermeldt het aantal ervan in het proces-verbaal. Hij stopt ze in een daartoe bestemde enveloppe en verzegelt die enveloppe.

§ 3. De voorzitter opent de stembussen.

Het stembureau telt per verkiezing het aantal stembiljetten. De voorzitter vermeldt het aantal ervan in het proces-verbaal en, per verkiezing, in het daartoe bestemde formulier. Hij stopt die formulieren in de daartoe bestemde enveloppen en verzegelt die enveloppen.

De stembiljetten worden per verkiezing opnieuw in de stembus of in een verzegelbare verpakking gestopt. De stembus of de verzegelbare verpakking worden verzegeld. Ook de getuigen mogen er hun zegel op zetten. Bij de stembussen bedekt de verzegeling in het bijzonder de sleuf van de stembus.
 

Artikel 143. (01/01/2024- ...)

De voorzitter stelt de volgende lijsten op :
1° op basis van de volmachten, vermeld in artikel 135, §2, 1°, een lijst van de kiezers die een volmacht hebben uitgeoefend voor een andere kiezer;
2° een lijst van de kiezers die niet op de aanstiplijsten stonden, maar die toch hebben gestemd;
3° een lijst van de kandidaat-bijzitters die afwezig waren of te laat kwamen zonder wettige reden van verhindering;
4° een lijst van de personen die uit het stembureau zijn verwijderd overeenkomstig artikel 132, § 3 en § 4.

Bij de verschillende lijsten worden de opmerkingen gevoegd die werden gemaakt door de leden van het stembureau en de getuigen.
 

Artikel 144. (04/09/2011- ...)

De voorzitter sluit het proces-verbaal af. In de stembureaus waar niet geteld wordt overeenkomstig artikel 42, derde lid, vermeldt het proces-verbaal dat de voorzitter de stembus zal bewaren en die in voorkomend geval zal bezorgen aan het telbureau.

Artikel 145. (01/01/2024- ...)

De voorzitter van het stembureau bezorgt, tegen ontvangstbewijs, de volgende stukken aan de voorzitter van het aangewezen telbureau voor de gemeenteraadsverkiezing of, in voorkomend geval, het aangewezen telbureau voor de stadsdistrictsraadsverkiezing :
1° de verzegelde enveloppe met het exemplaar van het proces-verbaal van het stembureau, vermeld in artikel 144;
2° de lijst van de kiezers die niet op de aanstiplijsten stonden maar die toch gestemd hebben vermeld in artikel 143, eerste lid, 2°, en tweede lid;
3° de verzegelde enveloppe met de twee exemplaren van de aanstiplijsten;
4° de aanstellingsbrieven van de getuigen, vermeld in artikel 116;
5° de volmachten en de daarbij horende attesten, vermeld in artikel 56, § 2;
6° de documenten die de voorzitter ontving van de kiezers die niet op de aanstiplijsten stonden, maar die toch hebben gestemd, overeenkomstig artikel 137, § 3;
7° de lijst van de kiezers die een volmacht hebben uitgeoefend voor een andere kiezer, vermeld in artikel 143, eerste lid, 1°;
8°    de lijst met de samenstelling van het stembureau die is bezorgd conform artikel 50, zesde lid.

De voorzitter van het stembureau bezorgt tegen ontvangstbewijs, eventueel vergezeld van getuigen, per verkiezing de verzegelde verpakking of de verzegelde stembus met de sleutels aan de voorzitters van de aangewezen telbureaus, samen met :
1° de verzegelde enveloppe met het formulier, vermeld in artikel 142, § 3;
2° het geparafeerde modelstembiljet, vermeld in artikel 138, § 1;
3° de verzegelde enveloppe met de stembiljetten die hij onbruikbaar gemaakt heeft omdat ze beschadigd of openbaar gemaakt zijn, vermeld in artikel 142, § 1;
4° de verzegelde enveloppe met de niet-gebruikte stembiljetten, vermeld in artikel 142, § 2.

Als dat nodig is, kan het gemeentebestuur het vervoer organiseren van de enveloppen, verpakkingen of stembussen, vermeld in deze titel, onder het toezicht van de voorzitter van het stembureau.
 

Artikel 146. (24/08/2017- ...)

De voorzitter van het stembureau bezorgt onmiddellijk na de stemming het formulier voor de betaling van het presentiegeld aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau, die controleert of de gegevens volledig zijn.

Artikel 147. (14/08/2021- ...)

De voorzitter van het stembureau bezorgt de volgende stukken in een verzegelde enveloppe binnen drie dagen aan de vrederechter van het gerechtelijk kanton :
1° ...;
2° eventueel de bewijsstukken van de afwezige bijzitters;
3° een lijst van de kandidaat-bijzitters die afwezig waren of te laat kwamen zonder wettige reden van verhindering, vermeld in artikel 143, eerste lid, 3°;
4° een lijst van de personen als vermeld in artikel 132, § 3 en § 4.
 

Artikel 148. (04/09/2011- ...)

De getuigen hebben het recht de enveloppen te verzegelen en hun opmerkingen in het proces-verbaal en in de lijsten, vermeld in artikel 143, te doen opnemen.

Artikel 149. (01/01/2024- ...)

De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten waaraan de processen-verbaal, vermeld in dit hoofdstuk, alsook de lijsten, verzegelbare verpakkingen, enveloppen, formulieren, verzegelingen en stembussen moeten voldoen.
 

Titel 4 De telling van de stemmen (... - ...)

Artikel 150. (04/09/2011- ...)

De voorzitter installeert het telbureau uiterlijk om 14 uur.

Als er onvoldoende bijzitters en plaatsvervangende bijzitters aanwezig zijn, vervolledigt de voorzitter het telbureau. Het proces-verbaal van het telbureau maakt daar melding van.

Artikel 151. (01/01/2024- ...)

Als de voorzitter voor of na de installatie van het telbureau verhinderd of afwezig is, wordt hij vervangen door de plaatsvervangende voorzitter conform artikel 46, tweede lid. Het proces-verbaal van het telbureau vermeldt de voormelde vervanging.

Artikel 152. (04/09/2011- ...)

Voor ze hun ambt opnemen, leggen de leden de voorgeschreven eed af.

De bijzitters en de secretaris leggen voor het begin van de verrichtingen de eed af ten overstaan van de voorzitter. Daarna legt de voorzitter de eed af ten overstaan van het telbureau.

De eedformule luidt voor de voorzitter, de secretaris en de bijzitters : "Ik zweer dat ik de stemmen getrouw zal tellen en het geheim van de stemming zal bewaren.".

De voorzitter of de bijzitter die gedurende de werkzaamheden aangesteld wordt ter vervanging van een verhinderd lid, legt de eed af voor hij zijn ambt aanvaardt.

Elke eedaflegging wordt vermeld in het proces-verbaal van het telbureau.

Artikel 153. (04/09/2011- ...)

De leden van het telbureau hebben recht op presentiegeld, waarvan het bedrag en de modaliteiten bepaald worden door de Vlaamse Regering.

Artikel 154. (24/08/2017- ...)

Zodra het telbureau is geïnstalleerd, worden de getuigen toegelaten tot het tellokaal.

Als bewijs van hun aanstelling moeten de getuigen die zich aanbieden, in het bezit zijn van hun aanstellingsbrief. De voorzitter houdt de aanstellingsbrieven bij.

Voor het begin van de telverrichtingen mag de  getuige vervangen worden door zijn plaatsvervanger en omgekeerd, maar de getuige en de plaatsvervanger kunnen elkaar niet meer aflossen zodra de verrichtingen begonnen zijn.

De getuigen in het telbureau leggen ten overstaan van de voorzitter de volgende eed af : "Ik zweer dat ik het geheim van de stemming zal bewaren.".

Als van een bepaalde lijst geen enkele getuige aanwezig is, laat het bureau, ook al zijn de telverrichtingen al begonnen, de eerste getuige van die lijst toe die zich aanmeldt en zijn hoedanigheid bewijst.
 

Artikel 155. (01/01/2024- ...)

§ 1. Het telbureau vat de telverrichtingen aan zodra het een verpakking of stembus met de sleutels en de enveloppen met de bijbehorende documenten die bestemd zijn voor het telbureau, ontvangen heeft.

§ 2. De voorzitter opent de verpakkingen of stembussen in aanwezigheid van de leden van het telbureau en van de getuigen. Hij of zijn gemachtigde tellen de stembiljetten die ze bevatten, zonder ze open te vouwen.

Het aantal stembiljetten dat gevonden wordt in elke verpakking of stembus, wordt vermeld in het proces-verbaal.

De enveloppen met de stembiljetten die de voorzitter van het stembureau onbruikbaar heeft gemaakt omdat ze beschadigd of openbaar werden gemaakt, en de enveloppen met de ongebruikte stembiljetten worden niet geopend.

§ 3. Het telbureau vouwt de stembiljetten open en deelt ze in de volgende categorieën in :
1° categorie 1 : voor elke lijst, de stembiljetten met alleen een geldige lijststem;
2° categorie 2 : voor elke lijst, de stembiljetten met een of meer naamstemmen. Tot deze categorie behoren ook alle stembiljetten waarop zowel een lijststem als een stem voor een of meer kandidaten van dezelfde lijst werd uitgebracht;
3° categorie 3 : blanco stemmen en ongeldige stemmen;
4° categorie 4 : twijfelachtige stembiljetten.

De volgende stembiljetten zijn ongeldig :
1° stembiljetten waarop meer dan een lijststem voorkomt of waarop naamstemmen voor kandidaten op verschillende lijsten zijn uitgebracht;
2° stembiljetten waarop een kiezer een stem heeft uitgebracht bovenaan op een lijst en tegelijk naast de naam van een of meer kandidaten van een of meer andere lijsten;
3° stembiljetten waarvan de vorm en de afmetingen veranderd zijn; die binnenin een papier of een voorwerp bevatten; of die de kiezer herkenbaar heeft gemaakt door er een teken, een tekst of een doorhaling op aan te brengen;
4° alle andere stembiljetten dan die welke volgens de regelgeving mogen worden gebruikt.

De volgende stembiljetten zijn geldig :
1° stembiljetten met een lijststem en een of meer naamstemmen op dezelfde lijst;
2° stembiljetten met een onvolmaakt stemmerk, tenzij het voornemen om het stembiljet herkenbaar te maken duidelijk blijkt.

§ 4. Het telbureau beslist tot welke categorie de twijfelachtige stembiljetten behoren, en wijst ze toe aan categorie 1, 2 of 3, zoals vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 1° tot en met 3°.

§ 5. Leden van het telbureau en getuigen kunnen opmerkingen voorleggen aan het telbureau, dat over de betwiste stembiljetten beslist. Het bezwaar, het advies van de getuigen en de beslissing van het bureau worden in het proces-verbaal opgenomen.

Als het bureau beslist dat een stembiljet geldig is, schrijft de voorzitter op het stembiljet "geldig". Dat biljet wordt ondergebracht in de categorie waartoe het behoort.

Als het bureau beslist dat een stembiljet ongeldig is, schrijft de voorzitter op het stembiljet "ongeldig". Dat biljet wordt ondergebracht in de categorie van de ongeldige stemmen.

De op de wijze, vermeld in het tweede en het derde lid, geldig en ongeldig verklaarde stembiljetten worden door twee leden van het bureau en door een getuige, als die aanwezig is, geparafeerd en in een aparte verzegelde enveloppe gestoken.

§ 6. Het telbureau telt voor elke lijst :
1° het aantal stembiljetten met een geldige lijststem, zijnde categorie 1, als vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 1°;
2° het aantal stembiljetten met een of meer geldige naamstemmen, zijnde categorie 2, als vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 2°;
3° het aantal naamstemmen, behaald door elke kandidaat.

De aantallen, vermeld in het eerste lid, worden in het proces-verbaal vermeld.

§ 7. Het telbureau stelt per lijst het aantal geldige stembiljetten vast, alsook het aantal blanco en ongeldige stembiljetten.

De aantallen, vermeld in het eerste lid, worden in het proces-verbaal vermeld.

§ 8. De stembiljetten, ingedeeld per lijst in categorie 1 en 2, als vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 1° en 2°, en de ongeldige en blanco stembiljetten, zijnde categorie 3, als vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 3°, worden na telling in afzonderlijke verzegelde enveloppen gestoken, net als de stembiljetten waarover een lid van het telbureau of een getuige een opmerking heeft gemaakt als vermeld in paragraaf 5.

§ 9. De getuigen hebben het recht de enveloppen te verzegelen en hun opmerkingen in het proces-verbaal te laten opnemen.
 

Artikel 156. (04/09/2011- ...)

Het proces-verbaal van het telbureau wordt tijdens de telverrichtingen opgemaakt.

De resultaten van de telling worden in het proces-verbaal vermeld in de volgorde en volgens de aanwijzingen van een modeltabel, op te maken door de voorzitter van het hoofdbureau overeenkomstig artikel 122.

Die tabel vermeldt :
1° het aantal stembiljetten dat in elke stembus gevonden is;
2° het aantal blanco of ongeldige stembiljetten;
3° het aantal geldige stembiljetten;
4° voor elke lijst, gerangschikt volgens volgnummer, het aantal lijststemmen en het aantal naamstemmen voor elke kandidaat.

Van die tabel wordt onmiddellijk een tweede exemplaar gemaakt.

Artikel 157. (04/09/2011- ...)

§ 1. Als het telbureau ook als hoofdbureau fungeert, vult de voorzitter de resultaten van de telling onmiddellijk in op het proces-verbaal, vermeld in artikel 156, eerste lid. Het proces-verbaal wordt definitief na de ondertekening door alle leden van het bureau. Het proces-verbaal geeft de officiële uitslag weer van de verkiezingen.

§ 2. Als het telbureau niet als hoofdbureau fungeert, legt de voorzitter van het telbureau een ontwerp van het proces-verbaal en de bijbehorende tabel voor aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau of, in voorkomend geval, aan de voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau.

§ 3. Als de voorzitter van het hoofdbureau zich niet akkoord verklaart met het ontwerp van het proces-verbaal en de bijbehorende tabel, vraagt hij de voorzitter van het telbureau de tabel aan te vullen of te verbeteren en, in voorkomend geval, het ontwerp van procesverbaal aan te vullen of te verbeteren.

§ 4. Alleen als de voorzitter van het hoofdbureau zich akkoord verklaart met het ontwerp van het proces-verbaal en de bijbehorende tabel, ondertekent hij die stukken en kunnen de leden van het telbureau en de getuigen het proces-verbaal met de tabel en het tweede exemplaar daarvan ondertekenen, waardoor die documenten definitief worden. Daarna ontbindt de voorzitter zijn telbureau.

Artikel 158. (01/01/2024- ...)

§ 1. De voorzitter van het telbureau bezorgt onmiddellijk, tegen ontvangstbewijs, aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau of, in voorkomend geval, het stadsdistrictshoofdbureau een verzegelde enveloppe met daarin de ondertekende tabel, vermeld in artikel 157, § 4.

§ 2. De voorzitter van het telbureau bezorgt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau of, in voorkomend geval, het stadsdistrictshoofdbureau, binnen vierentwintig uur :
1° in een verzegeld pak : het proces-verbaal van het telbureau en het tweede exemplaar van de door de leden van het telbureau ondertekende tabel, vermeld in artikel 157, § 4;
2° in een verzegeld pak : de betwiste stembiljetten, vermeld in artikel 155, § 8;
3° in een verzegeld pak : de niet-betwiste stembiljetten, vermeld in artikel 155, § 8;
4° in een pak : de aanstellingsbrieven van de getuigen;
5° in een pak : de enveloppen die hij ontvangen heeft van de voorzitters van de stembureaus, vermeld in artikel 145;
6° in een pak : het modelstembiljet, vermeld in artikel 138, § 1, en het formulier, vermeld in artikel 142, § 3;
7° de lijst met de samenstelling van het telbureau die conform artikel 47, zesde lid, is bezorgd.

§ 3. Die stukken worden beveiligd bewaard in het hoofdbureau.

De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten waaraan de processen-verbaal, de tabel en de enveloppen vermeld in dit hoofdstuk moeten voldoen.
 

Artikel 159. (24/08/2017- ...)

De voorzitter van het telbureau bezorgt onmiddellijk na de stemming het formulier voor de betaling van het presentiegeld aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau, die controleert of de gegevens volledig zijn.

De voorzitter van het telbureau bezorgt binnen drie dagen na de stemming aan de vrederechter van het gerechtelijk kanton in een verzegelde enveloppe een lijst van de kandidaat-bijzitters die afwezig waren of te laat kwamen zonder wettige reden van verhindering.

Artikel 160. (04/09/2011- ...)

Nadat het gemeentelijk hoofdbureau of, in voorkomend geval, het stadsdistrictshoofdbureau de resultaten van de telling in de verschillende telbureaus ontvangen heeft, gaat het onmiddellijk over tot de algemene telling van de stemmen in aanwezigheid van de leden van het hoofdbureau en van de getuigen.

Het gemeentelijk hoofdbureau maakt onmiddellijk het proces-verbaal op van de algemene telling voor de provincieraadsverkiezingen. In voorkomend geval maakt het stadsdistrictshoofdbureau onmiddellijk het proces-verbaal op van de algemene telling voor de gemeenteraadsverkiezingen en het proces-verbaal van de algemene telling voor de provincieraadsverkiezingen. Die processen-verbaal worden ondertekend door de leden en door de getuigen.

Als het hoofdbureau om 24 uur niet in het bezit is van de uitslagen van alle telbureaus, kan de voorzitter van het hoofdbureau beslissen dat de telling of de voortzetting ervan uitgesteld wordt tot de volgende ochtend om 9 uur. De voorzitter van het hoofdbureau zorgt voor de bewaring van de tabellen, vermeld in artikel 158, § 1.

Artikel 161. (24/08/2017- ...)

De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau of, in voorkomend geval, de voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau bezorgt via digitale weg, op de wijze die de Vlaamse Regering bepaalt, aan de Vlaamse Regering het totaal van de neergelegde stembiljetten, het totaal van de geldige stembiljetten, het totaal van de blanco en ongeldige stembiljetten en het door elke kandidaat behaalde aantal naamstemmen.

De uitslagen of de gedeeltelijke uitslagen kunnen pas worden verspreid als alle stembureaus gesloten zijn.
 

Artikel 162. (24/08/2017- ...)

Wat betreft de resultaten van de algemene telling voor de provincieraadsverkiezingen bezorgt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau of, in voorkomend geval, de voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau de resultaten aan de voorzitter van het provinciaal hoofdbureau.

Wat betreft de resultaten van de algemene telling voor de gemeenteraadsverkiezingen bezorgt de voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau de resultaten aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau.
 

Artikel 163. (04/09/2011- ...)

Op verzoek van de voorzitter van het hoofdbureau stelt het college van burgemeester en schepenen personeelsleden ter beschikking van het hoofdbureau, die werken onder toezicht van het bureau. De aan die personeelsleden toe te kennen vergoeding wordt bepaald door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 164. (04/09/2011- ...)

De getuigen hebben het recht hun opmerkingen in het proces-verbaal te laten opnemen.

Titel 5 Zeteltoewijzing, bekendmaking van de uitslag en afsluitende werkzaamheden (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Verdeling van de zetels en aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers bij gemeenteraadsverkiezingen door het gemeentelijk hoofdbureau en afsluitende werkzaamheden (... - ...)

Afdeling 1 Verdeling van de zetels over de lijsten (... - ...)

Artikel 165. (04/09/2011- ...)

Het stemcijfer van iedere lijst wordt bepaald door alle stembiljetten op te tellen waarop een geldige stem is uitgebracht bovenaan op de lijst of op een of meer kandidaten van die lijst.

Alleenstaande kandidaten worden geacht ieder een afzonderlijke lijst te vormen.

Artikel 166. (04/09/2011- ...)

Het gemeentelijk hoofdbureau deelt het stemcijfer van iedere lijst achtereenvolgens door 1; 1 1/2; 2; 2 1/2; 3; 3 1/2; 4; 4 1/2 enzovoort en rangschikt de quotiënten in de volgorde van belangrijkheid, tot er voor alle lijsten samen zoveel quotiënten worden bereikt als er leden te kiezen zijn.

De verdeling over de lijsten gebeurt door aan iedere lijst zoveel zetels toe te kennen als haar stemcijfer quotiënten heeft opgeleverd, gelijk aan of hoger dan het laatst gerangschikte quotiënt. Als een zetel met evenveel recht aan verscheidene lijsten toekomt, wordt hij toegekend aan de lijst met het hoogste stemcijfer en, bij gelijkheid van de stemcijfers, aan de lijst waarop de kandidaat voorkomt die onder de kandidaten van wie de verkiezing in het geding is, de meeste stemmen heeft verkregen of die, subsidiair, de jongste in jaren is.

Afdeling 2 Aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers (... - ...)

Artikel 167. (04/09/2011- ...)

Als het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn al die kandidaten verkozen.

Artikel 168. (04/09/2011- ...)

Als het aantal kandidaten van een lijst kleiner is dan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn die kandidaten allemaal verkozen en voegt het gemeentelijk hoofdbureau de niet-toegekende zetels bij die welke aan de overige lijsten toekomen.

De verdeling over deze lijsten, vermeld in het eerste lid, gebeurt door voortzetting van de bewerking, vermeld in artikel 166, eerste lid.

Artikel 169. (14/08/2021- ...)

§ 1. Als het aantal kandidaten van een lijst groter is dan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, worden de verkozenen door het gemeentelijk hoofdbureau aangewezen op basis van de naamstemmen.

§ 2. De aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers gebeurt op de volgende manier :
1°...
2° ...
3° ...
4° de zetels worden toegekend aan de kandidaten in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben behaald. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend;
5° de niet-verkozen kandidaten worden eerste, tweede, derde enzovoort opvolger verklaard in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben bekomen. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend.
 

Afdeling 3 Bekendmaking van de uitslag en afsluitende werkzaamheden (... - ...)

Artikel 170. (04/09/2011- ...)

Het proces-verbaal van het gemeentelijk hoofdbureau wordt onmiddellijk opgemaakt en ondertekend door de leden en door de getuigen.

Artikel 171. (01/01/2024- ...)

De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau kondigt de uitslag van de algemene telling van de stemmen en de namen van de kandidaten die tot gemeenteraadslid of opvolger gekozen zijn, in het openbaar af.

Onmiddellijk na die afkondiging zendt de voorzitter van het hoofdbureau aan de Vlaamse Regering een staat waarin voor elke voorgedragen lijst het stemcijfer en het aantal verkregen zetels worden vermeld.

De Vlaamse Regering maakt de uitslag van de algemene telling van de stemmen en de namen van de kandidaten die tot gemeenteraadslid of opvolger gekozen zijn, publiek bekend.

Bij stemming op papier maakt de Vlaamse Regering de stemgegevens van de telbureaus publiek bekend.
 

Artikel 172. (01/01/2024- ...)

§ 1. De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau bezorgt binnen drie dagen na de verkiezing aan de provinciegouverneur de volgende stukken betreffende de gemeenteraadsverkiezingen :
1° het proces-verbaal van het gemeentelijk hoofdbureau met de algemene telling en de zeteltoewijzing en de processen-verbaal van het gemeentelijk hoofdbureau over de voorlopige en de definitieve afsluiting, samen met de voordrachtsakten, vermeld in artikel 68, §1, en de stukken die aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau zijn bezorgd conform artikel 89, 90 en 91;
2° de stukken die aan hem bezorgd zijn overeenkomstig artikel 158, § 1 en § 2.

§ 2. De voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau bezorgt binnen drie dagen na de verkiezing aan de provinciegouverneur :
1° het ondertekende proces-verbaal van de algemene telling van de provincieraadsverkiezingen, vermeld in artikel 160, tweede lid;
2° de stukken betreffende de provincieraadsverkiezingen die aan hem bezorgd zijn overeenkomstig artikel 158, § 1 en § 2.

§3. De stukken, vermeld in paragraaf 1, 1°, en in paragraaf 2, 1°, worden bewaard tot zes jaar na de definitieve geldigverklaring van de verkiezingen. De stukken, vermeld in paragraaf 1, 2°, en in paragraaf 2, 2°, worden bewaard tot zes maanden na de definitieve geldigverklaring van de verkiezingen.
 

Artikel 173. (01/01/2024- ...)

De algemeen directeur legt een afschrift van het proces-verbaal van het gemeentelijk hoofdbureau voor iedereen ter inzage.

Het gemeentebestuur bezorgt aan iedere kandidaat die erom vraagt, een kopie van dat proces-verbaal.

Aan de processen-verbaal van de stem- en telbureaus kan inzage verleend worden op schriftelijk verzoek, gericht aan de provinciegouverneur.

Nadat de verkiezing geldig verklaard is conform artikel 203 van dit decreet of conform artikel 25 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, of, als een beroep wordt ingesteld, conform artikel 28, tweede lid, van het voormelde decreet, kunnen de stembiljetten voor wetenschappelijke doeleinden ter beschikking gesteld worden aan universiteiten, hogescholen of erkende onderzoeksinstellingen, onder de voorwaarden die de Vlaamse Regering vaststelt.

 

Artikel 174. (04/09/2011- ...)

De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten van de opslag, de organisatie en de vernietiging van de stukken.

HOOFDSTUK 2 Verdeling van de zetels en aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers bij stadsdistrictsraadsverkiezingen door het stadsdistrictshoofdbureau en afsluitende werkzaamheden (... - ...)

Artikel 175. (04/09/2011- ...)

De bepalingen, vermeld in artikel 165 tot en met 174, zijn van overeenkomstige toepassing op de verkiezingen voor de stadsdistrictsraden met dien verstande dat :
1° "gemeentelijk hoofdbureau" wordt gelezen als "stadsdistrictshoofdbureau";
2° "gemeentesecretariaat" wordt gelezen als "secretariaat van het stadsdistrict";
3° "gemeenteraadsverkiezingen" wordt gelezen als "stadsdistrictraadsverkiezingen";
4° "gemeente" wordt gelezen als "stadsdistrict";
5° artikel 166, eerste lid, wordt gelezen als "Het stadsdistrictshoofdbureau deelt het stem-cijfer van iedere lijst achtereenvolgens door 1, 2, 3, 4 enzovoort en rangschikt de quotiënten in de volgorde van hun belangrijkheid, tot er voor alle lijsten samen zoveel quotiënten worden bereikt als er leden te kiezen zijn.

Artikel 176. (04/09/2011- ...)

De voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau bezorgt binnen drie dagen na de verkiezing aan de provinciegouverneur :
1° de ondertekende processen-verbaal van de algemene telling van de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen, vermeld in artikel 160, tweede lid;
2° de stukken betreffende de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen die aan hem bezorgd zijn overeenkomstig artikel 158, § 1 en 2.

HOOFDSTUK 3 Verdeling van de zetels en aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers bij provincieraadsverkiezingen door het provinciaal hoofdbureau en afsluitende werkzaamheden (... - ...)

Afdeling 1 Verdeling van de zetels over de lijsten (... - ...)

Artikel 177. (04/09/2011- ...)

Het stemcijfer van iedere lijst wordt bepaald door de optelling van alle stembiljetten waarop een geldige stem is uitgebracht bovenaan de lijst of voor één of meer kandidaten van die lijst.

Artikel 178. (04/09/2011- ...)

Alleenstaande kandidaten worden geacht ieder een afzonderlijke lijst te vormen.

Artikel 178/1. (04/09/2011- ...)

De lijsten die minstens 5 percent van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen hebben behaald in het provinciedistrict, komen in aanmerking voor de rechtstreekse zetelverdeling, bedoeld in artikel 179, 180 en 181, § 1.

Artikel 179. (22/07/2017- ...)

§ 1. ...

§ 2. Het provinciaal hoofdbureau deelt per provinciedistrict het stemcijfer van iedere lijst achtereenvolgens door 1, 2, 3, 4, 5 enzovoort, en rangschikt de quotiënten in de volgorde van hun grootte, totdat er voor alle lijsten samen zoveel quotiënten worden bereikt als er leden te kiezen zijn. Het laatste quotiënt dient als kiesdeler.

De verdeling over de lijsten gebeurt zo dat aan iedere lijst een aantal zetels wordt toegekend, gelijk aan het aantal keren dat haar stemcijfer de kiesdeler bevat, behoudens toepassing van artikel 180.
 

Artikel 180. (04/09/2011- ...)

Wanneer een zetel met evenveel recht aan verscheidene lijsten toekomt, wordt hij toegekend aan de lijst met het hoogste stemcijfer en bij gelijkheid van de stemcijfers, aan de lijst waarop een kandidaat voorkomt die onder de kandidaten van wie de verkiezing in het geding is, de meeste stemmen heeft verkregen of subsidiair, de jongste in jaren is.

Onderafdeling 2 [... (opgeh. Bijz. Decr. 30 juni 2017, art. 7, I: 22 juli 2017)] (... - ...)

Artikel 181. (22/07/2017- ...)

...

Afdeling 2 Aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers (... - ...)

Artikel 182. (04/09/2011- ...)

Als het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn al die kandidaten verkozen.

Artikel 183. (04/09/2011- ...)

Als het aantal kandidaten van een lijst kleiner is dan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn de kandidaten allemaal verkozen en voegt het provinciaal hoofdbureau de niet-toegekende zetels bij die welke aan de overige lijsten toekomen.

De zetels worden verdeeld over de lijsten door de bewerking, vermeld in artikel 179, § 2, eerste lid, voort te zetten.

Artikel 184. (14/08/2021- ...)

§ 1. Als het aantal kandidaten van een lijst groter is dan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, worden de verkozenen door het provinciaal hoofdbureau aangewezen op basis van de naamstemmen.

§ 2. De aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers gebeurt op de volgende manier :
1° ...
2° ...;
3° ...
4° de zetels worden toegekend aan de kandidaten in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben behaald. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend;
5° de niet-verkozen kandidaten worden eerste, tweede, derde enzovoort opvolger verklaard in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben behaald. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend.
 

Afdeling 3 Bekendmaking van de uitslag en afsluitende werkzaamheden (... - ...)

Artikel 185. (04/09/2011- ...)

Het proces-verbaal van het provinciaal hoofdbureau wordt onmiddellijk opgemaakt. Het wordt ondertekend door de leden van het provinciaal hoofdbureau en door de getuigen.

Artikel 186. (01/01/2024- ...)

De voorzitter van het provinciaal hoofdbureau kondigt de uitslag van de algemene telling van de stemmen en de namen van de kandidaten die tot provincieraadslid of opvolger gekozen zijn, in het openbaar af.

Onmiddellijk na de afkondiging, vermeld in het eerste lid, zendt de voorzitter van het hoofdbureau aan de Vlaamse Regering een staat waarin voor elke voorgedragen lijst het stemcijfer en het aantal verkregen zetels worden vermeld.

De Vlaamse Regering maakt de uitslag van de algemene telling van de stemmen en de namen van de kandidaten die tot provincieraadslid of opvolger gekozen zijn, publiek bekend.

Bij stemming op papier maakt de Vlaamse Regering de stemgegevens van de telbureaus publiek bekend.
 

Artikel 187. (01/01/2024- ...)

De voorzitter van het provinciaal hoofdbureau bezorgt binnen drie dagen na de verkiezing aan de provinciegouverneur het proces-verbaal van het provinciaal hoofdbureau met de algemene telling en de zeteltoewijzing.

De voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau bezorgt binnen drie dagen na de definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten conform artikel 100, 8° of 11°, aan de provinciegouverneur de processen-verbaal van het provinciedistrictshoofdbureau over de voorlopige en de definitieve afsluiting, samen met de voordrachtsakten, vermeld in artikel 84, 1°, en de stukken die aan de voorzitter van het provinciedistrictshoofdbureau zijn bezorgd conform artikel 100, 5°, 6° en 7°.

De stukken, vermeld in het eerste en tweede lid, worden bewaard tot zes jaar na de definitieve geldigverklaring van de verkiezingen.

Artikel 188. (24/08/2017- ...)

De provinciegriffier legt een afschrift van het proces-verbaal van het provinciaal hoofdbureau voor iedereen ter inzage.

Het provinciebestuur bezorgt aan iedere kandidaat die erom vraagt, een kopie van dat proces-verbaal.

Artikel 189. (04/09/2011- ...)

De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten van de opslag, de organisatie en de vernietiging van de stukken.

Deel 4 Na de verkiezingsdag (... - ...)

Titel 1 Verkiezingsuitgaven (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Beperking en controle van de verkiezingsuitgaven (... - ...)

Afdeling 1 Uitgaven voor propaganda op gewestelijk vlak (... - ...)

Artikel 190. (18/07/2016- ...)

De uitgaven voor verkiezingspropaganda op gewestelijk vlak van de politieke partijen die een gemeenschappelijk volgnummer en een beschermde lijstnaam hebben verkregen met toepassing van titel 13 van deel 2, mogen in totaal niet meer dan 372.000 euro bedragen.

Voor de politieke partijen die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, maar die minder dan vijftig lijsten onder hun gemeenschappelijk volgnummer en beschermde lijstnaam voordragen, wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, verminderd tot 340.000 euro.

De bedragen, vermeld in het eerste en tweede lid, kunnen door de Vlaamse Regering geïndexeerd worden.

De politieke partijen kunnen campagne voeren met een of meer kandidaten.
 

Afdeling 2 Uitgaven voor propaganda op lokaal vlak (... - ...)

Artikel 191. (01/01/2024- ...)

§ 1. Het totaal van de uitgaven voor de verkiezingspropaganda van de lijsten mag voor de gemeenteraadsverkiezingen, stadsdistrictsraadsverkiezingen en provincieraadsverkiezingen per lijst niet meer bedragen dan per schijf :
1° tot 1000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 2,70 euro per ingeschreven kiezer;
2° van 1001 tot 5000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 1,10 euro per ingeschreven kiezer;
3° van 5001 tot 10.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 0,80 euro per ingeschreven kiezer;
4° van 10.001 tot 20.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 1,00 euro per ingeschreven kiezer;
5° van 20.001 tot 40.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 1,10 euro per ingeschreven kiezer;
6° van 40.001 tot 80.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 1,20 euro per ingeschreven kiezer;
7° vanaf 80.001 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 0,14 euro per ingeschreven kiezer.

De bedragen, vermeld in het eerste lid, kunnen door de Vlaamse Regering geïndexeerd worden.

§ 2. Het totaal van de uitgaven voor de verkiezingspropaganda van individuele kandidaten mag voor gemeenteraadsverkiezingen, stadsdistrictsraadsverkiezingen en provincieraadsverkiezingen per kandidaat niet meer bedragen dan per schijf :
1° tot 50.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 0,080 euro per ingeschreven kiezer, met een minimum van 1250 euro per kandidaat;
2° van 50.001 tot 100.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 0,030 euro per ingeschreven kiezer;
3° vanaf 100.001 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers : 0,015 euro per ingeschreven kiezer.

De bedragen, vermeld in het eerste lid, kunnen door de Vlaamse Regering geïndexeerd worden.

§ 3. Als een kandidaat op verschillende lijsten tegelijk kandideert, mogen de maximumbedragen, vermeld in paragraaf 2, niet samengeteld worden. Alleen het hoogste maximumbedrag wordt in aanmerking genomen.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid mag een kandidaat die tegelijk op een provincielijst en op een of twee andere lijsten kandideert, twee van de maximumbedragen, vermeld in paragraaf 2, waaronder dat voor de provincieraadsverkiezingen, samentellen, als hij zich voor die laatste verkiezingen kandidaat stelt in een provinciedistrict waartoe de gemeente waar hij in het bevolkingsregister is ingeschreven, niet behoort.

§ 4. Het aantal op de kiezerslijst ingeschreven kiezers, vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2, wordt vastgesteld op basis van een extractie uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, dat de personen vermeldt die op 1 mei van het jaar waarin de gewone vernieuwing van de gemeenteraden plaatsheeft, voldoen aan de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 1° en 3°, en die op de dag van de verkiezing voldoen aan de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 2° en 4°. De voormelde extractie vermeldt ook de niet-Belgische personen die op 1 mei van het jaar van de verkiezingen in de hoedanigheid van kiezer erkend zijn conform artikel 12 en 14. De federale overheidsdienst die bevoegd is voor het Rijksregister van de natuurlijke personen, voert de voormelde extractie uit op verzoek van de Vlaamse Regering en bezorgt aan de Vlaamse Regering de aantallen kiezers per gemeente en, in voorkomend geval, per stadsdistrict.
 

Artikel 192. (01/01/2024- ...)

Uiterlijk de tiende dag voor het begin van de sperperiode deelt de Vlaamse Regering de maximumbedragen mee die werden berekend overeenkomstig de bepaling van artikel 191, en die mogen worden uitgegeven door de lijsten en de kandidaten voor de verkiezingen van de raden.
 

Afdeling 3 Uitgaven voor verkiezingspropaganda (... - ...)

Artikel 193. (01/01/2024- ...)

§ 1. Uitgaven voor verkiezingspropaganda zijn alle uitgaven en financiële verbintenissen voor mondelinge, schriftelijke, auditieve en visuele boodschappen die verricht worden tijdens de sperperiode en erop gericht zijn het resultaat van een politieke partij, een lijst en de kandidaten ervan gunstig te beïnvloeden.

§ 2. Als uitgaven voor de verkiezingspropaganda als vermeld in paragraaf 1, worden ook de uitgaven beschouwd die gedaan worden door derden voor politieke partijen, lijsten of kandidaten, tenzij die politieke partijen, lijsten of kandidaten de derden onmiddellijk na de kennisneming van de door hen gevoerde campagne, ertoe aanmanen de campagne te staken. De politieke partijen bewaren het bewijs van die aanmaning en, in voorkomend geval, het akkoord van de derden tot staking gedurende vijf jaar na de datum van de verkiezingen. De lijsttrekkers en kandidaten bewaren het bewijs van die aanmaning en, in voorkomend geval, het akkoord van de derden tot staking gedurende twee jaar na de datum van de verkiezingen.

§ 3. Als uitgaven voor verkiezingspropaganda worden niet beschouwd :
1° het verlenen van persoonlijke, niet-bezoldigde diensten, alsook het gebruik van een persoonlijk voertuig;
2° de publicatie in een dagblad of tijdschrift van redactionele artikelen, op voorwaarde dat die publicatie op dezelfde wijze en volgens dezelfde regels geschiedt als buiten de sperperiode, zonder betaling, vergoeding of belofte van betaling of vergoeding. Bovendien mag het niet gaan om een dagblad of tijdschrift dat speciaal wordt uitgegeven ten behoeve van of met het oog op de verkiezingen en moet de verspreiding en de frequentie van de publicatie dezelfde zijn als buiten de sperperiode;
3° de uitzending op radio of televisie van programma's met berichten of commentaren, op voorwaarde dat die uitzendingen op dezelfde wijze en volgens dezelfde regels geschieden als buiten de sperperiode, zonder betaling, vergoeding of belofte van betaling of vergoeding;
4° de uitzending of een reeks van uitzendingen op radio of televisie van verkiezingsprogramma's, op voorwaarde dat vertegenwoordigers van de politieke partijen aan die uitzendingen kunnen deelnemen;
5° de kostprijs van periodieke manifestaties, op voorwaarde dat :
a) ze niet uitsluitend voor verkiezingsdoeleinden worden georganiseerd;
b) het om geregelde en telkens terugkerende manifestaties gaat die altijd op dezelfde wijze worden georganiseerd. De periodiciteit ervan wordt beoordeeld hetzij aan de hand van een referentieperiode van twee jaar voor de periode, vermeld in paragraaf 1, waarin de manifestatie in kwestie jaarlijks eenmaal moet hebben plaatsgevonden, hetzij aan de hand van een referentieperiode van vier jaar voor de periode, vermeld in paragraaf 1, waarin de manifestatie in kwestie tweejaarlijks ten minste eenmaal moet hebben plaatsgevonden. Als de uitgaven voor reclame en uitnodigingen in vergelijking met het gewone verloop van een dergelijke manifestatie evenwel uitzonderlijk blijken te zijn, moeten ze bij wijze van uitzondering wel als verkiezingsuitgave aangerekend worden;
6° de kostprijs van niet-periodieke manifestaties die voor verkiezingsdoeleinden worden georganiseerd en waarvoor een deelnameprijs wordt aangerekend, als de uitgaven worden gedekt door de inkomsten, met uitzondering van de inkomsten uit sponsoring, en als het niet om uitgaven voor reclame en uitnodigingen gaat. Als de inkomsten de uitgaven niet dekken, moet het verschil als een verkiezingsuitgave worden aangerekend;
7° de uitgaven die tijdens de sperperiode worden verricht in het kader van een normale partijwerking op nationaal of lokaal niveau, meer bepaald voor de organisatie van congressen en partijbijeenkomsten. Als de uitgaven voor reclame en uitnodigingen in vergelijking met het gewone verloop van een dergelijke manifestatie evenwel uitzonderlijk blijken te zijn, moeten ze bij wijze van uitzondering wel als verkiezingsuitgave worden aangerekend;
8° ...

§ 4. De uitgaven en financiële verbintenissen voor goederen, leveringen en diensten die onder de toepassing van paragraaf 1 vallen, moeten tegen de geldende marktprijzen worden verrekend.
 

Afdeling 4 Verboden of gereglementeerde propagandamiddelen (... - ...)

Artikel 194. (01/01/2024- ...)

Tijdens de sperperiode mogen de politieke partijen, de lijsten en de kandidaten, alsook derden die propaganda voor politieke partijen, lijsten of kandidaten willen maken :
1° geen geschenken of gadgets verkopen of verspreiden;
2° geen commerciële telefooncampagnes voeren;
3° ...;
4° ...;
5° ...

Voor dezelfde periode bepaalt de Vlaamse Regering de algemene regels voor het aanbrengen van verkiezingsaffichesen de organisatie van gemotoriseerde optochten.
 

Afdeling 5 [Financiering van de uitgaven voor verkiezingspropaganda met giften en sponsoring (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 6, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

[Onderafdeling 1 De giften (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 6, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Artikel 195. (18/07/2016- ...)

§ 1. De partijen, de lijsten en de kandidaten die deelnemen aan de lokale of provinciale verkiezingen mogen hun verkiezingspropaganda financieren met giften binnen de hierna bepaalde grenzen.

§ 2. Worden ook als gift beschouwd:
- de prestaties die kosteloos of onder de reële kostprijs verleend worden;
- de terbeschikkinggestelde kredietlijnen die niet moeten worden terugbetaald;
- de prestaties die door een politieke partij, een lijst of een kandidaat kennelijk boven de marktprijs zijn aangerekend.

Worden niet als gift beschouwd:
- de afdrachten van mandatarissen aan een politieke partij, in welke vorm ook;
- de financiering van kandidaten door een politieke partij, een component van een politieke partij of een lijst;
- de financiering van lijsten door een politieke partij of een component van een politieke partij.

§ 3. Alleen natuurlijke personen mogen giften doen. Giften van rechtspersonen of feitelijke verenigingen evenals giften van natuurlijke personen die feitelijk optreden als tussenpersonen van rechtspersonen of feitelijke verenigingen zijn verboden.

§ 4. De partijen, de lijsten en de kandidaten mogen hun verkiezingspropaganda financieren met giften die per schenker maximum 500 euro of de tegenwaarde ervan bedragen. Gespreid over verschillende begunstigden mag een natuurlijke persoon in totaal maximum 2.000 euro of de tegenwaarde daarvan schenken ter financiering van verkiezingspropaganda.

[Onderafdeling 2 Sponsoring (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 6, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Artikel 195/1. (18/07/2016- ...)

§ 1. De partijen, de lijsten en de kandidaten die deelnemen aan de lokale of provinciale verkiezingen mogen zich voor de financiering van hun verkiezingspropaganda laten sponsoren door ondernemingen, feitelijke verenigingen en rechtspersonen binnen de volgende grenzen:
- de partijen, de lijsten en de kandidaten mogen per sponsor maximum 500 euro of de tegenwaarde ervan ontvangen;
- een sponsor mag gespreid over verschillende begunstigden in totaal maximum 2.000 euro of de tegenwaarde daarvan besteden aan sponsoring.

§ 2. Onder sponsoring wordt verstaan het volgens de geldende marktprijzen ter beschikking stellen van gelden of producten in ruil voor publiciteit.
Een onderneming zoals bedoeld in het eerste lid is elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen.

[Onderafdeling 3 Elektronische betaling (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 6, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Artikel 195/2. (18/07/2016- ...)

Giften en sponsorbedragen van 125 euro en meer worden elektronisch overgemaakt met een overschrijving, een lopende betalingsopdracht of een bank- of kredietkaart.

Afdeling 6 [De aangifte van de uitgaven voor verkiezingspropaganda, de herkomst van de geldmiddelen en de registratie van de schenkers en de sponsors (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 7, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Onderafdeling 1 [Aangiften van de politieke partijen (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 7, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Artikel 196. (01/01/2024- ...)

§1. De politieke partijen die een gemeenschappelijk volgnummer en een beschermde lijstnaam hebben verkregen met toepassing van deel 2, titel 13, geven binnen dertig dagen na de verkiezingen hun uitgaven voor verkiezingspropaganda en de herkomst van hun geldmiddelen aan bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de nationale zetel van de partij gevestigd is.

De politieke partijen die bij de herkomst van de geldmiddelen giften vermelden, registreren de voor- en achternaam, het adres van de hoofdverblijfplaats en de gift van de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer hebben gedaan om de uitgaven voor verkiezingspropaganda te financieren. De voormelde gegevens worden vertrouwelijk behandeld en binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen meegedeeld aan de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven.

De politieke partijen die bij de herkomst van de geldmiddelen sponsoring vermelden, registreren de naam, in voorkomend geval het ondernemingsnummer, de rechtsvorm, het adres van de zetel of hoofdverblijfplaats en het bedrag van de sponsoring van de ondernemingen, de feitelijke verenigingen en de rechtspersonen die de uitgaven voor verkiezingspropaganda gesponsord hebben voor een bedrag van 125 euro en meer. De voormelde gegevens worden vertrouwelijk behandeld en binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen meegedeeld aan de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven.

De meldingen, vermeld in het eerste tot en met het derde lid, worden ondertekend door de persoon die de politieke partij daarvoor mandateert. Die persoon vermeldt daarbij zijn voor- en achternaam.

§2. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop de meldingen, vermeld in paragraaf 1, worden ingediend.
.
§3. De politieke partijen bewaren de bewijsstukken betreffende hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende vijf jaar na de datum van de verkiezingen.

Onderafdeling 2 [Aangiften van de lijsten en de kandidaten (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 7, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Artikel 197. (01/01/2024- ...)

Ҥ1. De lijsttrekker geeft binnen dertig dagen na de verkiezingen de uitgaven voor verkiezingspropaganda en de herkomst van de geldmiddelen van de lijst en van elke kandidaat van de lijst aan bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen.

De lijsttrekker die bij de herkomst van de geldmiddelen giften vermeldt, registreert de voor- en achternaam, het adres van de hoofdverblijfplaats en de gift van de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer hebben gedaan om de uitgaven voor verkiezingspropaganda van de lijst of van de kandidaat te financieren. De lijsttrekker behandelt de voormelde gegevens vertrouwelijk en deelt ze binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen mee aan de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven.

De lijsttrekker die bij de herkomst van de geldmiddelen sponsoring vermeldt, registreert de naam, in voorkomend geval het ondernemingsnummer, de rechtsvorm, het adres van de zetel of hoofdverblijfplaats en het bedrag van de sponsoring van de ondernemingen, de feitelijke verenigingen en de rechtspersonen die de uitgaven voor verkiezingspropaganda van de lijst of van de kandidaat gesponsord hebben voor een bedrag van 125 euro en meer. De lijsttrekker behandelt de voormelde gegevens vertrouwelijk en deelt ze binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen mee aan de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven.

De lijsttrekker kan een andere persoon machtigen om de meldingen, vermeld in het eerste tot en met het derde lid, in te dienen.

Elke kandidaat ondertekent zijn melding, vermeld in het eerste tot en met het derde lid, en vermeldt daarbij zijn voor- en achternaam en zijn hoofdverblijfplaats. De lijsttrekker of zijn gemandateerde ondertekent de aangiften van de lijst en ondertekent mee de aangiften van elke kandidaat van de lijst. Op de voormelde aangiften worden de voor- en achternaam en de hoofdverblijfplaats van de lijsttrekker en, in voorkomend geval, van zijn gemandateerde, vermeld.

§2. De aangiften, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, worden vanaf de eenendertigste dag na de verkiezingen gedurende tien dagen ter inzage gelegd, zodat iedereen kan nagaan of elke lijst en elke kandidaat de regels inzake uitgaven voor verkiezingspropaganda en verboden propagandamiddelen heeft nageleefd, kandidaten in staat worden gesteld om op basis van deze gegevens een bezwaar in te dienen conform artikel 22 en 23 van het decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, en eenieder in staat wordt gesteld om op basis van deze gegevens een klacht in te dienen conform artikel 201 van dit decreet.

Het inzagerecht wordt alleen gebruikt voor de doeleinden, vermeld in het eerste lid.

De registraties van schenkers en sponsors, vermeld in paragraaf 1, tweede en derde lid, worden niet ter inzage gelegd.

§3. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop de meldingen, vermeld in paragraaf 1, worden ingediend bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen of bij de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven, en de wijze waarop de voormelde aangiften ter inzage worden gelegd conform paragraaf 2.

§4. De Raad voor Verkiezingsbetwistingen stelt de aangiften ter beschikking van de Raad van State en van de procureur des Konings, als die daarom verzoeken.

§ 5. De lijsttrekker bewaart de bewijsstukken betreffende de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen van de lijst gedurende twee jaar na de datum van de verkiezingen.

De kandidaten bewaren hun bewijsstukken betreffende de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende twee jaar na de datum van de verkiezingen.

HOOFDSTUK 2 [Controle en sancties (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Afdeling 1 [Controle van de uitgaven van de politieke partijen (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Artikel 198. (18/07/2016- ...)

§ 1. De voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg, vermeld in artikel 196, maken een verslag op van de verkiezingsuitgaven van de politieke partijen.

§ 2. De verslagen worden binnen zestig dagen na de verkiezingen in vier exemplaren opgemaakt. De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, vermeld in artikel 196, bewaart twee exemplaren. De overige twee exemplaren worden bezorgd aan de voorzitter van de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven.

Het verslag wordt opgesteld op de daartoe bestemde formulieren, die door de Vlaamse Regering ter beschikking worden gesteld.

Een exemplaar van het verslag wordt vanaf de eenenzestigste dag na de verkiezingen ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg, vermeld in artikel 196, gedurende vijftien dagen ter inzage gelegd.

De opmerkingen op de verslagen worden door de voorzitters aan de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven bezorgd.

Artikel 198/1. (18/07/2016- ...)

§ 1. Uiterlijk negentig dagen na de ontvangst van alle verslagen doet de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven, na onderzoek van de verslagen en van de opmerkingen die overeenkomstig artikel 198 werden ingediend en met inachtneming van de rechten van de verdediging, uitspraak over de aangiften van de politieke partijen, en legt ze desgevallend een sanctie op overeenkomstig artikel 198/2.

§ 2. De Controlecommissie Verkiezingsuitgaven stelt een verslag op van haar controlewerkzaamheden met vermelding van:
1° per politieke partij het totaalbedrag van de verkiezingsuitgaven ten voordele van die partij;
2° elke schending van artikel 190 en 194 die aan de politieke partij toegerekend kan worden;
3° de sancties die ze oplegt.

§ 3. De voorzitter van het Vlaams Parlement stuurt het eindverslag van de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven onverwijld naar de diensten van het Belgisch Staatsblad, die het binnen dertig dagen na ontvangst in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad bekendmaken.

Artikel 198/2. (18/07/2016- ...)

§ 1. De politieke partij die binnen dertig dagen na de verkiezingen geen aangifte van haar verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen indient, wordt gestraft met een administratieve boete van 1.000 euro per dag vertraging, met een maximum van 30.000 euro.

Wanneer een politieke partij bij de aanvang van de controle van de verslagen door de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven nog geen aangifte heeft ingediend, maant de controlecommissie de betrokken partij schriftelijk aan om de aangifte in te dienen. Indien de controlecommissie die aangifte niet ontvangt binnen een termijn van dertig dagen na de verzending van de aanmaning, verliest de politieke partij de aanvullende partijfinanciering waar ze krachtens het Reglement van het Vlaams Parlement recht op heeft, met ingang van de dag waarop die termijn verstreken is tot de ontvangst van de aangifte.

§ 2. De politieke partij die een onjuiste of onvolledige aangifte doet van haar verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen, wordt door de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven schriftelijk aangemaand om binnen vijftien dagen de gegevens te corrigeren of aan te vullen.

Indien de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven de gevraagde aanvulling of correctie niet ontvangt binnen vijftien dagen na de verzending van de aanmaning, wordt de politieke partij gestraft met een administratieve boete van 1.000 euro per dag bijkomende vertraging, met een maximum van 30.000 euro.

Indien de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven de gevraagde aanvulling of correctie niet ontvangt binnen een termijn van vijfenveertig dagen na de verzending van de aanmaning, verliest de politieke partij de aanvullende partijfinanciering waar ze krachtens het Reglement van het Vlaams Parlement recht op heeft, met ingang van de dag waarop die termijn verstreken is tot de ontvangst van de gevraagde aanvulling of correctie.

§ 3. De politieke partij die het in artikel 190 vermelde maximumbedrag overschrijdt, wordt gestraft met een administratieve geldboete die gelijk is aan het bedrag van de overschrijding, met een minimum van 25.000 euro en een maximum dat overeenstemt met vier keer de maandelijkse aanvullende partijfinanciering waar ze krachtens het Reglement van het Vlaams Parlement recht op heeft.

§ 4. De politieke partij die enig onderdeel van artikel 194 schendt, wordt gestraft met een van de volgende sancties:
- een waarschuwing;
- een administratieve boete van 1.000 euro tot 250.000 euro. In geval van herhaling wordt de administratieve boete verdubbeld.

Afdeling 2 [Controle van de uitgaven van de lijsten en de kandidaten (verv. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Artikel 199. (01/01/2024- ...)

§ 1. De Raad voor Verkiezingsbetwistingen doet, met inachtneming van de rechten van de verdediging, uitspraak over de bezwaren, bedoeld in artikel 203, eerste lid, 2°, en spreekt in voorkomend geval de hierna bepaalde sancties uit.

§ 2. De lijst die binnen dertig dagen na de verkiezingen geen aangifte van haar uitgaven voor verkiezingspropaganda en de herkomst van de geldmiddelen indient, wordt gestraft met een administratieve boete van 100 euro per dag vertraging, met een maximum van 3.000 euro.

Wanneer de Raad voor Verkiezingsbetwistingen uitspraak doet over een bezwaar betreffende de uitgaven voor verkiezingspropaganda en de herkomst van de geldmiddelen van een lijst die geen aangifte heeft ingediend, maant de Raad de betrokken lijst schriftelijk aan om de aangifte in te dienen.

Indien de lijst haar aangifte binnen vijftien dagen na de verzending van de aanmaning niet indient, wordt ze gestraft met een administratieve boete van 1.000 euro, vermeerderd met 1.000 euro per volledige maand vertraging, te rekenen vanaf de zestiende dag na de verzending van de aanmaning.

§ 3. De lijst die een onjuiste of onvolledige aangifte doet van haar uitgaven voor verkiezingspropaganda en de herkomst van de geldmiddelen, wordt door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen schriftelijk aangemaand om de gegevens te corrigeren of aan te vullen.

Indien de lijst de gevraagde aanvulling of correctie niet indient binnen vijftien dagen na de verzending van de aanmaning, wordt ze gestraft met een administratieve boete van 100 euro per dag bijkomende vertraging, met een maximum van 3.000 euro.

§ 4. De lijst die het in artikel 191 vermelde maximumbedrag overschrijdt, wordt gestraft met een administratieve boete die gelijk is aan het bedrag van de overschrijding, met een minimum van 2.500 euro en een maximum van 25.000 euro.

§ 5. De lijst die enig onderdeel van artikel 194 schendt, wordt gestraft met een van de volgende sancties:
- een waarschuwing;
- een administratieve boete van 100 euro tot 25.000 euro. In geval van herhaling wordt de administratieve boete verdubbeld.

§ 6. De lijst die niet beschikt over een gemeenschappelijk volgnummer en een beschermde lijstnaam en uitgaven verricht voor verkiezingspropaganda op gewestelijk vlak, wordt gestraft met een administratieve boete die gelijk is aan het bedrag van de desbetreffende uitgaven, met een minimum van 2.500 euro en een maximum van 25.000 euro.

§ 7. De in de paragrafen 2 tot 6 bedoelde administratieve geldboetes worden opgelegd aan de lijsttrekker van de betrokken lijst.

§ 8. Een verkozen kandidaat die de bepalingen van artikel 191, § 2 en § 3, of artikel 194 schendt, wordt gestraft met een van de volgende sancties:
- een waarschuwing;
- de inhouding van de presentiegelden ten belope van 5 % gedurende een periode van minimum een maand en maximum twaalf maanden;
- de schorsing van de uitoefening van het mandaat gedurende een periode van minimum een maand en maximum zes maanden;
- de vervallenverklaring van het mandaat.

§ 9. Onverminderd de sancties, vermeld in de paragrafen 2 tot 6, wordt een verkozen lijsttrekker van een lijst die de bepalingen van artikel 191, § 1, artikel 194 of artikel 197 niet naleeft, gestraft met een van de volgende sancties:
- een waarschuwing;
- de inhouding van de presentiegelden ten belope van 5% gedurende een periode van minimum een maand en maximum twaalf maanden;
- de schorsing van de uitoefening van het mandaat gedurende een periode van minimum een maand en maximum zes maanden;
- de vervallenverklaring van het mandaat.

Artikel 199/1. (18/07/2016- ...)

Met een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en met een geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro, of met één van die straffen alleen, wordt gestraft:
1° de kandidaat waarvan binnen dertig dagen na de verkiezingen geen aangifte of een onvolledige aangifte van zijn verkiezingsuitgaven, de herkomst van de geldmiddelen en de registratie van de giften en de sponsoring is ingediend;
2° de kandidaat die voor kiespropaganda met opzet uitgaven doet of verbintenissen aangaat die de maximumbedragen overschrijden, vermeld in artikel 191, § 2 en § 3;
3° de kandidaat die tijdens de sperperiode de bepalingen van artikel 194 niet naleeft.

[Afdeling 3 Controle van de giften en de sponsoring (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Artikel 200. (01/01/2024- ...)

§ 1. Gelijktijdig met het onderzoek van de verslagen, bedoeld in artikel 198, controleert de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven de registraties van de giften en de sponsoring van de politieke partijen, de lijsten en de kandidaten zoals bedoeld in artikel 196, § 1, tweede en derde lid, en artikel 197, § 1, tweede en derde lid.

De registraties van de giften en van de sponsoring worden vertrouwelijk behandeld.

§ 2. De politieke partij die de uitgaven voor haar verkiezingspropaganda financiert met een gift of sponsoring die in strijd is met de artikelen 195 en 195/1, wordt door de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven gestraft met een administratieve boete ten belope van het dubbele van de overschrijding van het toegelaten giften- of sponsorbedrag.

§ 3. Wanneer de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven een andere schending van de artikelen 195 of 195/1 vaststelt dan bedoeld in paragraaf 2, beslist ze om daarover al dan niet een klacht neer te leggen bij de procureur des Konings.

§ 4. Eenieder die de giftenregeling zoals bedoeld in artikel 195 of de sponsorregeling zoals bedoeld in artikel 195/1 schendt, wordt gestraft met een boete van 26 tot 100.000 euro.

[Afdeling 4 Algemene bepalingen (ing. Decr. 3 juni 2016, art. 8, I: 18 juli 2016)] (... - ...)

Artikel 201. (18/07/2016- ...)

§ 1. Elke inbreuk, vermeld in artikel 199/1 en artikel 200, § 3, kan worden vervolgd, hetzij op initiatief van de procureur des Konings, hetzij op grond van de klacht van een persoon die van enig belang doet blijken.

De procureur des Konings neemt geen anonieme klachten in aanmerking.

§ 2. De termijn voor de uitoefening van het initiatiefrecht van de procureur des Konings en voor de indiening van klachten met betrekking tot de inbreuken, vermeld in artikel 199/1 en artikel 200, § 3, verstrijkt honderdtwintig dagen na de verkiezingen.

§ 3. De procureur des Konings zendt binnen acht dagen na de indiening van een klacht over een inbreuk, bedoeld in artikel 199/1 een kopie aan de Raad voor Verkiezingsbetwistingen, alsook aan de personen tegen wie de klacht is ingediend.

De procureur des Konings zendt binnen acht dagen na de indiening van een klacht over een inbreuk, bedoeld in artikel 200, § 3, een kopie aan de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven, alsook aan de personen tegen wie de klacht is ingediend.

De procureur des Konings brengt, naargelang het geval, de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven of de Raad voor Verkiezingsbetwistingen binnen dezelfde termijn op de hoogte van zijn beslissing om vervolging in te stellen.

§ 4. Iedereen die een klacht heeft ingediend of een vordering heeft ingesteld die ongegrond blijkt en waarvan vaststaat dat hij die heeft ingediend of ingesteld met het oogmerk te schaden, wordt gestraft met een geldboete van 50 tot 500 euro.

§ 5. De procureur des Konings kan met het oog op de vervolging, vermeld in paragraaf 2, aan een individuele kandidaat vragen alle inlichtingen te verstrekken over de herkomst van de gelden die voor de financiering van zijn verkiezingscampagne zijn aangewend.

§ 6. Het eerste boek van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, is van toepassing op de misdrijven, bedoeld in artikel 199/1 en artikel 200, § 3.

Het vonnis kan op bevel van de rechtbank geheel of bij uittreksel opgenomen worden in de dag- en weekbladen die ze heeft aangeduid.

Artikel 201/1. (01/01/2024- ...)

§ 1. Elke aanmaning en elke beslissing tot het opleggen van een administratieve sanctie zoals bedoeld in dit hoofdstuk, wordt aangetekend verstuurd of via een deurwaardersexploot betekend.

De mededeling van de beslissing tot het opleggen van een administratieve sanctie vermeldt de strafmaat en de beroepsmodaliteiten.

Tegen elke beslissing van de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven tot het opleggen van een administratieve sanctie kan bij de Raad van State een beroep tot nietigverklaring worden ingesteld, overeenkomstig artikel 14, § 1, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Tegen elke beslissing van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen tot het opleggen van een administratieve sanctie kan bij de Raad van State een beroep worden ingesteld zoals bedoeld in artikel 28 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.

§ 2. De sancties, vermeld in artikel 199, treden in werking zodra die beslissing kracht van gewijsde heeft.

De schorsing treedt ten vroegste in werking na de eedaflegging als raadslid. Voor de duur van de schorsing verkeert het raadslid in een staat van verhindering als vermeld in artikel 12 van het decreet over het lokaal bestuur.

Het raadslid dat van zijn mandaat vervallen is verklaard, wordt in de gemeenteraad vervangen door de eerste opvolger van de lijst waarop hij werd verkozen.

§ 3. De in dit hoofdstuk bedoelde administratieve geldboetes zijn ten bate van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest.

Artikel 201/2. (01/01/2024- ...)

De rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de nationale zetel van de partij gevestigd is, verwerkt als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, de persoonsgegevens die nodig zijn om haar opdrachten, vermeld in artikel 196 en 198 van dit decreet, te kunnen uitoefenen.
 
De Raad voor Verkiezingsbetwistingen verwerkt als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, de persoonsgegevens die nodig zijn om zijn opdrachten, vermeld in artikel 197 en 199 van dit decreet, te kunnen uitoefenen.

De Controlecommissie Verkiezingsuitgaven verwerkt als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, de persoonsgegevens die nodig zijn om haar opdrachten, vermeld in artikel 196, 197 en 200 van dit decreet, te kunnen uitoefenen.

De maximale bewaartermijn voor de persoonsgegevens, vermeld in het eerste tot en met derde lid, bedraagt 210 dagen na de verkiezingen.

De Vlaamse Regering kan een entiteit aanwijzen als verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens in de meldingen, vermeld in artikel 197, §1.

Titel 2 Verkiezingsbetwistingen (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Bezwaar bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen (... - ...)

Afdeling 1 Oprichting van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen (... - ...)

Artikel 202. (01/11/2014- ...)

Er wordt een Raad voor Verkiezingsbetwistingen opgericht.

Afdeling 2 Bevoegdheid van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen (... - ...)

Artikel 203. (14/08/2021- ...)

De Raad spreekt zich als administratief rechtscollege uit over :
1° de bezwaren tegen de verkiezing;
2° de bezwaren op grond van de schending van de regelgeving inzake de verkiezingsuitgaven door kandidaten en lijsttrekkers.

Tijdens de bezwaartermijn, vermeld in artikel 23, eerste lid, van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, kan de Raad de juistheid nagaan van de zetelverdeling tussen de lijsten en van de rangorde waarin de raadsleden en opvolgers gekozen zijn verklaard. Hij wijzigt, in voorkomend geval, als administratief rechtscollege ambtshalve de zetelverdeling en de rangorde, met behoud van zijn bevoegdheid, vermeld in het eerste lid, en brengt de gemeente-, stadsdistricts- of provincieraad daarvan op de hoogte. De gewijzigde zetelverdeling en rangorde vervangen de zetelverdeling en rangorde die het hoofdbureau heeft afgekondigd.

Bij ontstentenis van bezwaren is de uitslag van de verkiezing die het hoofdbureau heeft afgekondigd of die de Raad heeft gecorrigeerd met toepassing van het tweede lid, definitief.
 

Artikel 204. (14/08/2021- ...)

De Raad kan de verkiezing alleen geheel of gedeeltelijk ongeldig verklaren op grond van een bezwaar. De verkiezing kan door de Raad alleen geheel of gedeeltelijk ongeldig worden verklaard op grond van onregelmatigheden die de zetelverdeling tussen de verschillende lijsten kunnen beïnvloeden.

De gehele ongeldigverklaring van de verkiezing heeft tot gevolg dat de verkiezingen ab initio moeten hernomen worden met toepassing van de bepalingen opgenomen in dit decreet. Wanneer de Raad voor Verkiezingsbetwistingen oordeelt dat de verkiezingen gedeeltelijk worden vernietigd, duidt zij de bepalingen aan van dit decreet die bij de herverkiezing opnieuw moeten worden uitgevoerd.

De stembiljetten mogen alleen worden onderzocht als de met toepassing van artikel 110 tot en met 113, aangewezen getuigen aanwezig of althans behoorlijk opgeroepen zijn. De enveloppen die de stembiljetten bevatten, worden na het onderzoek opnieuw verzegeld in hun bijzijn en door hun toedoen.
 

Artikel 205. (18/07/2016- ...)

...

Afdeling 3 Samenstelling van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen (... - ...)

Artikel 206. (01/11/2014- ...)

...

Afdeling 4 Procedure van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen (... - ...)

Artikel 207. (01/01/2015- ...)

...

Artikel 208. (01/01/2015- ...)

...

Artikel 209. (01/01/2015- ...)

...

Artikel 210. (01/01/2015- ...)

...

Artikel 211. (01/01/2015- ...)

...

Artikel 212. (01/01/2015- ...)

...

Artikel 213. (01/01/2015- ...)

...

Artikel 214. (01/01/2015- ...)

...

Artikel 215. (01/01/2015- ...)

...

HOOFDSTUK 2 Beroepsprocedure bij de Raad van State (... - ...)

Artikel 216. (01/01/2015- ...)

...

Artikel 217. (01/01/2015- ...)

...

Titel 3 Buitengewone verkiezingen (... - ...)

Artikel 218. (01/01/2024- ...)

§ 1. In de volgende gevallen worden buitengewone verkiezingen georganiseerd :
1° bij gebrek aan één of meerdere opvolgers;
2° in de gevallen van een vrijwillige samenvoeging met toepassing van deel 2, titel 8, van het decreet over het lokaal bestuur, en in de gevallen, vermeld in artikel 385, § 2, van het decreet over het lokaal bestuur;
2°/1 in de gevallen van de oprichting van een nieuw district met toepassing van artikel 115 van het decreet over het lokaal bestuur of met toepassing van artikel 347/1 van het voormelde decreet;
3° bij gehele of gedeeltelijke ongeldigverklaring van de verkiezingen door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen overeenkomstig artikel 204, of door de Raad van State, overeenkomstig artikel 28 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.

§ 2. In het geval, vermeld in paragraaf 1,1°, kan krachtens een beslissing van de betrokken raad of krachtens een besluit van de Vlaamse Regering een buitengewone verkiezing gehouden worden om te voorzien in de opengevallen plaatsen binnen vijftig dagen na de beslissing van de betrokken raad of het besluit van de Vlaamse Regering. Die termijn loopt niet tijdens de maanden juli en augustus. De verkiezing heeft altijd plaats op een zondag.

Het college van burgemeester en schepenen maakt de kiezerslijst op op de datum van de beslissing van de betrokken raad of van het besluit van de Vlaamse Regering.

§ 3. In de gevallen, vermeld in paragraaf 1, 2°, worden bij besluit van de Vlaamse Regering de kiezers uit de samengevoegde gemeenten of uit het overblijvende gedeelte van de gemeente bijeengeroepen binnen de termijn die het Vlaams Parlement daartoe vermeldt in zijn beslissing tot samenvoeging of opsplitsing van de gemeente.

Als de datum waarop de kiezers hun stem moeten uitbrengen, samenvalt met de gewone verkiezingen, vermeld in artikel 6, dan wordt deze buitengewone verkiezing georganiseerd met toepassing van de bepalingen voor de gewone verkiezingen, vermeld in artikel 6.

§3/1. In de gevallen, vermeld in paragraaf 1, 2°/1, wordt in afwijking van artikel 16, §2, geen exemplaar van de lijst van de gemeenteraadskiezers aan het stadsdistrictscollege bezorgd, en wordt artikel 20, §4, gelezen als volgt:

“§4. Paragraaf 1 tot en met 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de buitengewone verkiezing van de eerste stadsdistrictsraad, met dien verstande dat “de gemeente” gelezen wordt als “het nieuwe stadsdistrict”.

De buitengewone verkiezing van de eerste stadsdistrictsraad van een nieuw stadsdistrict vindt plaats op dezelfde dag als de gewone verkiezing, vermeld in artikel 6, en wordt georganiseerd met toepassing van de bepalingen voor de gewone verkiezingen, vermeld in artikel 6.”.

§ 4. In het geval, vermeld in paragraaf 1, 3°, moet binnen vijftig dagen vanaf het versturen van de kennisgeving van de beslissing tot gehele of gedeeltelijke ongeldigverklaring aan de betrokken raad, zoals vermeld in artikel 204 van dit decreet of artikel 28 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, een buitengewone verkiezing worden gehouden. De betrokken raad bepaalt de datum van de verkiezingen.

Op de datum van de verzending van de kennisgeving van de beslissing tot ongeldigverklaring aan de betrokken raad, zoals vermeld in artikel 204 van dit decreet of artikel 28 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, maakt het college van burgemeester en schepenen de kiezerslijst op, tenzij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen of de Raad van State, op grond van een gedeeltelijke vernietiging van de verkiezing, oordeelt dat de kiezerslijst niet opnieuw moet worden opgemaakt.

§ 5. Het gemeentebestuur is verplicht, zodra de kiezerslijst is opgemaakt, exemplaren of kopieën daarvan te overhandigen aan de personen, bedoeld in artikel 20, 21 en 24 tot en met 26.
 

Artikel 219. (01/01/2024- ...)

De bepalingen vermeld in dit decreet zijn van toepassing op de buitengewone verkiezingen, met dien verstande dat :
1° de voorzitters en de leden van de stem- en telbureaus door de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau of in voorkomend geval door de voorzitter van het stadsdistrictshoofdbureau uit de gemeenteraadskiezers benoemd worden, zoals bepaald in artikel 46 en 49;
2° als er niet meer dan één raadslid te verkiezen is, de kandidaat die de meeste stemmen heeft verkregen, gekozen verklaard wordt. Bij gelijk stemmenaantal is de jongste gekozen;
3° het aantal kiezers dat op de kiezerslijst is ingeschreven, vermeld in artikel 191, §1 en §2, wordt vastgesteld conform artikel 218, §4, tweede lid;
4° de handelingen die, conform artikel 24 en 25, uiterlijk op 31 augustus moeten worden verricht, moeten worden verricht uiterlijk vijfendertig dagen voor de verkiezing. De handelingen die, conform artikel 44, uiterlijk op 31 augustus moeten worden verricht, moeten worden verricht uiterlijk drieëndertig dagen voor de verkiezing. De handelingen die, conform artikel 46 en 49, uiterlijk op 3 september moeten worden verricht, moeten worden verricht uiterlijk dertig dagen voor de verkiezing.

De verklaringen tot lijstenverbinding, bij de eerste verkiezing op geldige wijze gedaan, blijven bij de nieuwe verkiezing gelden voor de lijsten waarvan de samenstelling niet veranderd is. Zij worden dus niet vernieuwd en er mogen geen nieuwe worden aanvaard.

Na de nieuwe verkiezing verdeelt het provinciaal hoofdbureau de zetels, zoals bepaald in artikel 177, 178 en 181, zowel met betrekking tot het provinciedistrict waar de nieuwe verkiezing heeft plaatsgehad, alsook met betrekking tot de provinciedistricten waar aanvullende zetels toe te kennen blijven.
 

Artikel 220. (04/09/2011- ...)

Artikel 74 is niet van toepassing op de buitengewone verkiezingen, bedoeld in artikel 218, § 1, 1°.

Deel 5 Algemene bepalingen (... - ...)

Titel 1 Strafbepalingen (... - ...)

HOOFDSTUK 1 Algemene strafbepalingen (... - ...)

Artikel 221. (14/08/2021- ...)

Met gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met een geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro, of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die, rechtstreeks of onrechtstreeks, zelfs bij wijze van weddenschap, hetzij geld, waarden of enig voordeel, hetzij steun geeft, aanbiedt of belooft onder voorwaarde van stemverlening, stemonthouding of verlening van volmacht als vermeld in titel 11 van deel 2, dan wel op voorwaarde dat de verkiezing een bepaalde uitslag oplevert.

Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die het aanbod of de belofte aanneemt.

Iedereen die stelselmatig personen aanspreekt of op een andere manier persoonlijk benadert om hen ertoe te bewegen het formulier voor de volmacht, vermeld in artikel 56, § 3, te ondertekenen en af te geven, wordt met dezelfde straffen gestraft als de straffen, vermeld in het eerste lid.
 

Artikel 222. (04/09/2011- ...)

Met de straffen, vermeld in artikel 221, wordt gestraft hij die onder de voorwaarden, vermeld in artikel 221, een aanbod of belofte van een openbare of particuliere betrekking doet of aanneemt.

Artikel 223. (04/09/2011- ...)

Met straffen, vermeld in artikel 221, wordt gestraft hij die, met het oogmerk om een kiezer tot stemonthouding over te halen of op zijn stemming invloed uit te oefenen, zich jegens hem schuldig maakt aan feitelijkheden, gewelddaden of bedreigingen, of hem doet vrezen voor het verlies van zijn betrekking of voor een nadeel ten opzichte van zijn persoon, zijn familie of zijn vermogen.

Artikel 224. (04/09/2011- ...)

Met een geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro wordt gestraft hij die aan kiezers, onder voorwendsel van reis- of verblijfsvergoeding, een som geld of enige waarde geeft, aanbiedt of belooft.

De straf, vermeld in het eerste lid, wordt ook opgelegd aan de persoon die ter gelegenheid van een verkiezing aan kiezers eetwaren of drank geeft, aanbiedt of belooft. Dezelfde straf wordt ook opgelegd aan de kiezer die een gift, aanbod of belofte aanneemt.

Herbergiers, drankslijters of andere handelaars zijn niet ontvankelijk om in rechte betaling te vorderen van verbruikerskosten die ter gelegenheid van de verkiezing gemaakt zijn.

Artikel 225. (04/09/2011- ...)

Als dader van de wanbedrijven, vermeld in artikel 221 tot en met 224, wordt gestraft hij die geld geeft om ze te plegen, wetend waarvoor het moet dienen, of opdracht geeft om in zijn naam het aanbod, de belofte of de bedreiging te doen.

Artikel 226. (04/09/2011- ...)

Als de schuldige in de gevallen, vermeld in artikel 221 tot en met 225, een openbaar ambtenaar is, wordt het maximum van de straf uitgesproken en kunnen de gevangenisstraf en de geldboete verdubbeld worden.

Artikel 227. (04/09/2011- ...)

Met gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro wordt gestraft elk lid of elke bediende van een onderstandscommissie of liefdadigheidscomité, elk lid of elke bediende van een openbaar liefdadigheidsbestuur, die aan een of meer behoeftigen, al dan niet rechtstreeks, blijvende, tijdelijke of buitengewone steun aanbiedt, belooft of geeft onder voorwaarde van stemverlening of stemonthouding.

Het eerste lid geldt voor leden of bedienden vermeld in het eerste lid, die enige steunverlening ontzeggen of schorsen omdat de behoeftige weigert op zijn stemming invloed te laten uitoefenen of zich van stemming te onthouden.

Hij die, onder bedreiging in een bepaalde zin te stemmen, steun of steunverhoging vraagt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden.

Artikel 228. (04/09/2011- ...)

Hij die personen, zelfs ongewapende, aanwerft, bijeenbrengt of opstelt om de kiezers vrees aan te jagen of de orde te verstoren, wordt gestraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot een maand en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.

Zij die bewust van aldus opgerichte benden of groepen deel uitmaken, worden gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot vijftien dagen en met een geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro.

Artikel 229. (04/09/2011- ...)

Zij die door samenscholing, geweld of bedreiging een of meer burgers beletten hun politieke rechten uit te oefenen, worden gestraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot een jaar en met een geldboete van zesentwintig euro tot duizend euro.

Artikel 230. (04/09/2011- ...)

Zij die met geweld binnendringen of proberen binnen te dringen in een kiescollege om de kiesverrichtingen te belemmeren, worden gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met een geldboete van tweehonderd euro tot tweeduizend euro.

Als de stemming geschonden wordt, wordt het maximum van de straffen, vermeld in het eerste lid, uitgesproken en kunnen deze verdubbeld worden.

Als de schuldigen wapens dragen, worden zij gestraft, in het eerste geval met een gevangenisstraf van eenjaar tot driejaar en met een geldboete van vijfhonderd euro tot drieduizend euro, in het tweede geval met opsluiting van vijf tot tien jaar en met een geldboete van drieduizend euro tot vijfduizend euro.

Artikel 231. (04/09/2011- ...)

Als de feiten gepleegd worden door opgerichte benden of groepen als vermeld in artikel 228, worden zij die de daarvan deel uitmakende personen aangeworven, bijeengebracht of opgesteld hebben, gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met een geldboete van honderd euro tot duizend euro.

Artikel 232. (04/09/2011- ...)

Als daders worden gestraft zij die hetzij door giften, beloften, bedreigingen, misbruik van gezag of van macht, misdadige kuiperijen of arglistigheden, hetzij door woorden of kreten in openbare bijeenkomsten of plaatsen, hetzij door aangeplakte plakkaten, hetzij door al dan niet gedrukte geschriften die verkocht of rondgedeeld zijn, het plegen van de feiten, vermeld in artikel 229 en 230, rechtstreeks hebben uitgelokt.

Als de uitlokking zonder gevolg is gebleven, worden ze gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot zes maanden en met een geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro.

Artikel 233. (04/09/2011- ...)

Leden van een kiescollege die zich gedurende de vergadering schuldig maken aan smaad of geweld, hetzij tegen het stembureau, hetzij tegen een van de leden ervan of tegen een van de getuigen, of die door feitelijkheden of bedreigingen de kiesverrichtingen vertragen of verhinderen, worden gestraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot een jaar en met een geldboete van honderd euro tot duizend euro.

Als de stemming geschonden wordt, wordt het maximum van de straffen, vermeld in het eerste lid, uitgesproken en kunnen deze verdubbeld worden.

Als de schuldigen wapens dragen, worden zij gestraft, in het eerste geval met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met een geldboete van tweehonderd euro tot tweeduizend euro, in het tweede geval met opsluiting van vijf tot tien jaar en met een geldboete van drieduizend euro tot vijfduizend euro.

Artikel 234. (04/09/2011- ...)

Als schuldig aan valsheid in private geschriften worden gestraft zij die de handtekening van iemand anders of van verdachte personen plaatsen op akten van kandidaatstelling of van getuigenaanwijzing.

Artikel 235. (04/09/2011- ...)

Hij die, met het oogmerk om zich op een kiezerslijst te doen inschrijven, bewust valse verklaringen aflegt of schijnakten overlegt, wordt gestraft met een geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro.

Met de straf, vermeld in het eerste lid, wordt gestraft hij die, met het oogmerk om een burger op deze lijsten te doen inschrijven of schrappen, bewust dezelfde kunstgrepen aanwendt.

Vervolging kan echter maar worden ingesteld als de vraag tot inschrijving of schrapping verworpen is bij een definitief geworden beslissing die gegrond is op bedroginhoudende feiten.

Die beslissingen van de colleges van burgemeester en schepenen of van de hoven van beroep, alsook de desbetreffende stukken en inlichtingen, worden door de provinciegouverneur doorgestuurd naar het openbaar ministerie, dat ze ook ambtshalve kan eisen.

De vervolging verjaart door verloop van drie volle maanden na de beslissing.

Artikel 236. (04/09/2011- ...)

Hij die in enigerlei hoedanigheid met het voorbereiden of het opmaken van de kiezerslijsten belast is en, met het oogmerk om een kiezer te doen schrappen, bewust gebruikmaakt van stukken of bescheiden die hetzij door verandering, weglating of toevoeging vervalst zijn, hetzij valselijk opgemaakt zijn, of die opzettelijk, met hetzelfde oogmerk, de gegevens van de stukken of bescheiden die voor de opmaak van de lijsten kunnen dienen, door verandering, toevoeging of weglating onjuist overneemt op de kiezerslijsten, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot vijftien dagen en met een geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro. Als het wanbedrijf wordt gepleegd om aan een burger kiesrecht te verschaffen, is de gevangenisstraf acht dagen tot een maand en de geldboete vijftig euro tot vijfhonderd euro.

Voor de misdrijven, vermeld in het eerste lid, begint de verjaring van zes maanden, vermeld in artikel 246, pas te lopen op de dag dat de kiezerslijsten en de desbetreffende stukken aan de provinciegouverneur of de door hem aangewezen ambtenaar verstuurd zijn. Dit geldt, onverminderd de toepassing van artikel 196, tweede lid, van het Algemeen Kieswetboek, voor wat betreft Voeren.

Artikel 237. (04/09/2011- ...)

Ieder lid van een college van burgemeester en schepenen en ieder gemeenteraadslid dat bij de uitoefening van de rechtsmacht in kieszaken in zijn verslag ten onrechte hetzij een aanvraag tot inschrijving op de lijsten doet verwerpen, hetzij de inschrijving of schrapping van een kiezer doet bevelen en daarvoor stukken of bescheiden inroept of gebruikt, hoewel hij weet dat ze door verandering, weglating of toevoeging vervalst zijn, of dat ze valselijk opgemaakt zijn of denkbeeldig zijn, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar.

Vervolging kan alleen worden ingesteld, als op beroep tot inschrijving of schrapping van de kiezer een definitief geworden beslissing is gewezen die gegrond is op bedroginhoudende feiten.

De verjaring, vermeld in artikel 246, begint te lopen vanaf deze beslissing.

Artikel 238. (04/09/2011- ...)

Met een gevangenisstraf van drie maanden tot vijfjaar en met een geldboete van duizend euro tot twintigduizend euro, of met één van die straffen alleen, wordt gestraft degene die als dader, mededader of medeplichtige, met schending van artikel 20, hetzij exemplaren of afschriften van de kiezerslijst heeft afgegeven aan personen die niet gemachtigd zijn om ze te ontvangen, hetzij die exemplaren heeft meegedeeld aan derden na ze regelmatig te hebben ontvangen, hetzij van de gegevens uit de kiezerslijst heeft gebruikgemaakt voor andere doeleinden dan verkiezingsdoeleinden.

De straffen die de medeplichtigen van de strafbare feiten, vermeld in het eerste lid, oplopen, mogen niet meer bedragen dan twee derde van de straffen die aan hen zouden zijn opgelegd als zij de dader van die strafbare feiten waren.

Artikel 239. (04/09/2011- ...)

Namaak van stembiljetten wordt bestraft als valsheid in openbare geschriften.

Artikel 240. (04/09/2011- ...)

De voorzitter, de bijzitter en de plaatsvervangende bijzitter van een telbureau en de voorzitter, de bijzitter of de plaatsvervangende bijzitter van een stembureau die binnen de bepaalde tijd de reden van zijn verhindering niet opgeeft, of die zonder wettige reden nalaat het hem opgedragen ambt te vervullen of die zich zonder geldige reden, onttrekt aan de aanwijzing, vermeld in artikel 45 tot en met 50, of die door zijn schuld, zijn onvoorzichtigheid of zijn nalatigheid op om het even welke manier de hem toevertrouwde opdracht in gevaar brengt, wordt gestraft met een geldboete van 50 tot 200 euro.

Artikel 241. (04/09/2011- ...)

Iedere voorzitter, bijzitter of secretaris van een bureau en iedere getuige die het geheim van de stemming kenbaar maakt, wordt gestraft met geldboete van vijfhonderd euro tot drieduizend euro.

Artikel 242. (04/09/2011- ...)

Met gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met geldboete van vijftig euro tot tweeduizend euro wordt gestraft ieder lid van een bureau of iedere getuige die bij de stemming of bij de stemopneming betrapt wordt op bedrieglijke verandering, op wegneming of op bijvoeging van biljetten, of die bewust minder of meer stembiljetten of stemmen aantekent dan hij werkelijk te tellen heeft gekregen.

Ieder ander persoon die schuldig is aan de feiten, vermeld in het vorige lid, wordt gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met een geldboete van zesentwintig euro tot duizend euro.

Van de feiten, vermeld in het eerste en het tweede lid, wordt onmiddellijk melding gemaakt in het proces-verbaal.

Artikel 243. (04/09/2011- ...)

Met gevangenisstraf van een maand tot eenjaar en met geldboete van zesentwintig euro tot duizend euro wordt gestraft hij die, buiten de gevallen, vermeld in titel 11 van deel 2, stemt of zich ter stemming aanmeldt onder naam van een andere kiezer.

Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die, op enigerlei wijze, een of meer officiële stembiljetten wegneemt of achterhoudt.
Met geldboete van zesentwintig euro tot duizend euro wordt gestraft :
1° hij die, op grond van titel 11 van deel 2, volmacht heeft gegeven terwijl hij de desbetreffende voorwaarden niet vervulde;
2° hij die volmacht heeft gegeven en zijn gemachtigde heeft laten stemmen, terwijl hij zijn stemrecht zelf kon uitoefenen;
3° hij die bewust in naam van zijn lastgever heeft gestemd, terwijl die overleden was of zijn stemrecht zelf kon uitoefenen;
4° hij die meer dan één volmacht heeft aangenomen of gegeven op grond van titel 11 van deel 2.

Artikel 244. (24/08/2017- ...)

Hij die in een kiescollege stemt met schending van artikel 8 of 80, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot vijftien dagen en met een geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro.
 

Artikel 245. (04/09/2011- ...)

Hij die op de dag van de stemming wanorde veroorzaakt, hetzij door een herkenningsteken te aanvaarden, te dragen of te vertonen, hetzij op een andere wijze, wordt gestraft met geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro.

Artikel 246. (04/09/2011- ...)

De vervolging van de misdaden en wanbedrijven, vermeld in dit decreet, alsook de burgerlijke rechtsvordering, verjaren na verloop van zes volle maanden vanaf de dag waarop de misdaden en wanbedrijven zijn gepleegd.

Artikel 247. (04/09/2011- ...)

Bij samenloop van verschillende wanbedrijven, vermeld in dit decreet, worden alle straffen samen opgelegd, zonder dat ze het dubbele van het maximum van de zwaarste straf te boven mogen gaan.

Bij samenloop van een of meer van die wanbedrijven en een van de misdaden vermeld in dit decreet, wordt alleen de op de misdaad gestelde straf uitgesproken.

Artikel 248. (04/09/2011- ...)

Als verzachtende omstandigheden aanwezig zijn kunnen de rechtbanken de straf van opsluiting door een gevangenisstraf van ten minste drie maanden vervangen en de gevangenisstraf tot beneden acht dagen, de geldboete tot beneden zesentwintig euro verminderen.

De rechtbanken kunnen een van de straffen, vermeld in het eerste lid, afzonderlijk uitspreken, zonder dat de straf lager mag zijn dan een politiestraf.

HOOFDSTUK 2 [... (opgeh. decr. 16 juli 2021, art. 22, I: 14 augustus 2021)] (... - ...)

Artikel 249. (14/08/2021- ...)

...

Artikel 250. (14/08/2021- ...)

...

Artikel 251. (14/08/2021- ...)

...

Artikel 252. (14/08/2021- ...)

...

Artikel 253. (14/08/2021- ...)

...

Artikel 254. (14/08/2021- ...)

...

Titel 2 Het taalgebruik bij verkiezingen (... - ...)

Artikel 255. (04/09/2011- ...)

De overheden en alle met stemverrichtingen belaste diensten, zoals onder meer de stembureaus, de telbureaus, de gemeentelijke hoofdbureaus, de stadsdistrictshoofdbureaus, de provinciale hoofdbureaus, de provinciedistrictshoofdbureaus en de kantonhoofdbureaus gebruiken bij alle kiesverrichtingen uitsluitend het Nederlands.

Artikel 256. (04/09/2011- ...)

Alle documenten die in strijd met artikel 255 geheel of gedeeltelijk in een andere taal dan het Nederlands opgesteld zijn, zijn nietig.

De overheden en diensten, vermeld in artikel 255, moeten de nietige documenten als onbestaand beschouwen, en mogen ze niet aanplakken, gebruiken, tellen of verspreiden.

Artikel 257. (04/09/2011- ...)

De Nederlandse afdeling van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht heeft als taak over de toepassing van de bepalingen over het taalgebruik in dit decreet te waken. Ze beschikt daartoe over alle bevoegdheden, bepaald in artikel 60 en 61 van de gecoördineerde wetten op het taalgebruik in bestuurszaken. Bovendien heeft ze de opdracht om alle documenten die krachtens artikel 256 nietig zijn, onmiddellijk in beslag te nemen en onder verzegeling op haar zetel te bewaren.

Artikel 258. (04/09/2011- ...)

Met behoud van de toepassing van artikel 269 tot en met 274 van het Strafwetboek, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en met een geldboete van zesentwintig tot vijfhonderd frank of met een van die straffen alleen al wie de bepalingen over het taalgebruik in dit decreet overtreedt.

Artikel 259. (04/09/2011- ...)

Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek, uitgezonderd hoofdstuk V, maar met inbegrip van hoofdstuk VII en van artikel 85, zijn van toepassing op de misdrijven, vermeld in dit hoofdstuk.

Artikel 260. (04/09/2011- ...)

De publieke rechtsvordering wegens overtreding van de bepalingen over het taalgebruik van dit decreet verjaart na verloop van vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan.

Titel 3 De kosten van de verkiezingen (... - ...)

Artikel 261. (01/01/2024- ...)

§ 1. De verkiezingsuitgaven voor het verkiezingspapier zijn ten laste van het Vlaamse Gewest.

§ 2. Komen bij de gewone verkiezingen ten laste van de provincies :
1° het presentiegeld en de reisvergoeding waarop de leden van de stem- en telbureaus aanspraak kunnen maken, onder de voorwaarden bepaald door de Vlaamse Regering;
2° de reiskosten voorgelegd door de kiezers die op de dag van de verkiezing niet meer in de gemeente verblijven waar ze als kiezers zijn ingeschreven, onder de voorwaarden bepaald door de Vlaamse Regering;
3° de verzekeringspremies om de lichamelijke en stoffelijke schade te dekken die voortvloeit uit ongevallen die de leden van de hoofd-, stem- en telbureaus, en de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger zijn overkomen bij de uitoefening van hun ambt. De Vlaamse Regering bepaalt de regels volgens dewelke die risico's worden gedekt;
4° de verzekeringspremies om de lichamelijke en stoffelijke schade te dekken die voortvloeit uit ongevallen die de personeelsleden van de Vlaamse overheid en van de lokale en de provinciale besturen zijn overkomen bij de vervulling van taken naar aanleiding van de verkiezingen. De Vlaamse Regering bepaalt volgens welke regels die risico's worden gedekt;
5° de vergoeding en de reisvergoeding waarop de leden van de gemeentelijke en provinciale hoofdbureaus en van de stads- en provinciedistrictshoofdbureaus aanspraak kunnen maken, onder de voorwaarden die door de Vlaamse Regering worden bepaald;
6° de vergoeding waarop de magistraat, vermeld in artikel 24, eerste en tweede lid, of zijn plaatsvervanger, aanspraak kan maken, onder de voorwaarden die door de Vlaamse Regering worden bepaald.

Voor de betaling van de presentiegelden en vergoedingen, vermeld in het eerste lid, 1°, 2°, 5° en 6°, is de provincie gemachtigd om de voor- en achternaam, het rijksregisternummer en het bankrekeningnummer van de aanvragers te registreren en de voormelde gegevens te bewaren tot twaalf maanden na de dag van de verkiezingen. De voormelde gegevens mogen aan een dienstverlener bezorgd worden met het oog op de voormelde uitbetaling.

Met uitzondering van het bankrekeningnummer bezorgt de provincie de gegevens, vermeld in het tweede lid, die betrekking hebben op een aanvrager van een presentiegeld, aan de gemeente waar de voormelde aanvrager zijn verblijfplaats heeft. De gemeente registreert in de bevolkingsregisters hoeveel keer de aanvrager in een stem- of telbureau gezeteld heeft. De voormelde informatie wordt door de gemeente bewaard tot de aanvrager overleden is.

§ 3. Alle andere verkiezingsuitgaven dan de uitgaven, vermeld in paragraaf 1 en 2, komen ten laste van de gemeenten.

De Vlaamse Regering bepaalt de regels om uitgaven op het niveau van het gerechtelijk kanton, het provinciedistrict en de provincie, te verdelen over de gemeenten. De Vlaamse Regering kan de provincies en de gemeenten daarvoor instructies geven.
 

Titel 4 De waarnemers (... - ...)

Artikel 262. (04/09/2011- ...)

De waarnemers die afkomstig zijn van erkende internationale organisaties of die afgevaardigd zijn door andere landen, kunnen gemachtigd worden alle kiesverrichtingen te volgen. Zij worden in dat geval toegelaten in de verschillende bureaus op voorwaarde dat zij hun door de Vlaamse Regering uitgereikte legitimatiekaart aan de voorzitter voorleggen.

Deel 6 Slotbepalingen (... - ...)

Titel 1 Wijzigingsbepalingen (... - ...)

Artikel 263. (04/09/2011- ...)

In artikel 5, § 3, eerste lid, van het Gemeentedecreet, gewijzigd bij het decreet van 23 januari 2009, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :
"§ 3. Uiterlijk op 1 juni van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen zullen plaatsvinden, stelt de Vlaamse Regering een lijst op van het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente op basis van de bevolkingsaantallen van de gemeenten. Het in aanmerking te nemen inwonertal is het aantal personen dat ingeschreven is in het rijksregister van de natuurlijke personen die op 1 januari van het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen hun hoofdverblijfplaats in de desbetreffende gemeente hadden.".

Artikel 264. (04/09/2011- ...)

In artikel 13, eerste lid, artikel 16, eerste lid, artikel 219, artikel 273, § 1, artikel 297, § 3, en artikel 298, § 2, van hetzelfde decreet, worden de woorden "de Gemeentekieswet" vervangen door de woorden "het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011".

Artikel 265. (01/03/2012- ...)

In artikel 14, 6°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 30 april 2009, worden de woorden "artikel 85quater, § 2, van de Gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932" vervangen door de woorden "artikel 205 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011".

Artikel 266. (04/09/2011- ...)

In artikel 38, § 2, 7°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 2 juni 2006, worden de woorden "die, overeenkomstig artikel 23 van de Gemeentekieswet, tegen ontvangstbewijs aan de voorzitter van het hoofdstembureau wordt overhandigd" vervangen door de woorden "die, overeenkomstig artikel 70 en 91 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau wordt overhandigd".

Artikel 267. (04/09/2011- ...)

In artikel 209, § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Artikel 13 van het Kieswetboek" vervangen door de woorden "Artikel 15, § 5, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011".

Artikel 268. (04/09/2011- ...)

In artikel 213 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 23 januari 2009, worden de woorden "titel V van het Kieswetboek" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 5, titel 1, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011" en worden de woorden "artikel 194" vervangen door de woorden "artikel 234".

Artikel 269. (04/09/2011- ...)

In artikel 5 van het Provinciedecreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt paragraaf 2, eerste lid, vervangen door wat volgt :
« § 2. Uiterlijk op 1 juni van het jaar waarin de provincieraadsverkiezingen zullen plaatsvinden, stelt de Vlaamse Regering een lijst op van het aantal te verkiezen provincieraadsleden per provincie op basis van de bevolkingsaantallen van de provincies. Het inwonertal dat in aanmerking moet worden genomen, is het aantal personen dat ingeschreven is in het rijksregister van de natuurlijke personen die op 1 januari van het jaar van de provincieraadsverkiezingen hun hoofdverblijfplaats in de gemeenten van de desbetreffende provincies hadden.

Artikel 269/1. (03/12/2012- ...)

In artikel 5 van het Provinciedecreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt :
« § 1. De Provincieraad vertegenwoordigt de hele bevolking van de provincie. Hij bestaat, met inbegrip van de leden van de deputatie van de provincieraad die als provincieraadslid werden verkozen, uit :
1° 63 leden in provincies met minder dan 1 000 000 inwoners;
2° 72 leden in provincies met 1 000 000 of meer inwoners. ».

Artikel 270. (04/09/2011- ...)

In artikel 6, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 2 juni 2006, wordt de eerste zin opgeheven.

Artikel 271. (04/09/2011- ...)

In artikel 13, eerste lid, artikel 16, eerste lid, en artikel 212 van hetzelfde decreet worden de woorden "de provinciekieswet" vervangen door de woorden "het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011".

Artikel 272. (04/09/2011- ...)

In artikel 202, § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Artikel 13 van het Kieswetboek" vervangen door de woorden "Artikel 15, § 5, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011";

Artikel 273. (04/09/2011- ...)

In artikel 206 van hetzelfde decreet worden de woorden "titel V van het Kieswetboek" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 5, titel 1, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011" en worden de woorden "artikel 194" vervangen door de woorden "artikel 234".

Artikel 274. (01/03/2012- ...)

In artikel 14, 3°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 30 april 2009, worden de woorden "artikel 85quater, § 2, van de Gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932" vervangen door de woorden "artikel 205 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011".

Artikel 275. (04/09/2011- ...)

In artikel 38, § 2, 7°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 2 juni 2006, worden de woorden "die, overeenkomstig artikel 11 van de provinciekieswet, tegen ontvangstbewijs aan de voorzitter van het districtshoofdbureau wordt overhandigd" vervangen door de woorden "die, overeenkomstig artikel 84, 3°, en 100, 8°, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 tegen ontvangstbewijs aan de voorzitter van het provinciedistricts-hoofdbureau wordt overhandigd".

Artikel 276. (04/09/2011- ...)

Artikel 5, § 2, eerste lid, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt vervangen door wat volgt :
« Uiterlijk op 1 juni van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen zullen plaatsvinden, stelt de Vlaamse Regering een lijst op van het aantal te verkiezen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van de gemeente die door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bediend op basis van de bevolkingsaantallen van de gemeenten. Het in aanmerking te nemen inwonertal is het aantal personen dat ingeschreven is in het rijksregister van de natuurlijke personen die op 1 januari van het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen hun hoofdverblijfplaats in de desbetreffende gemeente hadden. ».

Artikel 277. (04/09/2011- ...)

In artikel 7 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 2°, wordt het woord "volle" geschrapt;
2° in het eerste lid, 4°, worden de woorden "in artikel 65 van de Gemeentekieswet" vervangen door de woorden "in artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011;
3° in het tweede lid worden de woorden "Artikel 65, tweede lid, van de Gemeentekieswet" vervangen door de woorden "Artikel 58, tweede lid, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011".

Artikel 278. (01/03/2012- ...)

In artikel 15 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, eerste lid, worden de woorden "bij het secretariaat van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen worden ingediend, hetzij met een aangetekende brief, hetzij met een brief, afgegeven tegen ontvangstbewijs" vervangen door de woorden "aan de voorzitter van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen tegen ontvangstbewijs worden overhandigd, of aangetekend via de post worden verzonden,";
2° in § 4, tweede lid, worden de woorden ", dat uitdrukkelijk de intrekking van het eerdere verzoekschrift bevestigt" opgeheven;
3° in § 4, vijfde lid, worden de woorden "artikel 85ter, § 6, van de Gemeentekieswet," vervangen door de woorden "artikel 212 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011;
4° in § 7 wordt het woord "dertig" vervangen door "veertig";
5° aan § 8, eerste lid, wordt de volgende zin toegevoegd : "De uitspraak wordt ondertekend door de voorzitter en de leden van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen.";
6° in § 9, tweede lid, wordt tussen de woorden "aan de gemeente" en "en aan de verkozenen" de volgende woorden ingevoegd : ", aan de voorzitter van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen".

Artikel 279. (04/09/2011- ...)

Het opschrift van het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden wordt vervangen door wat volgt :
« Decreet houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement.

Titel 2 Opheffingsbepalingen (... - ...)

Artikel 280. (04/09/2011- ...)

De volgende bepalingen van de Gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932, worden opgeheven :
1° artikel 1;
2° ...;
3° ...;
4° artikel 2;
5° artikel 3;
6° artikel 4;
7° artikel 5, eerste lid, met uitzondering voor wat de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, Voeren en Komen-Waasten betreft de bepaling die betrekking heeft op het verzenden door het gemeentebestuur van twee exemplaren van de lijst der gemeenteraadskiezers aan de provinciegouverneur of zijn gemachtigde;
8° artikel 6;
9° artikel 7;
10° artikel 8, eerste tot en met vierde lid, met uitzondering voor wat betreft Voeren en Komen-Waasten de bepalingen met betrekking tot de bevoegdheden die zijn toegekend aan de provinciegouverneur of aan zijn gemachtigde;
11° artikel 9;
12° artikel 10;
13° artikel 11;
14° artikel 12;
15° artikel 13;
16° artikel 14;
17° artikel 15;
18° artikel 16;
19° artikel 17;
20° artikel 18;
21° artikel 19;
22° artikel 20;
23° artikel 21;
24° artikel 22;
25° artikel 22bis ;
26° artikel 23;
27° artikel 23ter met uitzondering voor wat betreft de bepalingen die betrekking hebben op de Brusselse instellingen en voor wat betreft de rechtstreekse verkiezing van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn in Komen-Waasten, Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken;
28° artikel 24;
29° artikel 24bis ;
30° artikel 25;
31° artikel 26;
32° artikel 27;
33° artikel 28;
34° artikel 29;
35° artikel 30, met uitzondering voor wat betreft de voorschriften met betrekking tot de opmaak van het stembiljet in Komen-Waasten, Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van talen in bestuurszaken;
36° artikel 30ter ;
<37° artikel 31;
38° artikel 32;
39° artikel 33;
40° artikel 34;
41° artikel 35;
42° artikel 36;
43° artikel 37;
44° artikel 38;
45° artikel 40;
46° artikel 41;
47° artikel 42;
48° artikel 42bis ;
49° artikel 43;
50° artikel 44;
51° artikel 45;
52° artikel 46;
53° artikel 47;
54° artikel 48;
55° artikel 49;
56° artikel 50;
57° artikel 51;
58° artikel 52;
59° artikel 53;
60° artikel 54;
61° artikel 55;
62° artikel 56, met uitzondering voor wat betreft de rechtstreekse verkiezing van de schepenen en van de leden van het vast bureau in Komen-Waasten, Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken;
63° artikel 57;
64° artikel 57bis ;
65° artikel 58;
66° artikel 58bis ;
67° artikel 59;
68° artikel 60;
69° artikel 61;
70° artikel 62;
71° artikel 64;
72° artikel 65;
73° artikel 74, met uitzondering voor wat betreft de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en voor wat betreft de rechtstreekse verkiezing van de schepenen, van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de leden van het vast bureau in Voeren; Komen-Waasten en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken;
74° artikel 74bis, met uitzondering voor wat betreft de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en voor wat betreft de rechtstreekse verkiezing van de schepenen, van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de leden van het vast bureau in Voeren, Komen-Waasten en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken;
75° artikel 75, met uitzondering voor wat betreft de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en voor wat betreft de rechtstreekse verkiezing van de schepenen, van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de leden van het vast bureau in Voeren, Komen-Waasten en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken;
76° artikel 76, met uitzondering voor wat betreft de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en voor wat betreft de rechtstreekse verkiezing van de schepenen, van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de leden van het vast bureau in Voeren, Komen-Waasten en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken;
77° artikel 76bis, met uitzondering voor wat betreft de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en voor wat betreft de rechtstreekse verkiezing van de schepenen, van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de leden van het vast bureau in Voeren, Komen-Waasten en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken;
78° artikel 77, met uitzondering voor wat betreft de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en voor wat betreft de rechtstreekse verkiezing van de schepenen, van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de leden van het vast bureau in Voeren, Komen-Waasten en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken;
79° artikel 84;
80° artikel 84bis ;
81° artikel 85;
82° artikel 85bis ;
83° artikel 85ter ;
84° artikel 85quater ;
85° artikel 85quinquies ;
86° artikel 85sexies ;
87° artikel 85septies ;
88° artikel 85octies ;
89° artikel 85novies ;
90° artikel 85decies ;
91° artikel 85undecies ;
92° ...;
93° artikel 87;
94° artikel 88;
95° artikel 89;
96° artikel 90;
97° artikel 91;
98° artikel 92;
99° artikel 93;
100° artikel 94;
101° artikel 95;
102° artikel 96;
103° artikel 97;
104° artikel 98;
105° artikel 99;
106° artikel 101;
107° artikel 102;
108° artikel 103;
109° artikel 104;
110° artikel 105;
111° artikel 106;
112° artikel 107;
113° artikel 108;
114° artikel 109;
115° artikel 110;
116° artikel 111;
117° artikel 112;
118° artikel 113;
119° artikel 114;
120° artikel 115;
121° artikel 116;
122° artikel 117.
 

Artikel 281. (04/09/2011- ...)

De volgende bepalingen van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen worden opgeheven :
1° artikel 1;
2° artikel 1bis ;
3° artikel 1ter ;
4° artikel 1quater ;
5° artikel 1quinquies ;
6° artikel 1sexies ;
7° artikel 2, § 1;
8° artikel 2, § 2, eerste tot en met derde lid, met uitzondering voor wat betreft Voeren en Komen-Waasten de bepalingen met betrekking tot de bevoegdheden die zijn toegekend aan de provinciegouverneur of aan zijn afgevaardigde;
9° artikel 3;
10° artikel 3bis, eerste lid, met uitzondering voor wat betreft Voeren en Komen-Waasten de bepaling met betrekking tot de verzending van twee voor echt verklaarde uittreksels uit de lijst der kiezers;
11° artikel 3ter ;
12° artikel 3sexies ;
13° artikel 3septies ;
14° artikel 3octies ;
15° artikel 3novies, eerste lid, met uitzondering voor wat betreft Voeren en Komen-Waasten de bepaling met betrekking tot het afschrift van de lijst met de samenstelling van de stembureaus;
16° artikel 3novies, derde lid;
17° artikel 3decies ;
18° artikel 3undecies ;
19° artikel 4;
20° artikel 5, eerste lid;
21° artikel 5, tweede lid, met uitzondering voor wat Voeren en Komen-Waasten betreft;
22° artikel 5, vierde tot en met achtste lid;
23° artikel 8;
24° artikel 9;
25° artikel 9bis ;
26° artikel 9ter ;
27° artikel 9quater ;
28° artikel 9quinquies ;
29° artikel 9sexies ;
30° artikel 9septies ;
31° artikel 10;
32° artikel 11, met uitzondering van het vijfde lid voor zover het betrekking heeft op de gemeenten die deel uitmaken van het Duits taalgebied;
33° artikel 11bis ;
34° artikel 12;
35° artikel 13;
36° artikel 14;
37° artikel 15;
38° artikel 16;
39° artikel 17;
40° artikel 18;
41° artikel 18bis ;
42° artikel 19;
43° artikel 20;
44° artikel 21;
45° artikel 21bis ;
46° artikel 21ter ;
47° artikel 22;
48° artikel 23;
49° artikel 29;
50° artikel 32;
51° artikel 36;
52° artikel 37;
53° artikel 37/1;
54° artikel 37bis ;
55° artikel 37ter ;
56° artikel 37quater ;
57° artikel 37quinques ;
58° artikel 37sexies ;
59° artikel 37septies ;
60° artikel 37octies ;
61° artikel 37novies ;
62° artikel 37decies ;
63° artikel 37undecies ;
64° artikel 38;
65° artikel 43, met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op de provincie Waals-Brabant.

Artikel 282. (04/09/2011- ...)

Het decreet van 18 mei 1994 houdende regeling van het taalgebruik bij de verkiezingen wordt opgeheven voor wat betreft de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen.

Artikel 283. (04/09/2011- ...)

Hoofdstuk IIIbis van het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, de provincieraden, de gemeenteraden en de districtraden, wordt opgeheven.

Titel 3 Overgangsbepalingen (... - ...)

Artikel 284. (04/09/2011- ...)

Bezwaren die ingediend zijn bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen voor 1 maart 2012, zullen behandeld worden overeenkomstig de bepalingen houdende de organisatie van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen die van toepassing zijn voor 1 maart 2012.

Bezwaren die ingediend zijn bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen vanaf 1 maart 2012, zullen behandeld worden overeenkomstig de bepalingen houdende de organisatie van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen die van toepassing zijn vanaf 1 maart 2012.

Artikel 285. (04/09/2011- ...)

Tot de inwerkingtreding van artikel 71, eerste lid, geldt de volgende bepaling :
« De voordrachtsakte vermeldt de voornaam of voornamen en achternaam, eventueel de roepnaam, de geboortedatum, het geslacht, het rijksregisternummer, het beroep, de hoofdverblijfplaats en de handtekening van de kandidaten en in voorkomend geval van de kiezers die hen voordragen. Ze vermeldt eveneens de lijstnaam die boven de kandidatenlijst op het stembiljet moet staan. De naam van de vrouwelijke kandidaat die gehuwd of weduwe is, mag voorafgegaan worden door de naam van haar echtgenoot of echtgenote of van haar overleden echtgenoot of echtgenote. De naam van de mannelijke kandidaat die gehuwd of weduwnaar is, mag worden gevolgd door de naam van zijn echtgenote of echtgenoot of van zijn overleden echtgenote of echtgenoot. Voor de toepassing van deze bepaling worden de personen die een wettelijk samenlevingscontract hebben afgesloten, met echtgenoten gelijkgesteld. ».

Titel 4 Bepalingen met betrekking tot de inwerkingtreding (... - ...)

Artikel 286. (04/09/2011- ...)

Dit decreet treedt in werking op de tiende dag na datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de bepalingen, vermeld in het tweede en het derde lid.

Artikel 202 tot en met 205, artikel 207 tot en met 217, artikel 265, artikel 274, artikel 278, artikel 280, 82° tot en met 91°, en artikel 281, 53°, treden in werking op 1 maart 2012.

Artikel 71, eerste lid, treedt in werking op 1 januari 2018.

Bijlage (... - ...)

(01/07/2024- 31/12/2024)

Provincie ANTWERPEN

Provinciaal kiesarrondissement Antwerpen
 

   
provinciedistrict gemeente
Antwerpen Antwerpen (1) (2)
   Aartselaar
   Boechout
   Boom
   Borsbeek
   Brasschaat
   Brecht
   Edegem
   Essen
   Hemiksem
   Hove
   Kalmthout
   Kapellen
   Kontich
   Lint
   Malle
   Mortsel
   Niel
   Ranst
   Rumst
   Schelle
   Schilde
   Schoten
   Stabroek
   Wijnegem
   Wommelgem
   Wuustwezel
   Zandhoven
   Zoersel

Provinciaal kiesarrondissement Mechelen-Turnhout
 
   
provinciedistrict gemeente
Mechelen Mechelen (2)
   Berlaar
   Bonheiden
   Bornem
   Duffel
   Heist-op-den-Berg
   Lier
   Nijlen
   Putte
   Puurs-Sint-Amands
   Sint-Katelijne-Waver
   Willebroek
Turnhout Turnhout (2)
   Arendonk
   Baarle-Hertog
   Balen
   Beerse
   Dessel
   Geel
   Grobbendonk
   Herentals
   Herenthout
   Herselt
   Hoogstraten
   Hulshout
   Kasterlee
   Laakdal
   Lille
   Meerhout
   Merksplas
   Mol
   Olen
   Oud-Turnhout
   Ravels
   Retie
   Rijkevorsel
   Vorselaar
   Vosselaar
   Westerlo

(1) hoofdplaats van de provincie
(2) hoofdplaats van het provinciedistrict 

(01/07/2024- 31/12/2024)

Provincie LIMBURG
Provinciaal kiesarrondissement Limburg
 

   
provinciedistrict gemeente
Hasselt Hasselt (1) (2)
   As
   Beringen
   Diepenbeek
   Genk
   Gingelom
   Halen
   Ham
   Herk-de-Stad
   Heusden-Zolder
  Kortessem
   Leopoldsburg
   Lummen
   Nieuwerkerken
   Sint-Truiden
   Tessenderlo
   Zonhoven
   Zutendaal
Maaseik Maaseik (2)
   Bree
   Bocholt
   Dilsen-Stokkem
   Hamont-Achel
   Hechtel-Eksel
   Houthalen-Helchteren
   Kinrooi
   Lommel
   Oudsbergen
   Peer
  Pelt
Tongeren Tongeren (2)
   Alken
   Bilzen
   Borgloon
   Heers
   Herstappe
   Hoeselt
   Lanaken
   Maasmechelen
   Riemst
   Voeren
   Wellen

(1) hoofdplaats van de provincie
(2) hoofdplaats van het provinciedistrict 

(01/07/2024- 31/12/2024)

Provincie OOST-VLAANDEREN
Provinciaal kiesarrondissement Gent
 

   
provinciedistrict gemeente
Gent Gent (1) (2)
   Aalter
   Assenede
   De Pinte
   Deinze
   Destelbergen
   Eeklo
   Evergem
   Gavere
   Kaprijke
  Lievegem
   Lochristi
   Maldegem
   Melle
   Merelbeke
   Nazareth
   Oosterzele
   Sint-Laureins
   Sint-Martens-Latem
   Wachtebeke
   Zelzate
   Zulte

Provinciaal kiesarrondissement Aalst-Oudenaarde
 
   
provinciedistrict gemeente
Aalst-Oudenaarde Aalst (2)
   Brakel
   Denderleeuw
   Erpe-Mere
   Geraardsbergen
   Haaltert
   Herzele
   Horebeke
   Kluisbergen
   Kruisem
   Lede
   Lierde
   Maarkedal
   Ninove
   Oudenaarde
   Ronse
   Sint-Lievens-Houtem
   Wortegem-Petegem
   Zottegem
   Zwalm

Provinciaal kiesarrondissement Dendermonde-Sint-Niklaas
 
   
provinciedistrict gemeente
Dendermonde-Sint-Niklaas Sint-Niklaas (2)
   Berlare
   Beveren
   Buggenhout
   Dendermonde
   Hamme
   Kruibeke
   Laarne
   Lebbeke
   Lokeren
  Moerbeke
   Sint-Gillis-Waas
   Stekene
   Temse
   Waasmunster
   Wetteren
   Wichelen
   Zele
  Zwijndrecht

(1) hoofdplaats van de provincie
(2) hoofdplaats van het provinciedistrict 

(24/08/2017- 31/12/2024)

Provincie VLAAMS-BRABANT
Provinciaal kiesarrondissement Leuven
 

   
provinciedistrict gemeente
Leuven Leuven (1) (2)
   Aarschot
   Begijnendijk
   Bertem
   Bekkevoort
   Bierbeek
   Boortmeerbeek
   Boutersem
   Diest
   Geetbets
   Glabbeek
   Haacht
   Herent
   Hoegaarden
   Holsbeek
   Huldenberg
   Keerbergen
   Kortenaken
   Kortenberg
   Landen
   Linter
   Lubbeek
   Oud-Heverlee
   Rotselaar
   Scherpenheuvel-Zichem
   Tervuren
   Tielt-Winge
   Tienen
   Tremelo
   Zoutleeuw

Provinciaal kiesarrondissement HALLE-VILVOORDE
 
   
provinciedistrict gemeente
Halle-Vilvoorde Vilvoorde (2)
   Affligem
   Asse
   Beersel
   Bever
   Dilbeek
   Drogenbos
   Galmaarden
   Gooik
   Grimbergen
   Halle
   Herne
   Hoeilaart
   Kampenhout
   Kapelle-op-den-Bos
   Kraainem
   Lennik
   Liedekerke
   Linkebeek
   Londerzeel
   Machelen
   Meise
   Merchtem
   Opwijk
   Overijse
   Pepingen
   Sint-Genesius-Rode
   Sint-Pieters-Leeuw
   Steenokkerzeel
   Ternat
   Roosdaal
   Wemmel
   Wezembeek-Oppem
   Zaventem
   Zemst

(1) hoofdplaats van de provincie
(2) hoofdplaats van het provinciedistrict 

(24/08/2017- 31/12/2024)

Provincie WEST-VLAANDEREN
Provinciaal kiesarrondissement Brugge
 

   
provinciedistrict gemeente
Brugge Brugge (1) (2)
   Beernem
   Blankenberge
   Damme
   Jabbeke
   Knokke-Heist
   Oostkamp
   Torhout
   Zedelgem
   Zuienkerke

Provinciaal kiesarrondissement Ieper-Oostende-Diksmuide
 
   
provinciedistrict gemeente
Ieper-Oostende-Diksmuide Oostende (2)
   Alveringem
   Bredene
   De Haan
   De Panne
   Diksmuide
   Gistel
   Heuvelland
   Houthulst
   Ichtegem
   Ieper
   Koekelare
   Koksijde
   Kortemark
   Langemark-Poelkapelle
   Lo-Reninge
   Mesen
   Middelkerke
   Nieuwpoort
   Oudenburg
   Poperinge
   Veurne
   Vleteren
   Wervik
   Zonnebeke

Provinciaal kiesarrondissement Kortrijk-Roeselare-Tielt
 
   
provinciedistrict gemeente
Kortrijk-Roeselare-Tielt Kortrijk (2)
   Anzegem
   Ardooie
   Avelgem
   Deerlijk
   Dentergem
   Harelbeke
   Hooglede
   Ingelmunster
   Izegem
   Kuurne
   Ledegem
   Lendelede
   Lichtervelde
   Menen
   Meulebeke
   Moorslede
   Pittem
   Oostrozebeke
   Roeselare
   Ruiselede
   Spiere-Helkijn
   Staden
   Tielt
   Waregem
   Wevelgem
   Wielsbeke
   Wingene
   Zwevegem

(1) hoofdplaats van de provincie
(2) hoofdplaats van het provinciedistrict


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 05/12/2024