Ministerieel besluit betreffende de regels voor de erkenning en de subsidiëring van mobiel aanbod door vrijwilligers

Datum 06/04/2014

Inhoudstafel

  1. HOOFDSTUK 1 Definities
  2. HOOFDSTUK 2 Erkenning
    1. Afdeling 1 Doelgroep
    2. Afdeling 2 Werking
    3. Afdeling 3 Kwaliteit
    4. Afdeling 4 Werkingsgebied
    5. Afdeling 5 Rapportage
  3. [HOOFDSTUK 2/1. Subsidiëring (ing. MB 6 april 2020, art. 3, I: 1 januari 2020)]
  4. HOOFDSTUK 3 Procedures
    1. Afdeling 1 Erkenningsaanvraag
    2. Afdeling 2 Subsidieaanvraag
  5. HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen

Inhoud

(... - ...)

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,

Gelet op het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 8;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 27, 38, 39, 50, 54, 81 en 90;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 maart 2014,

Besluit :

HOOFDSTUK 1 Definities (... - ...)

Artikel 1. (01/04/2014- ...)

In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Kind en Gezin, vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;
2° besluit van 28 maart 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;
3° mobiel aanbod door vrijwilligers: een organisator die door artikel 95, 5° van het besluit van 28 maart 2014 of krachtens dit besluit erkend wordt voor de uitvoering van een laagdrempelig, mobiel aanbod preventieve gezinsondersteuning voor aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen als vermeld in artikel 46 van het besluit van 28 maart 2014;
4° organisator: een natuurlijke persoon, een feitelijke vereniging of een rechtspersoon, al dan niet in de vorm van een samenwerkingsverband.

HOOFDSTUK 2 Erkenning (... - ...)

Afdeling 1 Doelgroep (... - ...)

Artikel 2. (01/04/2014- ...)

 Een mobiel aanbod door vrijwilligers richt zich op gezinnen met kinderen in een maatschappelijk kwetsbare positie. De ondersteuning kan aanvangen in de prenatale fase.

Afdeling 2 Werking (... - ...)

Artikel 3. (01/04/2014- ...)

 Een mobiel aanbod door vrijwilligers geeft uitvoering aan al de opdrachten, vermeld in artikel 46 van het besluit van 28 maart 2014, en streeft daarbij al de doelstellingen na, vermeld in artikel 47 van het voormelde besluit.

Artikel 4. (01/04/2014- ...)

De opdrachten, vermeld in artikel 46, tweede lid, 1°, a) en b), van het besluit van 28 maart 2014, worden uitgevoerd door individuele ondersteuning aan te bieden, vertrekkend vanuit de thuissituatie van het gezin.

De individuele ondersteuning, vermeld in het eerste lid, richt zich op elk lid van het gezin, met name het kind, de opvoedingsverantwoordelijke en de interactie tussen beiden.

Afdeling 3 Kwaliteit (... - ...)

Artikel 5. (01/04/2014- ...)

 De individuele ondersteuning, vermeld in artikel 4, wordt uitgevoerd door een vrijwilliger en gebeurt altijd op vrijwillige basis.

Artikel 6. (01/04/2014- ...)

De individuele ondersteuning, vermeld in artikel 4, vertoont de volgende kenmerken:
1° de ondersteuning vertrekt vanuit de behoeften en krachten die aanwezig zijn in het gezin;
2° de ondersteuning zet in op het verruimen van de leefwereld van het gezin en, in voorkomend geval, het doorbreken van het sociaal isolement;
3° de frequentie en de duur van de ondersteuning is afhankelijk van de behoefte en de draagkracht van het gezin;
4° de ondersteuning gebeurt door een vaste persoon.

Artikel 7. (01/04/2014- ...)

In functie van een kwalitatieve werking geldt het volgende:
1° de organisator voorziet in een:
a) voldoende grote groep vrijwilligers met diverse profielen die tegemoetkomen aan de diversiteit aan gezinnen;
b) voorafgaande procedure die, op het moment dat een vrijwilliger aan een gezin wordt gekoppeld, zo veel mogelijk garandeert dat er een goede aansluiting zal zijn tussen de vrijwilliger en het gezin;
2° de vrijwilliger:
a) verhoudt zich vanuit een gelijkwaardige positie tot het gezin;
b) streeft een vertrouwensband na met het gezin;
c) is in staat om aan te sluiten bij de leefwereld van het gezin.

Afdeling 4 Werkingsgebied (... - ...)

Artikel 8. (01/04/2014- ...)

Het werkingsgebied van een mobiel aanbod door vrijwilligers kan intragemeentelijk, gemeentelijk of intergemeentelijk vormgegeven worden, op voorwaarde dat het werkingsgebied aaneensluitend is en de grenzen van de zorgregio het niveau kleine stad niet overstijgen.

Afdeling 5 Rapportage (... - ...)

Artikel 9. (01/04/2014- ...)

De jaarlijkse rapportage, vermeld in artikel 39 van het besluit van 28 maart 2014, heeft minstens betrekking op de volgende categorieën van gegevens:
1° de soort, de frequentie en de spreiding van elke activiteit;
2° het bereik per activiteit, zowel kwantitatief als kwalitatief.

Het agentschap werkt, in overleg met het werkveld, de nadere richtlijnen uit.

[HOOFDSTUK 2/1. Subsidiëring (ing. MB 6 april 2020, art. 3, I: 1 januari 2020)] (... - ...)

Artikel 9/1. (01/01/2022- ...)

Om het subsidiebedrag, vermeld in artikel 61 van het besluit van 28 maart 2014, voor elk erkend en gesubsidieerd mobiel aanbod door vrijwilligers vast te stellen, wordt een vast bedrag vermeerderd met een variabel bedrag.

Het vaste bedrag, vermeld in het eerste lid, bedraagt voor een mobiel aanbod door vrijwilligers 21.966,36 euro (eenentwintigduizend negenhonderdzessenzestig euro zessendertig cent).

Om het variabele bedrag, vermeld in het eerste lid, te berekenen, geldt een basisbedrag dat bestaat uit het aantal minderjarigen in het werkingsgebied, vermenigvuldigd met 0.66 euro (zessenzestig cent). Het basisbedrag wordt vermeerderd met het bedrag dat verkregen wordt door de samengestelde indicator te vermenigvuldigen met 20% van het basisbedrag en met een bedrag dat rekening houdt met de evolutie van de geldelijke anciënniteit, vermeld in artikel 61, § 1/1, eerste lid, 3°, van het besluit van 28 maart 2014.

Het maximale subsidiebedrag dat aan een mobiel aanbod door vrijwilligers kan worden toegekend, rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten, bedraagt 29.136,21 euro (negenentwintigduizend honderdzessendertig euro eenentwintig cent).

De subsidie, vermeld in dit artikel, is gekoppeld aan de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2021. De bedragen worden geïndexeerd conform de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. De aanpassing wordt telkens gedaan vanaf de tweede maand die volgt op de maand waarin een spilindex wordt bereikt of erop wordt teruggebracht.

HOOFDSTUK 3 Procedures (... - ...)

Afdeling 1 Erkenningsaanvraag (... - ...)

Artikel 10. (01/04/2014- ...)

De erkenningsaanvraag bevat minimaal de volgende gegevens:
1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator. Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging;
2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;
3° het voorstel van werkingsgebied, vermeld in artikel 26, 2°, van het besluit van 28 maart 2014;
4° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 26, 3° en 4°, van het besluit van 28 maart 2014;
5° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit.

Het agentschap stelt voor de erkenningsaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking.

Afdeling 2 Subsidieaanvraag (... - ...)

Artikel 11. (01/04/2014- ...)

 De subsidieaanvraag bevat minimaal de volgende gegevens:
1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator. Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging;
2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;
3° als de organisator een feitelijke vereniging is, de identificatie- en contactgegevens van de vertegenwoordiger die zal optreden als ontvanger van de subsidie;
4° een begroting.

Het agentschap stelt voor de subsidieaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking.

HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen (... - ...)

Artikel 12. (01/04/2014- ...)

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2014.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 23/04/2024