Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1'

Datum 15/07/2016

Inhoud

(... - ...)

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1;

Overwegende dat de vzw Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM) in 2005 van de provincie Limburg de opdracht kreeg om een gebiedsgerichte werking op te zetten voor de Maasvallei, met als doel het streven naar een herstel van de rivierdynamiek en het ontwikkelen van de Maasvallei met haar `Snoer van Maasdorpen' tot een gebied met een hoge natuur-, landschappelijke, toeristische en recreatieve attractiviteit;

Overwegende dat de stuurgroep voor de gebiedsgerichte werking Maasvallei in 2006 het `Plan van Aanpak Maasvallei, ...grensverleggend!' heeft goedgekeurd;

Overwegende dat de doelstellingen van het `Plan van Aanpak' geënt zijn op de vijf voornaamste ruimtelijke structuren van het landschap in de Maasvallei :
-De belangrijkste ruimtelijke structuurdrager is de rivier zelf, en vooral het hele rivierbed (zomer- en winterbed) van de Maas. Het uitbouwen en ontwikkelen van 2.500 ha rivier-dynamische natuur in het 45 km lange rivierbed van de Grensmaas is een belangrijk strategisch doel. Zo wordt het rivierbed ontwikkeld tot een ecologische hoofdweg en een toeristische topper. Daarvoor moeten minstens de groene bestemmingen van de ruimtelijke ordening, stapje voor stapje en in samenspraak met betrokken actoren, worden gerealiseerd. De rivier met de flankerende riviernatuur moet de ecologische en toeristische ruggengraat vormen van een ruimer landschap waar mensen werken, ontspannen, rust vinden, genieten en wildernis kunnen ervaren;
- De tweede structuurdrager is het snoer van Maasdorpen. Het `Plan van Aanpak' wil investeren in de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit en vooral in het erfgoed van de Maasdorpen;
- De derde structuurdrager is het geheel aan natuur- en open ruimte verbindingen tussen de Maas en haar achterland, waaronder het Kempens Plateau. Het `Plan van Aanpak' wil deze verbindingen of onderdelen ervan verankeren;
- De vierde structuurdrager zijn de kasteeldomeinen. Het `Plan van Aanpak' wil de toeristische belevingswaarde in de acht kasteeldomeinen verhogen;
- De vijfde structuurdrager zijn de markante punt- en lijnvormige landschapsstructuren. Het `Plan van Aanpak' wil deze versterken tot dragers van streekidentiteit;

Overwegende dat de uitvoering van het `Plan van Aanpak' moet resulteren in een grensoverschrijdend landschapspark, het zogenaamde `RivierPark Maasvallei';

Overwegende dat als direct uitvloeisel van het `Plan van Aanpak Maasvallei, ...grensverleggend!' de provincie Limburg, de vijf Maaslandse gemeenten (Kinrooi, Maaseik, Dilsen-Stokkem, Maasmechelen en Lanaken) en het RLKM op 15 december 2008 een `Charter voor een Grensverleggende Maasvallei' hebben ondertekend; dat de partners zich in dat Charter engageren om gezamenlijk en in overleg te ijveren voor een `Rivierpark Maasvallei' als bovenregionale attractie en ruggengraat van een kwaliteitsvol Maaslands buitengebied met als doel het behoud en de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden voor een duurzame regionale economische samenwerking;

Overwegende dat de in het `Plan van Aanpak Maasvallei, ... grensverleggend!' beoogde acties zich situeren op vlak van behoud, herstel of ontwikkeling van allerlei beeldbepalende of typische landschapsstructuren en -elementen in de Maasvallei, die onder meer ook een ecologische meerwaarde zullen betekenen; dat het zowel klein historisch erfgoed, historisch erfgroen (kasteelparken, knotbomen, oude dijken, markante bomen, ...), beeldbepalende gebouwen of infrastructuur (oude hoeves, woningen, smidse, dorpspleinen, motte, ijskelders, ...) betreft, als monumenten of ensembles van al deze elementen; dat al deze elementen stuk voor stuk medebepalend zijn voor de landschappelijke belevingswaarde van de Maasvallei;

Overwegende dat de stuurgroep voor de gebiedsgerichte werking Maasvallei heeft vastgesteld dat de verschillende Maasdorpen, inclusief de dorpsranden, nood hebben aan een geïntegreerde aanpak om de kwaliteiten van de streek te versterken; dat hierdoor de leefkwaliteit van de inwoners zal worden verhoogd; dat het opwaarderen van de Maasdorpen eveneens een hefboom vormt voor de toeristische en recreatieve exploitatie van het gebied;

Overwegende dat het projectbureau Maasvallei van het RLKM een proces heeft opgestart van het `opmaken van landschapsplannen' voor de verschillende valleisegmenten; dat er werd begonnen met de valleisegmenten `Kessenich - Ophoven "Drie Eigen"' en `Leut - Meeswijk "Levend Leut"';

Overwegende dat deze landschapsplannen zeer uitvoeringsgericht en pragmatisch opgevat zijn; dat ze sterk gericht zijn op herstel, behoud, ontwikkeling van de kwaliteiten van de ruimte; dat zorg voor beeldkwaliteit, omgevingskwaliteit, beleefbaarheid centraal staan in de landschapsplannen;

Overwegende dat de opmaak en uitvoering van landschapsplannen voor de valleisegmenten gestalte moet geven aan het `Snoer van Maasdorpen' en moet resulteren in meer omgevings-, beeld- en belevingskwaliteit en minder verrommeling van het buitengebied;

Overwegende dat in het traject dat tot dusver werd afgelegd voor de uitbouw van het `RivierPark Maasvallei' al een aantal zeer gevarieerde acties en deelprojecten zijn gerealiseerd, op vlak van het geven van een kwaliteitsimpuls aan dorpskernen en dorpsranden en het tot stand brengen van kwaliteitsvolle landschappelijke, ecologische en toeristisch-recreatieve verbindingen;

Overwegende dat er nog een aantal complexe uitdagingen zijn, zoals onder meer de verdere uitwerking en realisatie van landschapsplannen per valleisegment;

Overwegende dat de stuurgroep voor de gebiedsgerichte werking Maasvallei vaststelde dat een aantal van de doelstellingen en de voorgestelde manier van aanpak zeer nauw aansluiten bij de doelstellingen en de aanpak van landinrichting;

Overwegende dat de stuurgroep op 16 augustus 2010 een verzoek heeft ingediend om de mogelijkheid te onderzoeken van de inzet van het instrument landinrichting voor het realiseren van de vooropgestelde doelen in de Maasvallei;

Overwegende dat de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, op 23 april 2015 aan de Vlaamse Landmaatschappij de opdracht heeft gegeven om een onderzoek naar de opportuniteit en de haalbaarheid van een landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' uit te voeren, voor de valleisegmenten `Kessenich - Ophoven "Drie Eigen"' en `Leut - Meeswijk "Levend Leut"';

Overwegende dat op basis van het onderzoek naar de opportuniteit en de haalbaarheid van een landinrichtingsproject `Maasvallei', het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1', wordt voorgesteld;

Overwegende dat het voorstel van landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' is opgenomen als bijlage 1 bij dit besluit;

Overwegende dat landinrichting tot doel heeft de afstemming en de toepassing op geïntegreerde wijze van instrumenten en de uitvoering van maatregelen die gericht zijn op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van functies en kwaliteiten van de ruimte; dat het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting instrumenten bevat inzake inrichting, beheer en verwerving; dat landinrichting een gestructureerd overleg- en uitvoeringsmodel biedt dat maatregelen waarbij de verschillende beleidsniveaus (Vlaams, provinciaal, gemeentelijk) en andere partners zijn betrokken kan integreren en afstemmen;

Overwegende dat de instelling van het landinrichtingsproject om de volgende redenen een meerwaarde betekent voor het gebied :
- omdat de aanpak van kleinere deelprojecten (naargelang middelen en consensus) niet volstaat om het concept `snoer van Maasdorpen' en de aanpak op landschapsniveau die daarvoor nodig is afdoend en binnen een redelijke termijn te realiseren;
- omdat er kwaliteitsvolle landschappelijke verbindingen ontbreken tussen de kernen van de Maasdorpen, de omgevende landbouwgebieden en de heringerichte ontgrindingsgebieden en/of de Maasuiterwaarden (winterbed rivier);
- omdat de realisatie van enkele operationele doelstellingen zoals omschreven in het `Plan van Aanpak' haalbaar wordt als het instrumentarium en de financiële middelen van landinrichting kunnen worden ingezet;
- omdat de instrumenten van landinrichting in combinatie met de reeds aanwezige terreinkennis en ervaring binnen het RLKM de realisatie van de landschapsplannen op niveau van de Maasvalleisegmenten veel dichterbij kunnen brengen;
- omdat de landinrichting op haar beurt kan fungeren als katalysator voor andere deelprojecten in het `Rivierpark Maasvallei';
- om ook de reeds uitgevoerde projecten te kunnen vervolledigen, aanvullen en versterken;

Overwegende dat het projectgebied van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' de planzones `Kessenich' en `Leut' omvat; dat deze planzones overeenkomen met de in de opdracht van 23 april 2015 van de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting, aan de VLM genoemde valleisegmenten `Kessenich - Ophoven "Drie Eigen"' en `Leut - Meeswijk "Levend Leut"'; dat de projectperimeter weergegeven is op kaart 2 van het rapport van het onderzoek naar de opportuniteit en de haalbaarheid van een landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1';

Overwegende dat het projectgebied van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' in een gebied ligt dat conform artikel 3.1.1 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting als open ruimte kan worden beschouwd aangezien het gebied `Maasvallei - Fase 1' deel uitmaakt van de buitengebiedregio `Limburgse Kempen en Maasland' en dat een buitengebied in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen gedefinieerd wordt als het gebied waar de onbebouwde ruimte primeert, waar met het oog op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling het bestaand fysisch systeem als uitgangspunt wordt gehanteerd bij de ontwikkeling van de structurerende functies van het buitengebied (landbouw, natuur, bos, wonen en werken) en waar enerzijds het netwerk van beek- en riviervalleien en anderzijds de openruimteverbindingen tussen de grote aaneengesloten gebieden van het buitengebied, het richtinggevend kader vormen voor de ruimtelijke ontwikkeling; dat het projectgebied geen stedelijke omgevingen omvat;

Overwegende dat het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' voldoet aan het doel van landinrichting, vermeld in artikel 1.1.3 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, omdat het de volgende doelstellingen heeft :
- Het landinrichtingsproject "Maasvallei - Fase 1" wordt ingezet in het kader van het `Plan van Aanpak Maasvallei, ...grensverleggend!' voor het `RivierPark Maasvallei' en richt zich op de ruimte in en rond het snoer van Maasdorpen;
- Het landinrichtingsproject helpt in de permanente zorg en aandacht voor meer ruimtelijke kwaliteit in de kernen en de overgangsgebieden tussen de kernen en de onbebouwde ruimte. De landschapsplannen die voor elk van de zes Maasvallei-segmenten worden voorgesteld in het `Plan van Aanpak' moeten gestalte geven aan de kwaliteitszorg op microniveau. In twee van deze segmenten (Kessenich en Leut) is gestart met de uitvoering van onderdelen van algemene landschapszorg. De lokale landschapszorginitiatieven werden tot dusver geïnitieerd door het projectbureau van het RLKM en kwamen tot stand in nauwe samenspraak met de gemeentebesturen en het lokale weefsel in de beide Maasdorpen.
- De projectstructuur en het aantal participerende partners in de werking rond het `RivierPark Maasvallei' zijn op zich al een illustratie van het feit dat meerdere instrumenten en maatregelen op een geïntegreerde wijze worden afgestemd en ingezet;
- De acties die in het `Plan van Aanpak' zijn opgenomen vallen in hoge mate samen met het doel van landinrichting. Het overgrote deel van de acties of deelprojecten is uitermate sterk gericht op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van een aantal functies en kwaliteiten van de ruimte.
- Zo wordt er sterk ingezet op acties voor :
- het herstellen van de functies en kwaliteiten van de ruimte, door :
- het herstellen van de natuurwaarden in delen van het projectgebied;
- het herstellen van de erfgoedwaarden in delen van het projectgebied;
- het herstellen van historische en functionele `open ruimte' in de kernen van de Maasdorpen;
- het ontwikkelen van de functies en de kwaliteiten van de ruimte, door :
- het verbeteren van de mogelijkheden van natuurverbindingen;
- het ontwikkelen / verbeteren van de verbinding van de kernen met het buitengebied;
- het ontwikkelen / verbeteren van de kernen van de Maasdorpen als toegangsdorp;
- het ontwikkelen van een kwaliteitsvol toeristisch-recreatief netwerk voor de Maasvallei dat bovendien ook grensoverschrijdend zal worden uitgebouwd samen met de Nederlandse maasgemeenten, de provincie Nederlands Limburg en nog andere betrokkenen bij de uitbouw van het `RivierPark Maasvallei' op de Nederlandse Maasoever;

Overwegende dat het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' bijdraagt tot de realisatie van het beleid dat de provincie Limburg en de vijf Maaslandse gemeenten (Kinrooi, Maaseik, Dilsen-Stokkem, Maasmechelen en Lanaken) voeren op het vlak van het behoud, de bescherming en de ontwikkeling van de functies en de kwaliteiten van de open ruimte, vermits zij de bestuurlijke dragers zijn van het `Plan van Aanpak Maasvallei, ...grensverleggend!' voor het `RivierPark Maasvallei' en dat zij tevens de vragende partij zijn voor de inzet van landinrichting voor de realisatie van delen van het `Plan van Aanpak' via het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1';

Overwegende dat dit beleid past binnen de prioriteiten van het Vlaamse Regeerakkoord 2014-2019 m.b.t. :
- Omgeving :
- Er wordt gewerkt vanuit een bottom-up benadering waarbij de betrokken bestuursniveaus mekaar versterken en complementair fungeren, eerder dan mekaar te domineren;
- We stimuleren een samenwerking op bovenlokaal niveau. Denken vanuit een regionaal belang in plaats van de som van individuele lokale belangen maakt het mogelijk om tot breed gedragen oplossingen te komen voor ruimtelijke vraagstukken;
- Wanneer we mensen willen aanzetten om mee te bouwen aan een welvarende samenleving, dan moeten we ervoor zorgen dat ze ook kunnen wonen, werken en zich ontspannen in een kwaliteitsvolle leefomgeving;
- We voeren een dynamisch open ruimtebeleid, vertrekkende van uit een gebiedsgerichte en geïntegreerde ruimtelijke visie, waarbij rekening wordt gehouden met waterbeheer, landschap en natuur, maar bijvoorbeeld ook met recreatie, mogelijke ecosysteemdiensten, landbouw, voedselproductie en onroerend erfgoed. Een multifunctionele gebiedsgerichte benadering van de open ruimte dringt zich op. Het landelijk gebied wordt maximaal ingericht in functie van een kwalitatieve open ruimte en de economische leefbaarheid van het platteland en al zijn functies;
- Landbouw en platteland :
- De geïntegreerde aanpak combineert de verschillende Vlaamse doelen in een gebied (economie, mobiliteit, omgeving, landbouw, natuur, water, landschap), maakt de koppeling met lokale agenda's en streeft naar kwaliteit. Hierdoor besparen we kosten, neemt het draagvlak toe, verzekeren we de realisatie en zetten we kwaliteitsvolle uitvoeringen neer die ook buiten Vlaanderen mogen gezien worden;
- We genereren maximale output via een gebiedsgerichte en projectmatige aanpak met grote betrokkenheid van lokale actoren. Dergelijk gebiedsgericht beleid biedt een specifiek antwoord op verschillende sociale, economische, ecologische, culturele en ruimtelijke uitdagingen in zowel de plattelandsgebieden als in de overgangsgebieden tussen het platteland en de stad;

Overwegende dat de programmacommissie op 18 september 2015 haar advies heeft gegeven over het voorstel van landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1', zoals beschreven in het ontwerp van rapport van september 2015 over het onderzoek naar de opportuniteit en de haalbaarheid van een landinrichtingsproject `Maasvallei'; dat op basis van het advies van de programmacommissie het voorstel van landinrichtingsproject niet moest aangepast worden;

Overwegende dat in het voorstel van landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' de gegevens, vermeld in artikel 3.1.1.2, tweede lid, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014, zijn opgenomen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 1 juli 2016;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging,

Besluit :
 

Artikel 1. (29/08/2016- ...)

Het voorstel van landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1', opgenomen in de bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' wordt ingesteld.

Artikel 2. (29/08/2016- ...)

De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.
 

BIJLAGE (29/08/2016- ...)

Voorstel van landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' als vermeld in artikel 1
Landinrichtingsproject `MAASVALLEI - FASE 1'
a) Doelstellingen van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1'
Het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' wil in twee segmenten van de Maasvallei op geïntegreerde wijze zoveel mogelijk instrumenten en maatregelen activeren en inzetten met als ultiem doel de kwaliteiten en de functies (ruimtelijk, landschappelijk, ecologisch, toeristisch, ...) waar mogelijk te herstellen, te versterken of te ontwikkelen. Daarbij staat het streven naar synergie tussen functies en belangen centraal.
Met de mogelijkheden van het landinrichtingsdecreet van 28 maart 2014 kunnen de volgende doelstellingen worden gerealiseerd of minstens worden gefaciliteerd:
- Het herwaarderen van een aantal Maasdorpen, die het concept `snoer van Maasdorpen' versterken en de attractiviteit van de streek verhogen. Dit project wil overheden en andere partners samenbrengen, stimuleren en faciliteren:
- Om werk te maken van omgevingskwaliteit. Dit kan door te investeren in ruimtelijke kwaliteit en in de landschaps- en erfgoedwaarden die nu onder druk staan in deze dorpen.
- Om waar mogelijk de authenticiteit te versterken of (deels) te herstellen. Het versterken van de `couleur locale' van de Maasdorpjes verhoogt de belevingskwaliteit van het buitengebied. Het betreft onder meer de herwaardering/herinrichting van enkele dorpscentra en -pleinen. Zodoende wordt het fysieke dorpsweefsel versterkt. Dit komt zowel de inwoners als de, voor deze regio zo belangrijke, vrijetijdseconomie ten goede en zorgt finaal voor een versterkte leefbaarheid van de dorpen.
- Het ondersteunen en faciliteren van acties zoals :
- Het bevorderen van verbondenheid tussen de verschillende Maasdorpen en tussen de Maasdorpen en de rivier/rivierbed/omgeving als geheel;
- Het versterken van markante punt- en lijnvormige landschapsstructuren als ruimtelijke dragers;
- Het realiseren van (onderdelen van) natuurverbindingen tussen de Maas en het nabij gelegen Kempens Plateau;
- De zorg voor acht kasteeldomeinen in het hele projectgebied (2 in de 2 geselecteerde planzones).
- Het hanteren van de huisstijl van de Maasvallei, als herkenbaarheid voor het gebied en ter versterking van het dorpsweefsel.
- Het inschuiven van de ingerichte gebieden in de reeds bestaande of nog te ontwikkelen recreatieve netwerken zoals de wandelgebieden van de Maasvallei.
b) Gebiedsafbakening van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1'
Het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' omvat twee planzones : `Kessenich' en `Leut'.

De planzone `Kessenich' situeert zich op het grondgebied van de gemeente Kinrooi en heeft een oppervlakte van ca. 1.015 ha.

Het projectgebied van de planzone `Kessenich' van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' is weergegeven op onderstaande kaart.

Kaart: http://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2016/08/19_2_2.pdf#page=2

De planzone `Leut' situeert zich op het grondgebied van de gemeente Maasmechelen en heeft een oppervlakte van ca. 1.650 ha.
Het projectgebied van de planzone `Leut' van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' is weergegeven op onderstaande kaart.

Kaart: http://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2016/08/19_2_2.pdf#page=3

c) Niet-limitatief overzicht van de partners die betrokken zijn bij de uitvoering van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1'
Gelet op de specifieke doelstelling van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1' zullen minstens de volgende kernpartners van de gebiedsgerichte werking rond het `RivierPark Maasvallei' betrokken moeten worden bij de opmaak, de uitvoering, de financiering of het beheer van het landinrichtingsproject :
- vzw Regionaal Landschap Kempen en Maasland
- provincie Limburg
- gemeente Kinrooi
- gemeente Maasmechelen
- vzw Toerisme Limburg.
Andere potentiële partners bij de opmaak, de uitvoering, de financiering of het beheer van het landinrichtingsproject, die geen deel uitmaken van de stuurgroep voor de gebiedsgerichte werking `RivierPark Maasvallei', zijn :
- Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
- Departement Ruimte Vlaanderen
- Departement Landbouw en Visserij
- Agentschap voor Natuur en Bos
- Agentschap Onroerend Erfgoed
- Vlaamse Milieumaatschappij
- N.V. De Scheepvaart
- Grindcomité
- vzw Natuurpunt
- vzw Limburgs Landschap
- Boerenbond
- Dienstverlenende Vereniging Marec (Maaslandse recreatiecentra).
d) Raming van de kosten van het landinrichtingsproject `Maasvallei - Fase 1', indicatie van de wijze van financiering van het landinrichtingsproject, en raming van de subsidies voor landinrichting die vermoedelijk uitgekeerd zullen worden voor het landinrichtingsproject en voor uitvoeringsinitiatieven als vermeld in artikel 3.4.2 van het voormelde decreet

   totaal subsidie landinrichting aandeel partner
   euro euro % euro %
Planzone `Kessenich' 950.000 500.000 52,6 % 450.000 47,4 %
Planzone `Leut' 700.000 500.000 71,4 % 200.000 28,6 %
totaal 1.650.000 1.000.000 62,5 % 650.000 37,5 %

 


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 05/12/2024