Besluit van de Vlaamse Regering [betreffende de uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector inzake de vaststelling van de voorwaarden om een subsidie te verkrijgen voor de uitvoering van de beleidsfocussen jeugdsport, kansengroepen, innovatie, sportkampen, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen]

Datum 16/09/2016

Inhoudstafel

  1. HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
  2. HOOFDSTUK 2 Subsidiëring voor de uitvoering van de beleidsfocussen jeugdsport, [kansengroepen,] innovatie[, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 36, I: 1 november 2022)]
    1. Afdeling 1 De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria
      1. Onderafdeling 1 De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus jeugdsport
      2. Onderafdeling 2 De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus [kansengroepen (verv. BVR 9 september 2022, art. 39, I: 1 november 2022)]
      3. Onderafdeling 3 De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus innovatie
      4. [Onderafdeling 4. De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus rationalisatie (ing. BVR 9 september 2022, art. 44, I: 1 november 2022)]
      5. [Onderafdeling 5. De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 44, I: 1 november 2022)]
    2. Afdeling 2 Beoordelingscommissies jeugdsport, [kansengroepen,] innovatie[, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 45, I: 1 november 2022)]
    3. Afdeling 3 Duur van de projecten in het kader van de beleidsfocussen jeugdsport, [kansengroepen,] innovatie[, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 47, I: 1 november 2022)]
    4. Afdeling 4 Aard en wijze van subsidiëring van de beleidsfocussen jeugdsport, [kansengroepen,] innovatie[, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 49, I: 1 november 2022)]
  3. HOOFDSTUK 3 Subsidiëring voor de uitvoering van de beleidsfocus sportkampen
    1. Afdeling 1 Bijzondere subsidiëringsvoorwaarden voor de uitvoering van de beleidsfocus sportkampen
    2. Afdeling 2 Aard en wijze van subsidiëring van de beleidsfocus sportkampen
    3. Afdeling 3 Controle van de gesubsidieerde sportkampen en afrekening
  4. HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen

Inhoud

(... - ...)

De Vlaamse Regering,

Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Sport Vlaanderen", artikel 5, § 1, eerste lid, 1°, en § 2, ingevoegd bij het decreet van 4 december 2015;

Gelet op het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector, artikel 10, 12, derde lid, artikel 13, derde lid, artikel 14, derde lid, artikel 15, vijfde lid, artikel 19, § 1, tweede lid, en § 2, artikel 23, derde lid, 28, derde lid, 43, 2°, 47, tweede lid, artikel 48, 73, eerste lid en derde lid, artikel 74, 80, 83 en 86;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2008 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verkrijgen van een subsidie voor de facultatieve opdracht jeugdsport;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 januari 2009 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake de door de sportfederaties georganiseerde sportkampen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van een subsidie voor de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid 2013 - 2016 voor de gesubsidieerde sportfederaties;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 juni 2016;

Gelet op het advies van de Sectorraad voor Sport van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 8 juli 2016;

Gelet op advies 59.862/1/V van de Raad van State, gegeven op 31 augustus 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging,

Besluit :
 

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen (... - ...)

Artikel 1. (01/11/2022- ...)

In dit besluit wordt verstaan onder :
1° decreet van 10 juni 2016 : het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector;
2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven;
3° ...
 

Artikel 2. (01/11/2022- ...)

De sportfederatie, respectievelijk de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding, verbindt er zich toe om op alle communicatie over de projecten die gesubsidieerd worden in het kader van de beleidsfocussen, vermeld in dit besluit, de steun van de Vlaamse overheid als volgt te vermelden : het subsidiëringslogo van het agentschap Sport Vlaanderen en de eventuele bijbehorende tekst en baselines worden op elke mededeling, verklaring, publicatie en presentatie vermeld. Dat gebeurt op elke drager en volgens de afspraken die met het agentschap Sport Vlaanderen gemaakt zijn over verhoudingen en groottes van het desbetreffende logo.

De indiener besteedt in zijn aanvraag tot subsidiëring aandacht aan de mogelijkheden om de steun van de Vlaamse overheid te vermelden.
 

Artikel 3. (01/11/2022- ...)

De goedgekeurde aanvraag tot subsidiëring voor de uitvoering van de beleidsfocus jeugdsport, kansengroepen, innovatie, respectievelijk sportkampen, rationalisatie, of professionalisering in sportkaderopleidingen, maakt het voorwerp uit van een convenant als vermeld in artikel 23, derde lid, artikel 28, derde lid, en artikel 47, tweede lid, van het decreet van 10 juni 2016. Het convenant kan de praktische concretisering van het betreffende project bepalen op basis van de elementen die in het advies van het agentschap Sport Vlaanderen of de respectieve beoordelingscommissie, vermeld in artikel 11, derde lid, van dit besluit, aan bod komen.

Artikel 4. (01/11/2022- ...)

Het deel van het werkingsverslag, vermeld in artikel 73, derde lid, van het decreet van 10 juni 2016, waarin de sportfederatie, respectievelijk de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding, de projecten van de beleidsfocussen waarvoor ze gesubsidieerd wordt, afzonderlijk behandelt, bevat een inhoudelijk verslag over de activiteiten met betrekking tot de beleidsfocussen waarvoor ze wordt gesubsidieerd. Conform artikel 74 van het decreet van 10 juni 2016, bevat het financiële verslag, vermeld in artikel 73, eerste lid, een gedetailleerde financiële afrekening van de opbrengsten en kosten van de betreffende projecten.

Voor de beleidsfocus jeugdsport omvat het werkingsverslag ook een overzichtslijst van de deelnemende sportclubs met de subsidiebedragen in kwestie.
 

HOOFDSTUK 2 Subsidiëring voor de uitvoering van de beleidsfocussen jeugdsport, [kansengroepen,] innovatie[, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 36, I: 1 november 2022)] (... - ...)

Afdeling 1 De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria (... - ...)

Onderafdeling 1 De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus jeugdsport (... - ...)

Artikel 5. (01/11/2022- ...)

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidies voor de uitvoering van de beleidsfocus jeugdsport, vermeld in artikel 9, derde lid, 2°, a), en artikel 23/1 van het decreet van 10 juni 2016, dient de unisportfederatie een jeugdsportproject in. 
 

Artikel 6. (01/11/2022- 31/12/2024)

Om na te gaan in welke mate de unisportfederatie voor subsidiëring voor de beleidsfocus jeugdsport in aanmerking komt, wordt met de volgende beoordelingscriteria rekening gehouden :
1° de relatie tussen de begroting van het jeugdsportproject, de inhoud, het beoogde resultaat en het aantal jeugdsporters, al dan niet aangesloten leden, dat wordt bereikt;
2° de mate waarin de doelstellingen uit het onderdeel jeugdsport van het beleidsplan gebaseerd zijn op een concrete gegevensverzameling met daaruit afgeleide behoeften en de mate waarin de kwaliteitscriteria uit het reglement, vermeld in artikel 12, tweede lid, 3°, d), van het decreet van 10 juni 2016, bijdragen tot de verwezenlijking van die doelstellingen en tot een meer kwaliteitsvolle jeugdsportwerking in de sportclubs;
3° de mate waarin aandacht wordt besteed aan administratieve lastenverlaging voor de sportclubs bij de promotie, de realisatie en de evaluatie van het jeugdsportproject;
4° de mate waarin en de wijze waarop aandacht wordt besteed aan een omkadering door sportpromotionele, sportmedische, sportpedagogische of sporttechnische deskundigen;
5° de mate waarin aandacht wordt besteed aan gelijkheid van kansen voor iedereen, met specifieke aandacht voor mensen die leven in armoede en G-sporters;
6° de mate waarin en de wijze waarop aandacht wordt besteed aan aspecten van ethische jeugdsport en het streven naar plezierbeleving voor iedereen tijdens het sporten.
 

Onderafdeling 2 De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus [kansengroepen (verv. BVR 9 september 2022, art. 39, I: 1 november 2022)] (... - ...)

Artikel 7. (01/11/2022- ...)

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidies voor de uitvoering van de beleidsfocus kansengroepen, vermeld in artikel 9, derde lid, 2°, b), en artikel 23/2 van het decreet van 10 juni 2016, dient de unisportfederatie, respectievelijk de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding, een project kansengroepen in. 
 

Artikel 8. (01/11/2022- ...)

Om na te gaan in welke mate de unisportfederatie, respectievelijk de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding, voor subsidiëring voor de beleidsfocus kansengroepen in aanmerking komt, wordt met de volgende beoordelingscriteria rekening gehouden :
1°     de mate waarin het project als doelstelling heeft om het sportaanbod en de organisatie van de sporttak en daaraan gekoppeld de eigen sportfederatie, af te stemmen op de noden en behoeften van personen uit kansengroepen;
2°    de mate waarin het project inspeelt op de behoeften of het potentieel van de sportclubs, de sporttak of de maatschappij, rekening houdend met de meerwaarde ten opzichte van bestaande initiatieven;
3°    de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve impact, in relatie tot de begroting;
4°    de mate waarin het projectplan en de gekozen methodiek garanties bieden op de effectieve realisatie van de vooropgestelde impact, zowel tijdens als na de aanvullende subsidies voor het project;
5°    de mate waarin initiatieven worden genomen zodat het project past binnen de algemene visie, de doelstellingen en het diversiteitsbeleid van de sportfederatie of de sportclubs.
 

Onderafdeling 3 De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus innovatie (... - ...)

Artikel 9. (01/11/2022- ...)

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidies voor de uitvoering van de beleidsfocus innovatie, vermeld in artikel 9, derde lid, 2°, c), en artikel 23/3 van het decreet van 10 juni 2016, dient de unisportfederatie, respectievelijk de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding, een innovatief project in. 

Artikel 10. (01/11/2022- ...)

Om na te gaan in welke mate de unisportfederatie, respectievelijk de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding, voor subsidiëring voor de beleidsfocus innovatie in aanmerking komt, wordt met de volgende beoordelingscriteria rekening gehouden :
de mate waarin het project initiatieven realiseert die origineel en vernieuwend zijn voor het beleid van de sportfederatie om het bestaande sportaanbod te verruimen of te optimaliseren of in te zetten op een betere sportbeleving;
2° de mate waarin het project inspeelt op de behoeften of het potentieel van de sportclubs, de sporttak of de maatschappij, rekening houdend met de meerwaarde ten opzichte van bestaande initiatieven;
3° de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve impact, in relatie tot de begroting;
4° de mate waarin het projectplan en de gekozen methodiek garanties bieden op de effectieve realisatie van de vooropgestelde impact, zowel tijdens als na de aanvullende subsidies voor het project;
5° de mate waarin het project past binnen de algemene visie, doelstellingen en het beleid van de sportfederatie en de sportclubs.

[Onderafdeling 4. De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus rationalisatie (ing. BVR 9 september 2022, art. 44, I: 1 november 2022)] (... - ...)

Artikel 10/1. (01/11/2022- ...)

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidies voor de uitvoering van de beleidsfocus rationalisatie, vermeld in artikel 9, derde lid, 2°, f), en artikel 15/1 van het decreet van 10 juni 2016, dient de sportfederatie een rationalisatieproject in.

Artikel 10/2. (01/11/2022- ...)

Om na te gaan in welke mate de sportfederatie voor subsidiëring voor de beleidsfocus rationalisatie in aanmerking komt, wordt met de volgende beoordelingscriteria rekening gehouden:
1°    de mate waarin het project via een fusie of samenwerking tussen sportfederaties efficiëntiewinst van de niet-sportgerelateerde werking realiseert;
2°    de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve impact, in relatie tot de begroting;
3°    de mate waarin het projectplan en de gekozen methodiek garanties bieden op de effectieve realisatie van de vooropgestelde impact, zowel tijdens als na de aanvullende subsidies voor het project;
4°    de behoefte aan subsidiëring om het project te realiseren.

[Onderafdeling 5. De nadere subsidiëringsvoorwaarden en beoordelingscriteria voor de uitvoering van de beleidsfocus professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 44, I: 1 november 2022)] (... - ...)

Artikel 10/3. (01/11/2022- ...)

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidies voor de uitvoering van de beleidsfocus professionalisering in sportkaderopleidingen, vermeld in artikel 9, derde lid, 2°, g), en artikel 25/1 van het decreet van 10 juni 2016, dient de unisportfederatie een project professionalisering in sportkaderopleidingen in.

Artikel 10/4. (01/11/2022- ...)

Om na te gaan in welke mate de unisportfederatie voor subsidiëring voor de beleidsfocus professionalisering in sportkaderopleidingen in aanmerking komt, wordt met de volgende beoordelingscriteria rekening gehouden:
1°    de mate waarin het project de kwaliteit, instroom, doorstroom of valorisatie op het vlak van sportkaderopleidingen en sportgekwalificeerden optimaliseert;
2°    de mate waarin het project aantoonbaar inspeelt op de behoeften of het potentieel binnen de sportclubs, de sporttak of de maatschappij;
3°    de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve impact, in relatie tot de begroting;
4°    de kwaliteit van het project;
5°    de mate waarin het projectplan en de methodiek garanties bieden op de effectieve realisatie van de vooropgestelde impact;
6°    de mate waarin het project aansluit bij de algemene visie en aanpak van de sportfederatie.

Afdeling 2 Beoordelingscommissies jeugdsport, [kansengroepen,] innovatie[, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 45, I: 1 november 2022)] (... - ...)

Artikel 11. (01/11/2022- ...)

Een beoordelingscommissie zal de ontvankelijke projecten voor de uitvoering van de beleidsfocussen jeugdsport, kansengroepen, innovatie, rationalisatie, respectievelijk professionalisering in sportkaderopleidingen, inhoudelijk beoordelen aan de hand van de aanvraag tot subsidiëring en de beoordelingscriteria van de betreffende beleidsfocus. Die beoordelingscommissie bestaat uit minimaal drie en maximaal negen stemgerechtigde leden die specifieke expertise hebben inzake de beleidsfocus in kwestie. De minister benoemt de leden van de beoordelingscommissies voor de duur van de olympiade. De minister kan de vergoeding voor de leden van de beoordelingscommissies bepalen.

Het agentschap Sport Vlaanderen bereidt de dossiers voor, licht ze toe en neemt het secretariaat waar van de betreffende beoordelingscommissie.

De beoordelingscommissie beoordeelt de inhoudelijke aspecten van de aanvraag en adviseert over het maximale subsidiebedrag.

Het agentschap Sport Vlaanderen beoordeelt de administratieve en financiële aspecten en brengt daarover advies uit aan de minister conform artikel 70, § 1, van het decreet van 10 juni 2016. Het advies van de beoordelingscommissie wordt gevoegd bij het advies van het agentschap Sport Vlaanderen.
 

Afdeling 3 Duur van de projecten in het kader van de beleidsfocussen jeugdsport, [kansengroepen,] innovatie[, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 47, I: 1 november 2022)] (... - ...)

Artikel 12. (01/11/2022- ...)

Een project jeugdsport, kansengroepen, innovatie, rationalisatie of professionalisering in sportkaderopleidingen, heeft een maximale duur van vier jaar. Hetzelfde project kansengroepen, innovatie, rationalisatie of professionalisering in sportkaderopleidingen kan voor maximaal vier jaar worden gesubsidieerd.

Meerjarige projecten voor de beleidsfocus jeugdsport, respectievelijk kansengroepen, innovatie, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen, kunnen een principiële inhoudelijke goedkeuring krijgen voor meerdere werkingsjaren en maximaal voor de duur van het project tijdens de lopende olympiade, onder voorbehoud van een positieve jaarlijkse evaluatie. De sportfederatie, respectievelijk de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding, dient jaarlijks een aanvraag tot subsidiëring voor de betreffende beleidsfocus in conform artikel 69 van het decreet van 10 juni 2016.
 

Afdeling 4 Aard en wijze van subsidiëring van de beleidsfocussen jeugdsport, [kansengroepen,] innovatie[, rationalisatie en professionalisering in sportkaderopleidingen (ing. BVR 9 september 2022, art. 49, I: 1 november 2022)] (... - ...)

Artikel 13. (01/11/2022- ...)

De volgende kosten van de sportfederatie voor het jeugdsportproject zijn subsidieerbare kosten voor de uitvoering van de beleidsfocus jeugdsport: subsidies aan de sportclubs om de kwaliteit van de jeugdsportwerking in de sportclubs te verhogen en om de sportparticipatie van de jeugd en hun aansluiting bij een sportclub te bevorderen.

De volgende kosten van de sportfederatie, respectievelijk de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding, voor het kansengroepenproject zijn subsidieerbare kosten voor de uitvoering van de beleidsfocus kansengroepen:
1°    brutosalaris projectmedewerkers;
2°    RSZ-werkgeversbijdrage projectmedewerkers;
3°    eindejaarspremie en vakantiegeld projectmedewerkers;
4°    dienstverhuringskosten voor projectmedewerkers;
5°    verplaatsingskosten projectmedewerkers;
6°    huur sportaccommodaties;
7°    kosten voor informatie, communicatie en promotie;
8°    transportkosten sportmateriaal;
9°    aankoop/huur/afschrijving sportmateriaal;
10°    specifieke kosten, noodzakelijk voor de kwaliteitsvolle uitvoering van het kansengroepenproject waarvoor het agentschap Sport Vlaanderen voorafgaand zijn schriftelijk akkoord heeft gegeven.

De volgende kosten van de sportfederatie, respectievelijk de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding, voor het innovatieproject zijn subsidieerbare kosten voor de uitvoering van de beleidsfocus innovatie:
1°    brutosalaris projectmedewerkers;
2°    RSZ-werkgeversbijdrage projectmedewerkers;
3°    eindejaarspremie en vakantiegeld projectmedewerkers;
4°    dienstverhuringskosten voor projectmedewerkers;
5°    verplaatsingskosten projectmedewerkers;
6°    huur sportaccommodaties;
7°    kosten voor informatie, communicatie en promotie;
8°    transportkosten sportmateriaal;
9°    aankoop/huur/afschrijving sportmateriaal;
10°    specifieke kosten, noodzakelijk voor de kwaliteitsvolle uitvoering van het innovatieproject waarvoor het agentschap Sport Vlaanderen voorafgaand zijn schriftelijk akkoord heeft gegeven.

De volgende kosten van de sportfederatie voor het rationalisatieproject zijn subsidieerbare kosten voor de uitvoering van de beleidsfocus rationalisatie:
1°    brutosalaris projectmedewerkers;
2°    RSZ-werkgeversbijdrage projectmedewerkers;
3°    eindejaarspremie en vakantiegeld projectmedewerkers;
4°    dienstverhuringskosten voor projectmedewerkers;
5°    verplaatsingskosten projectmedewerkers;
6°    specifieke kosten, met uitzondering van kosten voor de huur of aankoop van infrastructuur, noodzakelijk voor de kwaliteitsvolle uitvoering van het rationalisatieproject waarvoor het agentschap Sport Vlaanderen voorafgaand zijn schriftelijk akkoord heeft gegeven.

De volgende kosten van de sportfederatie voor het project sportkaderopleidingen zijn subsidieerbare kosten voor de uitvoering van de beleidsfocus professionalisering in sportkaderopleidingen:
1°    brutosalaris projectmedewerkers;
2°    RSZ-werkgeversbijdrage projectmedewerkers;
3°    eindejaarspremie en vakantiegeld projectmedewerkers;
4°    dienstverhuringskosten voor projectmedewerkers;
5°    verplaatsingskosten projectmedewerkers;
6°    kosten voor informatie, communicatie en promotie;
7°    kosten verbonden aan de inhoudelijke ontwikkeling van sportkaderopleidingen of bijscholingen;
8°    specifieke kosten, noodzakelijk voor de kwaliteitsvolle uitvoering van het project waarvoor het agentschap Sport Vlaanderen voorafgaand zijn schriftelijk akkoord heeft gegeven.

Artikel 14. (01/11/2022- ...)

...

HOOFDSTUK 3 Subsidiëring voor de uitvoering van de beleidsfocus sportkampen (... - ...)

Afdeling 1 Bijzondere subsidiëringsvoorwaarden voor de uitvoering van de beleidsfocus sportkampen (... - ...)

Artikel 15. (01/11/2022- ...)

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidies voor de uitvoering van de beleidsfocus sportkampen, vermeld in artikel 9, derde lid, 2°, d), van het decreet van 10 juni 2016, dient de sportfederatie een project sportkampen in, voor een of meer sportkampen die beantwoorden aan de voorwaarden, vermeld in artikel 15, eerste lid, tweede lid, derde lid, 3°, 4° en 4°/1, vierde lid en vijfde lid, van het decreet van 10 juni 2016.

Artikel 16. (01/11/2022- ...)

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidies voor de uitvoering van de beleidsfocus sportkampen, worden de sportkampen georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van de sportfederatie, waarbij de volgende bijzondere voorwaarden worden nageleefd :
1° voorwaarden met betrekking tot de locatie : het sportkamp vindt plaats op of vanuit één welbepaalde locatie;
2° voorwaarden voor de deelnemers :
a) met behoud van de toepassing van artikel 10, § 1, tweede lid, 1°, van het decreet van 20 december 2013 inzake gezond en ethisch sporten en van de eventuele leeftijdsgrenzen, bepaald door de sportfederatie, voor zover hierbij hogere minimale leeftijdsgrenzen zijn bepaald voor de beoefening van een sporttak, of sport voor de multisportfederaties, bereiken alle deelnemers de minimumleeftijd van zes jaar in de loop van het jaar waarin het sportkamp wordt georganiseerd. De minimumleeftijd wordt evenwel op veertien jaar gebracht voor de discipline duiken, op tien jaar voor kano of kajak op zee, en op tien jaar voor windsurfen op zee als de deelnemer daarvoor al een attest evolutie 1 heeft behaald;
b) de minimumleeftijd om deel te nemen aan een sportkamp met meer dan één sporttak, of sport voor de multisportfederaties, wordt bepaald door de hoogste minimumleeftijd die vereist is om deel te nemen aan de verschillende aangeboden sporttakken, respectievelijk sporten;
c) alleen internaatsdeelnemers nemen deel aan de gesubsidieerde sportkampen;
3° voorwaarden voor de af te sluiten verzekeringscontracten : de sportfederatie verzekert de deelnemers conform artikel 4, eerste lid, 11°, 12° en 13°, van het decreet van 10 juni 2016;
4° voorwaarden voor de inhoud van het programma :
a) het programma voorziet voor elke deelnemer in gemiddeld vier uur begeleide sportactiviteiten per dag;
b) het programma bestaat uit activiteiten waarbij de technieken van de desbetreffende sporttakken, of sporten voor de multisportfederaties, op een fysiek actieve wijze aan de deelnemers aangeleerd worden;
c) het programma voorziet in een gedetailleerd uurrooster waarop de sportactiviteiten en het regenprogramma zijn vermeld;
d) het programma voorziet in lesvoorbereidingen per lesgever;
5° voorwaarden voor de accommodatie :
a) de sportkampen vinden plaats in aangepaste en veilige accommodaties met geschikte sportinfrastructuur die toelaat om de sport in kwaliteitsvolle omstandigheden aan te leren. De overnachtings-, ontspannings- en sanitaire ruimten beantwoorden aan alle ter zake geldende wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften. De sportfederatie is verantwoordelijk voor de naleving van die voorschriften;
b) de accommodaties waar de sportkampen plaatsvinden, beschikken over een EHBO-ruimte;
6° voorwaarden voor de omkadering :
a) vereiste kwalificaties van de lesgevers :
1) alle lesgevers voor de unisportfederaties beschikken over een diploma of getuigschrift in de desbetreffende sporttak of in de brede motorische ontwikkeling, vermeld in de tabel, opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. Alle lesgevers voor de multisportfederaties beschikken over een diploma of getuigschrift in de desbetreffende sporttak, desbetreffende sport of in de brede motorische ontwikkeling, vermeld in de tabel, opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. De lesgevers die in het bezit zijn van een diploma of getuigschrift dat niet binnen de Vlaamse Gemeenschap is verworven, laten de gelijkwaardigheid van de verworven beroepskwalificatie vaststellen door de daarvoor bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Trainersschool is bevoegd voor de beoordeling van de sporttrainersdiploma's. Het betreft een beoordeling van de bekwaamheden die blijken uit de diploma's, certificaten en andere titels en de relevante beroepservaring;
2) de lesgevers beheersen het Nederlands;
b) vereist aantal sportgekwalificeerde lesgevers : om in aanmerking te komen voor subsidiëring geeft één sportgekwalificeerde lesgever nooit les aan meer dan dertien deelnemers. Om sportspecifieke redenen kan in het convenant, vermeld in artikel 3, een afwijking worden toegestaan;
c) bij de sportkampen die georganiseerd worden voor G-sporters, mogen begeleiders aanwezig zijn tijdens de begeleide sportactiviteiten. Die begeleiders mogen niet lesgeven en ze zijn geen deelnemers;
d) de sportfederatie is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de sporttechnische programma's en de controle van de kwaliteit van de uitvoering van de lesprogramma's door de lesgevers;
e) een permanente aanwezigheid van de begeleiding tijdens het sportkamp is gewaarborgd;
7° voorwaarden voor de uitvoering : als de sportfederatie bepaalde taken aan derden delegeert, blijft de sportfederatie de eindverantwoordelijke voor de naleving van de bijzondere voorwaarden, vermeld in punt 1° tot en met 6°. De sportfederatie beschikt in dat geval over een ondertekende overeenkomst met de derde partij, waarin uitdrukkelijk wordt vermeld dat de derde partij die bijzondere voorwaarden ook zal naleven. De gekwalificeerde lesgevers hebben een arbeidsovereenkomst of een aannemingsovereenkomst.

De sportfederatie bezorgt vóór 1 februari van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, een inlichtingsfiche per sportkamp aan het agentschap Sport Vlaanderen. De inlichtingsfiche omvat de concrete inlichtingen over het sportkamp, vermeld in artikel 15, derde lid, 5°, a), van het decreet van 10 juni 2016. Bovendien worden per sportkamp de periode, de duur, uitgedrukt in dagen, het aantal uren sport en de eventueel toegestane kortingen vermeld.

De subsidieaanvraag moet uiterlijk tien dagen voor de aanvang van het sportkamp vervolledigd worden met het gedetailleerde programma.
 

Afdeling 2 Aard en wijze van subsidiëring van de beleidsfocus sportkampen (... - ...)

Artikel 17. (01/09/2019- ...)

De subsidies voor de beleidsfocus sportkampen worden jaarlijks als volgt berekend en toegekend :
1° het jaarlijks beschikbare krediet wordt in eerste instantie toegekend naar rato van het aantal subsidieerbare deelnemers uit kansengroepen. De sportfederatie toont in dat geval in haar subsidieaanvraag aan dat ze een effectief kansengroepenbeleid voert door de wijze waarop ze actief communiceert naar de kansengroepen en door de bijkomende begeleidende initiatieven voor kansengroepen toe te lichten. Als aan die voorwaarden is voldaan, wordt per deelnemer uit een kansengroep een deelnemerssubsidie van 50 euro toegekend. Binnen de perken van de begroting wordt dit bedrag jaarlijks aangepast aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex, zoals vermeld in artikel 3 van het decreet van 10 juni 2016;
2° het jaarlijks beschikbare krediet wordt in tweede instantie toegekend naar rato van de bezoldiging of vergoeding van de gekwalificeerde lesgevers tot maximaal 7 uur 36 minuten per dag, waarbij per zeven deelnemers maximaal één lesgever in aanmerking komt voor subsidiëring, en voor de sportkampen voor G-sporters per vier deelnemers maximaal één lesgever. De subsidie wordt berekend op basis van het subsidieerbare brutoloon, vermeld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd;
3° in derde instantie wordt het eventueel nog resterende krediet uitgekeerd naar evenredigheid van het aantal gesubsidieerde deelnemers uit kansengroepen aan de gesubsidieerde sportkampen, met een maximum 50 euro per gesubsidieerde deelnemer uit kansengroepen.

De sportfederatie neemt de bijzondere initiatieven voor kansengroepen in het kader van de beleidsfocus sportkampen in het beleidsplan en in de rapportering op.
 

Afdeling 3 Controle van de gesubsidieerde sportkampen en afrekening (... - ...)

Artikel 18. (01/11/2022- ...)

Voor een controle op de kampplaats door het agentschap Sport Vlaanderen voorziet de sportfederatie in de volgende informatie op de kampplaats :
1° het reëel uitgevoerde programma;
2° de lijst van de effectieve deelnemers, met vermelding van hun woonplaats en geboortedatum;
3° de lijst met de lesgevers en hun kwalificaties;
4° kopieën van de diploma's of getuigschriften van de niet bij het agentschap Sport Vlaanderen geregistreerde lesgevers;
5° de lesvoorbereidingen per lesgever;
6° het permanentieschema van de begeleiding waarin duidelijk weergegeven is welke lesgevers wanneer op het sportkamp aanwezig zijn.

De sportfederatie neemt in samenspraak met het agentschap Sport Vlaanderen de nodige schikkingen om een efficiënte controle ter plaatse mogelijk te maken.

Als er geen controle op de kampplaats heeft plaatsgevonden, bezorgt de sportfederatie de informatie, vermeld in het eerste lid, binnen een week na het sportkamp aan het agentschap Sport Vlaanderen.
 

Artikel 19. (01/10/2016- ...)

De sportfederatie bezorgt uiterlijk twee maanden na afloop van de kampperiode de volgende stukken aan het agentschap Sport Vlaanderen :
1° het afrekeningsformulier;
2° de grootboekfiches van de rekeningen over de bezoldiging of vergoeding van de lesgevers. De kosten worden boekhoudkundig per kampnummer en per lesgever geregistreerd;
3° de RSZ-aangiftestaten met betrekking tot de bezoldiging van de lesgevers;
4° de bewijsstukken waaruit blijkt dat de deelnemer behoort tot een kansengroep.
 

HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen (... - ...)

Artikel 20. (01/10/2016- ...)

De volgende regelingen worden opgeheven :
1° het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2008 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verkrijgen van een subsidie voor de facultatieve opdracht jeugdsport;
2° het besluit van de Vlaamse Regering van 16 januari 2009 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake de door de sportfederaties georganiseerde sportkampen;
3° het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van een subsidie voor de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid 2013 - 2016 voor de gesubsidieerde sportfederaties.
 

Artikel 21. (01/10/2016- ...)

Voor de subsidiëring voor het werkingsjaar 2016, en de verificatie en de afrekening van de subsidies voor het werkingsjaar 2016 blijft het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2008 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verkrijgen van een subsidie voor de facultatieve opdracht jeugdsport van toepassing tot en met 30 juni 2017.
 

Artikel 22. (01/10/2016- ...)

Voor de subsidiëring voor het werkingsjaar 2016, en de verificatie en de afrekening van de subsidies voor het werkingsjaar 2016 blijft het besluit van de Vlaamse Regering van 16 januari 2009 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake de door de sportfederaties georganiseerde sportkampen van toepassing tot en met 30 juni 2017.
 

Artikel 23. (01/10/2016- ...)

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2016.

Artikel 24. (01/10/2016- ...)

De Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE 1. (01/11/2022- ...)

...

BIJLAGE 2 (01/11/2022- ...)




Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 19/04/2024