Ministerieel besluit tot vaststelling van de opleidings- of ervaringsvereisten voor het bekwaamheidsbewijs voor gemeentelijke verbalisanten voor onroerend erfgoed

Datum 25/11/2016

Inhoud

Aanhef ( ... - ... )

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

Gelet op het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 11.3.3, eerste lid;

Gelet op het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, artikel 12.1.1, tweede lid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 augustus 2016;

Gelet op advies 60.169/1 van de Raad van State, gegeven op 27 oktober 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,

Overwegende dat het op 27 november 2015 door de Vlaamse Regering vastgestelde handhavingsprogramma Onroerend Erfgoed bepaalt dat een opleidingscyclus voor gemeentelijke verbalisanten wordt georganiseerd,

Besluit :

Artikel 1. ( 16/08/2023 - ... )

De persoon die houder is van een van de volgende diploma's of van gelijkwaardige getuigschriften door een EVC-procedure waarbij een daarvoor bevoegde instelling de verworven competenties van een individu formeel heeft bevestigd, kan in aanmerking komen om een bekwaamheidsbewijs te verkrijgen voor gemeentelijke verbalisant als vermeld in artikel 12.1.1 van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014:
1° bachelor in de bouw;
2° bachelor in de bouwkunde;
3° bachelor in facilitair management;
4° bachelor in de interieurvormgeving;
5° bachelor in de landschaps- en tuinarchitectuur;
6° bachelor in de toegepaste architectuur;
7° bachelor in de architectuur;
8° bachelor in de archeologie;
9° bachelor in de geschiedenis;
10° bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer;
11° bachelor in de conservatie - restauratie;
12° bachelor in de geografie;
13° bachelor in de geologie;
14° bachelor in de industriële wetenschappen: bouwkunde;
15° bachelor in de ingenieurswetenschappen: architectuur;
16° bachelor in de ingenieurswetenschappen: bouwkunde;
17° bachelor in de interieurarchitectuur;
18° bachelor in de kunstwetenschappen;
19° bachelor in de kunstwetenschappen en archeologie;
20° bachelor in de landschapsontwikkeling;
21° licentiaat in de kunstgeschiedenis en oudheidkunde;
22° master in de archeologie;
23° master in architectural engineering;
24° master in architecture;
25° master in de architectuur;
26° master in de bio-ingenieurswetenschappen: bos- en natuurbeheer;
27° master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en waterbeheer;
28° master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbeheer;
29° master in de bio-ingenieurswetenschappen: land, water en klimaat;
30° master in de conservatie - restauratie;
31° master of conservation of monuments and sites;
32° master in de erfgoedstudies;
33° master monumenten- en landschapszorg;
34° master in de geografie;
35° master in geography;
36° master in de geologie;
37° master in geology;
38° master in de geschiedenis;
39° master in de geschiedenis van de oudheid;
40° master in de industriële wetenschappen: bouwkunde;
41° master in de ingenieurswetenschappen: architectuur;
42° master in de ingenieurswetenschappen architectuur: architectuurontwerp en bouwtechniek;
43° master in de ingenieurswetenschappen architectuur: stadsontwerp en architectuur;
44° master in de ingenieurswetenschappen: bouwkunde;
45° master in de interieurarchitectuur;
46° master in interior architecture;
47° master in de kunstwetenschappen;
48° master in de kunstwetenschappen en archeologie;
49° postgraduaat in renovatietechnieken en monumentenzorg;
50° een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens een wet, decreet, Europese verordening of internationale overeenkomst als gelijkwaardig met een van de diploma's, vermeld in punt 1° tot en met 49°, is erkend, wat gestaafd kan worden met een gelijkwaardigheidserkenning van een buitenlands diploma of getuigschrift in Vlaanderen;
51° een diploma als vermeld in punt 1° tot en met 49°, van een opleiding waarvan de naam wijzigt of gewijzigd is.

Artikel 2. ( 16/08/2023 - ... )

De personen die niet voldoen aan de voorwaarde, vermeld in artikel 1, komen toch in aanmerking om het bekwaamheidsbewijs voor gemeentelijke verbalisant te verkrijgen als ze voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B, of geslaagd zijn voor een overgangsexamen dat toegang geeft tot een van die niveaus;
2° op de datum van de inschrijving voor de opleiding, vermeld in artikel 4, minstens drie jaar relevante ervaring hebben in onroerend erfgoed of ruimtelijke ordening bij een gewestelijke, provinciale, intergemeentelijke of gemeentelijke administratie.

Artikel 3. ( ... - ... )

...

Artikel 3. ( 16/08/2023 - ... )

...

Artikel 4. ( 16/08/2023 - ... )

Om het bekwaamheidsbewijs te verkrijgen, volgen de personen die voldoen aan de opleidings- of ervaringsvereisten, vermeld in artikel 1 en 2, een opleiding die wordt georganiseerd door het Vlaamse Gewest. Na afloop ontvangen ze een bekwaamheidsbewijs voor gemeentelijke verbalisant.

Artikel 5. ( 16/08/2023 - ... )

De personen die de opleiding, vermeld in artikel 4, niet gevolgd hebben, komen toch in aanmerking om een bekwaamheidsbewijs te verkrijgen als ze voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B, of geslaagd zijn voor een overgangsexamen dat toegang geeft tot een van die niveaus;
2° minstens twee jaar bij de gewestelijke administratie, bevoegd voor de handhaving van onroerend erfgoed, gewerkt hebben met als hoofdtaak handhaving onroerend erfgoed.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 03/07/2025