Ministerieel besluit houdende de vastlegging van de bandingfactoren voor groenestroomcertificaten voor bepaalde groenestroomprojecten met een startdatum vanaf 1 april 2018

Datum 01/03/2018

Inhoud

(... - ...)

DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCI"N EN ENERGIE,
Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 7.1.4/1, § 1 en § 4, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2012 en gewijzigd bij de decreten van 28 juni 2013, 27 november 2015 en 17 februari 2017;
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 6.2/1.1, eerste lid, tweede zin, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017 en artikel 6.2/1.6, eerste lid, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017 houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft verlengingsaanvragen voor groenestroomcertificaten en overige wijzigingen, artikel 24;
Gelet op het rapport van het Vlaams Energieagentschap van 2 februari 2018;
Overwegende dat de bandingfactoren, zoals vastgelegd bij het ministerieel besluit van 24 november 2017 houdende actualisatie van de huidige bandingfactoren en vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten en warmte-krachtcertificaten voor projecten met een startdatum vanaf 2018, van kracht blijven voor de representatieve projectcategorieën die niet werden gewijzigd bij het voormeld besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017,
Besluit :

Artikel 1. (14/03/2018- ...)

Voor bepaalde groenestroomprojecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 2 februari 2018 voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, per projectcategorie vastgesteld als volgt :
1° zonne-energie :
a) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 40 kW en met een startdatum vanaf 1 april 2018;
1) waarbij het project voorziet in burgerparticipatie : de bandingfactor bedraagt 0,647;
2) andere projecten : de bandingfactor bedraagt 0,645;
b) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 40 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 april 2018;
1) waarbij het project voorziet in burgerparticipatie : de bandingfactor bedraagt 0,711;
2) andere projecten : de bandingfactor bedraagt bedraagt 0,710;
c) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 april 2018;
1) waarbij het project voorziet in burgerparticipatie : de bandingfactor bedraagt 0,708;
2) andere projecten : de bandingfactor bedraagt 0,702;
2° nieuwe biogasinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 5 MWe en met een startdatum vanaf 1 april 2018;
a) voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van :
1° biogasinstallaties op stortgas;
2° biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib;
3° biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie,
verder opgesplitst in een subcategorie
1) waarbij het project voorziet in burgerparticipatie : de bandingfactor bedraagt 0,800;
2) andere projecten : de bandingfactor bedraagt 0,800;
b) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie :
1) waarbij het project voorziet in burgerparticipatie : de bandingfactor bedraagt 0,800;
2) andere projecten : de bandingfactor bedraagt 0,800;
3° nieuwe biogasinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 april 2018 voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van
a) biogasinstallaties op stortgas;
b) biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib;
c) biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie,
verder opgesplitst in een subcategorie
1) waarbij het project voorziet in burgerparticipatie : de bandingfactor bedraagt 0,800;
2) andere projecten : de bandingfactor bedraagt 0,800;
4° nieuwe installaties voor de verbranding van vaste biomassa met een bruto nominaal vermogen van meer dan 10 kWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 april 2018;
1) waarbij het project voorziet in burgerparticipatie : de bandingfactor bedraagt 0,800;
2) andere projecten : de bandingfactor bedraagt 0,800;
5° nieuwe installaties voor de verbranding van vloeibare biomassa met een bruto nominaal vermogen van meer dan 10 kWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 april 2018;
1) waarbij het project voorziet in burgerparticipatie : de bandingfactor bedraagt 0,800;
2) andere projecten : de bandingfactor bedraagt 0,800;
6° nieuwe installaties voor de verbranding van biomassa-afval met een bruto nominaal vermogen van meer dan 10 kWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 april 2018;
1) waarbij het project voorziet in burgerparticipatie : de bandingfactor bedraagt 0,800;
2) andere projecten : de bandingfactor bedraagt 0,800.

Artikel 2. (14/03/2018- ...)

Dit besluit treedt in werking op de datum van publicatie en uiterlijk op 1 april 2018.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 08/05/2024