Koninklijk Besluit houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als last- en trekdier te gebruiken

Datum 12/03/1999

Inhoud

(... - ...)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, gewijzigd bij de wet van 4 mei 1995 inzonderheid op artikel 36, 7°;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van landbouw en van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. (25/01/2019- ...)

Overeenkomstig artikel 36, 7° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, kan de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, afwijking verlenen honden als last- en trekdier te gebruiken hetzij voor de organisatie van wedstrijden en trainingen, hetzij voor de organisatie van demonstraties overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Artikel 2. (25/01/2019- ...)

De aanvraag voor het bekomen van een afwijking moet ingediend worden vóór 31 mei van elk jaar bij de Dienst.

Deze aanvraag vermeldt :
1° naam en adres van de organiserende vereniging;
2° voorziene plaats en datum van de wedstrijd of van de demonstratie;
3° in geval van een wedstrijd: een toelichting dat er voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3 en 4;
4° in geval van trainingen buiten de deelname aan wedstrijden: een toelichting dat er voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3;
5° in geval van een demonstratie: een toelichting dat er voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3 en 6.

Artikel 3. (26/03/2018- ...)

Om aan een wedstrijd of een demonstratie deel te nemen moeten de honden ten minste één jaar oud zijn. Om aan een training deel te nemen, moeten de honden ten minste zes maanden oud zijn en moet de last die het dier moet trekken, aangepast zijn aan de lichaamsbouw van het dier.

Artikel 4. (25/01/2019- ...)

In dit artikel wordt verstaan onder sledehond: een hond die lichamelijk in staat is om een last te trekken die aan zijn mogelijkheden aangepast is, en die van nature beschikt over een drang om die last te trekken zonder dat het dierenwelzijn daarbij geschaad wordt.

Voor de organisatie van wedstrijden met sledehonden kan een afwijking worden verleend als de organiserende vereniging aan al de volgende voorwaarden voldoet:
1° de organiserende vereniging is lid van een van volgende internationale federaties van sledehonden : de European Sled Dog Racing Association (ESDRA), la Fédération Internationale Sportive de Traineau à chiens (FISTC), de World Sleddog Association (WSA) en de International Federation of Sleddog Sports (IFSS);
2° de organiserende vereniging stelt een erkende dierenarts aan die toezicht houdt op de gezondheid en het welzijn van de honden;
3° de organiserende vereniging zorgt ervoor dat het parcours aangepast is aan de fysiologische mogelijkheden van de honden;
4° de organiserende vereniging vermeldt de volgende elementen in haar wedstrijdreglement:
1) dat bij een omgevingstemperatuur van meer dan 15°C elk wedstrijdonderdeel niet langer dan 5 km mag zijn en dat de wedstrijd wordt afgelast indien de omgevingstemperatuur meer dan 20°C bedraagt;
2) dat eenzelfde hond niet mag ingespannen worden in meerdere categorieën in éénzelfde proef;
3) dat het gebruik van muilkorven, elektrische halsbanden en van wurghalsbanden verboden is;
4) welke sancties toegepast zullen worden bij het gebruik van stoffen bedoeld om de prestaties van de dieren te beïnvloeden;
5) dat het slaan van de honden verboden is, tenzij om vechtende honden te scheiden.
5° de organiserende vereniging geeft aan de deelnemers van een wedstrijd, die erom vragen, een document waarin de afwijking wordt beschreven die verleend is aan de organiserende vereniging.

Artikel 5. (26/03/2018- ...)

In afwijking van artikel 1 hoeven de leden van een vereniging als vermeld in artikel 4, tweede lid, 1°, die over een afwijking voor het organiseren van wedstrijden beschikt, geen aanvraag voor het bekomen van een afwijking in te dienen voor het voorafgaand aan de wedstrijd trainen van een sledehond voor zover ze een attest van lidmaatschap van de vermelde vereniging hebben.

Artikel 6. (26/03/2018- ...)

Afwijkingen voor demonstraties kunnen slechts worden verleend onder de volgende voorwaarden :
- uit de motieven van de organiserende vereniging vermeld in de aanvraag moet in de eerste plaats het opvoedkundig aspect blijken;
- de evenementen mogen geen competitief karakter hebben;
- de te trekken last en het parcours moeten aangepast zijn aan de fysiologische mogelijkheden van het gebruikte hondenras of hondensoort.

Artikel 7. (04/05/1999- ...)

Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 29/03/2024