Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunning en subsidiëring van een organisatie die een digitaal platform met zorgaanbod voor personen met een handicap ter beschikking stelt en beheert

Datum 25/01/2019

Inhoudstafel

  1. HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen
  2. HOOFDSTUK 2. Vergunningsvoorwaarden
  3. HOOFDSTUK 3. Opdracht en taken
  4. HOOFDSTUK 4. Procedure om een vergunning aan te vragen
  5. HOOFDSTUK 5. Subsidiëring
  6. HOOFDSTUK 6. Slotbepaling

Inhoud

(... - ...)

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 9° en 11°, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

Gelet op advies 65.031/3 van de Raad van State, gegeven op 16 januari 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen (... - ...)

Artikel 1. (17/03/2019- ...)

In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
2° digitaal platform zorgaanbod: het digitaal platform zorgaanbod, vermeld in artikel 4;
3° organisatie platform zorgaanbod: een organisatie die een digitaal platform voor personen met een handicap ter beschikking stelt en beheert met het zorgaanbod van aanbieders van zorg en ondersteuning die door het agentschap vergund of erkend zijn en aanbieders van zorg en ondersteuning die niet door het agentschap vergund of erkend zijn;
4° zorgaanbieder: aanbieders van zorg en ondersteuning voor personen met een handicap die door het agentschap vergund of erkend zijn en aanbieders van zorg en ondersteuning die niet door het agentschap vergund of erkend zijn, inclusief persoonlijke assistenten;
5° zorgvrager: elke persoon met een handicap als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Artikel 2. (17/03/2019- ...)

Het agentschap kan binnen de grenzen van de kredieten die daarvoor ingeschreven zijn op haar begroting, een organisatie platform zorgaanbod vergunnen en subsidiëren.

HOOFDSTUK 2. Vergunningsvoorwaarden (... - ...)

Artikel 3. (17/03/2019- ...)

Om vergund te worden en te blijven, moet de organisatie platform zorgaanbod voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° ze is opgericht als een privaatrechtelijke vereniging met rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is de leden een vermogensvoordeel te bezorgen;
2° de Raad van Bestuur van de organisatie platform zorgaanbod bestaat uit:
a) twee vertegenwoordigers van de bijstandsorganisaties;
b) een vertegenwoordiger van elke werkgeversorganisatie;
c) vier vertegenwoordigers van de gebruikersverenigingen;
d) een onafhankelijke voorzitter die voorgedragen wordt door de gebruikersverenigingen;
e) twee vertegenwoordigers van initiatieven uit het niet-vergunde zorgaanbod;
3° de Algemene Vergadering van de organisatie platform zorgaanbod bestaat uit de evenredige vertegenwoordiging van vertegenwoordigers van de bijstandsorganisaties, vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties, vertegenwoordigers van initiatieven uit het niet-vergunde zorgaanbod en vertegenwoordigers van de gebruikersverenigingen;
4° in de statuten van de privaatrechtelijke vereniging met rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is de leden een vermogensvoordeel te bezorgen, wordt als doelstelling opgenomen dat de organisatie: platform zorgaanbod:
a) de zorgvrager en zijn omgeving in contact brengt met de zorgaanbieders en de kennis van het zorgaanbod bij de zorgvrager vergroot;
b) de zorgaanbieders de mogelijkheid biedt de specificaties van hun aanbod via het digitaal platform zorgaanbod bekend te maken aan zorgvragers;
5° de organisatie platform zorgaanbod ontwikkelt en hanteert in consensus een deontologische code waarin de volgende elementen bepaald zijn:
a) de wijze waarop de organisatie platform zorgaanbod beoordeelt of aanbieders van zorg en ondersteuning, inclusief persoonlijke assistenten, beantwoorden aan de vereisten, vermeld in artikel 9, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap;
b) de wijze waarop de organisatie platform zorgaanbod beoordeelt of de vragen, vermeld in artikel 4, eerste lid, 3° en 4°, van dit besluit maatschappelijk aanvaardbaar zijn.

In het eerste lid wordt verstaan onder:
1° bijstandsorganisatie: een organisatie die budgethouders bijstaat bij de besteding van het cashbudget, de aanwending van de voucher en de organisatie van de zorg en ondersteuning, en die erkend is om budgethouders bij te staan in het kader van persoonsvolgende financiering conform artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 houdende de vergunningsvoorwaarden en de subsidieregeling van bijstandsorganisaties;
2° gebruikersverenigingen: de verenigingen voor personen met een handicap;
3° maatschappelijk aanvaardbaar: de mate waarin de zorgvragen beantwoorden aan de algemeen aanvaarde maatschappelijke waarden en rechten die vervat liggen in de Belgische Grondwet en de Belgische wetten;
4° onafhankelijke voorzitter: een voorzitter die geen werknemer of bestuurslid is van organisaties die in de Raad van Bestuur vertegenwoordigd zijn;
5° werkgeversorganisatie: de federatie van sociale ondernemingen SOM en het Vlaams Welzijnsverbond;
6° niet-vergunde zorgaanbod: zorgaanbieders zoals vermeld in artikel 2, eerste lid, 2° en 3°, en artikel 2, tweede lid van het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap.

HOOFDSTUK 3. Opdracht en taken (... - ...)

Artikel 4. (17/03/2019- ...)

De organisatie platform zorgaanbod ontwikkelt in samenwerking met het agentschap een ontwerp van het digitaal platform zorgaanbod, dat voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° het is gratis voor de zorgaanbieders en zorgvragers;
2° het is gebruiksvriendelijk;
3° het is interactief: het laat toe dat de zorgvrager via het platform een vraag voorlegt aan een zorgaanbieder, die daarop kan antwoorden;
4° het biedt aan zorgvragers de mogelijkheid hun zorgvragen bekend te maken;
5° het bevat een zo volledig mogelijk overzicht van alle zorgaanbieders in Nederlands taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-hoofdstad;
6° het biedt de zorgaanbieders de mogelijkheid om hun aanbod verder te concretiseren in het digitaal platform;
7° het is in overeenstemming met de deontologische code, vermeld in artikel 3, eerste lid, 5°.

De samenwerking met het agentschap voor de ontwikkeling van het ontwerp van het digitaal platform zorgaanbod maakt voorwerp uit van de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 7.

Artikel 5. (17/03/2019- ...)

Het agentschap werkt het digitaal platform informatica-technisch uit op basis van het ontwerp van de organisatie platform zorgaanbod.

Het agentschap is de eigenaar van de broncode van het digitaal platform.

Het agentschap kan voor de informatica-technische uitwerking een beroep doen op externe ontwikkelaars.

Het agentschap staat in voor het invoeren en updaten van de gegevens van de door het agentschap vergunde of erkende aanbieders van zorg en ondersteuning voor personen met een handicap, waarover het agentschap beschikt.

Het agentschap staat in voor het onderhoud van en de technische verbeteringen aan het digitaal platform.

Artikel 6. (17/03/2019- ...)

De organisatie platform zorgaanbod staat in voor de bekendmaking van het digitaal platform aan de niet door het agentschap vergunde of erkende aanbieders van zorg en ondersteuning, inclusief persoonlijke assistenten, en sensibiliseert hen om:
1° hun gegevens te laten registreren in het digitaal platform;
2° vragen van zorgvragers te beantwoorden;
3° hun aanbod verder te concretiseren in het digitaal platform.

De organisatie platform zorgaanbod staat in voor de invoer, het beheer en de controle van de gegevens, vermeld in het eerste lid, 1°, in het digitaal platform zorgaanbod.

De organisatie platform zorgaanbod staat in voor de bekendmaking van het digitaal platform aan de aanbieders van zorg en ondersteuning die door het agentschap vergund of erkend zijn en sensibiliseert hen om:
1° vragen van zorgvragers te beantwoorden;
2° hun aanbod verder te concretiseren in het digitaal platform.

Artikel 7. (17/03/2019- ...)

Het agentschap en de organisatie platform zorgaanbod sluiten een samenwerkingsovereenkomst met de wederzijdse afspraken over het ontwerp, de ontwikkeling, de informatica-technische uitwerking, het onderhoud en de verbeteringen van het digitaal platform.

HOOFDSTUK 4. Procedure om een vergunning aan te vragen (... - ...)

Artikel 8. (17/03/2019- ...)

§ 1. Een organisatie die een vergunning als organisatie platform zorgaanbod wil, dient een aanvraag in bij het agentschap. In de aanvraag wordt aangetoond dat de organisatie voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste lid.

§ 2. Het agentschap onderzoekt de aanvraag en beoordeelt of de organisatie voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste lid. Het agentschap kan, als dat nodig is, bijkomende inlichtingen vragen of inwinnen.

De beslissing tot vergunning vermeldt de aanvangsdatum van de vergunning. De duur van de vergunning bedraagt vijf jaar.

Bij weigering van de vergunning wordt de beslissing met redenen omkleed.

De beslissing tot vergunning of weigering van vergunning wordt in een aangetekende brief meegedeeld aan de aanvrager voor het einde van de maand die volgt op de maand van de beslissing. Tegen een beslissing tot weigering van de vergunning kan beroep worden aangetekend conform artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

§ 3. De vergunde organisatie dient bij het agentschap uiterlijk een jaar voor het verstrijken van de vergunning een aanvraag in om de vergunning te verlengen. In de aanvraag toont de organisatie aan dat ze voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste lid.

De verlenging van de vergunning wordt afgehandeld conform paragraaf 2.

HOOFDSTUK 5. Subsidiëring (... - ...)

Artikel 9. (17/03/2019- ...)

Binnen de perken van de kredieten die daarvoor op zijn begroting zijn vastgelegd, kent het agentschap aan de vergunde organisatie een jaarlijkse subsidie toe om de opdrachten en de taken, vermeld in hoofdstuk 3, uit te voeren.

De jaarlijkse subsidie bedraagt 100.000 euro (honderdduizend euro).

Het bedrag, vermeld in het tweede lid, wordt jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de volgende formule: (basisbedrag x G-index december 20..)/G-index december 2018.

In het derde lid wordt verstaan onder G-index: de afgevlakte gezondheidsindex, vermeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1999 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.

De subsidie, vermeld in het tweede lid, wordt minstens voor 75 % aangewend voor personeelskosten. Als uit het financieel verslag, vermeld in artikel 11, blijkt dat minder dan 75 % wordt besteed aan personeelskosten, wordt het verschil tussen het bestede percentage aan personeelskosten en 75 % van de voormelde subsidie, aan het agentschap terugbetaald.

Onder personeelskosten als vermeld in het vijfde lid worden ook de kosten verstaan voor de inschakeling van vrijwilligers om de opdrachten, vermeld in artikel 4 en 6, uit te voeren.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan jaarlijks het subsidiebedrag, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, herzien naar aanleiding van begrotingsmaatregelen in het kader van het algemeen begrotingsbeleid.

Artikel 10. (17/03/2019- ...)

De subsidie, vermeld in artikel 9, wordt uitbetaald op de volgende wijze:
1° een voorschot van 80% wordt jaarlijks voor het einde van de maand januari uitbetaald;
2° het saldo wordt vereffend uiterlijk drie maanden nadat het inhoudelijk en financieel jaarverslag, vermeld in artikel 11, is voorgelegd.

De vergunde organisatie kan reserves aanleggen conform artikel 5, § 3 en § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 betreffende de algemene regels inzake subsidiëring, en die besteden conform artikel 7 en 8 van het voormelde besluit.

Artikel 11. (17/03/2019- ...)

Uiterlijk op 30 juni van het jaar dat volgt op het werkingsjaar, bezorgt de vergunde organisatie aan het agentschap jaarlijks een inhoudelijk en financieel jaarverslag over de dienstverlening, vermeld in artikel 4 en 6 van dit besluit.

Het financieel verslag toont met bewijsstukken de ingezette personeelskosten en werkingskosten voor het werkingsjaar aan die verband houden met de activiteiten, vermeld in het inhoudelijk verslag.

HOOFDSTUK 6. Slotbepaling (... - ...)

Artikel 12. (17/03/2019- ...)

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 29/03/2024