Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning, wat betreft de afbouw van de compensatiesubsidie voor de organisatoren in de buitenschoolse opvang

Datum 25/06/2020

Inhoudstafel

  1. HOOFDSTUK 1. Definities

Inhoud

(... - ...)

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 5, § 2, 2°, a), artikel 8, § 2, artikel 12 en artikel 13, § 2;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning, artikel 5, derde lid en artikel 6, derde lid.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 24 juni 2020.
- Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is sprake van dringende noodzakelijkheid omdat de maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad neemt tot gevolg hebben dat het maatschappelijke en economische leven geleidelijk herneemt. Hierdoor zijn er steeds meer kinderen die opnieuw gebruik maken van de buitenschoolse opvang. Dit maakt een verdere afbouw van de maatregelen voor de organisatoren noodzakelijk. De mate en het tempo van de afbouw is gebaseerd op de meest recente gegevens over de inschrijvingen voor opvang in de buitenschoolse opvang in de zomervakantie. Het is noodzakelijk dat vanaf 1 juli 2020 deze aangepaste maatregelen kunnen starten en deze ook tijdig gekend zijn voor de sector. Die urgente omstandigheden maken het niet mogelijk om te wachten op het advies van de Raad van State.

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID, GEZIN EN ARMOEDEBESTRIJDING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. Definities (... - ...)

Artikel 1. (01/07/2020- ...)

In dit besluit wordt verstaan onder:
1° besluit van 1 april 2020: het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning.

Artikel 2. (01/07/2020- ...)

Het percentage van de plaatsen op de erkenning, het attest van toezicht of de toestemming waarvoor een organisator de subsidie, vermeld in artikel 5, tweede lid en in artikel 6 tweede lid van het besluit van 1 april 2020, ontvangt, bedraagt 20% van 1 juli 2020 tot en met 31 augustus 2020 voor de organisator die de dienstverlening gewoon verderzet.

In afwijking van het eerste lid bedraagt het percentage 80% van 1 juli 2020 tot en met 31 augustus 2020 voor het aantal plaatsen van de erkenning, het attest van toezicht of de toestemming en voor de openingsdagen waarop de organisator de dienstverlening niet kan verderzetten:
a) door de afwezigheid van alle kinderen van minstens één leefgroep voor minstens 7 ononderbroken kalenderdagen ten gevolge van de opgelegde thuisquarantaine van deze kinderen en begeleiders na vaststelling van een hoogrisico-contact met een persoon die besmet is met het COVID-19-virus;
b) door overmacht.

Artikel 3. (01/07/2020- ...)

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2020.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 19/04/2024