Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft de overgang van bestaande subsidies voor buitenschoolse opvang, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020 tot toekenning van een kwaliteitslabel aan organisatoren van kleuteropvang, wat betreft enkele procedurele en overgangsbepalingen

Datum 24/09/2021

Inhoudstafel

  1. HOOFDSTUK 1. Wijzigingen van het Subsidiebesluit van 22 november 2013
  2. HOOFDSTUK 2. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020 tot toekenning van een kwaliteitslabel aan organisatoren van kleuteropvang
  3. HOOFDSTUK 3. Slotbepalingen

Inhoud

(... - ...)

Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, artikel 8/1;
- het decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten, artikel 11, vierde lid en artikel 17, vijfde lid.

Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 7 juni 2021.
- De Raad van State heeft advies 69.699/1/V gegeven op 30 juli 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering
Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief:
- De organisator die een subsidie als vermeld in artikel 17, eerste lid, van het decreet van 3 mei 2019 ontvangt, behoudt die subsidie in principe gedurende de decretaal bepaalde overgangstermijn. Een aantal van die subsidies behoren in feite toe aan organisatoren van kinderopvang van baby's en peuters, en worden bij dit ontwerp bijgevolg in het Subsidiebesluit van 22 november 2013 gebracht.

Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. Wijzigingen van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 (... - ...)

Artikel 1. (01/01/2022- ...)

In artikel 1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 9° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"9° /0 kleuteropvang: kleuteropvang met een kwaliteitslabel, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020 tot toekenning van een kwaliteitslabel aan organisatoren van kleuteropvang;";
2° er wordt een punt 1° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"1° /2 buitenschools: opvang van kleuters en kinderen uit de lagere school;";
3° aan punt 14° /1 worden de woorden "of aan een organisator van kleuteropvang" toegevoegd.

Artikel 2. (01/01/2022- ...)

In artikel 17 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2021, worden tussen het tweede en het derde lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt:

"In afwijking van het tweede lid, 1°, bedraagt de subsidie 40% van het bedrag voor een kinderopvangprestatie van een kind dat buitenschools opgevangen wordt, die minder dan drie uur duurt.

De organisator kan, voor kinderen die buitenschools opgevangen worden, de verschillende verblijfstijden van minder dan één uur van een kind per week samentellen. In dat geval tellen die verblijfstijden als één kinderopvangprestatie.".

Artikel 3. (01/01/2022- ...)

In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 juni 2019, 28 december 2019 en 5 maart 2021, worden tussen het tweede en het derde lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt:

"In afwijking van het tweede lid, 1°, bedraagt de subsidie 40% van het bedrag voor een kinderopvangprestatie van een kind dat buitenschools opgevangen wordt, die minder dan drie uur duurt.

De organisator kan, voor kinderen die buitenschools opgevangen worden, de verschillende verblijfstijden van minder dan één uur van een kind per week samentellen. In dat geval tellen die verblijfstijden als één kinderopvangprestatie.".

Artikel 4. (01/01/2022- ...)

Artikel 27/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2017 en opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2019, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:

"Art. 27/2. De organisator die beschikt over subsidies voor inkomenstarief voor gezinsopvang of groepsopvang, gerealiseerd door samenwerkende onthaalouders, kan de subsidies, vermeld in dit besluit, ook inzetten in locaties waar uitsluitend buitenschoolse opvang wordt aangeboden, op voorwaarde dat de organisator voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, met uitzondering van artikel 19, 20, 21, 3° en 4°, van het voormelde besluit. De organisator vraagt voor die locaties een vergunning aan.".

Artikel 5.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(datum onbepaald- ...)

Artikel 27/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2017 en hersteld bij dit besluit, wordt opgeheven.

Artikel 6. (01/01/2022- ...)

In artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015, worden tussen het eerste en het tweede lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt:

"In afwijking van het eerste lid geldt voor kinderopvangprestaties van een kind dat buitenschools opgevangen wordt, die minder dan drie uur duren, 40% van het inkomenstarief.

De organisator kan voor kinderen die buitenschools opgevangen worden, de verschillende verblijfstijden van minder dan één uur van een kind per week samentellen. In dat geval tellen die verblijfstijden als één kinderopvangprestatie.".

Artikel 7. (01/01/2022- ...)

In artikel 50/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 1°, worden tussen de woorden "eigen kinderopvanglocaties" en de zinsnede ", in samenwerking met andere organisatoren" de woorden "of eigen locaties kleuteropvang" ingevoegd;
2° in het eerste lid, 2°, worden tussen de woorden "eigen kinderopvanglocaties" en de zinsnede ", waarbij wordt samengewerkt" de woorden "of eigen locaties kleuteropvang" ingevoegd;
3° in het eerste lid, 3°, worden de woorden "door Kind en Gezin erkende pedagogische ondersteuningsorganisaties" vervangen door de woorden "het ondersteuningsnetwerk kinderopvang";
4° in het eerste lid, 3°, worden tussen de woorden "organisatoren kinderopvang" en de woorden "bij de realisatie van" de woorden "of kleuteropvang" ingevoegd en worden tussen het woord "kinderopvanglocaties" en de woorden "minstens één kind" de woorden "of locaties kleuteropvang" ingevoegd;
5° in het eerste lid, 4°, worden de woorden "en provinciale" en de woorden "of provinciaal" opgeheven;
6° in het eerste lid, 5°, worden tussen het woord "kinderopvang" en de woorden "en partners" de woorden "of kleuteropvang" ingevoegd;
7° in het tweede lid worden tussen het woord "kinderopvanglocaties" en de zinsnede ", vermeld in het eerste lid, 3° " de woorden "of locaties kleuteropvang" ingevoegd.

Artikel 8. (01/01/2022- ...)

In artikel 58, § 2, van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 wordt de zinsnede "in artikel 17, derde lid, 1° en 2°, " vervangen door de zinsnede "in artikel 17, vijfde lid, 1° en 2°, ".

Artikel 9. (01/01/2022- ...)

In artikel 59 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 wordt de zinsnede "in artikel 18, derde lid, 1° en 2°, " telkens vervangen door de zinsnede "in artikel 18, vijfde lid, 1° en 2°, ".

Artikel 10. (01/01/2022- ...)

Aan artikel 65 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

"In afwijking van het eerste lid betaalt de organisator een kostenvergoeding aan de kinderbegeleider van 40% van het bedrag per kinderopvangprestatie van een kind dat buitenschools opgevangen wordt, die minder dan drie uur duurt.".

HOOFDSTUK 2. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020 tot toekenning van een kwaliteitslabel aan organisatoren van kleuteropvang (... - ...)

Artikel 11. (01/01/2022- ...)

In artikel 22, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020 tot toekenning van een kwaliteitslabel aan organisatoren van kleuteropvang wordt de zinsnede "Als het agentschap het voornemen heeft om het kwaliteitslabel te weigeren met toepassing van het derde lid" vervangen door de zinsnede "Als het agentschap het voornemen heeft om het kwaliteitslabel te weigeren op basis van gegronde indicatie zoals vermeld in het derde lid".

Artikel 12. (01/01/2022- ...)

In artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020 tot toekenning van een kwaliteitslabel aan organisatoren van kleuteropvang worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"5° de definitieve of tijdelijke verhuizing van de opvanglocatie.";
2° er worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
"De melding gebeurt conform de administratieve richtlijnen van het agentschap.
De organisator informeert het lokaal bestuur van een verhuizing en de stopzetting van een opvanglocatie.".

Artikel 13. (01/01/2022- ...)

In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 6/1, dat bestaat uit artikel 33/1 tot en met 33/3, ingevoegd, dat luidt als volgt:

"Hoofdstuk 6/1. Overgangsbepalingen

Art. 33/1. Voor de organisator die op 1 januari 2022 van rechtswege een kwaliteitslabel toegekend krijgt als vermeld in artikel 35, en die nog geen rechtspersoonlijkheid heeft, geldt een overgangsperiode van vier jaar om te voldoen aan de verplichting tot het hebben van rechtspersoonlijkheid, vermeld in artikel 6.

Art. 33/2. Voor de organisator die op 1 januari 2022 van rechtswege een kwaliteitslabel toegekend krijgt als vermeld in artikel 35, geldt een overgangsperiode van vier jaar om te voldoen aan de verplichting tot het voorrang geven aan kleuters, vermeld in artikel 7, 2°.

Art. 33/3. Voor de organisator die op 1 januari 2022 van rechtswege een kwaliteitslabel toegekend krijgt voor zijn locaties met een attest van toezicht als vermeld in artikel 35, geldt een overgangsperiode van vier jaar om te voldoen aan de verplichting waarbij 80% van de begeleiders een vorming heeft voltooid die de competenties, vermeld in artikel 15, derde lid, aanleert, of beschikt over een ervaringsbewijs dat aantoont dat die competenties verworven zijn.".

HOOFDSTUK 3. Slotbepalingen (... - ...)

Artikel 14. (01/01/2022- ...)

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.

Artikel 5 treedt in werking op de dag nadat de overgangstermijn, vermeld in artikel 17, eerste lid, van het decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten, is verstreken.

Artikel 15. (01/01/2022- ...)

De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 29/03/2024