Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de EPB, de uitbreiding van de energieprestatieregelgeving tot zorgwoningen en de uitbreiding van de labelpremie, de rentesubsidie en de energielening+ tot collectieve woongebouwen

Datum 10/12/2021

Inhoudstafel

  1. HOOFDSTUK 1. Algemene bepaling
  2. HOOFDSTUK 2. Wijzigingen van het Energiebesluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010
  3. HOOFDSTUK 3. Slotbepalingen

Inhoud

(... - ...)

Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 4.1.22/2, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011 en vervangen bij het decreet van 26 april 2019, artikel 7.1.4/1, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, artikel 7.5.1, gewijzigd bij de decreten van 12 juli 2013 en 24 februari 2017, artikel 8.2.1, artikel 8.2.2, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021, artikel 8.2.3, ingevoegd bij het decreet van 30 oktober 2020 en gewijzigd bij het decreet van 2 april 2021, artikel 8.3.1, artikel 8.3.1/1, § 2, ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017 en gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, artikel 8.3.3, artikel 8.4.1, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel 8.4.2, § 2, ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017 en gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, artikel 8.7.1, gewijzigd bij het decreet van 4 juni 2021, artikel 9.1.1, hersteld bij het decreet van 16 november 2018, artikel 9.1.2, hersteld bij het decreet van 16 november 2018 en gewijzigd bij het decreet van 2 april 2021, artikel 11.1.1 en 11.1.4, gewijzigd bij de decreten van 18 november 2011, 14 maart 2014, 25 april 2014 en 17 februari 2017, artikel 11.1.5, gewijzigd bij de decreten van 18 november 2011 en 17 februari 2017, artikel 11.2.1, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 november 2018, artikel 12.5.1, ingevoegd bij het decreet van 22 oktober 2021.

Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- Het begrotingsakkoord werd verkregen op 28 juni 2021.
- Dit ontwerp werd op 22 juli 2021 meegedeeld aan de Europese Commissie, met toepassing van artikel 5 en 8, lid 1, van Richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij.
- De VREG heeft een non-advies gegeven op 3 augustus 2021.
- De Minaraad heeft een non-advies gegeven op 8 september 2021.
- De SERV heeft een non-advies gegeven op 13 september 2021.
- De Raad van State heeft advies nr. 70.369/3 gegeven op 24 november 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. Algemene bepaling (... - ...)

Artikel 1. (02/01/2022- ...)

Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen.

HOOFDSTUK 2. Wijzigingen van het Energiebesluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 (... - ...)

Artikel 2. (02/01/2022- ...)

In artikel 1.1.1, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 15° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"15° /1 collectief woongebouw: een residentiële gebouweenheid waarbij verschillende personen die geen huishouden vormen samen wonen met uitzondering van welzijns- of gezondheidsvoorzieningen, internaten in een onderwijsinstelling, slaap-, verblijf- en leefruimtes in kazernes, religieuze gebouwen en penitentiaire voorzieningen;";
2° in punt 70° /1 worden tussen de woorden "een woning" en de woorden "met een energielabel" de woorden "of collectief woongebouw" ingevoegd.

Artikel 3. (02/01/2022- ...)

In artikel 6.2/1.7, § 1 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020, worden de woorden "groter dan 2 MW" telkens vervangen door de woorden "groter dan 5 MW".

Artikel 4. (02/01/2022- ...)

In artikel 6.4.1/1/4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "woning of een wooneenheid" vervangen door de zinsnede "woning, collectief woongebouw of wooneenheid" en worden de woorden "woning of wooneenheid" vervangen door de zinsnede "woning, dat collectief woongebouw of die wooneenheid";
2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "wooneenheid of woning" vervangen door de zinsnede "woning, elk collectief woongebouw of elke wooneenheid" en worden de woorden "woning of wooneenheid" vervangen door de zinsnede "woning, collectief woongebouw of wooneenheid";
3° in paragraaf 1, derde lid, worden tussen het woord "woning" en het woord "energielabel" de woorden "of het collectief woongebouw" ingevoegd;
4° in paragraaf 1, vijfde lid, 2°, worden tussen de woorden "een woning" en de woorden "een energieprestatiecertificaat" de woorden "of collectief woongebouw" ingevoegd;
5° in paragraaf 1, zesde lid, 2°, wordt het woord "woning" vervangen door de woorden "woning of collectief woongebouw";
6° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "woning of wooneenheid" vervangen door de zinsnede "woning, collectief woongebouw of wooneenheid";
7° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "die woning of wooneenheid" telkens vervangen door de zinsnede "die woning, dat collectief woongebouw of die wooneenheid".

Artikel 5. (02/01/2022- ...)

In titel VI, hoofdstuk IV, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021, wordt afdeling II, die bestaat uit artikel 6.4.2 tot en met 6.4.7, opgeheven.

Artikel 6. (02/12/2022- ...)

In artikel 6.4.14/2, § 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2016 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 december 2017 en 11 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden tussen de woorden "die de elektriciteitsdistributienetbeheerders" en de woorden "in portefeuille hebben" de woorden "met betrekking tot productie-installaties met datum van indienstname vanaf 1 augustus 2012" ingevoegd;
2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt:
"De vergoeding, vermeld in het eerste lid, wordt voor de groenestroomcertificaten, vermeld in het eerste lid, die de elektriciteitsdistributienetbeheerders met betrekking tot productie-installaties met datum van indienstname voor 1 augustus 2012 in portefeuille hebben, berekend op basis van de waarde die de elektriciteitsdistributienetbeheerder conform artikel 7.1.6 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 voor dat groenestroomcertificaat heeft betaald, met een plafond per groenestroomcertificaat waarvan de minister de waarde bepaalt maar die minstens gelijk is aan het plafond, vermeld in het tweede lid en maximaal gelijk is aan 450 euro.".

Artikel 7. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.9.1, § 3, 1°, van hetzelfde besluit, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "driejaarlijks" wordt vervangen door het woord "zesjaarlijks";
2° de datum "20 maart" wordt vervangen door de datum "30 juni";
3° de datum "1 mei" wordt vervangen door de datum "1 oktober".

Artikel 8. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.9.2/0, § 1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de woorden "van woningen of appartementen" vervangen door de woorden "van niet-energiezuinige woningen of appartementen";
2° er wordt tussen het tweede en derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Indien ten gevolge de renovatie of de sloop-en-heropbouw het aantal wooneenheden lager zal zijn dan het aantal wooneenheden die voor de start van de renovatie of sloop-en-heropbouw aanwezig waren, dan kunnen slechts energieleningen+ worden verkregen ten belope van maximaal het beoogd aantal wooneenheden na de renovatie of sloop-en-heropbouw. Het aantal wooneenheden voor en na de renovatie of sloop-en-heropbouw wordt bepaald in functie van het aantal beschikbare energieprestatiecertificaten voor de desbetreffende wooneenheden.".

Artikel 9. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.9.2/0/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "van de woning of het appartement" vervangen door de woorden "van de niet-energiezuinige woning of het niet-energiezuinige appartement";
2° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
" § 2/1. In afwijking van paragraaf 2 geldt, indien bij een renovatie of sloop-en-heropbouw meerdere wooneenheden worden gecreëerd, dezelfde energielabel-eis, zoals vermeld in paragraaf 2, voor alle wooneenheden.".

Artikel 10. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.9.2/0/2, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 2° worden de woorden "de woning of het appartement" vervangen door de woorden "de niet-energiezuinige woning of het niet-energiezuinige appartement";
2° in punt 3° wordt het woord "woning" vervangen door de woorden "niet-energiezuinige woning" en wordt het woord "appartement" vervangen door de woorden "niet-energiezuinig appartement".

Artikel 11. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.9.2/0/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "de woning of het appartement" vervangen door de woorden "de niet-energiezuinige woning of het niet-energiezuinige appartement";
2° aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Indien na de renovatie of sloop-en-heropbouw het geheel van wooneenheden lager ligt dan voor het geheel van wooneenheden waarvoor een energielening+ werd aangevraagd, zal het genoten interestvoordeel worden teruggevorderd overeenkomstig het aantal ontbrekende energieprestatiecertificaten ten opzichte van de initiële toestand.";
3° in paragraaf 2 worden tussen de woorden "In afwijking van het paragraaf 1, tweede lid" en "wordt van het genoten voordeel slechts" de woorden "en met behoud van toepassing van paragraaf 1, derde lid" ingevoegd;
4° in paragraaf 2, 1°, a), worden de woorden "zijn woning of appartement" vervangen door de woorden "zijn niet-energiezuinige woning of appartement";
5° in paragraaf 2, 1°, b), en 2°, worden de woorden "zijn woning" vervangen door de woorden "zijn niet-energiezuinige woning".

Artikel 12. (02/01/2022- ...)

In titel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021, worden aan het opschrift van hoofdstuk X de woorden "die biogas verbranden" toegevoegd.

Artikel 13. (01/01/2022- ...)

In artikel 7.10.1 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 1, eerste lid worden de woorden "die biogas verbranden" toegevoegd;
2° in paragraaf 1, tweede lid wordt tussen het woord "warmte-krachtinstallaties" en de woorden "die voldoen aan de voorwaarden" de woorden "die biogas verbranden" ingevoegd;
3° in paragraaf 2 wordt de zin "De premie voor de plaatsing van een warmte-krachtinstallatie op fossiele brandstoffen bedraagt 30 % van de in aanmerking komende kosten, met een maximum van 1715 euro, vermenigvuldigd met de vierkantswortel van het bruto nominaal elektrisch vermogen uitgedrukt in kilowatt." opgeheven.

Artikel 14. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.11.1, § 1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zinsnede "40 kW" wordt vervangen door de zinsnede "25 kW";
2° de zinsnede "2 MW" wordt telkens vervangen door de zinsnede "5 MW".

Artikel 15. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.11.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"11° als de aanvrager een onderneming is, een verklaring op eer waarin de aanvrager verklaart dat deze geen onderneming in moeilijkheden is als vermeld in artikel 2, 18 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.";
2° paragraaf 3, vijfde lid, wordt vervangen door wat volgt:
"Projecten die een hogere steun aanvragen dan het steunplafond, vermeld in het vierde lid, zijn niet ontvankelijk conform paragraaf 1, vijfde lid, 4°. Per rangschikking als vermeld in het derde lid, worden de projecten met de hoogste verhouding van de aangevraagde steun ten opzichte van de energieopbrengst niet geselecteerd, ten belope van 10% van het totaalbedrag van de aangevraagde steun binnen de betreffende rangschikking en waarbij het project met de hoogste verhouding van de aangevraagde steun ten opzichte van de energieopbrengst in elk geval niet wordt geselecteerd. Als bij toepassing van deze regel, de projecten of het project met de hoogste verhouding van de aangevraagde steun ten opzichte van de energieopbrengst die niet geselecteerd worden, samen onder 10% van het totaalbedrag van de aangevraagde steun binnen de betreffende rangschikking blijven, dan wordt het eerstvolgende hoogst gerangschikte project eveneens niet geselecteerd, ook als daardoor het bedrag van de aangevraagde steun van niet geselecteerde projecten meer dan 10% van het totaalbedrag van de aangevraagde steun binnen de betreffende rangschikking bedraagt. Alleen de best gerangschikte projecten die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in dit lid, krijgen steun tot het budget, vermeld in artikel 7.11.1, § 2, derde lid, per rangschikkingslijst als vermeld in het derde lid, opgebruikt is.";
3° in paragraaf 3, zesde lid worden tussen de eerste en tweede zin de volgende zinnen ingevoegd:
"Voor een installatie op basis van zonne-energie zijn de projectkosten die in aanmerking komen minstens de aankoopkosten voor de PV-panelen, de aankoopkosten van de omvormer(s), de aankoopkosten van de productiemeter, de plaatsingskosten van de installatie, de kosten van de keuring van de installatie, de aansluitingskosten van de installatie en de kosten van het noodzakelijk materiaal horende bij de installatie. Voor projecten op basis van windenergie zijn de projectkosten die in aanmerking komen minstens de aankoopkosten van de (wind)turbine, de aankoopkosten van de omvormer(s), de aankoopkosten van de productiemeter, de plaatsingskosten van de installatie, de kosten voor de keuring van de installatie en de aansluitingskosten van de installatie.";
4° in paragraaf 3, zevende lid, 1°, worden de woorden "groter dan 40 kW" vervangen door de woorden "groter dan 25 kW";
5° in paragraaf 3, zevende lid, 3°, worden de woorden "tot en met 2 MW" vervangen door de woorden "tot en met 5 MW";
6° in paragraaf 4 worden tussen de woorden "bezorgt de begunstigde de bankwaarborg" en de woorden "aan het VEKA" de woorden "digitaal via een elektronisch formulier op de website van het VEKA" ingevoegd.

Artikel 16. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.11.4, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2020, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen de woorden "die in aanmerking komen," en de woorden "gestaafd met facturen" worden de woorden "zoals vermeld in paragraaf 3, 6°, " ingevoegd;
2° er wordt een punt 2° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"2° /1° een kopie van de eerste onomkeerbare contractuele verbintenis, aangegaan voor de uitvoering van de subsidieerbare werkzaamheden;".

Artikel 17. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.14.1, § 4 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt het woord "zes" vervangen door het woord "negen";
2° het zesde lid wordt opgeheven.

Artikel 18. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.15.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "van woningen of appartementen" vervangen door de woorden "van niet-energiezuinige woningen of appartementen" en worden de woorden "een woning of appartement" vervangen door de woorden "een niet-energiezuinige woning of appartement";
2° in paragraaf 1 wordt tussen het eerste en tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Indien ten gevolge de renovatie het aantal wooneenheden lager zal zijn dan het aantal wooneenheden die voor de start van de renovatie aanwezig waren, dan kunnen slechts rentesubsidies worden verkregen ten belope van maximaal het beoogd aantal wooneenheden na de renovatie. Het aantal wooneenheden voor en na de renovatie wordt bepaald in functie van het aantal beschikbare energieprestatiecertificaten voor de desbetreffende wooneenheden.";
3° in paragraaf 5, tweede en derde lid, worden de woorden "de woning of het appartement" vervangen door de woorden "de niet-energiezuinige woning of het niet-energiezuinige appartement";
4° in paragraaf 5, vierde lid, worden de woorden "de woning" vervangen door de woorden "de niet-energiezuinige woning";
5° er wordt een paragraaf 5/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
" § 5/1. In afwijking van paragraaf 5 geldt, indien bij een renovatie meerdere wooneenheden worden gecreëerd, dezelfde energielabel-eis, zoals vermeld in paragraaf 5, voor alle wooneenheden.".

Artikel 19. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.15.4, vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, worden de woorden "zijn woning" telkens vervangen door de woorden "zijn niet-energiezuinige woning".

Artikel 20. (02/01/2022- ...)

In artikel 7.15.5, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "de woning of het appartement" vervangen door de woorden "de niet-energiezuinige woning of het niet-energiezuinige appartement";
2° er wordt tussen het eerste en tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Indien na de renovatie het geheel van wooneenheden lager ligt dan voor het geheel van wooneenheden waarvoor een rentesubsidie werd aangevraagd, zal de rentesubsidie worden teruggevorderd overeenkomstig het aantal ontbrekende energieprestatiecertificaten ten opzichte van de initiële toestand.";
3° het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt vervangen door wat volgt:
"In afwijking van het eerste lid en met behoud van toepassing van het tweede lid wordt slechts:
1° 50% teruggevorderd als:
a) de kredietnemer voor zijn niet-energiezuinige woning of appartement middels zijn resultaatsverbintenis label A beoogde maar label B behaalde;
b) de kredietnemer voor zijn niet-energiezuinige woning middels zijn resultaatsverbintenis label B beoogde maar label C behaalde;
2° 75% teruggevorderd als de kredietnemer voor zijn niet-energiezuinige woning middels zijn resultaatsverbintenis label A beoogde maar label C behaalde.".

Artikel 21. (23/12/2021- ...)

In artikel 7.16.1, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021, wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
"3° er was voor de decentrale productie-installatie door de netgebruiker voor 1 maart 2021 geen afstand gedaan van de regeling met betrekking tot de compensatie van injectie en afname, als vermeld in artikel 15.3.5/12, vierde lid van het Energiedecreet van 8 mei 2009, vernietigd bij arrest nr. 5/2021 van 14 januari 2021 van het Grondwettelijk Hof;".

Artikel 22. (23/12/2021- ...)

In artikel 7.16.2, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021, wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
"3° er was voor de decentrale productie-installatie door de netgebruiker voor 1 maart 2021 geen afstand gedaan van de regeling met betrekking tot de compensatie van injectie en afname, als vermeld in artikel 15.3.5/12, vierde lid van het Energiedecreet van 8 mei 2009, vernietigd bij arrest nr. 5/2021 van 14 januari 2021 van het Grondwettelijk Hof;".

Artikel 23. (02/01/2022- ...)

Aan artikel 9.1.10 van hetzelfde besluit worden een punt 5° en 6° toegevoegd, die luiden als volgt:
"5° in geval van aansluiting op een systeem van externe warmtelevering: fp=fp,dh,m de equivalente maandelijkse primaire energiefactor van dat systeem, in detail te bepalen volgens door de minister bepaalde regels en bij ontstentenis gelijk aan 2,0, (-);
6° in geval van aansluiting op een systeem van externe koudelevering: fp=fp,dc de equivalente primaire energiefactor van dat systeem, in detail te bepalen volgens door de minister bepaalde regels, (-).".

Artikel 24. (02/01/2022- ...)

In artikel 9.1.11, § 2/1, derde lid van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017, wordt aan de tabel de volgende kolom toegevoegd:

1/1/2022
50
65
55
55
35
50
".

Artikel 25. (02/01/2022- ...)

Aan artikel 9.1.12 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

"In afwijking van het eerste lid is de oververhittingsindicator niet begrensd bij een tijdelijke verplaatsbare constructie met een totale bruikbare vloeroppervlakte van minder dan vijftig vierkante meter waarin een zorgwoning wordt verwezenlijkt.".

Artikel 26. (02/01/2022- ...)

Aan artikel 9.1.12/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2020, worden een tweede, derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt:

"In afwijking van het eerste lid geldt de maximale S-peil eis niet voor tijdelijke verplaatsbare constructies met een totale bruikbare vloeroppervlakte van minder dan vijftig vierkante meter waarin een zorgwoning wordt verwezenlijkt.

In afwijking van het eerste lid kan voor EPW-eenheden in nieuw op te richten woongebouwen waarvan het S-peil S29, S30 of S31 bedraagt, ook voldaan worden aan het S-peil als het E-peil niet meer bedraagt dan:
1° E25, als de melding gedaan wordt of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022;
2° E20, als de melding gedaan wordt of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2023.

In beide gevallen, vermeld in het derde lid, moeten de voorwaarden, vermeld in artikel 9.1.12/2, ook vervuld zijn.".

Artikel 27. (02/01/2022- ...)

Aan artikel 9.1.20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

"In afwijking van het eerste lid zijn de EPB-eisen van dit hoofdstuk wel van toepassing als bij de verwezenlijking van een zorgwoning de tussenkomst van een architect niet vereist is. De voormelde afwijking geldt niet bij de verwezenlijking van een zorgwoning binnen een bestaand bouwvolume van een hoofdzakelijk vergunde woning.".

Artikel 28. (02/01/2022- ...)

Aan artikel 9.1.22, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", tenzij het gebouw een zorgwoning bevat" toegevoegd.

Artikel 29. (02/01/2022- ...)

In artikel 9.1.30, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020, worden de woorden "aangevraagd of de melding is gedaan" vervangen door de woorden "verleend of de melding is neergelegd".

Artikel 30. (02/01/2022- ...)

In artikel 9.2.11, § 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2020, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:

"Het energieprestatiecertificaat bouw heeft een geldigheidsduur van tien jaar. De geldigheidsduur begint te lopen zodra een van de volgende voorwaarde is vervuld:
1° de ingebruikname van het gebouw;
2° het beëindigen van de vergunnings- of meldingsplichtige werken of handelingen;
3° vijf jaar na het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of na het neerleggen van de melding;
4° de datum waarop de EPB-aangifte is ingediend.".

Artikel 31. (23/12/2021- ...)

Artikel 12.3.6 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
"In afwijking van artikel 7.9.1, § 3, 1°, formuleert het energiehuis een voorstel voor vier jaar voor de periode die aanvang neemt op 1 januari 2022 en eindigt op 31 december 2025 en bezorgt dat uiterlijk op 15 januari 2022 aan het VEKA. Het VEKA bezorgt een voorstel van addendum aan het energiehuis.".

Artikel 32. (02/01/2022- ...)

Aan artikel 12.3.19 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2020, wordt een paragraaf 6 toegevoegd, dat luidt als volgt:

" § 6. Voor de lopende energieconsulentenprojecten, vermeld in titel VI, hoofdstuk II, afdeling III, wordt de looptijd van het project geschorst tijdens de duur van de civiele noodsituatie van 20 maart 2020 tot en met 17 juli 2020.".

Artikel 33. (23/12/2021- ...)

Aan titel XII, hoofdstuk III van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, wordt een artikel 12.3.24 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 12.3.24. In afwijking van artikel 7.16.1, § 3 en artikel 7.16.2, § 3 komen de eigenaars van een decentrale productie-installatie waarvan de meetinstallatie was uitgerust met een teruglooprem, en waar op de datum van de inwerkingtreding van dit artikel al een digitale meter is geplaatst alsnog in aanmerking voor de retroactieve investeringspremie, vermeld in respectievelijk artikel 7.16.1 en artikel 7.16.2, als zij zich, op straffe van onontvankelijkheid van de aanvraag, uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit artikel aanmelden via een webapplicatie die de elektriciteitsdistributienetbeheerder of zijn werkmaatschappij ter beschikking stelt. De overige bepalingen van artikel 7.16.1 en artikel 7.16.2 zijn van overeenkomstige toepassing.".

Artikel 34. (23/12/2021- ...)

Aan titel XII, hoofdstuk III van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, wordt een artikel 12.3.25 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 12.3.25. In afwijking van artikel 7.15.3, § 1 komt een kredietnemer waarvan de authentieke akte wordt verleden in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en waarbij het door de verkoper overgedragen geldig energieprestatiecertificaat ouder is dan 2019, toch in aanmerking voor de rentesubsidie, vermeld in titel VII, hoofdstuk XV, als het energieprestatiecertificaat, vermeld in artikel 1.1.1, § 2, 70° /1, aan het VEKA wordt voorgelegd binnen een termijn van drie maanden die ingaat vanaf de laatste van de hierna volgende data:
1° de inwerkingtreding van dit artikel;
2° de datum van het verlijden van de authentieke akte.

De overige bepalingen van titel VII, hoofdstuk XV zijn van overeenkomstige toepassing.".

Artikel 35. (02/01/2022- ...)

Aan titel XII, hoofdstuk III van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, wordt een artikel 12.3.26 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 12.3.26. In afwijking van artikel 6.4.1/6, eerste lid van dit besluit en artikel 16, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020 houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de invoering van een premie voor de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen en wijzigingen met betrekking tot de REG-premies kunnen de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/4 en 6.4.1/5, § 1, eerste lid, 1° tot en met 8° /2, alleen worden uitbetaald voor facturen die zijn gedateerd in de periode van 24 maanden die voorafgaan aan de datum van de indiening van de aanvraag en op voorwaarde dat de eindfacturen dateren vanaf 1 juli 2020. De datum van de laatste factuur bepaalt de premiebedragen en premievoorwaarden die van toepassing zijn.".

Artikel 36. (02/01/2022- ...)

In bijlage III/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, worden deel 3 de woorden "groter dan 2 MW" telkens vervangen door de woorden "groter dan 5 MW".

Artikel 37. (02/01/2022- ...)

Bijlage V bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2020, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 38. (02/01/2022- ...)

Bijlage VI bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2020, wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 39. (02/01/2022- ...)

Bijlage IX bij hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2020, wordt vervangen door bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 40. (02/01/2022- ...)

Bijlage X bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018, wordt vervangen door bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 41. (02/01/2022- ...)

In bijlage XII bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 5.2.2 wordt de zin "Voor elektrische bodem/water, water/water, lucht/water en lucht/lucht warmtepompen is het toestelrendement ηapp gelijk aan het opwekkingsrendement ηgen,heat bepaald volgens de methode beschreven in bijlage V en bijlage VI bij dit besluit." vervangen door de zin "Voor elektrische bodem/water, water/water, lucht/water en lucht/lucht warmtepompen is het toestelrendement ηapp voor residentiële eenheden gelijk aan het opwekkingsrendement ηgen,heat, dat wordt bepaald volgens de methode die beschreven is in bijlage V bij dit besluit, en voor niet-residentiële eenheden en industriële eenheden gelijk aan het opwekkingsrendement ηgen,heat, dat wordt bepaald volgens de methode die beschreven is in bijlage VI bij dit besluit.";
2° in punt 5.3.2 wordt tabel 3
"Tabel [3]: Correctiefactor voor de locatie van de warmteopwekker of de warmtewisselaar die de begrenzing vormt met het systeem van externe warmtelevering volgens vooraf door de minister bepaalde regels

   floc (-)
Opgesteld binnen het beschermd volume 1,00
Opgesteld buiten het beschermd volume 0,98
vervangen door de volgende tabel:
"Tabel [3]: Correctiefactor voor de locatie van de warmteopwekker of de warmtewisselaar die de begrenzing vormt met het systeem van externe warmtelevering volgens vooraf door de minister bepaalde regels
   floc (-)
Alle warmteopwekkers behalve warmtepomp:
• Opgesteld binnen het beschermd volume
• Opgesteld buiten het beschermd volume
1,00
0,98
Warmtepomp (n.v.t.) 1,00
3° in punt 8.1.1 wordt de zinsnede "het opgelegde minimale systeemrendement voor verwarmingssystemen die niet onder het toepassingsgebied van Europese Verordening (EU) n° 2016/2281 vallen, bepaald in functie van het type koelsysteem volgens Tabel [13], (-)" vervangen door de zinsnede "het opgelegde minimale systeemrendement voor koelsystemen die niet onder het toepassingsgebied van Europese Verordening (EU) n° 2016/2281 vallen, bepaald in functie van het type koelsysteem volgens Tabel [13], (-)";
4° in punt 8.2.2 wordt eq. 19 vervangen door wat volgt:

HOOFDSTUK 3. Slotbepalingen (... - ...)

Artikel 42. (02/01/2022- ...)

§ 1. Artikel 6.2/1.7, § 1, van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd bij artikel 3 van dit besluit, en bijlage III/3 bij het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd bij artikel 36 van dit besluit, zijn voor het eerst van toepassing op projecten waarvoor voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog geen principeaanvraag of definitieve aanvraag is ingediend bij het VEKA als vermeld in artikel 6.2/1.7 van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals van kracht vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

§ 2. Artikel 6.2/1.7 en bijlage III/3 van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals van kracht vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, blijven van toepassing op installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 2 MW tot en met 5 MW, en op installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 2 MW tot en met 5 MW, en die injecteren in een directe lijn die de eigen site overschrijdt, waarvoor op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit:
1° al een definitieve bandingfactor als vermeld in artikel 6.2/1.7, § 2, van het Energiebesluit van 19 november 2010, werd verkregen;
2° al een voorlopige bandingfactor werd verkregen conform de procedure, vermeld in artikel 6.2/1.7, § 1, van het voormelde besluit, zoals van kracht vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit;
3° al een principeaanvraag of definitieve aanvraag is ingediend bij het VEKA als vermeld in artikel 6.2/1.7, zoals van kracht vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

De projecten, vermeld in het eerste lid, aangaande installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 2 MW tot en met 5 MW, en installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 2 MW tot en met 5 MW, en die injecteren in een directe lijn die de eigen site overschrijdt, zijn uitgesloten van de call, vermeld in artikel 7.11.1 tot en met 7.11.4 van het Energiebesluit van 19 november 2010, tenzij eerst uitdrukkelijk afstand wordt gedaan van hun recht op de toekenning van groenestroomcertificaten op grond van een bandingfactor als vermeld in het eerste lid, 1° of 2°, of tenzij de aanvraag, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt ingetrokken.

Artikel 43. (02/01/2022- ...)

Bijlagen V, VI, IX, X en XII bij het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals vervangen of gewijzigd bij dit besluit, zijn voor het eerst van toepassing op dossiers waarbij de melding of de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wordt ingediend vanaf 1 januari 2022.

Artikel 44. (02/01/2022- ...)

Artikelen 21, 22, 31, 33 en 34 treden in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 13 en artikel 17, 2° treden in werking op 1 januari 2022.

Artikel 6 treedt in werking op een datum die de minister, bevoegd voor de energie, vaststelt.

Artikel 45. (02/01/2022- ...)

De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE (02/01/2022- ...)

Bijlage 1. Link naar de bijlage

BIJLAGE (02/01/2022- ...)

Bijlage 2. Link naar de bijlage

BIJLAGE (02/01/2022- ...)

Ventilatievoorzieningen in woongebouwen

 

BIJLAGE (02/01/2022- ...)

Bijlage 4. Link naar de bijlage


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 05/05/2024