Decreet houdende een generieke waarborgregeling voor ondernemingen

Datum 10/12/2021

Inhoudstafel

  1. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
  2. Hoofdstuk 2. De generieke waarborgregeling voor ondernemingen
  3. Hoofdstuk 3. De waarborgvennootschap
  4. Hoofdstuk 4. Wijzigingen van het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen
  5. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Inhoud

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen (... - ...)

Artikel 1. (28/01/2023- ...)

Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Artikel 2. (28/01/2023- ...)

In dit decreet wordt verstaan onder:
1° begunstigde: de onderneming die met de waarborghouder een financieringsovereenkomst sluit die het Vlaamse Gewest gewaarborgd heeft;
2° contingent: het aandeel van een waarborghouder in het maximale bedrag aan waarborgen dat de Vlaamse Regering gedurende een bepaalde periode ter beschikking stelt;
3° financieringsovereenkomst: elke overeenkomst op grond waarvan een begunstigde van de waarborghouder een van de volgende zaken verkrijgt:
a) geldmiddelen;
b) de beschikking over zijn kredietwaardigheid;
c) de beschikking over een roerend of onroerend goed in de vorm van een leasingovereenkomst;
4° kandidaat-waarborghouder: een rechtspersoon die, met naleving van de procedureregels, vermeld in artikel 4, zijn belangstelling om waarborghouder te worden, heeft laten blijken en waaraan nog geen contingent is toegekend;
5° onderneming: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voldoet aan de definitie, vermeld in artikel 1 van bijlage I bij verordening (EG) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, de latere wijzigingen ervan en elke latere akte die de verordening vervangt;
6° oproep: een oproep als vermeld in artikel 4;
7° raamovereenkomst: de overeenkomst tussen de waarborghouder en de waarborgvennootschap waarin wordt uitgewerkt op welke wijze de waarborghouder en de waarborgvennootschap uitvoering geven aan de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan;
8° waarborg: de waarborg van het Vlaamse Gewest, vermeld in artikel 3, § 2, van dit decreet, die voor een financieringsovereenkomst aan de waarborghouder wordt toegekend;
9° waarborghouder: een rechtspersoon waaraan conform dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan een contingent is toegewezen;
10° waarborgvennootschap: een dochteronderneming van Participatiemaatschappij Vlaanderen nv.

Hoofdstuk 2. De generieke waarborgregeling voor ondernemingen (... - ...)

Artikel 3. (28/01/2023- ...)

§ 1. Om de financiering voor de oprichting en ontwikkeling van ondernemingen te stimuleren, kan de Vlaamse Regering voor rekening van het Vlaamse Gewest, binnen de perken van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, aan de kandidaat-waarborghouders contingenten toekennen.

§ 2. De waarborghouders kunnen binnen de perken van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan alleen een waarborg aanwenden om financieringsovereenkomsten met een uitsluitend beroepskarakter te dekken die strekken tot een investering op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of de financiering van activiteiten van een begunstigde met een exploitatiezetel op het grondgebied van het Vlaamse Gewest.

§ 3. Het maximale bedrag aan waarborgen wordt periodiek vastgelegd in de desbetreffende uitgavenbegrotingen van de Vlaamse Gemeenschap.

§ 4. De Vlaamse Regering kan de nadere voorwaarden bepalen waaronder de openbare oproep wordt verricht en kan de premie en de voorwaarden van de oproep bepalen, zoals de personen die in aanmerking komen voor de waarborg en de financieringsovereenkomsten waarvoor de waarborg tot zekerheid kan dienen, de voorwaarden waaronder de waarborgen worden verleend, de wijze waarop de toekenningsprocedure van de contingenten wordt georganiseerd, de wijze waarop de financieringsovereenkomsten een waarborg kunnen verkrijgen, de wijze waarop de waarborg kan worden afgeroepen, de wijze waarop de waarborg kan worden betaald en de wijze waarop een dossier vroegtijdig kan worden afgesloten.

De Vlaamse Regering kan het bepalen van de detailmaatregelen over de aangelegenheden, vermeld in het eerste lid, delegeren aan de waarborgvennootschap.

Artikel 4. (28/01/2023- ...)

§ 1. Periodiek doet de Vlaamse Regering een oproep om te achterhalen welke rechtspersonen belangstelling vertonen om kandidaat-waarborghouder te worden.

De oproep bevat het maximale bedrag aan waarborgen dat kan worden toegestaan.

§ 2. De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud en de voorwaarden van de oproep.

§ 3. Een waarborg kan alleen worden verleend na de betaling van een premie aan het Vlaamse Gewest.

In afwijking van het eerste lid kan de Vlaamse Regering voor specifieke doelgroepen die ze geïdentificeerd heeft, en onder de voorwaarden en modaliteiten die ze vastgesteld heeft, bepalen dat geen of een verminderde premie verschuldigd is.

Artikel 5. (28/01/2023- ...)

De waarborgen moeten in overeenstemming zijn met artikel 107 tot en met 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.

Het decreet van 7 mei 2004 houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest is niet van toepassing op de waarborgregeling, vermeld in dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 3. De waarborgvennootschap (... - ...)

Artikel 6. (28/01/2023- ...)

§ 1. De waarborgvennootschap draagt de naam van "PMV/z-Waarborgen nv". Participatiemaatschappij Vlaanderen nv heeft het recht om de naam van PMV/z-Waarborgen nv te wijzigen.

§ 2. Voor wat niet uitdrukkelijk anders geregeld is in dit decreet, is de waarborgvennootschap onderworpen aan de bepalingen van hoofdstuk IVquater van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid.

In afwijking van artikel 7quater, § 1, tweede lid, van het voormelde decreet staat de waarborgvennootschap niet onder het toezicht van de Vlaamse Regering door toedoen van een regeringscommissaris, maar onder het toezicht van Participatiemaatschappij Vlaanderen nv.

De nadere modaliteiten van de taken, financiering, financiële doelstellingen en rapporteringsverplichtingen van de waarborgvennootschap worden geregeld in een overeenkomst tussen de waarborgvennootschap, Participatiemaatschappij Vlaanderen nv en het Vlaamse Gewest.

§ 3. In het kader van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan heeft de waarborgvennootschap de volgende doelstellingen:
1° in opdracht van het Vlaamse Gewest de dossiers beheren die voortvloeien uit de waarborgregeling, vermeld in dit decreet;
2° advies verlenen over de waarborgregeling, vermeld in dit decreet.

§ 4. De waarborgvennootschap wordt in het kader van dit decreet en de doelstellingen, vermeld in paragraaf 3, belast met de volgende taken:
1° bijstaan bij het verrichten van een oproep voor kandidaat-waarborghouders;
2° advies verlenen over het aanvaarden van de kandidaat-waarborghouders en over de toekenning van een contingent aan kandidaat-waarborghouders;
3° advies verlenen over het herverdelen en herbepalen van toegekende contingenten;
4° beslissen over de registratie van de waarborgen en de weigering ervan voor de waarborgen waarvan de waarde de drempel die de Vlaamse Regering heeft bepaald, niet overschrijdt, en advies verlenen over de beslissing over de registratie van de waarborgen en de weigering ervan voor de waarborgen waarvan de waarde de drempel die de Vlaamse Regering heeft bepaald, overschrijdt;
5° de waarborgen registreren;
6° een waarborg en de registratie geheel of gedeeltelijk schrappen;
7° beslissen om een waarborg provisioneel betaalbaar te stellen en beslissen tot weigering om een waarborg geheel of gedeeltelijk betaalbaar te stellen;
8° een waarborg uitbetalen;
9° een provisionele betaling geheel of gedeeltelijk herroepen;
10° een waarborg en de verplichtingen die daaruit voortvloeien, vroegtijdig beëindigen;
11° de onderzoekstaken, vermeld in paragraaf 5, verrichten;
12° alle taken die de Vlaamse Regering bepaalt, uitvoeren.

§ 5. In deze paragraaf wordt verstaan onder medeschuldenaar: iedere natuurlijke of rechtspersoon die zich samen met de begunstigde ten aanzien van de waarborghouder (on)rechtstreeks verbonden heeft tot terugbetaling van de schulden die voortvloeien uit de financieringsovereenkomst, dan wel een zakelijke of persoonlijke zekerheid heeft gesteld voor het geval dat de begunstigde in gebreke blijft.

Om haar taken, vermeld in dit decreet, de uitvoeringsbesluiten ervan en de raamovereenkomst, uit te voeren, kan de waarborgvennootschap altijd alle informatie over de financiële toestand en de activiteiten van de waarborghouder, de begunstigde en zijn medeschuldenaars controleren.

De waarborgvennootschap kan bij de controle, vermeld in het tweede lid, de volgende acties ondernemen:
1° de onderdelen die betrekking hebben op de begunstigde en zijn medeschuldenaars, in de boeken van de waarborghouder bekijken;
2° inzage nemen in de overeenkomsten die de waarborghouder heeft gesloten met de begunstigde en zijn medeschuldenaars;
3° kopieën van alle stukken en gegevens die betrekking hebben op de begunstigde en zijn medeschuldenaars, maken en bijhouden.

De controle, vermeld in het tweede en derde lid, kan bij de waarborgvennootschap, bij de waarborghouder of, als dat nodig is, bij de begunstigde of zijn medeschuldenaars worden uitgevoerd.

De waarborghouder zorgt ervoor dat de begunstigde en zijn medeschuldenaars kennisnemen van de bepalingen, vermeld in deze paragraaf.

§ 6. De waarborgvennootschap voert de taken, vermeld in paragraaf 4 en 5, uit volgens de voorwaarden, vermeld in dit decreet, de uitvoeringsbesluiten ervan en de raamovereenkomst.

Artikel 7. (28/01/2023- ...)

§ 1. Iedere belanghebbende, kandidaat-waarborghouder en waarborghouder kan binnen een maand vanaf de dag na de dag waarop de beslissing wordt verzonden, beroep aantekenen bij de Vlaamse Regering tegen de beslissingen van de waarborgvennootschap die genomen zijn ter uitvoering van dit decreet, de uitvoeringsbesluiten ervan en de raamovereenkomst.

Een beroep als vermeld in het eerste lid, wordt ingediend met een verzoekschrift dat op straffe van onontvankelijkheid de grieven van de verzoeker bevat.

§ 2. Het beroep schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing niet.

§ 3. Nadat de Vlaamse Regering het verzoekschrift heeft ontvangen, vraagt ze aan de waarborgvennootschap om onmiddellijk haar opmerkingen over de grieven van de verzoeker aan haar mee te delen.

De waarborgvennootschap beschikt over twee weken vanaf de datum van het verzoekschrift, vermeld in het eerste lid, om de gevraagde opmerkingen aan de Vlaamse Regering mee te delen.

§ 4. De Vlaamse Regering doet binnen een maand vanaf de datum van het verzoekschrift, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, uitspraak over het beroep.

De Vlaamse Regering brengt de verzoeker en de waarborgvennootschap op de hoogte van haar beslissing, vermeld in het eerste lid.

§ 5. Bij ontstentenis van een beslissing binnen de termijn, vermeld in paragraaf 4, eerste lid, wordt de Vlaamse Regering geacht het beroep af te wijzen.

Artikel 8. (28/01/2023- ...)

§ 1. Ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt de waarborgvennootschap onder de voorwaarden, vermeld in de overeenkomst, vermeld in artikel 6, § 2, derde lid, een vergoeding voor alle kosten die volgen uit de uitvoering van de taken, vermeld in dit decreet, de uitvoeringsbesluiten ervan en de voormelde overeenkomst.

Er kunnen aan de waarborgvennootschap om haar taken uit te voeren, ten laste van de kredieten die daarvoor vastgelegd zijn, kwartaalvoorschotten worden toegekend.

§ 2. De eventuele verliezen die voortvloeien uit het toekennen van waarborgen volgens de waarborgregeling, worden gedragen ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap.

Hoofdstuk 4. Wijzigingen van het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen (... - ...)

Artikel 9. (28/01/2023- ...)

In het opschrift van het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, vervangen bij het decreet van 20 februari 2009, worden de woorden "betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen" vervangen door de woorden "houdende ad-hocwaarborgen voor ondernemingen en waarborgen voor financieringsfondsen en kredietportefeuilles".

Artikel 10. (28/01/2023- ...)

In artikel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 20 februari 2009, 12 juli 2013 en 15 mei 2020, worden punt 2°, 3°, 7°, 7° /1, 8°, 11°, 12° en 15° tot en met 18° opgeheven.

Artikel 11. (28/01/2023- ...)

In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 20 februari 2009, 23 december 2010, 12 juli 2013 en 15 mei 2020, worden hoofdstuk II, dat bestaat uit artikel 3 tot en met 19, en hoofdstuk III, dat bestaat uit artikel 20 tot en met 22, opgeheven.

Artikel 12. (28/01/2023- ...)

In punt 8° van artikel 22/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2010, 12 juli 2013 en 15 mei 2020, wordt de zinsnede "zoals bedoeld in hoofdstuk II" vervangen door de zinsnede "zoals bedoeld in het decreet van 10 december 2021 houdende een generieke waarborgregeling voor ondernemingen".

Artikel 13. (28/01/2023- ...)

In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 20 februari 2009, 23 december 2010, 12 juli 2013 en 15 mei 2020, worden hoofdstuk IV, dat bestaat uit artikel 23 en 24, hoofdstuk V, dat bestaat uit artikel 25, en artikel 26, opgeheven.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen (... - ...)

Artikel 14. (28/01/2023- ...)

De volgende regelingen worden opgeheven:
1° het decreet van 7 april 2000 houdende een waarborgregeling voor de ondernemingen die zijn getroffen door de dioxinecrisis in 1999;
2° het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 houdende een waarborgregeling voor de ondernemingen die zijn getroffen door de dioxinecrisis in 1999.

Artikel 15. (28/01/2023- ...)

De waarborgvennootschap blijft voor het Vlaamse Gewest bevoegd voor het beheer en de verdere afwikkeling van de dossiers over de waarborgen die vóór de inwerkingtreding van dit decreet toegekend zijn op grond van hoofdstuk II en III van het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, op grond van titel I, hoofdstuk I, afdeling 2, van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, alsook op grond van de wet van 24 mei 1959 tot verruiming van de mogelijkheden inzake de beroeps- en ambachtskredietverlening aan de middenstand.

Het beheer en de verdere afwikkeling van de dossiers, vermeld in het eerste lid, verlopen, voor zover dat mogelijk is, conform de regels die de Vlaamse Regering op basis van dit decreet vaststelt.

Artikel 16. (28/01/2023- ...)

Dit decreet treedt in werking op de door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 29/03/2024