( ... - ... )
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 6, §3, eerste lid, artikel 12, gewijzigd bij de decreten van 1 maart 2019 en 3 mei 2019, en artikel 13, §4, ingevoegd bij het decreet van 21 juni 2013 en gewijzigd bij het decreet van 19 januari 2018;
-het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 10, 3°, artikel 12, §1, tweede lid, en §3, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2016.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 6 oktober 2022;
- Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, §1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid om in te kunnen spelen op de acute noden van gezinnen wanneer de kinderopvang van hun baby of peuter plots gesloten wordt, en om de impact op het familiaal, sociaal en economisch leven van deze gezinnen zo goed als mogelijk te beperken. De Vlaamse Regering wil de mogelijkheden voor opvangen van deze acute opvangnoden zo spoedig mogelijk faciliteren.
Motivering
Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:
- Gezien de huidige algemene druk op de kinderopvang in Vlaanderen en gezien de grote impact op familiaal, sociaal en economisch vlak bij gezinnen waarvan hun baby of peuter opgevangen wordt in een kinderopvang waarvan de vergunning opgeheven of geschorst wordt, wil de Vlaamse Regering zo spoedig mogelijk inspelen op de acute noden en behoefte aan continuïteit bij deze gezinnen door een bijkomende mogelijkheid te creëren in de vorm van de organisatie van tijdelijke vervangcapaciteit van baby’s en peuters;
- Gezien de zesde aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie naar de veiligheid in de kinderopvang inzake “het voorzien van ondersteuning inzake flankerend beleid voor ouders, de organisator en de medewerkers wanneer de voorlopige handhavingsmaatregel op basis van het voorzorgsprincipe een impact heeft op de opvangcapaciteit en inkomen.”.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 2. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 3. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 4. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 5. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 6. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 7. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 8. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 9. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 10. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 11. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 12. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 13. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 14. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 15. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 16. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 17. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 18. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 19. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 20. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 21. ( 01/01/2025 - ... )
...
Artikel 22. ( 01/01/2025 - ... )
...
Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 10/02/2025