Ministerieel besluit tot vaststelling van de capaciteit van de gemeenschapsinstellingen en het Vlaams detentiecentrum

Datum 03/03/2023

Inhoudstafel

  1. Hoofdstuk 1 De capaciteit van de gemeenschapsinstellingen
  2. Hoofdstuk 2. De afdelingen, de organisatie en de maximumcapaciteit van het Vlaams detentiecentrum
  3. Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Inhoud

(... - ...)

Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, artikel 40, §1 en §3, en artikel 41;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014 betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 86, § 3;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019 tot inrichting van de gemeenschapsinstellingen en tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht, artikel 4, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 2022, artikel 9, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 2022 en artikel 13

Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 1 februari 2023

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BESLUIT:

Hoofdstuk 1 De capaciteit van de gemeenschapsinstellingen (... - ...)

Artikel 1. (01/03/2023- ...)

De maximumcapaciteit van de gemeenschapsinstellingen bedraagt 315 plaatsen, die op de volgende wijze worden verdeeld:
1° de gemeenschapsinstelling De Kempen in Mol:
a) 42 plaatsen gesloten begeleiding voor jongens in de campus De Hutten;
b) 43 plaatsen gesloten begeleiding voor jongens in de campus De Markt
c) 16 plaatsen gesloten begeleiding voor meisjes in de campus De Markt;
d) 10 time-out plaatsen voor jongens in de campus De Markt;
e) 10 time-out plaatsen voor meisjes in de campus De Markt;
2° de gemeenschapsinstelling De Zande:
a) 35 plaatsen gesloten begeleiding voor jongens in de campus Wingene;
b) 43 plaatsen gesloten begeleiding voor jongens in de campus Ruiselede;
c) 25 plaatsen gesloten begeleiding voor meisjes in de campus Beernem;
d) 18 plaatsen gesloten begeleiding voor jongens in de campus Beernem;
e) 10 time-out plaatsen voor jongens in de campus Ruiselede;
f) 10 time-out plaatsen voor meisjes in de campus Beernem;
3° de gemeenschapsinstelling De Grubbe in Kortenberg: 
a) 44 plaatsen gesloten oriëntatie voor jongens;
b) 9 plaatsen gesloten oriëntatie voor meisjes”.”

De time-out capaciteit, vermeld in het vorige lid, wordt georganiseerd voor de opvang van minderjarigen die met toepassing van artikel 48, § 1, 9°, van het decreet van 12 juli 2013 worden toevertrouwd aan een gemeenschapsinstelling.

Het betreft een afgebakende fase van veertien dagen binnen een bestaand hulpverleningstraject, gericht op herstel, die voorbehouden wordt voor jongeren, komend uit voorzieningen die een protocol van samenwerking met de gemeenschapsinstellingen hebben onderschreven.

Artikel 2. (01/03/2023- ...)

Binnen de maximumcapaciteit, vermeld in artikel 1, 1° a) tot en met c) en 2° a) tot en met d);wordt respectievelijk volgende bijzondere capaciteit georganiseerd:
1° in de campus De Hutten: 3 plaatsen voor jongens;
2° in de campus De Markt: 3 plaatsen voor jongens en 2 plaatsen voor meisjes;
3° in de campus Beernem: 2 plaatsen voor jongens en 2 plaatsen voor meisjes;
4° in de campus Ruiselede: 3 plaatsen voor jongens;
5° in de campus Wingene: 3 plaatsen voor jongens.

Artikel 3. (01/03/2023- ...)

Binnen de maximumcapaciteit, vermeld in artikel 1, 3°, wordt de volgende buffercapaciteit georganiseerd die voorbehouden wordt voor een gesloten oriëntatie, die door de jeugdrechter of de jeugdrechtbank is opgelegd aan minderjarigen die een jeugddelict hebben gepleegd of daarvan verdacht worden:
1° 2 plaatsen gesloten oriëntatie voor jongens;
2° 1 plaats gesloten oriëntatie voor meisjes.

Een minderjarige kan aan een eenheid van de buffercapaciteit worden toegewezen als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
1° de minderjarige verdachte of delictpleger is ouder dan veertien jaar op het ogenblik van de feiten;
2° het jeugddelict waarvoor de minderjarige verdacht of vervolgd wordt, kan, als die meerderjarig zou zijn, in de zin van het Strafwetboek of de bijzondere wetten, een straf van vijf tot tien jaar opsluiting of een zwaardere straf tot gevolg hebben;
3° er bestaan dringende, ernstige en uitzonderlijke omstandigheden die betrekking hebben op de vereisten van bescherming van de openbare veiligheid;
4° een gesloten oriëntatie is noodzakelijk.

Artikel 4. (01/03/2023- ...)

Binnen de maximumcapaciteit, vermeld in artikel 1, 3°, wordt de volgende voorbehouden capaciteit als vermeld in artikel 40, §3, van het decreet van 15 februari 2019, georganiseerd voor minderjarigen die op het ogenblik van de feiten tussen de twaalf en veertien jaar zijn: 
1° 1 plaats voor jongens; 
2° 1 plaats voor meisjes.

Artikel 5. (31/12/2023- ...)

...

Hoofdstuk 2. De afdelingen, de organisatie en de maximumcapaciteit van het Vlaams detentiecentrum (... - ...)

Artikel 6. (01/03/2023- ...)

Het Vlaams detentiecentrum is in de Schaarbeekstraat 2 in Beveren gevestigd.

Artikel 7. (01/03/2023- ...)

De capaciteit van het Vlaams detentiecentrum wordt vastgesteld op 8 plaatsen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen (... - ...)

Artikel 8. (01/03/2023- ...)

Het ministerieel besluit van 18 juli 2019 tot vaststelling van de capaciteit van de gemeenschapsinstellingen en het Vlaams detentiecentrum wordt opgeheven.

Artikel 9. (01/03/2023- ...)

Artikel 5 van dit besluit wordt opgeheven op 31 december 2023.

Artikel 10. (01/03/2023- ...)

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2023.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 29/04/2024