Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges en het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten, wat betreft de uitbreiding van de rechtsmacht van de Raad voor Vergunningsbetwistingen

Datum 14/07/2023

Inhoudstafel

  1. Hoofdstuk 1. Inleidende bepaling
  2. Hoofdstuk 2. Wijzigingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009
  3. Hoofdstuk 3. Wijzigingen van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
  4. Hoofdstuk 4. Wijzigingen van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten
  5. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Inhoud

Hoofdstuk 1. Inleidende bepaling (... - ...)

Artikel 1.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Hoofdstuk 2. Wijzigingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 (... - ...)

Artikel 2.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Aan artikel 2.2.10 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, vervangen bij het decreet van 1 juli 2016 en gewijzigd bij de decreten van 8 december 2017 en 26 april 2019, wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die luidt als volgt:

“§8. Het besluit tot definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kan worden bestreden met een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig en met inachtneming van de regels, vermeld in hoofdstuk VIII van titel IV, en de regels die inzake de geschillenbeslechting voor dat rechtscollege zijn bepaald bij of krachtens het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.”.

Artikel 3.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Aan artikel 2.2.15 van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 1 juli 2016 en gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019, wordt een paragraaf 9 toegevoegd, die luidt als volgt:

“§9. Het besluit tot definitieve vaststelling van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan kan worden bestreden met een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig en met inachtneming van de regels, vermeld in hoofdstuk VIII van titel IV, en de regels die inzake de geschillenbeslechting voor dat rechtscollege zijn bepaald bij of krachtens het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.”.

Artikel 4.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Aan artikel 2.2.21 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2016 en gewijzigd bij de decreten van 8 december 2017 en 26 april 2019, wordt een paragraaf 9 toegevoegd, die luidt als volgt:

“§9. Het besluit tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kan worden bestreden met een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig en met inachtneming van de regels, vermeld in hoofdstuk VIII van titel IV, en de regels die inzake de geschillenbeslechting voor dat rechtscollege zijn bepaald bij of krachtens het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.”.

Artikel 5.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Aan artikel 2.3.1 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 mei 2023, wordt een laatste lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

“Het besluit tot definitieve vaststelling van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening kan worden bestreden met een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig en met inachtneming van de regels, vermeld in hoofdstuk VIII van titel IV, en de regels die inzake de geschillenbeslechting voor dat rechtscollege zijn bepaald bij of krachtens het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.”.

Artikel 6.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 2.3.2 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een paragraaf 1/3 ingevoegd, die luidt als volgt:
“§1/3. Het besluit tot definitieve vaststelling van de provinciale stedenbouwkundige verordening kan worden bestreden met een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig en met inachtneming van de regels, vermeld in hoofdstuk VIII van titel IV, en de regels die inzake de geschillenbeslechting voor dat rechtscollege zijn bepaald bij of krachtens het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.”;
2° er wordt een paragraaf 2/3 toegevoegd, die luidt als volgt:
“§2/3. Het besluit tot definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kan worden bestreden met een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig en met inachtneming van de regels, vermeld in hoofdstuk VIII van titel IV, en de regels die inzake de geschillenbeslechting voor dat rechtscollege zijn bepaald bij of krachtens het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.”.

Artikel 7.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 2.6.7, eerste lid, 1°, van dezelfde codex worden tussen de woorden “geschorst is door” en de woorden “de Raad van State” de woorden “de Raad voor Vergunningsbetwistingen of” ingevoegd.

Artikel 8.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 4.8.2 van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 6 juli 2012 en gewijzigd bij de decreten van 4 april 2014, 25 april 2014 en 8 december 2017, worden punt 1° en punt 2° opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
“1° besluiten tot definitieve vaststelling van gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen;
2° besluiten tot definitieve vaststelling van gewestelijke, provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen;”.

Artikel 9.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Aan artikel 4.8.11 van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 25 april 2014 en gewijzigd bij de decreten van 9 december 2016 en 8 december 2017, worden een paragraaf 3 en een paragraaf 4 toegevoegd, die luiden als volgt:

“§3. De beroepen bij de Raad, vermeld in artikel 4.8.2, 1° en 2°, kunnen worden ingesteld door elke partij die doet blijken van een benadeling of van een belang.

§4. De beroepen, vermeld in artikel 4.8.2, 1° en 2°, worden ingesteld binnen een vervaltermijn van zestig dagen, die ingaat op een van de volgende dagen:
1° de dag na de betekening van het besluit met een beveiligde zending, als een dergelijke betekening vereist is;
2° de dag na de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad, in de andere gevallen dan het geval, vermeld in punt 1°.”.

Artikel 10.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 4.8.21 van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 4 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden “de zaak” worden vervangen door de woorden “het beroep inzake de registratiebeslissing”;
2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
“Elke partij, vermeld in artikel 4.8.11, §3, kan in de beroepen, vermeld in artikel 4.8.2, 1° en 2°, tussenkomen.”.

Hoofdstuk 3. Wijzigingen van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (... - ...)

Artikel 11.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 2, 1°, b), van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, gewijzigd bij de decreten van 25 april 2014 en 8 december 2017, wordt tussen de woorden “de omgevingsvergunning” en de zinsnede “en artikel 43” de zinsnede “, artikel 45 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten” ingevoegd.

Artikel 12.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Aan artikel 10, vijfde lid, van hetzelfde decreet wordt de volgende zin toegevoegd:

“De voorzitter van het bestuursrechtscollege, vermeld in artikel 2, 1°, b), zorgt voor de behandeling bij voorrang van de beroepen tegen de besluiten tot definitieve vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen en stedenbouwkun-dige verordeningen en tegen definitieve voorkeursbesluiten en projectbesluiten inzake complexe projecten.”.

Artikel 13.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Aan artikel 12, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 februari 2017, wordt de volgende zin toegevoegd:

“Het voormelde rechtscollege heeft ook een kamer die uitsluitend bevoegd is voor de beroepen tegen definitieve voorkeursbesluiten en projectbesluiten inzake complexe projecten.”.

Hoofdstuk 4. Wijzigingen van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten (... - ...)

Artikel 14.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 2 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten wordt een punt 11°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
“11°/1 Raad voor Vergunningsbetwistingen: de Raad voor Vergunningsbetwistingen, opgericht bij artikel 4.8.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009;”.

Artikel 15.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 36, vijfde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden “Raad van State” vervangen door de woorden “Raad voor Vergunningsbetwis-tingen”.

Artikel 16.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 43, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden “Raad van State” vervangen door de woorden “Raad voor Vergunningsbetwis-tingen”.

Artikel 17.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 44, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden “Raad van State” vervangen door de woorden “Raad voor Vergunningsbetwistingen”.

Artikel 18.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

In artikel 45 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
“Het definitief vastgestelde voorkeursbesluit en het definitief vastgestelde projectbesluit kan door elke partij die doet blijken van een benadeling of van een belang worden bestreden met een beroep bij de Raad voor Ver-gunningsbetwistingen, met toepassing van de regels die inzake de geschillenbeslechting voor dat rechtscollege zijn bepaald bij of krachtens het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.”;
2° er worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
“De beroepen, vermeld in het eerste lid, worden ingesteld binnen een vervaltermijn van zestig dagen, die ingaat op een van de volgende dagen:
1° de dag na de betekening van het besluit met een beveiligde zending, als een dergelijke betekening vereist is;
2° de dag na de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad, in de andere gevallen dan de gevallen, vermeld in punt 1°.
Elke partij die doet blijken van een benadeling of van een belang, kan in de zaak tussenkomen.”.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen (... - ...)

Artikel 19.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Dit decreet is van toepassing op de besluiten, vermeld in artikel 4.8.2, 1° en 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2019, en artikel 45, eerste lid, van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten zoals gewijzigd door dit decreet, die zijn genomen vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit decreet.

Artikel 20.

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

(31/12/2024- ...)

Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum en uiterlijk op 31 december 2024.


Vlaamse Codex, officiële website van de Vlaamse Overheid - https://codex.vlaanderen.be
Geconsolideerde versie die geldt op 27/04/2024